Psychiatrie informatie


Ieder uur een ander item uit 1.5: Kwaliteitscriteria


Categorieën
  • 0.1:Welkom (1)
  • 0.2:Hulp zoeken (1)
  • 0.2:Lotgenoten (1)
  • 0.3:Soorten hulp (1)
  • 0.4:Behandelingen (6)
  • 0.5:Hulpverleners (1)
  • 0.6:Informatie over (1)
  • 0.7:Bejegening (1)
  • 0.8:Rechten (8)
  • 0.9:PVP (1)
  • 1.0:Cliëntenraad (2)
  • 1.1:Betrokkenen (7)
  • 1.2:FVP (1)
  • 1.3:Familieraad (1)
  • 1.4:Triadekaart (1)
  • 1.5:Kwaliteitscriteria (6)
  • 1.6:Diagnose (3)
  • 1.7:Dubb. diagnose (1)
  • 1.8:Second opinion (1)
  • 1.9:Behandelplan (2)
  • 2.0:Signaleringsplan (1)
  • 2.1:Live Chart (1)
  • 2.2:Crisisplan (1)
  • 2.3:G Schema (1)
  • 2.4:Crisiskaart (1)
  • 2.5:Suïcidepreventie (1)
  • 2.6:Psychische pijn (1)
  • 2.7:Klachtrecht (3)
  • 2.8:Nazorg (1)
  • 3.0:Verslavingszorg (1)
  • 3.1:Beschermd wonen (1)
  • 3.2:DAC (1)
  • 3.3:Cursus-Opleiding-Baan (ex)cliënt (1)
  • 3.4:Cliëntenbelangen Organisaties (1)
  • 3.5:HKZ (1)
  • 3.6:Beroepscodes (1)
  • 3.7:Zorgverzekering (1)
  • 3.8:PGB (1)
  • 3.9:Nieuws (1)
  • 4.0:Links (7)

  • Zoeken in blog


    Zoeken met Google



    Mijn favorieten
  • seniorennet.nl
  • GGZ Routeplanner


  • Psychiatrie informatie biedt informatie voor cliënten & betrokkenen over de mogelijkheden binnen de GGZ Geestelijke Gezondheidszorg
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nazorg

    Nazorg

     

     

     

     

    In de nazorg biedt de behandelaar u, indien gewenst, begeleiding in de maatschappij zodat terugval, preventie van problemen en nieuwe hulpvragen worden gesignaleerd.

    De behandelaar informeert u over de keuzemogelijkheden aan nazorg. U krijgt de ruimte om uw wensen en verwachtingen over nazorg aan de behandelaar kenbaar te maken.

    Er worden heldere afspraken gemaakt tussen u en de behandelaar.

     

    Nazorg gericht op de individuele cliënt

    •  voortgezette behandeling, bijvoorbeeld ambulant, deeltijd, opname vervangende deeltijd, in lijn met de eerder uitgevoerde intramurale behandeling
    • instelling, begeleiding en bewaking medicatie, eventueel ook de beëindiging, afbouw of vervanging daarvan
    • ondersteunende begeleiding, structurerende contacten, op afspraak en via huisbezoek
    • organisatie en ondersteuning van cliëntengroepen, bemiddeling vrijwilligerswerk ten behoeve van de cliënt
    • trainingsprogramma's voor verwerven van sociale contacten
    • maatschappelijke dienstverlening (huisvesting, werk, sociale uitkeringen, vervoer, studie, dagelijkse verzorging, etc)
    • begeleiding plaatsing in beschermende woonvorm
    • beschikbaar stellen van dagbestedingsmogelijkheden, bijv. clubhuis, sociale vaardigheden, dagopvang
    • opvang acute toestanden, crisisinterventie

     

     Nazorg gericht op de sociale omgeving

    ·         voorlichting over omgaan met en opvang van de cliënt

    ·         gezinsbehandeling en gezinsbegeleiding

    ·         begeleiding integratie cliënt in werk/studiesituatie, woonsituatie

    ·         stimulering contacten tussen verzorgers van cliënten (bijv. oudergroepen)

    ·         time-out mogelijkheid bij overbelasting van het sociale systeem waarin de cliënt leeft

     

     

     

     

    Nazorg kan bestaan uit functies die door het ziekenhuis worden geboden, al dan niet als totaalpakket en op functies die een zo zelfstandig mogelijk bestaan in de samenleving tot doelstelling hebben (sociale contacten, huisvesting, onderlinge hulp, werk, vervoer). De nazorg die zich richt op de sociale omgeving valt onder de laatste categorie en is onder te verdelen in zorg voor opvang en begeleiding van de cliënt en zorg gericht op de verbetering van het functioneren van de sociale omgeving zelf.

    Per cliënt, en zijn sociale systeem, zal moeten worden bezien aan welke vormen van nazorg behoefte is en welke vormen noodzakelijk zijn. In welke samenstelling, in welk tijdsverloop, door wie de nazorg wordt geboden. De nazorg moet als programma geregeld zijn, vóór de cliënt ontslagen wordt. Onderdelen van het programma moeten beschikbaar zijn en voor het ontslag moet duidelijk zijn dat er concrete afspraken bestaan over de nazorg.

    Nazorg is dus een 'nazorgmix' op het niveau van het individu, een programma op maat, een continue zorg.

    Hierbij kun je denken aan een casemanager of zorgcoördinator, maar de verantwoordelijke instelling zelf moet supervisie houden over het pakket aan nazorg.

     

     

    Nazorg na een opname

    Nazorg wordt nogal eens gezien als een mix van medicatieverstrekking en een reeks gesprekken. Nazorg kun je veel breder zien, als hulp van huisartsen, maatschappelijke dienstverlening en sociale dienst, vormen van semi-murale zorg en vrijwilligershulp, zelfhulpgroepen, lotgenotencontacten en mantelzorg.

    De opname is een totaalaanbod. Er is niet alleen behandeling maar ook dagstructuur, dagelijkse begeleiding, gesprekken, contacten, bezigheden, voeding, onderdak, veiligheid, et cetera.

    De nazorg moet natuurlijk aansluiten op de opnamesituatie. Na ontslag vallen er allerlei functies weg en het is belangrijk te inventariseren voor welke functies nazorg nodig is. Nazorg kan ook gezien worden als voorzorg. Preventie van heropname.

     

     

    AWBZ: de zeven functies

     

    Denken over nazorg is denken over verschillende vormen van zorg: functies

    • huishoudelijke
    • verzorging
    • persoonlijke verzorging
    • verpleging
    • ondersteunende begeleiding
    • activerende begeleiding
    • behandeling
    • verblijf
    • vervoer

    De omschrijving van de zeven functies

    Hieronder tref je de letterlijke tekst van de zeven functies zoals omschreven in het concept besluit Zorgaanspraken alsmede de toelichting die hierbij door het kabinet is gegeven.

     

    Huishoudelijke verzorging (Artikel 3 BZA) 

    Huishoudelijke verzorging omvat het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van het verzorgen van het huishouden in verband met een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aandoening of beperking, een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap of een psychosociaal probleem die of dat leidt of dreigt te leiden tot het disfunctioneren van de verzorging van het huishouden van de

    verzekerde dan wel van de leefeenheid waartoe de verzekerde behoort, teverlenen door een instelling.

    Toelichting bij Artikel 3

    Bij de huishoudelijke verzorging gaat het om het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van de huishoudelijke dagelijkse levensverrichtingen (HDL).

    Bij deze zorg kan gedacht worden aan opruimen, schoonmaken, het verzorgen van planten en huisdieren, het bed of de bedden opmaken in situaties waarbij de verzekerde niet bedlegerig is en de maaltijd klaarmaken.

    Bij huishoudelijke verzorging gaat het om de verzorging van het huishouden van de verzekerde en dit speelt dus niet indien de verzekerde in een instelling verblijft. De huishoudelijke verzorging maakt dan onderdeel uit van de functie verblijf.

     

    Persoonlijke verzorging (Artikel 4 BZA)

    Persoonlijke verzorging omvat het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van de persoonlijke verzorging in verband met een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aandoening of beperking, een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap of een psychosociaal probleem, gericht op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid, te verlenen door een instelling.

    Toelichting bij Artikel 4

    Bij de persoonlijke verzorging gaat het om het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van de algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL).

    Daaronder is tevens zorg begrepen die in directe relatie staat tot de persoonlijke verzorging,bijvoorbeeld het opmaken van het bed tijdens het wassen van een bedlegerige cliënt.

    Bij deze zorg kan gedacht worden aan het wassen en het kleden van de verzekerde al dan niet op bed, het douchen of baden van de verzekerde, de verzekerde opmaken, scheren, tandenpoetsen, het verzorgen van de huid, inclusief decubituspreventie en het aanbrengen van protheses, hulp bij de toiletgang, hulp bij eten en drinken en hulp bij beweging en houding (wisselligging, oefenen van ledematen, tillen, ondersteunen bij verplaatsen of houdingcorrectie, vervoeren in rolstoel).

    Ook het stimuleren van de zelfredzaamheid en het zo mogelijk aanleren van ADL-activiteiten behoort tot deze functie.

     

    Verpleging (Artikel 5 BZA)

    Verpleging omvat verpleging in verband met een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aandoening of beperking of een lichamelijke handicap, gericht op herstel of voorkoming van verergering van de aandoening, beperking of handicap, te verlenen door een instelling.

    Toelichting bij Artikel 5

    Bij verpleging gaat het om het herkennen en analyseren van gezondheidsproblemen en het uitvoeren van de daarmee samenhangende verpleegtechnische handelingen. Bij verpleging valt te denken aan het toedienen van medicijnen, zuurstof, het aanbrengen van een infuus of katheter, wondverzorging, lichamelijke controles en het geven van injecties. Ook gaat het om het oefenen met de verzekerde om zelf injecties te geven en om te gaan met zuurstof. Verder omvat verpleging onderzoek naar de gezondheid alsmede het geven van advies, instructie en voorlichting over hoe om te gaan met ziekte, preventie en hulpmiddelen en dergelijke.

    De term 'voorkoming van verergering' houdt ook in dat het kan gaan om palliatieve zorg.

    Aangezien verpleging niet aangewezen is in verband met een zintuiglijke of verstandelijke handicap staan deze handicaps niet in de omschrijving genoemd.

     

    Ondersteunende begeleiding (Artikel 6 BZA)

    Ondersteunende begeleiding omvat ondersteunende activiteiten in verband met een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aandoening of beperking, een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap of een psychosociaal probleem, gericht op bevordering of behoud van zelfredzaamheid of bevordering van de integratie van de verzekerde in de samenleving, te verlenen door een instelling.

    Toelichting bij Artikel 6

    Ondersteunende begeleiding neemt de aandoening, beperking of handicap voor gegeven aan en bouwt daarop verder. De begeleiding gaat dus uit van de (rest)mogelijkheden van de verzekerde.

    Bij ondersteunende begeleiding gaat het om activiteiten die de verzekerde ondersteunen bij zijn dagindeling en zijn participatie in de maatschappij bevorderen. Daarbij kan gedacht worden aan het structureren van de dag, het geven van praktische hulp, het in het kader van de doelstelling van de zorg vergezellen van de verzekerde, het bieden van ondersteuning bij het voeren van de regie over het leven en, met name als er sprake is van een verstandelijke handicap, het bieden van een gezinsstructuur. De ondersteunende begeleiding vindt onder andere plaats door middel van ondersteunende of structurerende gesprekken en non-verbale communicatie, het oefenen van dagelijkse vaardigheiden en het stimuleren van gedrag dat al bij de verzekerde aanwezig is.

    Afhankelijk van de situatie kan de zorg zowel individueel als in groepsverband geboden worden.

    Bij deze zorg gaat het derhalve ook om dag- of nachtopvang in een instelling.

     

    Activerende begeleiding (Artikel 7 BZA)

    Activerende begeleiding omvat door een instelling te verlenen activerende activiteiten gericht op:

    a. herstel of voorkomen van verergering van gedrags- of psychische problematiek; of

    b. het omgaan met de gevolgen van een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap.

    Toelichting bij Artikel 7

    Activerende begeleiding onderscheidt zich van ondersteunende begeleiding doordat activerende begeleiding de aandoening, beperking of handicap niet voor gegeven aanneemt, maar juist daarop ingrijpt. Met activerende begeleiding wordt de verzekerde geleerd om te gaan met de (gevolgen van de) aandoening, beperking of handicap. Bij deze zorg valt te denken aan het interveniëren in het gedrag van de verzekerde (gedragscorrectie), het houden van inzichtgevende gesprekken en non-verbale communicatie, het oefenen van sociale vaardigheden, onderzoek naar de aanwezigheid van problematiek alsmede advies, instructie of voorlichting over de aanpak van de problematiek.

    Tevens valt te denken aan het case-management op het terrein van de geestelijke gezondheidszorg. Hierbij gaat het onder meer om de begeleiding die sociaal-psychiatrisch verpleegkundigen geven aan verzekerden met een psychiatrische stoornis die thuis wonen.

    Deze begeleiding houdt in dat gedrags- en psychische problemen die voortkomen uit de psychiatrische stoornis zo mogelijk worden voorkomen of tijdig worden onderkend zodat een daarop afgestemde interventie kan plaatsvinden. Het gaat hier om begeleiding gericht op herstel of voorkomen van verergering van gedrags- en psychische problematiek. Voor de formulering van artikel 7 is het niet relevant dat het bij case-management gaat om een psychiatrische stoornis. Deze psychiatrische stoornis is dan ook niet in artikel 7 genoemd.

    Afhankelijk van de situatie kan de zorg zowel geboden worden aan het individu of in groepsverband. Activerende begeleiding gedurende een dagdeel in een instelling valt eveneens onder deze functie.

     

    Behandeling (Artikel 8 BZA)

    1. Behandeling omvat behandeling van medisch-specialistische, gedragswetenschappelijke of specialistisch-paramedische aard gericht op herstel of voorkoming van verergering van een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aandoening, een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, te verlenen door een instelling of door een psychiater of zenuwarts.

    2. Indien de behandeling psychotherapeutische behandeling door een psychiater of zenuwarts betreft, bestaat aanspraak op ten hoogste negentig zittingen van vijfenveertig minuten per zitting bij individuele psychotherapie, van negentig minuten per zitting bij partnerrelatie psychotherapie en van honderdtwintig minuten per zitting bij gezins- en groepspsychotherapie.

    3. Op de behandeling, bedoeld in het tweede lid, bestaat geen aanspraak indien na beëindiging van een voorafgaande psychotherapeutische behandeling in verband met het bereiken van de negentig zittingen, nog geen jaar is verstreken.

    Toelichting bij Artikel 8

    In het eerste lid is de behandeling waarop aanspraak bestaat omschreven.

    Gezocht is naar een formulering van de AWBZ-behandeling die dusdanig afgebakend omschreven is dat er geen afwenteling plaatsvindt op de AWBZ van een ziekenfonds- of gelijke behandeling die voor rekening van een particuliere ziektekostenverzekering dan wel publiekrechtelijke ziektekostenregeling kan komen. Overwogen is om op te nemen dat behandeling datgene omvat, wat niet reeds uit hoofde van de ziekenfondsverzekering als verstrekking geldt. Het CVZ heeft dat voorgesteld. Het is echter de vraag is of een dergelijke regeling zich wel verhoudt met artikel 8, eerste lid, aanhef, van de Ziekenfondswet. Daarin is immers bepaald dat geen aanspraak bestaat op bij of krachtens de Ziekenfondswet omschreven zorg, indien daarop ingevolge de AWBZ aanspraak bestaat. Met andere woorden de AWBZ-aanspraak gaat voor op de ziekenfondsaanspraak.

    Hoewel het voorstel van het CVZ zich op de inhoud van de zorg richt en in die zin juridisch wellicht wel zou kunnen, is toch besloten dit voorstel niet over te nemen.

    Daarentegen is de afbakening bewerkstelligd door aan te geven dat het gaat om behandeling van medisch-specialistische, gedragswetenschappelijke of specialistisch-paramedische aard, door de in de bepaling opgenomen aandoeningen en handicaps en de doelstelling van de zorg.

    Voor verzekerden die in bepaalde instellingen verblijven, gold onder het Besluit zorgaanspraken bijzondere ziektekostenverzekering dat, met uitzondering van paramedische zorg, ook behandelingen van algemeen medische aard, die onder de ziekenfondsverzekering vallen of waarvan de kosten ten laste van particuliere ziektekostenverzekeringen dan wel publiekrechtelijke ziektekostenregelingen komen, ten laste van de AWBZ komen. Dit is met dit besluit gehandhaafd en geregeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel a.

    Behandeling onderscheidt zich van activerende begeleiding in die zin dat bij activerende begeleiding de diagnose is gesteld en het bijbehorende onderzoek is verricht.

    De begeleiding richt zich op het leren omgaan met de (gevolgen) van de aandoening of handicap. Voor behandeling is kenmerkend dat de diagnose nog niet is gesteld en het onderzoek ten behoeve daarvan nog moet worden verricht. De behandeling is vervolgens gericht op het herstel of voorkomen van verergering van de aandoening of handicap, niet op het leren omgaan met de (gevolgen van de) aandoening of handicap. Dit laatste vormt onderdeel van de functie activerende begeleiding.

