Kilte van een woud.
doordringende snijdende
koude in
een gure oosten wind
mijn voetstappen klinken wat
dof
op het met klei doorweven
grind
bomen zijn groen
uitgeslagen
mos stijgt op langs de
stammen
hun kruinen bewegen en ruisen
zacht
er wordt de komende dagen
wat lichte sneeuw
verwacht
beklemmende intense
stilte omringt me
in ˈt hart van ˈt bladerloze
bos
een haas rent voor me uit
over ˈt
pad
in de verte klinkt de roep
van
een eenzame vos
schimmels op boomstronken
en takken duiden
op verrotting in dood
hout
het is wat triest te
constateren
sommige bomen worden
helaas niet zo oud
|