Verkeerde keuze.
Morgen is ze weg.
Haar koffer staat reeds gepakt.
Schoenen slordig er op neergezet.
Beddensprei op een stoel
gekwakt.
Slaapkamerraam staat op
een kier.
Morgen is ze weg.
Ze heeft er geen dag bij
aangeplakt.
Eerlijk gezegd; wel zo
net.
Vond haar uiteindelijk nogal
bekakt.
Beslist geen lekker
knuffeldier.
Morgen is ze weg.
Die trut is voor mij door
ˈt
ijs gezakt.
Haar verdwijnen geeft op
voorhand binnenpret.
Voor als ze morgen de deur achter zich heeft dicht getrapt.
Vind wel een ander voor plezier.
|