    In de praktijk zullen behandeling en activerende begeleiding vaak hand in hand gaan.

    Toch is het zaak behandeling en activerende begeleiding goed uit elkaar te houden.

    Het feit dat activerende begeleiding, zeker in de geestelijke gezondheidszorg, vaak wordt gegeven door personen die in hun beroepsgroep bekend staan als behandelaar, maakt van de te verrichten activiteit nog geen behandeling in de zin van de functie behandeling. Net zo min als uit de naam sociaal psychiatrische verpleegkundige kan worden afgeleid dat wat deze persoon doet, het bieden van de functie verpleging is.

    Onder behandeling in dit artikel valt ook behandeling van een verzekerde met verslavingsproblematiek.

    Zoals het CVZ opmerkt, vormt audiotechnische ondersteuning onderdeel van behandeling aan doven en slechthorenden. Verder stelt het CVZ de mogelijkheid van verpleging in gezinnen aan de orde. Deze zorg houdt in dat vanuit de instelling gezinsverpleging wordt georganiseerd geheel onder verantwoordelijkheid, waaronder de financiële verantwoordelijkheid, van de instelling. Het verblijf in een pleeggezin heeft vooral sociaal-therapeutisch en opvoedkundig betekenis en dient ter ondersteuning bij de behandeling.

    De keuze voor de huidige regeling van de aanspraken brengt met zich dat deze verpleging in gezinnen niet meer expliciet geregeld is. Dat wil niet zeggen dat een dergelijke organisatie van zorg niet meer mogelijk is. Desgewenst kunnen instellingen met zorgkantoren hierover afspraken maken.

    In de AWBZ gold tot nu toe, en dat is gehandhaafd, dat de zorg alleen in instellingsverband mag worden geleverd. Een uitzondering daarop heeft tot nu toe bestaan voor de zenuwarts en de psychiater. Ook deze uitzondering is gehandhaafd. Onder het oude besluit verleenden de regionale instellingen voor ambulante geestelijke gezondheidszorg de psychotherapie niet altijd zelf, maar schakelden daarvoor ook vrijgevestigde psychotherapeuten voor in. Om duidelijk te maken dat dit mogelijk was, stonden in de bepaling de woorden: door of vanwege. De toevoeging van de woorden 'of vanwege' is overbodig. Met het onderhavige besluit blijft de mogelijkheid dus bestaan om door of 'vanwege' een instelling zorg te laten verlenen door vrijgevestigde psychotherapeuten.

    Het tweede en het derde lid strekken ertoe de bestaande beperkingen in de aanspraak op psychotherapie te handhaven.

     

    Verblijf (Artikel 9 BZA)

    Verblijf omvat het verblijven in een instelling indien de zorg, bedoeld in de artikelen 4, 5, 6, 7 of 8, noodzakelijkerwijs gepaard gaat met een beschermende woonomgeving, therapeutisch leefklimaat dan wel permanent toezicht.

    Toelichting bij Artikel 9

    Bij verblijf wordt de verzekerde een therapeutische of beschermende leefomgeving geboden waarin toezicht beschikbaar is. Het verblijf kan tijdelijk of duurzaam zijn.

    Gaat het om tijdelijk verblijf dan staan herstel en het draaglijk maken van de gevolgen van hun aandoening of handicap centraal, dan wel het ontlasten van de mantelzorg.

    Bij mensen die langdurig op verblijf in een instelling zijn aangewezen en die op grond van hun aandoening of handicap ook behoefte hebben aan toezicht, staat het garanderen van een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven centraal.

    De in het eerste lid opgenomen voorwaarden 'indien een therapeutische of een beschermende leefomgeving dan wel permanent toezicht is aangewezen' brengen met zich dat de verzekerde geen indicatiebesluit voor verblijf kan krijgen, als hij ook niet voor een of meer van de andere functies geïndiceerd wordt. Het is immers niet de bedoeling dat de verzekerde de functie verblijf los van een of meer andere zorgonderdelen kan krijgen.

    De omschrijving houdt ook in dat het altijd om een instelling moet gaan die voor meer functies dan alleen verblijf is toegelaten. Immers, anders kan een instelling het leveren van een beschermende woonomgeving, een therapeutisch leefklimaat of permanent toezicht niet waarmaken.

    Onder dit verblijf valt niet de dagzorg of de dag- en nachtopvang. Die zorg valt onder de twee begeleidingsfuncties die, in het kader van de indicatiestelling en bekostiging, naast de indeling gebaseerd op uren ook nog een indeling gebaseerd op dagdelen kent. 'Logeren' in de zin dat de verzekerde gedurende de dag en nacht een plaats in de instelling bezet, valt onder artikel 9.

    Indien het gaat om 'logeren' louter als nachtopvang dan valt deze onder begeleiding.

    Huishoudelijke verzorging maakt onderdeel uit van het verblijf. De verzekerde hoeft en dient dus geen indicatiebesluit voor huishoudelijke verzorging te krijgen indien hij in een instelling verblijft.

    De instelling dient dus, als onderdeel van de functie verblijf, bijvoorbeeld de kamer van de verzekerde gewoon schoon te maken.

     

    Vervoer (Artikel 10 BZA)

    Indien de verzekerde zorg als bedoeld in de artikelen 6 en 7 gedurende een dagdeel in een instelling ontvangt, omvat de zorg tevens vervoer naar en van de instelling indien daarvoor een medische noodzaak bestaat.

    Toelichting bij Artikel 10

    Het vervoer is momenteel zeer versnipperd vorm gegeven. Soms valt het vervoer onder de Wet voorzieningen gehandicapten, soms onder ziekenvervoer in de zin van de Ziekenfondswet en soms (zeer beperkt) voorziet de AWBZ in vervoer. In het laatste geval gaat het om vervoer van de verzekerde terzake van dagbehandeling in een verpleeginrichting, zorg door een dagverblijf voor lichamelijk of verstandelijk gehandicapten en zorg door een instelling voor auditief of communicatief gehandicapten. Waar ik op termijn naar streef, is een structurele, uniforme regeling buiten de AWBZ waarin gewaarborgd is dat mensen die voor hun zorg afhankelijk zijn van vervoer daar ook een beroep op kunnen doen. Deze situatie is met ingang van 1 april 2003 evenwel niet bereikt.

    Daarom heb ik gekozen voor een tussenoplossing die zoveel mogelijk parallel loopt aan hetgeen in het kader van de AWBZ reeds was geregeld. De tussenoplossing houdt in dat waar sprake is van zorg gedurende een dagdeel het daartoe medisch noodzakelijke vervoer wordt meegefinancierd.

    Bij zijn indicatiebesluit moet het indicatieorgaan oordelen of er sprake is van zo'n medische noodzaak. Daarbij gaat het om het oordeel of de verzekerde in staat is gebruik te maken van een eigen vervoersvoorziening dan wel in staat is gebruik te maken van openbaar vervoer.

    Beperking in het lopen, instappen, staan of desoriëntatie kan met zich brengen dat het indicatieorgaan oordeelt dat vervoer vanuit de AWBZ medisch noodzakelijk is.

    Over het vervoer ten behoeve van behandeling heeft het CVZ op 26 september 2002, CZ/22044800, gerapporteerd als antwoord op vragen die ik het CVZ op 8 januari 2002, CZ/EZ/2241541, heb gesteld over het Besluit ziekenvervoer ziekenfondsverzekering (een ministeriële regeling). Over de aanbevelingen zal binnen afzienbare tijd een beslissing genomen worden.



     

    Reageer (3)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:2.8:Nazorg
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Psychische pijn

    Psychische pijn

     

     

     

     

    Door de pijn heen

     

    Filosoof Piet Winkelaar: stop met het bestrijden van pijn

    'Natuurlijk kan de psychische pijn heel groot zijn. Ik denk echter dat behandelaars verkeerd bezig als ze alleen maar pijn bestrijden. Je kunt mensen ook door de pijn heen leiden.'

     

    Interview met Winkelaar 

     

    Dr. Winkelaar, in uw boek 'Anders dan we denken' beschrijft u mystieke en religieuze ervaringen. Die zijn wat u betreft niet voorbehouden aan de godsdiensten.

    Ja, dergelijke ervaringen worden nogal eens geclaimd door de godsdiensten, maar iedereen kan ervaringen hebben van eenheid, heelheid en alomvattendheid die uitstijgen boven het dagelijkse leven.

     

    Geluk en lijden vormen een belangrijk thema in uw boek. Uiteindelijk komt u tot een beschrijving van geluk dat de pijn omvat.

    Meestal wordt met geluk het tegenovergestelde van pijn en verdriet bedoeld. Dan gaat het over lol, plezier en vermaak. Ik bedoel met geluk een ervaring die uitstijgt boven pijn en verdriet. Vergelijk het met een bergbeklimmer. Hij heeft vreselijke pijnen doorstaan en eindelijk komt hij aan de top. Dan heeft hij een geluksbeleving waar het verdriet en de pijn bij inbegrepen zijn.

     

    Maar moet je mensen met pijn dan niet helpen?

    Ja, maar niet door pijn alsmaar te onderdrukken. Het lijkt me beter om mensen te leren omgaan met de pijn die nou eenmaal bij het leven hoort. Gelukkig gaat het wel een klein beetje die kant op. In sommige klinieken spreekt men niet meer van pijnbestrijding, maar van pijnbehandeling.

     

    Dat geldt misschien als de pijn binnen de normale grenzen valt. Maar hoe zit het als je bijvoorbeeld een angststoornis hebt?

    Ik heb voor mijn boek veel studie gedaan naar de mystici. Dat waren vaak mensen met psychische stoornissen. Omdat er geen behandeling was, moesten ze door hun angsten of psychosen heen. En als je door je dieptepunten heengaat, dan kan er iets gebeuren wat onvoorstelbaar is. Je kunt dan tot dingen komen waar anderen geen kijk meer op hebben. Ik noem bepaalde psychisch gestoorden daarom soms ook wel de mystici van deze tijd.

     

    Vindt u dat medicijnen dit soort bijzondere ervaringen tegenhouden?

    Je moet zo gedoseerd mogelijk omgaan met medicijnen. Als je er een ander persoon door wordt of heel vlak, dan lijkt me dat niet de goede weg. Laat mensen zoveel mogelijk zijn wie ze zijn.

     

    Bent u ook tegen medicijnen als iemand een hersenaandoening heeft?

    Het is natuurlijk prettig dat er medicijnen zijn om zoiets als schizofrenie te behandelen. Maar ik ken ook de verhalen van mystici die geweldige ervaringen hebben door hun psychose. Wie ben ik dan om te bepalen dat zij medicijnen moeten nemen. Mensen moeten zoveel mogelijk zelf hun grenzen kunnen bepalen. Je moet elk geval apart bekijken.

     

    Is daar ruimte voor binnen de huidige GGz?

    Veel ziektebeelden in de huidige GGz worden gestigmatiseerd. Het zijn etiketten waaraan bepaalde therapieën en medicijnen worden vastgeplakt: als je deze verschijnselen hebt, dan moet je die pil nemen. Het eigene en individuele van de mens worden zo veralgemeniseerd.

     

    U ziet als gevaar dat medicijnen de mens vlak maken. Maar door angst en verdriet kan je leven ook vlak blijven.

    Je moet er natuurlijk wel doorheen gaan. Je kunt het vergelijken met wat in de topsport de 'second wine' wordt genoemd. Dat kan gebeuren als je tegen je eigen grenzen aanloopt. Je zit dan kapot, maar als je er doorheen gaat, dan boor je onvermoede energiereserves aan. Dan kom je tot iets wat je niet voor mogelijk hield.

     

    Dat lijkt me ook een risico. Dat de pijn zo groot wordt dat iemand zelfmoord wil plegen.

    In zekere zin gebeurt dat ook als mensen door hun dieptepunt heengaan. Je hoort dat ook in de mystiek: het is alsof je doodgaat. Juist door die dood te omarmen kom je er doorheen. Maar je moet mensen daar natuurlijk heel goed in begeleiden. Vaak kunnen mensen meer aan dan ze denken.

     

     

    Samenvallen met de pijn

     

    Dr. Douwe Tiemersma: beperkt ik-gevoel maakt het lijden groter

     

    Wij stellen wijsgerig antropoloog Dr. Douwe Tiemersma de vraag:

    hoe ga je om met psychische pijn?

    Tiemersma: 'Pijn hoort bij het leven. In de lente openen de bloemen zich. Maar die bloem kent, net als jij, naast bloei ook aftakeling en verdwijnt uiteindelijk weer. Dat moet op de koop toe genomen worden. Als je het over leven hebt, dan hoort daar groei en bloei bij, maar er hoort ook pijn bij.  

     

    Maar is die pijn soms niet onevenredig verdeeld? Als je een angststoornis hebt, dan lijd je onevenredig veel psychische pijn.

    Pijn hoort bij het leven, maar als mensen allerlei vormen van lijden ontwikkelen in verband met pijn, als er angsten bij komen, dan heb je een hele andere situatie.

     

    Vormen van lijden ontwikkelen?

    Dan gebeurt er iets met die pijn. Want wat gebeurt er waardoor lijden ontstaat? Dat gebeurt niet in elk organisme. Dan gaat het om een menselijk organisme dat vanuit een beperkte situatie die pijn ervaart en zegt: 'verschrikkelijk, ik wil dit niet', die zich verzet. Wanneer alles werkelijk losgelaten kan worden, als je bent zoals de bloemen die bloeien, de pijn automatisch inbegrepen, dan blijft het open.

     

    Zegt u nu dat het verzet het probleem is?

    Er is een bepaald persoon die zich verzet tegen de pijn en hoe heviger het verzet, des te groter is de pijn. Dat kan ook een positieve zin hebben. De grote vragen van het leven komen juist naar voren onder heel moeilijke omstandigheden met veel pijn. Dan kan er bewustwording optreden.

     

    Bewustwording waarvan?

    Dat verschilt. Het kan op een oppervlakkig niveau gebeuren. Dan ga je vragen stellen als: 'hoe kan ik die pijn vermijden' en 'waarom is dat zo', maar dan zit je in het denken en dan blijf je denken. Wat mensen doen in de ggz en de psychotherapie is natuurlijk allemaal prachtig; er is een probleem, door een stukje gedrag te veranderen verdwijnt dat probleem en klaar. Maar het is geen echte oplossing voor al die verwante problemen die daarna nog komen. Want het gaat niet tot de kern.

     

    Wat is dan de kern?  

    Dat is inzien dat die zware toestand niet komt door de pijn die er nu eenmaal is. maar door het beperkte 'ik' dat denkt dat het allemaal op zijn schouders terecht komt. Want we maken allerlei tegenstellingen die ons beperken. Wanneer je zegt: 'de pijn is kwaad', dan is er direct de tegenstelling met wat goed is; een staat van vitaliteit zonder pijn. Als je die tegenstelling absoluut maakt, dan accepteer je de pijn niet en dan verlengt de pijn zich in lijden. In de natuur zie je dat niet. De natuur is mooi, maar elkaars prooi zijn hoort er ook bij. Het is eten of gegeten worden. En natuurlijk zal een dier zich op lijfelijk niveau verzetten tegen pijn, dat hoort bij het overleven. Maar de mens verzet zich ook daarbuiten tegen de pijn.

     

    Dus je moet pijn niet te persoonlijk opvatten? 

    Het gaat om een werkelijk loskomen van de centrumgerichte ik-spanning. Je zijnssfeer komt dan open. Er is een openkomen van grenzen waardoor er geen scheiding meer is tussen jezelf en dat wat er gebeurt. Dan aanvaard je dat het gaat zoals het gaat. Het is zoals het is. Natuurlijk kunnen er nog vervelende gevoelens zijn, maar je zit er niet meer zo in vast. Dan neem je de pijn als een onderdeel van het leven, zoals in de natuur. Dat is werkelijk de enige oplossing.

     

    Ik snap het nog niet zo, je maakt je ik beperkt door tegenstellingen groter te maken dan ze zijn en daardoor maak je de pijn erger dan het is, zoiets?

    Al die tegenstellingen 'dit vind ik leuk' en 'dat vind ik niet leuk' bepalen grotendeels je gevoel van wie je bent. Zo neem je een identiteit aan die grotendeels wordt bepaald door het verzet tegen minder mooie dingen. Die beperkte identificatie en het verzet zijn twee dingen die bij elkaar horen. Dan is het óf die beperkte identiteit loslaten óf zeggen: 'ik accepteer alles', dat komt eigenlijk op hetzelfde neer. Wanneer alles geaccepteerd wordt, dan verdwijnt die hele structuur van een ik dat zich verzet tegen pijn.

     

    Als je kind omkomt of je komt in een rolstoel, dan accepteer je dat niet zo makkelijk.

    Natuurlijk is dat verschrikkelijk. Maar toch zul je ook met dat zware lijden in het reine moeten komen. Je hoeft het niet op het gewone menselijke vlak te accepteren, want het blijft verschrikkelijk. Maar op een bepaald niveau kan er een herkenning komen: ik kan er tegenaan blijven schoppen maar het is nou eenmaal zo gegaan.

