Een huisvrouw.
stil zit ze op haar
keukenstoel; schilt de patatten
regen slaat met vlagen
tegen haar keukenraam
ze staat op - zet quasi
automatisch - de radio aan
kijkt naar buiten: kan
niet langer dat rotweer bevatten
aardappels plonzen met
geweld in de hoge pan
waterdruppels spatten op
haar brillenglazen uiteen
op de radio een
telefoonspelletje; ook zon dom fenomeen
dat rotweer ook; daar
wordt ze chagrijnig van
stoffen, vegen, bed-opmaken, afwassen; gelukkig weer niets gebroken
elke dag opnieuw zon
stom eentonig huishoudelijke tafereel
en die vent van haar maar
zeiken over haar roken
pakt haar sigaretten;
heeft er snel een opgestoken
gedachten even doen wegglijden
van dit dagelijkse huishoudelijke ritueel
om vervolgens verder te
gaan met eten koken
|