WMCZ - Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen
Inleiding
Op 1 juni 1996 is de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ) in werking getreden. Hierin is vastgelegd dat de cliënten van instellingen in de ouderen-, gezondheids- en welzijnszorg inspraak hebben door middel van een cliëntenraad. De wet wil mensen die afhankelijk zijn van zorg, invloed geven op de zorgverlening.
Wat doet een cliëntenraad?
De cliëntenraad behartigt de gemeenschappelijke belangen van mensen die op de zorg van een bepaalde instelling zijn aangewezen. De raad overlegt daarover met de directie van de instelling en denkt mee over onderwerpen die voor cliënten van belang zijn.
Welke instellingen moeten een cliëntenraad hebben?
Vrijwel alle instellingen op het gebied van de ouderenzorg en welzijnszorg moeten een cliëntenraad hebben. Bijvoorbeeld algemene en psychiatrische ziekenhuizen, RIAGG's, instellingen voor lichamelijk en verstandelijk gehandicapten, verzorgingstehuizen, peuterspeelzalen en instellingen voor maatschappelijke hulp en opvang.
Wie moet de cliëntenraad instellen?
De instelling roept cliëntenraad in het leven. Zij kan de invulling op haar eigen situatie toespitsen. Daarbij is belangrijk dat het bestuur tevoren formuleert wat het van een cliëntenraad verwacht.
Voor de voorbereiding kan de instelling een werkgroep vormen samen met cliënten en vertegenwoordigers van regionale patiënten/consumentenorganisaties.
Wie kunnen benoemd worden in de cliëntenraad?
De wet stelt als enige voorwaarde dat de cliëntenraad voldoende representatief is.
De raad moet de cliënten van de instelling vertegenwoordigen. Het ligt voor de hand om uit elke cliëntengroep iemand in de raad te benoemen.
De cliëntenraad bestaat zo veel mogelijk uit cliënten. Er zijn cliënten die hun belangen niet zelf kunnen behartigen. Dan kunnen vertegenwoordigers van hen in de raad zitting nemen, bijvoorbeeld familieleden.
Wat als de instelling valt onder een overkoepelende organisatie?
Vaak vallen meerdere instellingen onder een overkoepelende organisatie.
Elke instelling is verplicht om een eigen cliëntenraad te hebben.
Een stichting die een verpleeghuis, verzorgingshuis en een revalidatiecentrum beheert, heeft dus drie cliëntenraden.
Welke faciliteiten heeft de cliëntenraad nodig?
De cliëntenraad moet in staat zijn om de belangen van de cliënten te behartigen.
Daarvoor stelt de instelling materiële middelen beschikbaar zoals een vergaderruimte, een kopieerapparaat en een budget.
Wat als het niet lukt om een cliëntenraad van de grond te krijgen?
Misschien lukt het niet om voldoende kandidaten voor de cliëntenraad te vinden.
Dan is het aan te bevelen om de oorzaak van het gebrek aan belangstelling te achterhalen.
Elke twee jaar moet de instelling opnieuw proberen een cliëntenraad in te stellen