    Er zijn verhalen van overlevenden van de kampen in Auswitsch die het vol hebben gehouden omdat ze dat hele diepe lijden accepteerden. Het lijkt niet mogelijk voor mensen, maar blijkbaar zijn er dimensies die uitgaan boven wat wij normaal menselijk vinden. Wanneer je die pijn kunt accepteren, blijft er best wel pijn over, maar dat is dan inbegrepen in dat grote geheel. Dan is er geen verzet meer.

     

    In accepteren zit ook iets van fatalisme.

    Een fatalist is iemand die zich eigenlijk wil verzetten, maar dat heeft opgegeven omdat het toch niet lukt. Dan accepteert hij het noodlot, het fatum. Maar als het werkelijk helemaal openkomt, verdwijnt de notie van ik tegenover het gebeuren. Er is dan acceptatie, maar je gaat nog steeds naar de tandarts als je kiespijn hebt.

     

    Hoe doe je dat, accepteren? Is het iets wat je kan leren?

    Het is veel meer een herkenning. Als je bij de tandarts bent en je verzet je tegen de pijn, dan identificeer je je juist met die kies. Terwijl als je zegt: 'laat maar komen, ik duik in die pijn', dan verdwijnt die structuur van verzet en lijden.

     

    Zou je kunnen zeggen dat je het puur op het lichamelijk gewaarworden houdt, zonder het denken dat vergelijkt en tegenstellingen maakt?

    Dan maak je het in ieder geval niet groter door het denken. Maar ook al beperk je het tot een gevoelservaring van die pijn, dan is er nog steeds een iksfeer tegenover de pijnsfeer. Dan blijft die structuur van ik tegenover pijn.

     

    Je zou dat 'ik' eraf moeten halen, dan is er alleen pijn.

    Nog sterker, er moet een sfeer zijn waarin je die pijn van binnenuit zelf bent. Wanneer je werkelijk samenvalt met de pijn, dan kom je in het centrum van die pijn. Is er dan nog pijn? Nee. Als ik naar mijn bril kijk, dan kan ik er van alles van zeggen. Zet ik hem op, dan is er geen bril. Waarom niet. Omdat het object bril samenvalt met mij als subject dat ziet.

     

    als je het zelf bent, dan.

    Dan ben je het zelf van het verschijnsel. Dan is het niet meer een verschijnsel dat van een afstand naar je toekomt en je wilt het niet.

     

    Ik snap het beeld wel van de bril die op je hoofd komt, maar hoe je dat precies doet.

    Je moet het gewoon eens uitproberen als je ergens een klein beetje pijn hebt. Niet als de pijn heel sterk is, want dan is het verzet vaak ook te sterk. Maar die kiespijn. Probeer dat eens te accepteren tot je geen afstand meer ervaart tussen jezelf en die kiespijn.

     

    Is dat je aandacht er naartoe brengen?

    Die aandacht wordt vanzelf wel opgeroepen als je kiespijn hebt, daar hoef je geen moeite voor te doen. Het gaat erom dat je van die pijn niet je vijand maakt. Als je je vijanden liefhebt, dan heb je geen vijanden meer. Omdat je die ander bent.

    Veel mensen zullen zeggen dat je juist afstand moet nemen van pijn. Als je het minder belangrijk maakt, dan heb je er minder last van.

    Zolang er nog een ik-lijd-pijn-ervaring in die afstand wordt geschapen, is de fundamentele problematiek niet weg. Want het lijden ontstaat door die structuur van: 'ik hier en de pijn daar en ik wil die pijn niet.' Je kunt wel afstand nemen, maar laat die afstand dan wel oneindig groot worden. Ga er niet halverwege mee stoppen. Want dan ben je er nog door gefascineerd. Dan houd je er nog een innerlijke relatie mee en je hebt er een oordeel over 'dat wil ik niet.' Als je doorgaat, dan gaat het omklappen en zie je dat alles in de sfeer van jezelf als openheid komt. Dus in wezen is het hetzelfde.

     

    Ik snap het niet zo dat afstand nemen van pijn hetzelfde is als opgaan in pijn.

    Omdat de pijn ook op die manier samenvalt met het grenzeloze zelf-zijn. Als die bril iets is wat je steeds weer ziet, als je je daar helemaal op fixeert, dan word je specialist in brillen of zo, maar dan is die bril het belangrijkste wat er is. Totdat je ziet dat de wereld veel groter is. Dan praat je niet meer over die bril. En bij pijnbestrijding wordt dit ook verteld: 'denk nu eens aan de mooie dingen.' Wanneer dat wordt doorgezet, dan merk je dat de eigen sfeer steeds groter wordt en dan wordt de pijn ook geaccepteerd. Het gaat er om dat je in beide situaties voorbij het begrensde ik komt dat het ene wel accepteert en het andere niet.

     

     

    Bron: NetCliënten


     

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (6 Stemmen)
    Categorie:2.6:Psychische pijn
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Crisiskaart

    Crisiskaart

     

    Spreekt voor mij

    als ik het zelf niet meer zeggen kan

     

    Wat is een crisiskaart?

    Een crisiskaart is een uitvouwbaar kaartje, ter grootte van een bankpas, dat makkelijk mee te nemen is. Het is een klein persoonlijk document waarop kort en duidelijk staat vermeld wat een crisis bij de betrokken cliënt inhoudt, welke hulp daarbij volgens deze nodig en wenselijk is.

    Welke afspraken hierover zijn gemaakt met de behandelaar, crisisdienst, vertrouwenspersoon en andere betrokkenen.

     

    Zo weten familie en vrienden of andere mensen uit de omgeving wat ze moeten doen en kan bijvoorbeeld voorkomen worden dat de crisis door een verkeerde benadering juist verder uit de hand loopt of dat de politie wordt gebeld. Wanneer een (ex-)cliënt van de geestelijke gezondheidszorg een acute crisis krijgt, is vaak onduidelijk wat er moet gebeuren. Om dat te voorkomen is de crisiskaart bedacht. Daarin staat duidelijk hoe met de persoon in kwestie om te gaan en wat wel en niet te doen.  Als je zelf niet (meer) goed in staat bent om aan te geven wat er aan de hand is, kunnen hulpverleners en anderen lezen hoe ze moeten handelen om zoveel mogelijk leed te voorkomen.

     

     

    Wat heeft u er aan?

    • De crisiskaart biedt alle betrokkenen houvast in een crisissituatie
    • Het dragen van een crisiskaart werkt geruststellend en biedt veiligheid.
    • Het maken van een crisiskaart biedt inzicht in eigen crisis, waardoor de kans op een crisis vermindert.
    • Familie en vrienden kunnen beter met de psychische crisis omgaan en zo nodig goede hulp bieden of vragen.
    • Er is duidelijkheid voor de hulpverlener en alle betrokkenen.
    • Het is mogelijk om sneller goede hulp te krijgen.
    • Door het opstellen van een crisiskaart met een crisisplan kan dwang voorkomen worden.

     

    Waarom een crisiskaart?

    Veel mensen hebben de ervaring dat het tijdens een psychische crisis moeilijk is om snel goede hulp te krijgen. Enerzijds is onduidelijk wat voor mogelijkheden er zijn en is er een gebrek aan crisisopvang, zeker buiten kantooruren. Anderzijds is het voor veel cliënten onmogelijk om tíjdens een crisis goede hulp te organiseren. De kern van de crisiskaart is dat er een plan opgesteld wordt op het moment dat u helder voor ogen heeft wat wel en niet wenselijk is in geval van een crisis. Op die manier weet u waar u op kunt rekenen tijdens een eventuele volgende crisis. De crisiskaart is een instrument waarmee hulpverleners en cliënt samen met de omgeving de juiste maatregelen kunnen nemen om de persoon in crisis adequaat te helpen. Het is niet goed als hulpverleners moeten gissen naar de beste aanpak. Ze moeten kunnen profiteren van (eerdere) ervaringen van de cliënt en van het overleg waarmee een crisiskaart tot stand komt.

     

    Welke informatie staat er op een crisiskaart?

    De cliënt beslist zelf welke informatie er op de crisiskaart komt.

    Meestal staat kort de noodzakelijke en duidelijke informatie vermeld:

     

    • Persoonlijke gegevens

    • Gegevens van vertrouwenspersonen (vrienden, familie en kennissen)

    • Gegevens van hulpverleners (behandelaar, huisarts, bewindvoerder e.a.)

    • Omschrijving van een crisissituatie

    • Welke medicatie u gebruikt

    • Afspraken met hulpverleners en anderen

    • Wensen omtrent bejegening en crisisopvang

    • Praktische informatie, zoals wie toegang heeft tot uw woning of wie uw huisdier verzorgt etc.

     

     

    Hoe gaat het maken van een crisiskaart?

    Voor het laten maken van een crisiskaart kun je een afspraak maken met de crisiskaartconsulent van een cliëntenbelangenorganisatie. Dit is meestal een ervaringsdeskundige.

    Je krijgt dan een vragenlijst toegestuurd met het verzoek deze in te vullen. Vind je het moeilijk om deze in te vullen, dan kun je daarbij hulp krijgen van de consulent. 

    In twee of meer gesprekken neemt u alle relevante gegevens samen door. Vervolgens worden officiële instanties en uw eigen netwerk op de hoogte gebracht en worden er afspraken gemaakt, met bijvoorbeeld uw partner, hulpverleners, uw huisarts, etc. Deze afspraken worden vastgelegd in het crisisplan.

    Als betrokkenen akkoord gaan met het plan ondertekenen ze het. Vervolgens wordt het plan kort samengevat en in uw eigen woorden op de crisiskaart gezet. Als u dat wilt krijgen de betrokkenen een kopie van uw crisispreventie-actieplan en uw crisiskaart. Het is belangrijk dat het plan en de kaart regelmatig worden geëvalueerd en bijgesteld.

     

    Overzicht Crisiskaartconsulenten per provincie

     

    Wat staat er in het crisisplan? 

    In het crisisplan staat gedetailleerde informatie over uw crisis, uw wensen en de afspraken die gemaakt zijn betreffende de opvang door uzelf, hulpverleners, vrienden en/of familie.

    U bepaalt zelf welke informatie er op de kaart en het plan komt te staan.  Het beste is dat u aan het crisisplan werkt op een moment dat u helder voor ogen heeft wat er wel en niet wenselijk is in geval van een crisis. Van het crisisplan wordt een beknopte samenvatting gemaakt op de crisiskaart. Alle afspraken staan zowel op de crisiskaart als in het crisisplan dat bij de crisisdiensten bewaard wordt.

    Deze afspraken worden in overleg met betrokken personen en hulpverleners gemaakt. Betrokkenen geven door middel van hun handtekening in het plan aan, de gemaakte afspraken naar beste kunnen, te zullen na komen.

     

    Voor wie is de crisiskaart?

    De crisiskaart is bedoeld voor mensen die, als ze in psychische crisis zijn, te zeer van streek zijn om duidelijke informatie te geven en goede opvang te regelen. Bijvoorbeeld omdat sprake is van een paniekaanval, psychose, manie of dissociatie. Door een crisiskaart te maken krijgen ook anderen een duidelijke plek in de aanpak van een crisissituatie. De kaart is daardoor niet alleen waardevol voor mensen die te maken hebben (gehad) met psychische crisis, maar zeker ook voor de omgeving. Familie, vrienden en (onbekende) hulpverleners hoeven dan niet te gissen naar de beste aanpak.

     

    Juridische status crisisplan

    Het crisisplan maakt deel uit van de behandelovereenkomst zoals beschreven in de Wet op de Geneeskundige Behandelovereenkomst (WGBO) en geldt als behandelplan tijdens een crisis.

    Het is klachtwaardig wanneer een behandelaar het crisisplan zonder gegronde motivatie naast zich neerlegt. In dat geval kan de crisiskaarthouder contact opnemen met de consulent crisiskaart.

     

    Het crisisplan is tevens een wilsverklaring

    Met negatieve wilsverklaringen worden dingen bedoeld die iemand niet wil (zoals weigering bepaalde medicatie te gebruiken of weigering in een bepaalde instelling opgenomen te worden).

    Negatieve wilsverklaringen moeten door hulpverleners altijd gerespecteerd worden, zolang het een vrijwillige behandeling of opname betreft. Alleen als er sprake is van een gedwongen opname volgens de wet Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ), kan de hulpverlener er voor kiezen de negatieve wilsverklaringen te negeren – als wordt voldaan aan de voorwaarden die in de wet BOPZ genoemd worden.

    Met positieve wilsverklaringen worden dingen bedoeld die iemand wél wil (zoals voorkeur voor bepaalde medicatie of voorkeur voor opname in een bepaalde instelling).

    Positieve wilsverklaringen leggen hulpverleners naast hun eigen professionele standaard.

     

    Er zijn geen kosten aan verbonden

    De crisiskaart consulent werkt vanuit een cliëntenbelangenbureau en is onafhankelijk van instellingen.

    Hij/zij informeert en geeft voorlichting over de crisiskaart aan cliënten, familie, hulpverleners en andere geïnteresseerden. 

     

    Verschillende instanties zoals huisartsen, politie, ambulancedienst, ziekenhuizen enzovoorts worden op de hoogte gebracht van het bestaan van de crisiskaart.

    Weten dus dat cliënten in verwarring en / of crisis zo'n kaart bij zich kunnen hebben.

     

    In steeds meer regio’s in Nederland wordt de crisiskaart met succes ingevoerd. Veel mensen die wel eens in een psychische crisis raken hebben hier baat bij en ook hulpverleners zien het voordeel van de crisiskaart.

    De huisarts kan het crisisplan vervolgens opnemen in het medisch dossier van de cliënt. Hierdoor kan het crisisplan 24 uur per dag geraadpleegd worden als iemand een crisiskaart heeft.



     

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:2.4:Crisiskaart
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Links
    Lotgenoten

     

    Lotgenotencontact

     

    ADHD Cafe's

    Ememo dissociatie

    EMO-C Borderlinecafé

    OCD Vriendenkring

    PTSS voor & door lotgenoten

     

     

    Stichting Lotgenotencontact

    Stichting Psy-Café Breda

    Kwartiermakersfestival Breda

    Zelfhulpgroepen Fobieën Limburg

    Lotgenotenforum

     

    adhdXtra-Impuls

    Algemeen psyche

    Automutilatie

    AutSider

    Bipolaire stoornis

    Borderlinechat

    Borderline-hulpgroep

     

    Depressieve stoornis

    in Depressie

    Eetstoornissen

    Haven of Refuge

    Kids met CD/ODD

    Kids met een stoornis

    KrassenMijn kind heeft ODD

     

    Psychiatrie

    Psychotische stoornis

    Samen staan we sterk

    Stealing The Pain

    Take My Hand

    Vallen en Opstaan

    Verlies


    Telefonische hulp  

     


    Suïcidepreventie

     

    113online  Tip!

    Chathulp.nu

    Hulpverlening.nu 

    Befrienders

    Stichting Ex6

    Stop suïcide

    Geen zelfmoord

    Ivonne van de Ven Stichting

     


    Hulpverleners

     

    Overzicht

    Psychiater

    Psycholoog NIP

    Eerstelijnspsycholoog

    Klinisch psycholoog

    Gezondheidszorgpsycholoog

    Kinder en Jeugdpsycholoog

    Psychotherapeut

    Systeemtherapeut

    Vaktherapeut

    Beeldend therapeut

    Danstherapeut

    Dramatherapeut

    Muziektherapeut

    Psychomotorisch therapeut

    Maatschappelijk werker

    Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundi


    Zoek Hulpverlener 

     

    Alle coaching

    Alle Kindertherapeuten

    Alle Psychologen

    Beeldend therapeut

    Eerstelijnspsycholoog

    Gezondheidszorgpsycholoog

    GGZ Instelling

    Kies Beter GGZ

    Psychologennet

    Psycholoogdirect

    Therapeutdirect

    Vaktherapeut

    Zoek zorgverlener

    Zorgkaart Nederland


    Beroepsverenigingen

     

    BMJ     

    CVPPP

     

    FVB

    LEVV

    LVE

    LVMP

    NAAP

    NBGT

    NBVH

    NFZP

    NIP

    NOW

    NPG

    NU'91

    NVCT

    NVGP

    NVMW

    NVN

    NVO

    : Medewerkers Bureau Jeugdzorg 

    : Christelijke Psychiaters, Psychologen Psychotherapeuten 

    : Vaktherapeutische Beroepen

    : Verpleging en Verzorging

    : Eerstelijnspsychologen

    : Medisch Psychologen

    : Analytische Psychologie

    : Gestalttherapeuten

    : Hypnotherapeuten

    : Ziekenhuispsychiatrie

    : Psychologen

    : Oplossingsgericht Werkenden

    : Psychoanalytisch Genootschap

    : Verpleging en Verzorging

    : Creatieve Therapie

    : Groeps Psychotherapie

    : Maatschappelijk Werkers

    : Neuropsychologie

    : Pedagogen en Onderwijskund.

