Fatale sprong.
even staarde ze naar
beneden
ver onder haar stroomde
een half droge rivier
voelde zich opeens opgejaagd
als een wild dier
was diep in haar hart,
het liefste reeds beneden
oude spoorviaduct trilde een
beetje in de wind
de spring gordel snoerde strak
om haar lijf
het elastiek hing reeds naar
beneden, recht en stijf
een toeschouwer gilde:
bezint eer ge begint
de man naast haar zei:
het is goed mijn kind
je kunt nu je sprong wel gaan
wagen
ik spring, zei ze, zal
niet meer verder klagen.
haar snerpende gil stierf
even later weg in de wind
|