    NVP

    NVPA

    NVPMT

    NVPP

    NVRG

    NVSPV

    NVvP

    NVVP

    NVVS

    NVVS

    SPO

    V&VN

    VCGP

    VGCt

    VGVZ

    VKDP

    VKP

    VPO

    VVGN

    VVMW

    : Psychotherapie

    : Psychoanalyse

    : Psychomotorische Therapie

    : Psychoanalytische Psychoth

    : Relatie Gezinstherapie

    : Sociaal Psychiatrisch Verpleegk.

    : Psychiaters

    : Vrijgevestigd Psychotherapeuten

    : Seksuologie

    : Speltherapeuten

    : Psychologen ouderenzorg

    : Sociaal Psychiatrisch Verpleegkund.

    : Cliëntgerichte Psychotherapie

    : Gedrags-Cognitieve Therapie

    : Geestelijk Verzorgers

    : Kort Dynamische Psychotherapie

    : Klinische Psychotherapie

    : Psychologie en Ouderen

    : Verslavings Geneeskunde

    :Maatschappelijk werkers vrijgev.


    Beroepscodes

     

    Beroepshouding in de zorg

    Psychiater

    Psycholoog

    Psychotherapeut

    Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundigen

    Verpleegkundigen en Verzorgenden


     

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:4.0:Links
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nieuws

    Nieuws
     

     

    Over vijf jaar voor elke stoornis specialistische behandeling

    Verplichte melding suïcide afgeschaft

     

    Verplichte suïcidemelding roept schuldgevoel op

    CIZ voert harde bezuiniging uit

    Inspectie treedt op tegen onterecht gebruik titel psychotherapeut

    Politiek raakt in de war door jeugd-ggz

    Familie doet meer dan hulpverlening

    NOVA: officiële separatiecijfers worden geflatteerd

    Klachtencommissie niet onafhankelijk

    Nieuwe website VWS: Dwang in de zorg bij psychische problemen

    Geen zorgplan maar leefplan   Leefplan

    DSM-5: De toekomst van de psychiatrische diagnostiek

    Terugdringen separaties? Gebrek aan lef en leiderschap bij bestuurders

    Ggz morrelt aan meldplicht incidenten

    Wmo biedt te weinig steun aan ggz-cliënt

    Zorgboek Schizofrenie, psychose en de naast betrokkenen

    Psychotherapie bij depressie overschat 
         (oorzaak: inzetten van incompetente verpleegkundigen?)

    Vermijd al te stellige diagnoses

    Richtlijn moet terugval anorexia voorkomen

    Inforsa opent kliniek voor psychiatrische cliënten die vastlopen in de reguliere GGZ

    Duizenden Triadekaarten verspreid onder familieleden

    Controle inzage EPD niet haalbaar

    Cliënten in psychiatrie en verslavingszorg dreigen pgb kwijt te raken

    Internetcursus tegen zelfmoorddrang

    Minister Klink laat anorexia-patiënt nog altijd in de steek

    Strafbare feiten ggz-instellingen melden

    Kamer wil separeren sneller terugdringen

    KRO De Wandeling: Opgesloten in een isoleercel

    Zorgzwaartepakket mogelijkheden geestelijke gezondheidszorg 2010

    Verzekeraar UVIT biedt PGB eerstelijnszorg aan

    Voorschrijven antipsychotica vaak slordig

    Grote verschillen tussen ggz crisisdiensten

    Manifest stimuleert aanstelling straatadvocaat

    Door bezuinigingen wordt er weer sneller geïsoleerd

    Innovatie in de ggz moet veel sneller

    Moet de nieuwe dwangwet van tafel?

    Kloof tussen wetenschap en ggz-praktijk

    Dagelijks leven en functioneren van 800 RIBW-cliënten onderzocht

    Intensive care voor psychiatrie nodig

    Ggz-instelling zet patiënten in als uitzendkracht

    Ypsilon publiceert rapport Familiester 2009

    UVIT geeft inzicht in kwaliteit GGZ-instellingen

    Inspectie gaat bestuurders afrekenen op zorgkwaliteit

    Samenvatting Rapport Familiebeleid in de GGZ: van moeilijkheden naar mogelijkheden

    Farmabedrijven beïnvloeden behandelrichtlijnen

    Cliënten dupe van herindicatie CIZ

    Belastingtoko vordert belastinggeld terug voor cliënten

    Onderhandelen over behandelplan maakt patiënt weerbaar

    Te weinig aandacht voor verslaafde schizofrenie-patiënt

     

    Nieuws Ervaringsdeskundigen

     

     

    ‘Zelfbeschadiging moet je nooit negeren’

     

    Ervaringsdeskundige vertelt over zelfbeschadiging

     

    Ervaringskennis als bron voor onderzoek

    'Als ervaringsdeskundige ken je de pijn van de straat'

    Nova: Nieuwe trend in de psychiatrie: Ervaringsdeskundigen

    De meeste ervaringsdeskundigen werken voor nop

    Project Prestaties getoond en beloond

    Ervaringsdeskundige nog 'vreemde eend' in GGZ

    Bemiddelingsbureau voor ervaringsdeskundigen

    Nieuwe opleiding ervaringsdeskundige van start

    Initiatieven vanuit cliënten- en familieperspectief: eiggenwijzer



     

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:3.9:Nieuws
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Persoonsgebonden Budget

    PGB - Persoonsgebonden Budget

     

     

     

     

    Wat is een Persoonsgebonden Budget (PGB)?

     

    Het Persoonsgebonden Budget (PGB) is een geldbedrag dat u krijgt toegekend om zelf de zorg in te kopen die u nodig heeft. U kunt een PGB krijgen via de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), en via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). 

     

    Indicatiestelling

    Wie in aanmerking wil komen voor een PGB via de AWBZ , neemt eerst contact op met het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Het CIZ stelt vast welke zorg en hoeveel zorg u nodig heeft.

    Deze vaststelling heet indicatiestelling. 

     

    Wet maatschappelijke ondersteuning

    Op 1 januari 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) ingegaan. Hiermee zijn gemeenten verantwoordelijk geworden voor maatschappelijke ondersteuning.

    Als u individuele voorzieningen gebruikt die onder de Wmo vallen (zoals huishoudelijke verzorging, een rolstoel of een scootmobiel), dan kunt u ook hiervoor een PGB aanvragen bij uw gemeente.

     

    Rechten en plichten

    Krijgt u een PGB toegewezen, dan kunt u zelf bepalen wie uw zorgverlener wordt en op welke momenten u de zorg ontvangt. U moet een overeenkomst afsluiten met de zorgverlener van uw keuze. Ook moet u verantwoording afleggen over uw uitgaven, en een administratie bijhouden. 

     

    Zorg in natura

    In tegenstelling tot de zorg die u zelf regelt met een PGB bestaat er ook 'zorg in natura'.

    Heeft u zorg nodig door bijvoorbeeld langdurige ziekte, handicap of ouderdom, dan krijgt u die zorg op grond van de AWBZ. U ontvangt deze zorg in natura, bijvoorbeeld verpleging of verzorging, bij u thuis verleend door medewerkers van een zorginstelling. De zorgaanbieder levert de zorg en regelt de administratie daaromheen. U krijgt de zorg zonder kosten geleverd, maar u betaalt wel een eigen bijdrage voor zorg in natura.

     

    Combinatie van PGB en natura

    Er is ook een mengvorm mogelijk, als u meerdere soorten zorg nodig heeft. U kiest dan bijvoorbeeld voor verpleging in natura en koopt huishoudelijke verzorging in via uw PGB. Combineren van zorg in natura en als PGB is aan strikte voorwaarden gebonden. Het hangt sterk af van wie u de zorg krijgt, en waarvoor. Meer informatie vindt u bij het College voor Zorgverzekeringen (CVZ), en bij de organisatie die u de zorg levert.

     

    Vergelijk Persoonsgebonden budget en zorg in natura

     

    PGB

    Ø       Zelf bepalen door wie, wanneer, waar en hoe de benodigde zorg wordt verleend

    Ø       Zelf personeel werven

    Ø       Afspraken maken

    Ø       Zelf zorgverlener uitbetalen

    Ø       Administratie bijhouden

    Ø       Verantwoording afleggen

     

    Zorg in natura

    Ø       Zorgverlening kan op wissende tijdstippen plaatsvinden

    Ø       Kans op wisselende zorgverleners

    Ø       Vrijwel geen administratie

     

    Keuzevrijheid en flexibiliteit

    U bent niet verplicht om een PGB te nemen als u zorg nodig heeft. U kunt dus ook kiezen voor zorg in natura. U hoeft het PGB niet altijd volledig te besteden aan de zorg waarvoor u geïndiceerd bent. Dat hangt af van de soort zorg, en het aantal uren of dagdelen dat u er recht op heeft.

     

    Meer informatie

    Het servicecentrum van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) biedt hulp en advies bij het omgaan met een PGB. Het servicecentrum geeft ook diverse brochures en formulieren uit. De vereniging voor budgethouders, Per Saldo, heeft veel informatie over het aanvragen en omgaan met het Persoonsgebonden Budget, hoe u aan hulp komt, en hoe het zit met de belastingen.

     

    Voor welke zorg en voorzieningen kan ik een Persoonsgebonden Budget (PGB) krijgen?

    U kunt een Persoonsgebonden Budget (PGB) krijgen voor:

    Ø       persoonlijke verzorging en begeleiding (dit is vanuit de AWBZ);

    Ø       hulp in de huishouding, hulpmiddelen en woonvoorzieningen (vanuit de Wmo).

    Ø       Een PGB voor hulp bij herstel van een psychiatrische aandoening is vanaf 1 januari 2008 gebaseerd op de Zorgverzekeringswet.

     

    AWBZ

    Heeft u hulp of begeleiding nodig, bijvoorbeeld omdat u langdurig ziek bent, een handicap heeft of oud bent, dan kunt u een PGB vanuit de AWBZ aanvragen voor:

    Ø       persoonlijke verzorging: hulp bij alledaagse handelingen zoals opstaan, douchen, aankleden, eten en drinken en naar het toilet gaan; verpleging: hulp bij het gebruik van medicijnen, wondverzorging of beademing, het geven van injecties, het zelf leren injecteren;

    Ø       ondersteunende begeleiding: ondersteuning om de dag te structureren en de regie te voeren over uw eigen leven, om activiteiten ondernemen thuis en buiten de deur, zoals dagopvang. Sinds 1 januari 2008 kan dit niet meer als u alleen een lichamelijke handicap heeft;

    Ø       activerende begeleiding: leren omgaan met uw handicap of problemen, beter persoonlijk functioneren en veranderingen realiseren, bijvoorbeeld zelfstandig gaan wonen of werken;

    Ø       kortdurend verblijf buitenshuis: weekendopvang, vakantieopvang of logeeropvang, maximaal twee dagen per week.

     

    Geen PGB als u in een instelling verblijft

    Voor behandeling en langdurig verblijf in een AWBZ-instelling, bijvoorbeeld een verzorgingshuis of verpleeghuis, krijgt u geen PGB. U krijgt dan van de instelling alle zorg die u nodig heeft.

    Deze vormen van zorg krijgt u altijd in natura.

     

    Wmo

    U kunt een PGB Wmo aanvragen voor hulp in de huishouding, een gehandicaptenparkeerkaart, een voorziening of aanpassing in en rond uw huis, een rolstoel of een scootmobiel. Het moet gaan om een voorziening die voor u persoonlijk bestemd is en die u voor langere tijd nodig heeft.

    De gemeente bepaalt of u het beste geholpen bent met een individuele voorziening.

    Op 1 januari 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning ingegaan. Huishoudelijke hulp valt sinds 1 januari 2007 niet meer onder de AWBZ maar onder de Wmo.

     

    PGB vanuit de zorgverzekering

    Als u herstelt van een psychiatrische aandoening, kunt u in sommige gevallen een PGB voor geneeskundige geestelijke gezondheidszorg (GGZ) krijgen. Vanaf 1 januari 2008 kunt u dit PGB aanvragen bij uw zorgverzekeraar, op grond van de Zorgverzekeringswet.

     

    Overgangsjaar PGB GGZ

    Had u in 2007 een PGB voor GGZ, omdat u herstelt van een psychiatrische aandoening?

    Uw PGB loopt dan door tot het einde van de termijn gesteld op de indicatie, maar uiterlijk tot 1 januari 2009. Heeft u daarna opnieuw recht op een PGB, dan valt dit onder de Zorgverzekeringswet.

     

    Meer informatie

    Meer informatie over de Wmo vindt in het dossier Wmo op de website van het ministerie van VWS of neem contact op met uw gemeente.

     

    Hoe krijg ik een Persoonsgebonden Budget (PGB)?

    Om te bepalen of u in aanmerking komt voor een Persoonsgebonden Budget (PGB), moet eerst worden vastgesteld welke zorg en hoeveel zorg u nodig heeft. U kunt een PGB krijgen voor bepaalde zorg uit de AWBZ, en voor individuele voorzieningen uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

     

    PGB voor AWBZ-voorzieningen

    Voor voorzieningen uit de AWBZ stelt het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) vast welke zorg u nodig heeft. Meer hierover leest u onder de interne link ‘Hoe kan ik zorg uit de AWBZ aanvragen?' Als door het CIZ is bepaald welke zorg u nodig heeft, en u heeft voor het PGB-AWBZ gekozen, dan stelt het zorgkantoor uw budget officieel vast, en betaalt het uit.

     

    Toekenningsbeschikking

    Het zorgkantoor stuurt u de beslissing waarin staat dat u een PGB-AWBZ krijgt.

    Deze beslissing wordt toekenningsbeschikking genoemd; hierin staat uit welk bedrag uw PGB bestaat, voor welke periode uw budget geldt en wanneer u het geld krijgt uitbetaald. U bent dan budgethouder.

     

    PGB voor Wmo-voorzieningen

    Een PGB van de Wmo vraagt u aan bij het Wmo-loket van uw gemeente. De naam van het Wmo-loket kan per gemeente verschillen. Soms heet het Wmo-loket, Loket Wegwijs of Zorgloket.

    De gemeente beoordeelt of u recht heeft op de zorg waarvoor u een PGB Wmo wilt. De gemeente kan hier zelf regels voor opstellen, binnen het kader van de Wmo.

     

    Uitbetaling

    Heeft u een PGB van de AWBZ, dan krijgt u het geld van het zorgkantoor. Is het een PGB van de Wmo, dan betaalt de gemeente. Meestal krijgt u het jaarbedrag in gedeelten uitbetaald, per kwartaal, per half jaar of per jaar. Dit is het 'bevoorschottingsritme'.

     

    Meer informatie

    Budgethouders kunnen lid worden van Per Saldo, de belangenvereniging voor budgethouders.

    Per Saldo geeft haar leden ondersteuning, informatie en advies.

    Mensen met een (lichamelijke of verstandelijke) beperking kunnen zich met vragen over hun PGB wenden tot wenden tot de MEE-organisaties.

    Hoe ga ik om met mijn Persoonsgebonden Budget (PGB) van de AWBZ?

    Het beheer van een Persoonsgebonden budget (PGB) voor zorg uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) vereist een zorgvuldige administratie.

     

    Wmo en AWBZ

    U kunt een PGB gebaseerd op twee wetten, de AWBZ en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), aanvragen. Voor het PGB van de Wmo gelden andere regels dan voor het PGB van de AWBZ. De regels voor het PGB voor de Wmo worden vastgesteld door uw gemeente. Voor meer informatie over deze regels kunt u dus ook het beste contact opnemen met uw gemeente.

    De uitleg hieronder is van toepassing op het PGB van de AWBZ.

     

    Zorgovereenkomst

    Als uw PGB van de AWBZ is vastgesteld, kunt u op uw eigen voorwaarden een zorgovereenkomst sluiten met een zorgverlener die u zelf uitkiest. De zorgverlener kan iemand uit uw familie of een kennis zijn, maar ook iemand die u nu al regelmatig zorg verleent. U kunt ook zorg inkopen bij een zorginstelling of een particulier bureau. De voorwaarde is wel dat u zorg inkoopt bij iemand die kwaliteit kan leveren.

     

    Modelovereenkomsten

    Bij uw PGB krijgt u model-zorgovereenkomsten. In zo'n zorgovereenkomst vermeldt u welke soort zorg u afspreekt en de prijs die u daarvoor betaalt. U én de zorgverlener ondertekenen de overeenkomst. De zorgverlener kan een persoon of een instelling zijn. Extra modelovereenkomsten kunt u opvragen bij het SVB Servicecentrum PGB.

     

    Arbeidsrecht, loonbelasting en sociale premies

    Sluit u een overeenkomst met een persoon, dan bent u daardoor werkgever. U krijgt dan te maken met het arbeidsrecht. Als uw zorgverlener (dus werknemer) op meer dan twee dagen voor u werkt, krijgt u ook te maken met de inhouding en afdracht van loonbelasting en sociale premies.

    Als u verantwoordelijk bent voor inhouding en afdracht van loonbelasting en sociale premies, kunt u de salarisadministratie laten verzorgen door het SVB Servicecentrum PGB.

     

    Verantwoording afleggen

    Over de besteding van een PGB lager dan 2.500 euro hoeft u in 2007 geen verantwoording af te leggen. Dit bedrag heet het verantwoordingsvrije bedrag. Budgethouders met een PGB tot 5.000 euro per jaar verantwoorden eenmaal per jaar hun uitgaven aan het zorgkantoor.

     

    Verantwoordingsformulier

    Budgethouders met een PGB boven 5.000 euro per jaar moeten twee keer per jaar hun uitgaven verantwoorden. U krijgt daarvoor een verantwoordingsformulier van het zorgkantoor.

    Het zorgkantoor controleert of u het formulier goed heeft ingevuld. Het zorgkantoor kan ook declaraties en zorgovereenkomsten bij u opvragen.

     

    Terugbetalen

    Het gedeelte van het PGB dat u niet aan zorg uitgeeft, moet u terugbetalen aan het zorgkantoor. Ook als u een doorlopend PGB heeft, moet u het overblijvende deel terugbetalen. Dat geldt vanaf

    1 januari 2008 ook voor de tien procent van het netto toegekende budget die u mocht meenemen naar een volgend jaar.

     

    2008: groter bedrag

    Vanaf 1 januari 2008 gaat het verantwoordingsvrije bedrag omlaag van 2.500 euro naar 1.250 euro. Over 1,5 procent van uw PGB hoeft u dan geen verantwoording af te leggen, met een minimum van 250 euro en een maximaal vrij te besteden bedrag van 1.250 euro.

    U moet dus vanaf 1 januari over een groter deel van uw PGB verantwoorden hoe u het heeft besteed.

     

    Meer informatie

    Voor meer informatie over verantwoording van het PGB voor de AWBZ kunt u terecht op de website pgb.cvz.nl van het College voor zorgverzekeringen (CVZ).

    Hoe ga ik om met mijn PGB van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)?

    U kunt een Persoonsgebonden Budget (PGB) aanvragen gebaseerd op twee wetten, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

    Voor het PGB van de Wmo gelden andere regels dan voor het PGB van de AWBZ. De uitleg hieronder is van toepassing op het PGB van de Wmo.

     

    Hoofdregel

    Kiest u voor een Persoonsgebonden Budget, dan krijgt u geld waarmee u zelf uw hulp en voorzieningen kunt regelen. U kunt dan zelf bepalen wie u inhuurt als hulp, of welk hulpmiddel u inkoopt. Maar u bent ook zelf verantwoordelijk voor alles rond de inkoop of inhuur.

     

    Afspraken vastleggen

    U kunt zelf met uw hulpverlener afspreken wat u wilt betalen voor de zorg, hulp en begeleiding die u krijgt. Leg deze afspraken altijd schriftelijk vast, en volg de wettelijke regels als u iemand inhuurt.

    U bent bijvoorbeeld verplicht om aan werknemers ten minste het minimumloon te betalen.

     

    Verantwoording

    De gemeente bepaalt zelf hoe u de besteding van het PGB van de Wmo verantwoordt.

    Sommige gemeenten zullen helemaal geen verantwoording van u vragen. Andere gemeenten zullen een deel van het budget vrijlaten en alleen over het meerdere verantwoording van u vragen.

    Weer andere gemeenten zullen van u vragen om uw uitgaven uit het Persoonsgebonden Budget voor hulp en voorzieningen volledig te verantwoorden.

     

    Hulp en informatie

    De vereniging van budgethouders Per Saldo kan u helpen bij het opstellen van de juiste overeenkomsten met de hulp die u wilt inhuren. U vindt er ook meer informatie over het inhuren van hulp.

    Als uw gemeente een contract heeft gesloten met het Servicecentrum PGB van de Sociale Verzekeringsbank, kunt u ook deze instantie vragen om hulp bij de administratie van uw PGB Wmo. 

    Wie biedt mij hulp bij het beheren van mijn Persoonsgebonden Budget (PGB)?

    Er zijn verschillende mogelijkheden om hulp te krijgen bij het beheer van een Persoonsgebonden Budget (PGB) voor AWBZ-zorg.

     

    SVB Servicecentrum PGB

    U krijgt gratis ondersteuning van het SVB Servicecentrum PGB. Het Servicecentrum PGB kan bijvoorbeeld de salarisadministratie van uw zorgverlener voor u verzorgen.

    Daarnaast voert het centrum voor alle persoonsgebonden budgethouders de volgende taken uit:

    wettelijk verplichte loondoorbetaling als uw werknemer ziek is. U kunt uw PGB dan gebruiken om een vervangende zorgverlener te betalen;

    telefonische beantwoording van vragen op het terrein van het arbeidsrecht;

    het versturen van model-zorg overeenkomsten.

    Het SVB Servicecentrum PGB geeft ook een eigen brochure uit over de werkzaamheden.

     

    Overige ondersteuning

    U kunt ook lid worden van Per Saldo, de belangenvereniging voor budgethouders. Per Saldo geeft haar leden ondersteuning, informatie en advies.

    Verstandelijk gehandicapten (of hun ouders) kunnen met vragen over het PGB terecht bij het budgethoudersnetwerk Naar Keuze.

    Alle mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking, chronisch zieken en autisten kunnen met vragen over het PGB terecht bij de MEE organisaties in Nederland..

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:3.8:PGB
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zorgverzekering

    Zorgverzekering

     

     

    *****************************************************************

    De behandeling van aanpassingsstoornissen

    (burnout, psychische stress bij belangrijke gebeurtenissen)

    wordt in 2012 niet meer vergoed vanuit het basispakket.

    U betaalt deze behandelingen zelf.

     

    Instellingen zoeken naar oplossingen:

     

    U kunt de behandelaar vragen deze diagnose in te delen (DBC) als depressie licht of remissie  dan wordt uw behandeling wel vergoed!

     

    Deze diagnose DBC "aanpassingsstoornis" kan ook tot eind januari, febr. 2012 omgezet worden worden naar de DBC depressie licht of remissie.

     

    Huisartsen en psychiaters kunnen op uw verzoek een code toevoegen op een recept voor kalmerings- slaapmiddelen, dan betaalt u geen eigen bijdrage.

    *****************************************************************

    Wie betaalt de behandeling van mijn psychische problemen?

    Een aantal behandelingen van psychische problemen door een psycholoog, psychiater of psychotherapeut wordt betaald uit het basispakket van de zorgverzekering. Het gaat dan om behandelingen als een wekelijks gesprek, dagbehandeling en medicijnen. Voor deze eerstelijnszorg betaalt u een eigen bijdrage. De behandeling van complexere psychologische zorg (tweedelijns) en opname in een ggz-instelling worden betaald uit de zorgverzekering of vanuit de AWBZ. Ook hiervoor betaalt u een eigen bijdrage. 


     

    Vergoeding eerstelijnspsycholoog

    Voor de eerstelijnsbehandeling van psychische problemen door een psychiater of psycholoog geldt in 2011:

    • De eerste 8 behandelingen worden vergoed vanuit het basispakket van de zorgverzekering.
    • U betaalt een eigen bijdrage van € 10 per consult.

     

    In 2012 veranderen de regels als volgt:

    • De eerste 5 behandelingen worden vergoed vanuit het basispakket van de zorgverzekering.
    • U betaalt een eigen bijdrage van € 20 per consult.
    • De behandeling van aanpassingsstoornissen (burnout, psychische stress bij belangrijke gebeurtenissen) wordt niet meer vergoed vanuit het basispakket. U betaalt deze behandelingen zelf. Het kan zijn dat uw zorgverzekeraar voor deze zorg een aanvullende verzekering heeft. Informeer hiernaar bij uw verzekeraar.
    • Voor een internetbehandelingstraject (E-health) geldt een eigen bijdrage van € 50. 

     


    Vergoeding tweedelijns geneeskundige ggz

    Voor de vergoeding van de tweedelijnsbehandeling van meer complexere psychische problemen zoals ADHD, depressie of een angststoornis geldt:

    • U krijgt deze behandelingen vergoed vanuit het basispakket, als u bent doorverwezen door de eerstelijn.
    • Voor sommige behandelingen betaalt u mogelijk een eigen bijdrage.
    • Informeer bij uw zorgverzekeraar welke behandelingen worden vergoed en onder welke voorwaarden.

     

    Bron: speciale pagina van de overheid

     

     

    Vergoeding tweedelijns geneeskundige ggz

     

    Wat betekent de eigen bijdrage in de ggz voor u?

     

    Met ingang van 2012 veranderen er belangrijke zaken in de ggz waarbij een eigen bijdrage gevraagd wordt van patiënten. Deze eigen bijdrage gaat gelden voor mensen van 18 jaar en ouder. Let op! Deze eigen bijdrage komt dus bovenop de al bestaande afdracht van het eigen risico, dat de zorgverzekeraar al bij u int.


     

    Bent u ambulant (poliklinisch) in behandeling?

    Dan krijgt u van uw zorgverzekeraar een rekening voor een eigen bijdrage van € 200,- (per jaar).

    • Alleen wanneer uw ambulante behandeling niet langer duurt dan 100 minuten (per jaar), is de eigen bijdrage lager:  € 100,-  (per jaar). Houd u er daarbij rekening mee, dat de tijd van de behandelaar daaromheen (voorbereiding, vastlegging, administratieve afhandeling) meetelt: die 100 minutengrens is dus snel gehaald!


     

    Wanneer u nu (eind 2011) al in behandeling bent, worden deze veranderingen pas belangrijk voor u, wanneer uw DBC* toe is aan verlenging. De eigen bijdrage geldt nl. voor nieuwe DBC’s, die geopend worden ná 1 januari 2012. Het secretariaat van uw afdeling kan vertellen wanneer dat is.

    *) DBC: staat voor Diagnose Behandel Combinatie. Voor iedere behandeling wordt een DBC geopend, die maximaal 365 dagen mag duren. (eventueel wordt er dus daarna een nieuwe DBC voor u geopend. Dat is het moment waarop u nu te maken gaat krijgen met de eigen bijdrage)


     

    Er komt géén eigen bijdrage voor:

    -  Jeugd en jongeren t/m 17 jaar

    -  Mensen die onvrijwillig, op basis van de Wet BOPZ worden behandeld.

    -  Patiënten met een crisis-DBC.

    -  Patiënten die via bemoeizorg binnenkomen.

    -  Patiënten die onder justitie vallen


     

    Bent u klinisch opgenomen?

    Wanneer u klinisch bent opgenomen, geldt er vanaf 1 januari 2012 een eigen bijdrage van €145 per maand (vanaf de 32e dag van de opname).

    Let op: deze kosten (voor onderdak en eten) komen bovenop de eigen bijdrage voor de behandeling. (die zijn maximaal € 200 per jaar)


     

    Uitzondering:

    De enige uitzondering hierop zijn patiënten onder de 18 jaar.


     

    Wat vindt men van deze maatregel?

    De maatregelen die door dit kabinet zijn gekozen, zijn absoluut discriminerend omdat patiënten met een lichamelijke aandoening deze eigen bijdrage (nog) niet hoeven te betalen. De politiek houdt echter voet bij stuk en dus zullen de zorgverzekeraars uw kosten in rekening gaan brengen voor uw behandeling. Voor sommige patiënten wordt het heel moeilijk  de zorg die zij hard nodig hebben te kunnen betalen en is pijnlijk. Laat u goed informeren, zodat u niet voor verrassingen komt te staan bij het afsluiten van uw behandeling.


     

    Overige wijzigingen

    Naast de eigen bijdrage verandert er nóg iets: als u een afspraak niet nakomt en u zegt niet op tijd af, dan kan u hiervoor een rekening gestuurd worden. (Vraagt u het na bij uw behandelaar!) Deze kosten kunt u niet declareren bij uw zorgverzekeraar.


     

    Wat is nu het verschil tussen eigen risico en eigen bijdrage?

    Iedereen in Nederland betaalt de eerste 220 euro die hij per jaar aan zorgkosten maakt, aan de zorgverzekeraar terug. Het gaat daarbij om alle kosten, lichamelijke (tandarts,  ziekenhuis of fysiotherapie) en geestelijke gezondheidszorg. Dat is het eigen risico.

     

    Daar bovenop komt dus nu voor de geestelijke gezondheidszorg de eigen bijdrage, die afhankelijk is van het soort zorg dat u nodig hebt.

    Uw zorgverzekeraar gaat dus zowel het eigen risico als de eigen bijdrage voor de geestelijke gezondheidszorg bij u in rekening brengen.


     

    Kan ik deze eigen bijdrage vergoed krijgen door de verzekeraar?

    Helaas kan dat niet. Sterker nog, de verzekeraar zal de eigen bijdrage juist bij u in rekening brengen op het moment dat u de behandeling afsluit. Er is hierin ook geen verschil tussen verzekeraars, het is een maatregel die door de politiek wordt opgelegd.


     

    Moet ik deze bijdrage ook betalen als ik nu al in behandeling ben?

    De eigen bijdrage wordt geheven bij het starten van een (nieuwe) behandeling na 1 januari 2012. Als u nu (eind 2011) al in behandeling bent, worden deze veranderingen pas belangrijk voor u, wanneer er ná 1 januari 2012 een nieuwe DBC (Diagnose Behandel Combinatie) voor u geopend wordt. Uw behandelaar kan u vertellen wanneer dat het geval is.


     

    Hoe lang geldt een DBC?

    DBC: staat voor Diagnose Behandel Combinatie. Voor iedere behandeling wordt een DBC geopend, die maximaal 365 dagen mag duren.

    Eventueel wordt er dus daarna een nieuwe DBC voor u geopend. Dat is het moment waarop u in 2012  te maken gaat krijgen met de eigen bijdrage.


     

    Bij wie moet ik zijn als ik vragen heb over mijn eigen situatie?

    De zorgverzekeraar gaat de eigen bijdrage innen, de patiënt krijgt hiervoor een rekening. Die rekening ontvangen patiënten na het afronden van de behandeling. Als de patiënt hierover vragen heeft, kunnen die het best gesteld worden aan de zorgverzekeraar.


     

    Meer informatie?

    Wilt u meer informatie over de wijzigingen in de ggz?

    Kijk dan op de speciale pagina van de overheid.

     

     

    Hoe gaat dit nu in de praktijk?

     

    Wanneer het behandeltraject wordt afgesloten, stuurt de instelling een factuur naar de zorgverzekeraar van de patiënt. Dit gebeurt als uw behandeling stopt, maar als u langdurig in behandeling bent, wordt dit jaarlijks gedaan. De zorgverzekeraar vergoedt deze factuur en gaat kijken welke kosten er aan u worden doorberekend.

    1. Eerst wordt de eigen bijdrage in rekening gebracht
    2. Dan wordt gekeken welke medische kosten u nog meer hebt gemaakt in dat jaar (ook tandarts, fysiotherapeut, etc) en of het eigen risico nog bij u in rekening gebracht moet worden.
    3. Uw zorgverzekeraar brengt bij u zowel het eigen risico als de eigen bijdrage bij u in rekening en vergoedt de overige kosten.

     

     

    Voorbeelden:

     

    U krijgt van februari tot oktober een ambulante behandeling.

    • U ontvangt in oktober dan een factuur van uw zorgverzekeraar van uw eigen risico (220) + uw eigen bijdrage (200) = 420 euro.



    Stel, dat u in  januari 2012 al behandeld bent geweest voor een gebroken pols.

    •  Omdat uw eigen risico al is gebruikt voor uw gebroken pols, ontvangt u in oktober alleen een factuur voor de eigen bijdrage van 200 euro.



    U volgt van januari 2012 tot april 2012 een ambulante behandeling, en van september tot december opnieuw.

    • Zowel de eigen risico als de eigen bijdrage (420 euro) worden in april bij u in rekening gebracht. Voor de behandeling in het najaar krijgt u verder geen facturen meer.


     

    U meldt zich in maart 2012 aan voor een ambulante behandeling. Begin juli wordt u opgenomen in de kliniek, waar u tot half  augustus verblijft. Vervolgens blijft u ambulant in behandeling tot december 2012.

    • Naast het eigen risico van uw verzekering, krijgt u een rekening voor de eigen bijdrage (200 euro) van de ambulante behandeling en de kosten van uw verblijf (omgerekend ongeveer 4,76 per dag).  Voor de eerste 31 dagen in de kliniek worden geen kosten aan u doorberekend. U krijgt in dit voorbeeld dus een rekening van 200 + 66,50 =  266,50 euro.


     

     

    Wilt u meer informatie? Kijk eens op: www.veranderingenindezorg.nl

    Dit is een de website van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De website gaat over veranderingen in het basispakket van de zorgverzekeringen de AWBZ.

     

    Op de website www.kiesBeter.nl vindt u alle informatie over de zorgverzekeraars en de polissen (inclusief de aanvullende verzekeringen) die zij op de markt brengen.

     

    Of bel gratis: Postbus 51: 0800-8051

    Bij Postbus 51 kunt u al uw vragen stellen over de zorgverzekering.

    U kunt Postbus 51 op werkdagen bellen van 8.00 uur tot 20.00 uur.

     

    U kunt natuurlijk ook informatie vragen aan uw behandelaar of zorgverzekeraar.

    Kijk op www.zorgverzekeraars.nl. 

     

    Of vraag informatie bij één van de cliënten- of familieorganisaties.

    Deze vindt u op www.platformggz.nl.

     

     

    Uitgave Ministerie van Volksgezondheid,Welzijn en Sport

    Internetadres www.veranderingenindezorg.nl



     

    Reageer (1)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (6 Stemmen)
    Categorie:3.7:Zorgverzekering
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Suïcidepreventie

    Suïcidepreventie

     

     

    Nieuwe richtlijn voor zorg voor suïcidale patiënten

    De nieuwe Multidisciplinaire Richtlijn ‘diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag’ biedt psychiaters, psychologen, psychotherapeuten, verpleegkundigen en (huis)artsen een praktische handreiking, waarin de beschikbare wetenschappelijke kennis en inzichten over omgang met suïcidaal gedrag gebundeld zijn. De richtlijn is op 22 mei 2012 gepresenteerd.

    De focus van de nieuwe richtlijn ligt niet op risico-inschatting maar op diagnostiek, indicatiestelling en behandeling van suïcidaal gedrag. De richtlijn geeft hulpverleners concrete aanbevelingen die betrekking hebben op algemene principes van diagnostiek en behandeling (zoals goed contact met de patiënt, het betrekken van naasten en de zorg voor veiligheid), het doen van oriënterend onderzoek naar de ernst van suïcidaal gedrag, het stellen van een prognose, het maken van een behandelplan en het toepassen van interventies.


    Behoefte aan landelijke richtlijn

    Suïcidaal gedrag is een omvangrijk en complex maatschappelijk probleem. Jaarlijks zijn er ongeveer 1500 mensen in Nederland die omkomen als gevolg van suïcide. Omgaan met suïcidaal gedrag is voor zorgprofessionals een belangrijk onderdeel van hun werk, maar hoe dit moet, was tot op heden niet eenduidig voor hen omschreven. Ook het ministerie van VWS en de Inspectie voor de Gezondheidszorg stelden eerder belang te hechten aan een landelijke multidisciplinaire richtlijn om de zorg voor suïcidale patiënten transparant en toetsbaar te maken. Gefinancierd door ZonMw en gecoördineerd door het Trimbos-instituut brachten het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) en de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) daarom drie jaar geleden een multidisciplinair team van experts waaronder een aantal verpleegkundigen die lid zijn van V&VN. Samen met patiëntenverenigingen schreven zij de richtlijn.

    Bron: Zorgkrant

     

     

    PDF Samenvatting MDR Diagnostiek en Behandeling van Suïcidaal Gedrag

     

    Toelichting voor Cliënten en Naasten



     

     

    Suïcide, een zwaar beladen en moeilijk bespreekbaar onderwerp, zowel voor de cliënt, betrokkenen áls de hulpverlener. In onze samenleving wordt het, vaak standaard bestempeld als: noodkreet - aandacht vragen - manipuleren - eigen keus - ziek - etc.

    Er zullen vele uiteenlopende redenen zijn waarom iemand zoiets ingrijpends bedenkt en ten uitvoer brengt. Ingrijpend voor zichzelf én betrokkenen. Het is daarom te kort door de bocht om daar zo'n oppervlakkig waarde-oordeel over uit te spreken. Het heeft meestal dieper liggende redenen. Zoals bv. intens psychisch lijden, door persoonlijke omstandigheden, dat een ondraaglijke pijn kan veroorzaken. Met gevolg dat er een vernauwing van het bewustzijn optreedt, waardoor de gezonde manier van oplossingen voor problemen niet meer bedacht en toegepast kunnen worden.

    Door tunneldenken is nog maar één optie mogelijk om van de pijn af te komen.  

     

     

    Enkele, van veel voorkomende ervaringen

     

     

    Suïcide is zowel buiten, maar wat nog erger is, ook binnen de GGZ een taboe.

    Er is nooit door iemand binnen de GGZ instelling met haar daarover gesproken, terwijl zij enkele malen een overdosis medicijnen had ingenomen waardoor zij op de Intensive Care moest worden opgenomen. De verpleegkundige (ggz) waar zij toen wekelijks een gesprek mee had, schreef dan in haar dossier dat zij  "kattekwaad had uitgehaald met medicijnen".

    Tot zij na 5 jaar een lot uit de loterij had gewonnen, zo leek het, omdat zij een psychiater kreeg toegewezen die daar wel met haar over sprak. Hij legde haar uit, gaf haar inzicht, hoe het kwam dat zij dit deed en wat nog belangrijker is; hoe zij daar op een andere manier mee om kon gaan waardoor het in de toekomst voorkomen kon worden. 

     

    Zij vroeg hem waarom er nooit iemand over praat binnen de instelling; "omdat ze dat niet durven, wel over incest of mishandeling, maar praten over suïcide vinden ze eng" was zijn antwoord.

     

     

    Verwijtbaar niet professioneel handelen?

    De "verantwoordelijkheid" speelt hierin waarschijnlijk een grote rol, stel dat een cliënt een poging doet na een gesprek, dan voelen hulpverleners zich verantwoordelijk? Ze vergeten echter dat zij dan mede verantwoordelijk kunnen zijn door er niet met cliënten over te spreken, of ze door te verwijzen naar iemand die deze verantwoordelijkheid niet uit de weg gaat.

    Is hier sprake van: de angst regeert en is een slechte raadgever?

    Het is zorgwekkend en verontrustend dat deze verzwijging, nalatigheid structureel plaatsvind. Kunnen we dit verantwoorde zorg noemen? 

    Zijn de protocollen en richtlijnen bekend bij hulpverleners?

    Gezien de onderstaande aanbevelingen is het duidelijk dat de kennis en vaardigheden rondom suïcidepreventie nog steeds ontoereikend zijn.


     

    Na de Intensive Care kwam hij de afdeling van de instelling binnen en kreeg hij een sleutel van zijn kamer. De vraag "hoe gaat het" en ook het aanbod van een gesprek ontbrak. Het was of hij een hotel binnenkwam waar hij een kamer had besproken. In zijn Verpleegplan stond aangegeven: gesprekken aanbieden en observatie op suïcidale kenmerken. Maar hoe kom je daar achter als er geen gesprekken zijn met de cliënt en dat onderwerp niet bespreekt?  Toen de cliëntenraad met de manager kliniek dit onderwerp ter sprake bracht reageerde hij teleurstellend: dat is aandacht vragen en daar moet je dan niet over praten.  

     

     

    Het was op een middag dat zij in crisis de instelling belde om haar psychiater te spreken. Hij was er niet dus werd zij doorverbonden met de opnameafdeling. Ze legde de verpleegkundige uit dat zij in crisis verkeerde en om suïcide te voorkomen een opname wenselijk en noodzakelijk was, gezien eerdere escalaties. De verpleegkundige gaf haar het advies te gaan douchen, wandelen of een boek te lezen. Zij legde hem uit dat zij niets kon met deze adviezen in haar situatie en omdat hij geen andere oplossingen voorhanden had vroeg zij hem haar weer naar de telefoniste door te verbinden. Zij vroeg de telefoniste naar een andere psychiater die ook op de hoogte was van haar situatie. Hij was in gesprek maar zou haar zo spoedig mogelijk terug bellen. Na enige tijd gewacht te hebben belde haar man naar de instelling. De psychiater was naar huis, hij was het waarschijnlijk vergeten en er was verder niemand meer, zijn vrouw moest de volgende dag maar weer bellen, aldus de telefoniste. Hij heeft een verpleegkundige nog uitleg gegeven over de ernst van de situatie waarin zijn vrouw verkeerde, maar tevergeefs. Later die avond escaleerde de situatie ........

    Om in de toekomst deze situatie te voorkomen heeft zij zelf een crisisplan opgesteld, over hoe te handelen in een soortgelijke situatie door haarzelf, betrokkenen en de hulpverleners.

    De psychiater stemde, na enkele aanvullingen, hiermee in en het crisisplan werd aan het dossier toegevoegd.

         

     

    Tijdens een opname nam op een vrijdagavond de gedachte aan suïcide toe. Met de psychiater had zij afgesproken dat zij dat kenbaar zou maken, die gevoelens moest delen met iemand.

    Dus ging zij met lood in haar schoenen naar de verpleegkundige toe. Zij vertelde hem waarom zij hem wilde spreken. De verpleegkundige reageerde geschokt en zei haar dat hij daar niet aan mee wilde werken. 

    Zij gaf hem het briefje, hieronder beschreven, en legde hem uit dat zij hem niet vroeg om haar te helpen een einde aan haar leven te maken maar juist om dat te voorkomen. Daarvoor moest zij niet bij hem zijn, daar begon hij niet aan, dat moest zij met haar psychiater bespreken. Zij stond perplex, het was vrijdagavond en dan moest zij wachten tot maandag?! Zij vroeg hem wat de meerwaarde dan was dat zij was opgenomen. Dat wist de verpleegkundige niet, dus heeft zij haar spullen gepakt en is zij naar huis gegaan. Later las zij in haar dossier dat de verpleegkundige had geschreven: cliënte vroeg mij mijn medewerking te verlenen bij zelfdoding.

     

    briefje

     

    Suïcidale proces

    Kwetsbaarheid en uitlokkende gebeurtenissen vormen een bedreiging voor het zelfbeeld.

    Men voelt zich incompetent om huidige en toekomstige problemen aan te kunnen en komt in een toestand van hopeloosheid.

    Dit wordt beleefd als een permanente toestand, waaruit ontsnappen niet mogelijk is.

    Deze hopeloze toestand wordt als ondragelijk beschouwd.

     

     

    Behandelen van suïcidaliteit

                • de GGZ "behandelt" suïcidaliteit te weinig en “controleert” te veel.

                 

    Behandelen is in contact komen

                • Twee vragen:

    1. U denkt aan suïcide: dan moet u wanhopig zijn. Klopt dat?

    2. Waarover bent u  wanhopig?

     

     

    Cognitieve therapie bij suïcidaliteit

    • Probeer een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de suïcidale gedachten van een suïcidaal persoon en van diens toekomstperspectief
    • Niet hulpverlenen, alleen inventariseren:
    • Welke gedachten willen suïcidale mensen ontvluchten?
    • Welke gedachten hebben suïcidale mensen over hun toekomst?
    • Irrationele gedachten begrijpen: waar vindt tunneldenken plaats?
    • Welke oplossingsstrategie is iemand kwijtgeraakt, die voorheen wel voor handen was?
    • Wat is nodig om de irrationele gedachten uit te dagen?

     

    113Online   of bel 0900 - 1130113

      Zelfmoord, zelfdoding, niet meer willen leven of suïcide. Hoe je het ook noemt, bij 113Online kun je hierover praten. Anoniem, vrij en open. Via de telefoon, e-mail of chat. Je kunt 24 uur per dag vertellen over je angst, depressiviteit en gepieker.

      Wil je meer dan dat? Wij helpen je passende oplossingen te vinden.

      Middels e-consultatie en chat-therapie bijvoorbeeld. Maak een eigen account aan op Mijn 113online. Of praat met lotgenoten op het forum.

       

       

      website  stop suïcide

      Allerlei tips op over hoe om te gaan met suïcidaliteit

       

       

      Stichting Ex6 

      Hulpverlening.nu  en/of  Chathulp.nu

       

      Internetcursus tegen zelfmoorddrang

       

       

      Als u aan zelfmoord denkt

      Veel mensen met zelfmoordgedachten zien geen andere uitweg. De dood is voor hen op dat moment de enige keuze, en de intensiteit van hun zelfmoordgevoelens moet niet onderschat worden - ze zijn echt, sterk en dringend.

      Eenvoudige oplossingen zijn er niet.

       

       

      Maar het volgende is ook waar:

      • Zelfdoding is vaak een permanente oplossing voor een tijdelijk probleem.
      • Als iemand depressief is, is hij vaak volledig gefixeerd op het moment. Een week of een maand later kan de situatie er heel anders uit zien.
      • De meeste mensen die ooit aan zelfdoding hebben gedacht, zijn nu blij dat ze leven. Ze zeggen dat ze niet een eind aan hun leven wilden maken, maar alleen de pijn wilden stoppen.

       

      De belangrijkste stap is met iemand te praten. Mensen die aan zelfdoding denken, moeten niet proberen hun moeilijkheden in hun eentje op te lossen.

      Ze moeten hulp vragen.

       

      • Praat met familie of vrienden. Alleen al het praten met een familielid, een vriend of een collega kan een enorme opluchting geven.
      • Praat met een vertrouwenspersoon. Sommige mensen kunnen niet met familie of vrienden praten. Sommigen praten liever met een vreemde. Overal ter wereld bestaan hulpdiensten, bemand met vrijwilligers die getraind zijn in het luisteren.
      • Praat met een dokter. Iemand die lange tijd zwaarmoedig is of zelfmoordneigingen heeft, kan aan depressie lijden. Dat is een ziekte die veroorzaakt wordt door een chemische balansverstoring en gewoonlijk behandeld wordt met medicijnen en/of therapie.

       

      De tijd is een belangrijke factor om 'verder te kunnen gaan', maar wat er in die tijd gebeurt is ook van belang.

      Iemand die aan zelfdoding denkt, moet zo snel mogelijk over z'n gevoelens praten.

       

       

      Hoe helpt u een vriend of familielid met zelfmoordgedachten?

      Wees stil en luister!

      Als iemand depressief is of zelfmoordgedachten heeft, is onze eerste reactie proberen te helpen. We geven advies, delen onze eigen ervaringen mee en proberen oplossingen te vinden.

      We doen er beter aan onze mond te houden en te luisteren. Mensen met zelfmoordgedachten hebben geen behoefte aan antwoorden of oplossingen. Ze willen een veilige plaats waar ze hun angst en bezorgdheid kunnen uiten, waar ze zichzelf kunnen zijn.

      Luisteren - echt luisteren - is niet gemakkelijk. We moeten de neiging onderdrukken om iets te zeggen - een opmerking te maken, iets aan een verhaal te willen toevoegen of advies te willen geven. We moeten niet alleen luisteren naar de feiten die iemand ons vertelt, maar ook naar de gevoelens die erachter zitten. We moeten de dingen vanuit hun gezichtspunt proberen te begrijpen, niet vanuit het onze. Hier volgen enkele punten om op te letten als u iemand helpt die zelfmoordgedachten heeft.

       

      Wat willen mensen die zelfmoordgedachten hebben?

      • Iemand die naar ze luistert. Iemand die de tijd neemt om echt naar ze te luisteren. Iemand die niet oordeelt, advies of een mening geeft, maar al z'n aandacht.
      • Iemand om vertrouwen in te hebben. Iemand die hen respecteert en niet probeert de leiding te nemen. Iemand bij wie alles strikt vertrouwelijk blijft.
      • Iemand die om hen geeft. Iemand die zichzelf beschikbaar stelt, hen op hun gemak stelt en rustig spreekt. Iemand die geruststelt, accepteert en gelooft. Iemand die zegt: "Ik geef om je."

       

      Wat willen mensen met zelfmoordgedachten niet?

      • Alleen zijn. Afwijzing kan het probleem tien keer zo erg doen lijken. Iemand hebben waar je een beroep op kunt doen, maakt heel veel uit. Luister.
      • Advies krijgen. Preken helpt niet. Evenmin helpt de suggestie 'kop op' of de gemakkelijke verzekering dat 'alles in orde komt'. Analyseer niet, vergelijk niet, verdeel niet in hokjes en bekritiseer niet. Luister.
      • Ondervraagd worden. Verander niet van onderwerp, heb geen medelijden en doe niet uit de hoogte. Het is moeilijk om over gevoelens te praten. Mensen met zelfmoordgedachten willen niet gehaast worden of in de verdediging gedrongen. Luister.

       

      De waarschuwingssignalen van zelfmoord

      Zelfmoord is zelden een impulsieve beslissing. In de dagen en uren voordat mensen zichzelf doden, zijn er gewoonlijk aanwijzingen en waarschuwingssignalen.

      De sterkste en meest verontrustende tekenen zijn verbaal - 'Ik kan niet meer verder', 'Niets doet er meer toe' of zelfs 'Ik denk erover om er een eind aan te maken.' Zulke opmerkingen moeten altijd serieus worden genomen. 

       

       

      Andere veel voorkomende tekenen zijn:

      • Neerslachtig of teruggetrokken worden
      • Roekeloos gedrag
      • Zaken op orde maken en waardevolle bezittingen weggeven
      • Een opvallende verandering in gedrag, houding of uiterlijk
      • Overmatig alcohol- of druggebruik
      • Een groot verlies of verandering van leven moeten verwerken

       

      Gedachten en Emoties

      • Gedachten aan zelfmoord
      • Eenzaamheid - gebrek aan steun van familie en vrienden
      • Afwijzing, zich uitgesloten voelen
      • Grote droefheid of schuldgevoelens
      • Niet in staat zijn om verder te kijken dan een heel beperkt gezichtsveld
      • Dagdromen
      • Bezorgdheid en spanning
      • Hulpeloosheid
      • Verlies van eigenwaarde

       

      Bron: Befrienders 

       

       

       

    Protocol en Richtlijn Suïcidepreventie in de maak

    Het Trimbos-instituut is begonnen met het opzetten van twee projecten rondom  Suïcidepreventie: een Landelijk Protocol Suïcidepreventie, en een Multidisciplinaire Richtlijn Suïcidepreventie.

     

    Het Protocol Suicidepreventie is praktisch van aard en bedoeld om op instellingsniveau te gebruiken. Hoe is in de instelling en de regio de zorg rond mensen met suïcidaal gedrag georganiseerd? Welke discipline is waarvoor verantwoordelijk? Is er een heldere taakverdeling? Is duidelijk wie wanneer wordt gebeld, welke organisaties of instanties op welk moment betrokken of geïnformeerd moeten worden?

    Wie moet wanneer de huisarts inschakelen, zijn er afspraken met ziekenhuizen,  GGZ- en verslavingsinstellingen over hoe te handelen?

    Het Protocol is een soort handleiding voor instellingen/regio’s met aandachtspunten voor de organisatie. In het protocol komen geen behandelvoorschriften, daarvoor wordt de richtlijn ontwikkeld.

    Het Protocol is eind 2009 gereed.

     

    De Multidisciplinaire Richtlijn Suïcidepreventie is dan ook meer theoretisch en technisch van aard en is vooral bedoeld voor behandelaars: (huis)artsen, psychologen, psychiaters, en verpleegkundigen.

    In de Richtlijn staat hoe te handelen wanneer men persoonlijk te maken krijgt met een suïcidale patiënt. Het is een overzicht van de theorie, de literatuur en wetenschappelijk onderzoek, en biedt tegelijkertijd concrete richtsnoeren voor zaken als risicotaxatie, individuele behandeling, evidence based interventies, etc.

    Bovendien geeft het antwoord op vragen: hoe bejegen ik iemand, wat is de beste manier van behandelen, welke interventies zijn er? De Richtlijn is voorjaar 2010 gereed.

     

    Protocol en Richtlijn Suïcidepreventie in de maak

     

    Het Trimbos-instituut is begonnen met het opzetten van twee projecten rondom  Suïcidepreventie: een Landelijk Protocol Suïcidepreventie, en een Multidisciplinaire Richtlijn Suïcidepreventie.

     

    Het Protocol Suicidepreventie is praktisch van aard en bedoeld om op instellingsniveau te gebruiken. Hoe is in de instelling en de regio de zorg rond mensen met suïcidaal gedrag georganiseerd? Welke discipline is waarvoor verantwoordelijk? Is er een heldere taakverdeling? Is duidelijk wie wanneer wordt gebeld, welke organisaties of instanties op welk moment betrokken of geïnformeerd moeten worden?

    Wie moet wanneer de huisarts inschakelen, zijn er afspraken met ziekenhuizen,  GGZ- en verslavingsinstellingen over hoe te handelen?

    Het Protocol is een soort handleiding voor instellingen/regio’s met aandachtspunten voor de organisatie. In het protocol komen geen behandelvoorschriften, daarvoor wordt de richtlijn ontwikkeld.

    Het Protocol is eind 2009 gereed.

     

    De Multidisciplinaire Richtlijn Suïcidepreventie is dan ook meer theoretisch en technisch van aard en is vooral bedoeld voor behandelaars: (huis)artsen, psychologen, psychiaters, en verpleegkundigen.

    In de Richtlijn staat hoe te handelen wanneer men persoonlijk te maken krijgt met een suïcidale patiënt. Het is een overzicht van de theorie, de literatuur en wetenschappelijk onderzoek, en biedt tegelijkertijd concrete richtsnoeren voor zaken als risicotaxatie, individuele behandeling, evidence based interventies, etc.

    Bovendien geeft het antwoord op vragen: hoe bejegen ik iemand, wat is de beste manier van behandelen, welke interventies zijn er? De Richtlijn is voorjaar 2010 gereed.

    Bron: Trimbos

     

     

    Klink wil aantal suïcides terugdringen

    Nieuwsbericht, 26 juni 2008

     Met dit geld wil Klink onder andere een signaleringsinstrument laten ontwikkelen om suïcidaliteit onder jongeren beter en sneller te herkennen. Verder wil hij in overleg met koepelorganisaties komen tot betere zorg voor mensen met suïcidale klachten.

    Beleidsadvies

    Zijn voornemens heeft de minister uitgewerkt in de Beleidsagenda suïcidepreventie, die hij vandaag naar de Kamer heeft gestuurd. Het is een reactie op het Beleidsadvies ‘Verminderen van suïcidaliteit’, dat het Trimbos-instituut heeft opgesteld.

    Daling

    In Nederland ligt het gemiddeld aantal suïcides sinds 1996 rond de 1.500 per jaar. In praktisch alle leeftijdsgroepen is het aantal suïcides gedaald, behalve onder de groep mannen tussen 40 en 60 jaar. Het gemiddeld aantal suïcides is in vergelijking met omringende landen relatief laag.

    Toch wil de minister zich inspannen om het aantal suïcides en suïcidepogingen verder terug te dringen. Hij baseert dit op het advies van het Trimbos-instituut en het Nationaal Actieplan Suïcidepreventie van de Ivonne van de Ven Stichting.

    Verwijzingen

    Standpunt van de Minister van VWS Beleidsadvies Verminderen van suïcidaliteit

    Kamerstuk | 26 juni 2008

     

     

    Negen aanbevelingen ter vermindering van suïcidaliteit (Trimbos Instituut)

    1) Stel streefcijfers voor preventie van suïcidaliteit, zorg voor overheidsregie bij het nemen van maatregelen en realiseer een strategische aanpak met een landelijke en regionale taakverdeling.

    2) Verbeter de kwaliteit van zorg bij suïcidepogingen in algemene ziekenhuizen door de richtlijn voor opvang bij suïcidepogingen te actualiseren en onderdeel van beleid te maken, en door kwaliteiteisen aan personeel te stellen.

    3) Verbeter herkenning van suïcidaliteit en adequate hulp door professionals, door kennis te vergroten en vaardigheden aan te leren. Maak suïcidaliteit bespreekbaar en leer professionals met het thema om te gaan.

    4) Realiseer een landelijke multidisciplinaire richtlijn suïcidaliteit die de bestaande richtlijnen voor beroepsgroepen aanvult en die als basis dient voor lokale protocollen en richtlijnen binnen zorginstellingen.

    5) Verbeter kennis en vaardigheden om met suïcidaliteit om te gaan door hiervoor curricula in uiteenlopende opleidingen voor zorgverleners te maken. Ontwikkel procesindicatoren om de voortgang te kunnen volgen.

    6) Onderzoek of de toevoeging van suïcidepogingen aan de prestatie-indicatoren in zowel de zorg als de openbare (geestelijke) gezondheidszorg meerwaarde oplevert.

    7) Realiseer regionaal een laagdrempelig en flexibel aanbod voor de opvang van en hulp aan nabestaanden (volwassenen en kinderen), en realiseer lotgenotenhulp voor suïcidale mensen. Waarborg de aanpak met procesindicatoren.

    8) Realiseer aanvullend onderzoek naar suïcidaliteit waarover relatief weinig bekend is, beschrijf de ziektelast van suïcidaliteit en neem diverse uitkomstmaten van suïcidaliteit mee in lopend onderzoek.

    9) Breng ethische en juridische vragen en vraagstukken over gedwongen opname en hulp bij suïcide zorgvuldig in kaart.

     


     

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (9 Stemmen)
    Categorie:2.5:Suïcidepreventie
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.G Schema

    G Schema

     

     

     

     

    "Gedachten bepalen hoe je je voelt"

     

    Mensen hebben vaak allerlei algemene ideeën over gevoelens en hun gedrag.

    Dergelijke ideeën hebben zij ook vaak over het doen en laten van anderen. Hoewel dat helemaal niet het geval hoeft te zijn, gaan zij er gemakshalve van uit dat deze kloppen.

    De manier van kijken naar anderen kan het eigen gedrag sterk beïnvloeden.

     

    Bijvoorbeeld

    - Ik weet zeker dat zij mij niet mag en daarom zeg ik niets tegen haar.

    - Ik heb een minderwaardigheidscomplex en daarom wil niemand contact met me hebben.

    - Dat je overspoeld wordt door gevoelens.

    - Dat je huizenhoog tegen dingen opziet terwijl het achteraf vaak meevalt.

     

    Dit zijn algemene uitspraken en verwachtingen waar je niet zoveel mee kunt doen.

    Ze kunnen er de oorzaak van zijn dat je problemen blijven bestaan of zelfs erger worden.

    Pas wanneer ze minder algemeen en vaag worden, kunt u nagaan hoe deze aan te pakken.

    Het is verhelderend je bewust te worden van denkpatronen, die maken dat je meer last hebt van gebeurtenissen dan nodig. Bepaalde situaties of gebeurtenissen kunnen zomaar tot bepaalde gevoelens of gedrag leiden. De wijze waarop je een situatie of gebeurtenis inschat is van groot belang. Een voorbeeld: stel je ligt in bed, het is nacht, donker, stil en je hoort de trap kraken.

    Als je denkt: “Het is de kat”, dan blijf je rustig, draai je je om en slaap je verder. Maar als je denkt: “Er is vast iemand in huis”, dan slaat de schrik toe, gaat je hart sneller kloppen en lukt het je niet meer om verder te slapen. In beide gevallen is de gebeurtenis gelijk, namelijk het kraken van de trap.

    De gedachte verschilt echter en dat leidt tot andere gevoelens en gedrag

     

    Wilt u meer lezen,

     

    een volledige uitleg over het G schema

    kunt u  hier  vinden.

     

    Het G schema

    Een manier om problemen uiteen te rafelen is door gebruik te maken van een G-schema.

    Het G-schema heeft 5 G’s: gebeurtenis, gedachten, gevoelens, gedrag en gevolg.

    Door deze 5 G’s uit te werken ontdek je waarom je in bepaalde situaties iets doet, denkt of voelt. In situaties waarin je je onprettig voelt, kan deze werkmethode je helpen om je angst of onprettige gevoelens te verminderen.

     

     

    Het G-schema ziet er als volgt uit

     

    Gebeurtenis: Waar was ik, met wie, wat gebeurde er?
    Gedachten:

    Wat ging er door mijn hoofd?

    Wat dacht ik of zei ik tegen mezelf.

    Wat vond ik ervan? 

    Gevoelens:  Wat voelde ik, welke emoties had ik?
    Gedrag:   Wat deed ik? Hoe reageerde ik?
    Gevolg: Een rot gevoel?

    In dit schema kunt u links invullen wat er gebeurd is met alle nare gevolgen.

    Rechts wat u zou kunnen denken met het gevolg dat u geen rot gevoel meer heeft (krijgt) maar "een goed gevoel".

     

    Gebeurtenis:

    *

     

     

    Gedachten:                          

     

                                    

    Uitdaging,

    nieuwe  gedachten:

    Gevoel:                                

     

     

    Gewenst gevoel:

    Gedrag:                               

     

     

    Gewenst gedrag:

    Gevolg:                            

     

     

    Gewenst gevolg:




     

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (43 Stemmen)
    Categorie:2.3:G Schema
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Crisisplan

    Crisisplan

     

    Een crisis kan ook ontstaan buiten kantooruren, in de avond, nacht, in het weekend of tijdens de feestdagen. Dan is de kans groot dat je huisarts en hulpverlener er niet zijn. Je moet dan, als je verward bent, uitleg geven over de situatie waarin je verkeert aan mensen die je niet kent, en jou ook niet kennen. Dat is vragen om nog meer problemen.

    Om de schade van een (dreigende) crisis te voorkomen of te beperken kun je samen met een betrokkene en je hulpverlener een crisisplan maken. Je kunt het ook zelf maken met een betrokkene en dan later bespreken met je hulpverlener. Daar kun je zelf en ook anderen in je omgeving veel baat bij hebben op het moment dat je in crisis raakt of bent. Het crisisplan geeft duidelijkheid en inzicht in het ontstaan en ontwikkeling van de crisis. Waardoor je bijvoorbeeld veel eerder aan de bel trekt, en niet wacht tot de genoemde signalen aan de orde zijn. Daardoor bestaat de kans dat crises in de toekomst voorkomen kunnen worden of in hevigheid en duur beperkt kunnen blijven.Zo kun je in het crisisplan ook aangeven wat wel of niet werkt als je in crisis bent.

    Lees het Crisisplan eerst goed door voordat je het ondertekent. Moet er nog iets bij, dat je was vergeten te zeggen tijdens het gesprek? Staan er dingen in, waarvan je vindt dat ze anders gezegd moeten worden of waarvan je vindt dat ze helemaal geschrapt moeten worden?

    Als de afspraken gemaakt en ondertekend zijn liggen ze voor alle drie de partijen vast, en is het een positieve wilsverklaring.

    Het crisisplan maakt deel uit van de behandelovereenkomst zoals beschreven in de Wet op de Geneeskundige Behandelovereenkomst (WGBO) en geldt als behandelplan tijdens een crisis.

    Als de huisarts en de hulpverlener het crisisplan opslaan in je EPD (Elektronisch Patiënten Dossier) kun je verwijzen naar je Crisisplan en kunnen de dienstdoende huisarts en hulpverlener, evt. via politie of ambulancepersoneel, in één oogopslag duidelijkheid krijgen over je situatie en welke afspraken er gemaakt zijn.

     

     

    Crisisplan

     

     

     

    Naam

    :                                              

    Adres

    :

    Woonplaats

    :

    Telefoonnummer

    :

    Mobiel

    :

    Verzekering

    :

    Verzekeringsnummer

    :

    Geboortedatum

    :

    Huisarts

    Tel:

    :

    Hulpverlening

    Tel:

    :

     

    Contactpersoon

    Tel:

    :

    Huisartsenpost

    :

     

     

     

    Voortekenen van een crisis bij mij zijn

     

    Bijvoorbeeld:

     

    • Hoe merk je dat het slechter gaat met je?
    • Hoe is voor anderen te herkennen dat het niet goed gaat met je?
    • Verandert je gedrag? Zo ja, hoe?
    • Ontken je dat het slechter met je gaat?
    • Vindt je het moeilijk om hulp te vragen?
    • Blijf je zolang mogelijk door functioneren in de hoop dat het vanzelf overgaat?
    • Als je om hulp vraagt: hoe doe je dat?
    • Zijn er manieren waarop je zelf probeert de naderende crisis te voorkomen, bijvoorbeeld door alcohol of door heel gestructureerd te gaan leven?

     

     

    Hoe ziet een crisis er bij mij uit


    Bijvoorbeeld:
     

    • Mijn diagnose is……
    • Ben je aanspreekbaar, benaderbaar?
    • Weet je in een crisis nog wel wie en waar je ben of moet dat gezegd worden?
    • Ik ben afwezig en onrustig en daardoor moeilijk aanspreekbaar. Ik ben bang, achterdochtig?
    • Psychotische verschijnselen ……?
    • Indien stemmen, wat zeggen ze, welke opdracht krijg je?
    • Ik ben verbaal agressief (belangrijk: ik zal nooit geweld gebruiken jegens anderen)?
    • Ik uit mijn agressie door ….. ?
    • Verzorg je jezelf dan nog goed?
    • Verandert je eetpatroon? Vergeet je te eten en vermager je, of eet je juist overmatig veel?
    • Verandert je slaappatroon?
    • Neem je de medicijnen (op tijd) in?
    • Houd je je nog aan afspraken, reageer je nog op de deurbel, telefoon, open je de post?
    • Trek je je terug of ga je juist veel om hulp vragen?
    • Weet je buitenshuis dan nog waar je woont?
    • Vraag mij naar mijn waan/hallucinatie en check met mij of het klopt?
    • Verwond je jezelf?
    • Ik wil niet meer leven en denk veel na over suïcide?

     

    Hoe te handelen bij een crisis

     

     

    Hoe kunnen (crisis)hulpverleners of je omgeving het beste met jou omgaan als je in crisis bent? Wat moeten ze wel of juist niet doen?

    Wie mag er namens jou het woord voeren als je daartoe zelf even niet in staat bent?

     

    Bijvoorbeeld:

     

    • Leg mij rustig en duidelijk uit wat er (met mij) aan de hand is en wat u van plan bent met mij te gaan doen?
    • Benader mij rustig?
    • Raak mij niet aan, als dit toch moet leg mij dan eerst uit wat u van plan bent te gaan doen?
    • Zeg mij dat ik veilig ben?
    • Vraag mij wat er gebeurd is, waarom ik zo wanhopig ben?
    • Neem contact op met mijn contactpersoon en regel dat hij/zij naar mij toekomt?
    • Zijn er mensen die niet gebeld mogen worden?
    • Wil je aangesproken worden door een man of vrouw, op een zachte en begripvolle manier of juist autoritair en doortastend?
    • Als ze je vragen stellen: geef je dan eerlijk antwoord of ga je je situatie mooier voorstellen dan de werkelijkheid is? Moeten ze in dat geval doorvragen en je confronteren?
    • Met welke argumenten ben je te overtuigen dat opname nodig is?
    • Wil je zoveel mogelijk de regie houden en moet men alles (medicatie + evt. bijwerking etc.) met je bespreken?
    • Eventueel gewenste medicatie tijdens een crisis: ………….?
    • Ik verdraag geen…. dit veroorzaakt bij mij …….?
    • Zijn er lichamelijke zaken (ziektes, kwetsbare plekken of allergieën) waar men rekening mee moet houden?
    • Kalmeert water, koffie, thee , of een sigaret?

     

     

    Afspraken

     

     

    Bijvoorbeeld:

     

    • Bellen naar dr. …….. bij voortekenen van crisis?
    • Bellen naar Crisisdienst ……….. ?
    • Medicatie…………. mg. bij dreigende crisis?
    • Opname dan mogelijk via BOR regeling?
    • Bied een gesprek aan om te praten over ………?
    • Heb je ervaringen met medicijnen die je helpen of waar je slechte ervaringen mee hebt?
    • Hoe denk je over de isoleercel, juist wel of absoluut niet?

     

     

    Mijn dagelijks leven

     

     

    Bijvoorbeeld:

     

    • Ik woon ….. kinderen?
    • Wat doe je zoal dagelijks?
    • Ik ben…… druk, rustig, op mezelf, opgewekt etc.?
    • Mijn hobby’s zijn …… sport graag, met name in teamverband?
    • Ik hou van ….wandelen, winkelen, tv kijken, muziek luisteren?
    • (Vrijwilligers)werk?
    • Daarnaast doe ik …….. per week vrijwilligerswerk bij…….?
    • Heb je een uitkering?
    • …. maal per week heb ik een gesprek met mijn begeleider?
    • Ik heb regelmatig een gesprek met …………. (hulpverlener), …………………. (psychiater)?

     

     

    Mogelijke aanleidingen van een crisis bij mij zijn

     

     

    Bijvoorbeeld:

     

    niet slapen, teveel prikkels, veel piekeren, angst, teleurstellingen, somberheid etc.?

    Zijn er speciale periodes in het jaar waarin de kans groter is dat je in crisis raakt? (bijv. rond feestdagen, sterfdata etc.)?

     

     

    Lichamelijke gegevens

     

     

    Bijvoorbeeld:

     

    • Ik heb (de ziekte) ….. of mijn lichamelijke klachten zijn …..?
    • Ik heb veel last van ……… mijn rug, hoofdpijn?

     

     

    Medicatie

     

     

     

    Naam

    Per dag

    Tijdstip van inname

                            

     

     

     

     

    zo nodig

     

     

    Taken contactpersoon

     

    Contactpersoon:

     

    Bijvoorbeeld:

     

    • Eventueel contact opnemen met dr. ……... of crisisdienst …….. of …………?
    • Ziekmelden bij werk, vrijwilligerswerk, club?
    • Inlichten uitkeringsinstantie …. tel. nr. … uitkeringsnr…… contactpersoon….?
    • Bespreekt, gaat na welke crisismedicatie je toegediend krijgt?
    • Doorbetaling van vaste lasten, financiën?
    • Heeft kopie van mijn huissleutel. Woning controleren afgesloten, gas en licht uit, planten verzorgen, verwijdert bederfelijk eten?
    • Opvang kinderen, huisdieren?
    • Bezorgen van post en persoonlijke spullen, geld, mobiel. (Alles) in overleg met mij?
    • Bij opname mobiel, bril, gehoorapparaat, schone kleding, persoonlijke verzorging, cd's, boek?

     

    Praktische aandachtspunten

     

    Bijvoorbeeld:

     

    • Ik volg een …. dieet
    • Ik ben vegetariër
    • Ik eet geen varkens- en lamsvlees
    • Wettige vertegenwoordiger, indien aanwezig verplicht invullen
    • Waar bewaar je je medicijnen?
    • Ben je gelovig en moet er een geestelijk verzorger langskomen? Wil je een bijbel hebben?

     

    Ondertekening voor akkoord

     

    Datum:

    Plaats:

     

    Cliënt:

    Contactpersoon:

    Hulpverlener:

     

     

     

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    Categorie:2.2:Crisisplan
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Life Chart voor Bipolaire (Manisch Depressieve) Stoornis

    Life Chart

     

     

     

    Een boekje waarin wordt bijgehouden hoe uw stemmingen in de loop der jaren waren, welke levensgebeurtenissen (life events) van invloed waren op uw stemmingen en ook hoe uw stemmingen reageren op uw medicijngebruik.

    Door het bijhouden van uw stemmingenverloop krijgt u een beter inzicht in uw stoornis. Vaak wisselen uw stemmingen bij soortgelijke gebeurtenissen. Door deze in beeld te brengen, krijgt u meer grip op uw stoornis.

    Vaak wisselen uw stemmingen bij soortgelijke gebeurtenissen. Door deze in beeld te brengen, krijgt u meer grip op uw stoornis. U kunt bijvoorbeeld rekening houden met het feit dat het voor u belangrijk is om na een pittige discussie op het werk een dag rust te nemen en niet gelijk door te gaan met een andere energie vragende activiteit.  Lees verder

     

    Uw behandelaars zullen met u meekijken hoe u de door u bijgehouden stemmingen kunt interpreteren. Sommige behandelaars gaan een stapje verder en vullen de life chart met u in.

    Ook hier geldt weer: durf er gerust om te vragen.

     

     

    Handleiding Life Chart Methode voor Stemmingsstoornissen

     

     

    Bron: VMDB Life Chart

     

     

     

    Noodplan en signaleringsplan

     

     

    Om perioden van manie, depressie of psychose te voorkomen, helpt het een zogenaamd nood- of signaleringsplan te maken. In de psycho-educatiecursussen wordt er aandacht aan besteed,

    soms helpen uw behandelaars bij het opstellen van zo’n plan.

    U brengt in kaart hoe uw gedrag is tijdens uw stabiele periode en hoe dat verandert als u

     (hypo)manisch, psychotisch of depressief dreigt te worden.

    Tevens is erin aangegeven wie uw contactpersoon bij eventuele opname is.

    Het goed doorspreken van uw noodplan met uw behandelaars of uw omgeving kan veel ellende of schade voorkomen. Het is niet een van de gemakkelijkste dingen om te doen en het verdient in de loop der jaren regelmatig bijstelling, maar het levert zeker veel op!

     

    Een voorbeeld van een noodplan is te vinden in de brochure “Wat u zelf kunt doen” die u kunt bestellen bij het kantoor van de VMDB voor € 1,00 per stuk of kunt downloaden via internet.

    Bij het noodplan hoort een zelfbindingscontract, waarin vastgelegd wordt wat u wel, en vooral niet, zult doen bij dreigende perioden van manie, depressie, gedachten aan zelfdoding, of andere moeilijke perioden. Perioden, waarin uw manisch depressieve stoornis het u onmogelijk maakt uw gedachten op de juiste wijze te laten functioneren. Meestal is hierin ook vastgelegd hoe en wanneer met uw behandelaars contact opgenomen kan worden.

     

    Bron: VMDB Noodplan - Signaleringsplan

     

     

     

    Psycho-educatiecursussen

     

     

    Sinds 1995 worden er overal in het land psycho-educatie- of voorlichtingscursussen gegeven over de manisch depressieve stoornis. Psychiater Adriaan Honig heeft ze opgezet, samen met de VMDB.

    In de loop der jaren is de oorspronkelijke opzet wel veranderd, maar de inhoud is vrijwel hetzelfde gebleven. Het zijn cursussen van 6 bijeenkomsten, waaraan patiënten en één van hun betrokkenen deelnemen. Aan de orde komen:

    • Bijeenkomst 1
      inleiding en kennismaking, symptomen (depressie, manie, psychose). beloop, genetica
    • Bijeenkomst 2
      Oorzaken, stress-kwetsbaarheidsmodel, stemmingsstabilisatoren
    • Bijeenkomst 3
      Life-chart
    • Bijeenkomst 4
      Medicijnen, antidepressiva en antipsychotica
    • Bijeenkomst 5
      Herkenning van vroeg-symptomen, omgaan met het noodplan (signaleringsplan), beperken van gevolgen, zelfbindingscontract
    • Bijeenkomst 6
      De toekomst, evaluatie, kennismaking met de VMDB

    Doel van de cursus is voornamelijk de patiënt en betrokkene inzicht te geven in het ziektebeeld van MDS, zodat acceptatie mogelijk is. Daarnaast wordt ook de zelfredzaamheid bevorderd en de therapietrouw verhoogd, waardoor het risico voor terugval vermindert.

     

    Lees hier de gegevens over de dichtstbijzijnde cursus

     

     

     

    Bron: Vereniging voor Manisch Depressieven en Betrokkenen (VMDB)



     

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (5 Stemmen)
    Categorie:2.1:Live Chart
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Signaleringsplan
    Klik op de afbeelding om de link te volgen


    Signaleringsplan

     

     

     

     

     

     

    Een signaleringsplan heeft als doel ervoor te zorgen dat het optreden van een psychische crisis in de toekomst voorkomen wordt. Er is geen garantie op succes, maar de ervaring leert dat een signaleringsplan wel degelijk nut heeft bij het voorkomen van een eventuele nieuwe crisis.

    Een psychische crisis ontstaat meestal niet van het ene op het andere moment. Meestal zijn er een aantal dagen of weken vóór de crisis al signalen zichtbaar die erop wijzen dat een crisis dreigt. Deze signalen noemen we vroege voortekenen. Het kan hierbij gaan om veranderingen in uw denken, voelen en gedrag.

     

    Een voorbeeld kan helpen om dit te verduidelijken

    Sommige mensen voelen zich voorafgaand aan een crisis onrustiger worden, zij gaan slechter slapen en hebben minder eetlust. Zij gaan zich meer terugtrekken in hun eigen omgeving en voelen zich geïrriteerd wanneer anderen te dicht in hun buurt komen. Deze vroege voortekenen kunnen dus als een waarschuwingssignaal worden opgevat. U kunt er dan aan denken om in overleg met uw hulpverlener beschermende maatregelen te nemen zodat erger voorkomen wordt.

    Wanneer vroege voortekenen optreden is het in ieder geval belangrijk om overleg te voeren met uw hulpverlener. Samen met hem of haar kunt u dan vaststellen wat er het beste gedaan kan worden om uw evenwicht weer te herstellen. Om goed voorbereid te zijn op een dreigende crisis kan uw hulpverlener met u een aantal acties vastleggen. Dit actieplan maakt deel uit van het signaleringsplan.

     

    Het ontstaan van een crisis wordt gezien als een stijgende lijn

    Het doel van het werken met een signaleringsplan is om te proberen het niet zo ver te laten komen. Het is belangrijk alert te zijn op het optreden van vroege voortekenen die een dreigende crisis aankondigen. Wanneer deze vroege voortekenen tijdig gesignaleerd worden kunnen acties ondernomen worden om een crisis te voorkomen.

    Met deze acties kan het oorspronkelijke evenwicht weer hersteld worden.

     

    Het kan erg nuttig zijn wanneer ook familieleden en/of andere mensen in uw omgeving bij het werken met een signaleringsplan worden betrokken. Zij kunnen goede hulp bieden. Zij worden echter alleen gevraagd een bijdrage te leveren wanneer u hiervoor toestemming verleent.

     

    Vroege voortekenen

    U kunt eventueel samen met uw hulpverlener (en eventueel uw familieleden) een schema opstellen van uw vroege voortekenen. Omdat de vroege voortekenen van persoon tot persoon nogal kunnen verschillen, is het nodig het schema van voortekenen helemaal op uw situatie af te stemmen.

     

     

    Het actieplan

    Met uw hulpverlener stelt u een actieplan op. Hierin staan acties geformuleerd die uitgevoerd kunnen worden wanneer vroege voortekenen optreden en er een crisis dreigt. Nogmaals: het opstellen van het signaleringsplan kunt u in nauwe samenwerking doen met uw hulpverlener en - indien u akkoord gaat - met eventuele familieleden of andere mensen uit uw omgeving.

    Het resultaat is een op papier uitgewerkt signaleringsplan. Het kan voor u een ondersteuning zijn om in de toekomst adequaat met een dreigende crisis om te gaan. In het signaleringsplan staan de waarschuwingssignalen beschreven en tevens wat u het beste kunt doen wanneer een crisis dreigt. Het kan hier gaan om acties die door uzelf kunnen worden uitgevoerd, maar ook om acties die u van mensen in uw omgeving mag verwachten. Zo worden verantwoordelijkheden duidelijk vastgelegd. Het doel is om te komen tot een signaleringsplan dat helemaal aangepast is aan uw eigen situatie. Het is daarom belangrijk dat uzelf de regie in handen houdt. Het moet immers een plan zijn dat voor u bruikbaar is!

    Veel succes met het werken met uw signaleringsplan!

     

    Het doel van een signaleringsplan is om inzicht te krijgen in jezelf.

    In het ontstaan en voorkomen van een crisissituatie 

    • Bij "normaal / stabiel" kunt u invullen wat u zoal dagelijks doet als het goed met u gaat. Bv. ... uur sta ik op, ik eet 3 x per dag, doe boodschappen, geregeld contact met mensen, hobby etc.
    • Bij in "lichte mate, voortekenen" kunt u invullen als bovenstaande niet meer lukt, uw stemming wordt somberder etc.
    • Bij in  "ernstige mate: crisis"  kunt u invullen hoe het met u gaat als het slecht met u gaat, wat u dan doet en denkt, etc.  

     

     

    NORMAAL/          
    STABIEL
    IN LICHTE MATE:  
    Voortekenen
    IN ERNSTIGE MATE:
    CRISIS
    1
    2
    3 etc.

     

    • Bij "wat zijn aanleidingen" kunt u invullen wanneer en/of waardoor het minder goed met u kan gaan. Bv. spanning, teleurstelling, ruzie etc.

     

     

      WAT ZIJN AANLEIDINGEN

     

     

     

     

     

    • onderstaande kunt u invullen wat u zelf of een ander kan doen zodat het weer beter met u gaat in plaats van steeds slechter. Bv. welke afleiding, bespreken met hulpverlener etc.  

     

     

    ACTIES BIJ HET OPTREDEN VAN (VOOR)TEKENEN VAN CRISIS

     

    Wat kan ik zelf doen? 
    Wat kan een ander doen?
    1
    2
    3 etc.

     

      

     

     

     

    Wilt u informatie over,

    en/of ondersteuning

    bij het opstellen van het signaleringsplan?


    Stuur even een mailtje!






     



    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (18 Stemmen)
    Categorie:2.0:Signaleringsplan
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Second opinion


    Second opinion betekent letterlijk 'tweede mening'

     

     

     

    Het raadplegen van een tweede arts zou, net als in de somatische zorg, toch de gewoonste zaak van de wereld moeten worden. In de psychiatrie is het helaas nog niet zo gebruikelijk  Het gebeurt te weinig, ook als er bij ervaren artsen wel eens twijfel bestaat over de juistheid van een diagnose of behandeling. Waarom dan niet een collega om zijn mening gevraagd? Toch altijd beter dan dat er vaak te lang wordt doorgegaan met een behandeling zonder succes? Iedereen heeft baat bij een second opinion, hetzij dat dezelfde diagnose/ behandeling gesteld wordt, hetzij er een andere diagnose/behandeling wordt gesteld. De oorspronkelijke mening kan ondersteund worden en iedereen begrijpt beter dat de ingeslagen weg goed is en voortgezet kan worden.

    In het andere geval kan de 2e meninggever een advies geven dat een ander licht op de zaak werpt, waardoor een eventuele impasse doorbroken kan worden. Het gewenste resultaat is immers het belang van de cliënt, dat het beter gaat met de cliënt. Wat immers ook het belang is van de behandelaar. 

     

     

    Over een second opinion staat officieel niet veel op papier.

    Hoe gaat dat in zijn werk?

    Wie mag dat aanvragen?

    Wat als er geen diagnose is?

    Of als een behandelaar daar niet aan mee wil werken?

     

    Een second opinion kan aangevraagd worden door de behandelaar, de cliënt of betrokkenen.

     

    Enkele redenen voor een second opinion

    • De cliënt of betrokkenen kunnen zich niet vinden in de diagnose.
    • Als men niet tevreden is over het behandelplan en/of de lopende behandeling.
    • Medicatie blijft onveranderd en het resultaat en het toekomstperspectief is daardoor duidelijk niet bevredigend.
    • De client en betrokkenen vragen zich af of er niet meer diverse of nieuw ontwikkelde behandelmogelijkheden zijn die passend zijn voor de verbetering van de kwaliteit van leven. Te weten voor dagbesteding, begeleiding of therapievorm.
    • Er is verschil van opvatting dat er verder niets meer gedaan kan worden.

     

     

    Als u het niet eens bent met gestelde diagnose of een beslissing van uw hulpverlener, kunt u dus advies vragen aan een andere hulpverlener. U kunt dit doen om zekerheid te krijgen over de juistheid van de bij u geconstateerde problematiek en/of de hulpverlening die u krijgt. U kunt ook een second opinion aanvragen als u bijvoorbeeld geen hulpverlening krijgt of de hulpverlening tegen uw zin wordt beëindigd. Het beste kunt u uw twijfels met de hulpverlener bespreken voordat u een second opinion aanvraagt. U bent niet verplicht uw hulpverlener te vertellen dat u dat gaat doen. Wie een second opinion vraagt kan de first opinion ook geheim houden.

    Zo is deze niet bevooroordeeld en dus ook objectief. Behandelaars vallen elkaar niet graag af, en ook zij zijn beïnvloedbaar. Twee artsen weten meer dan een, daarom ook geen teken van wantrouwen. Vanzelfsprekend probeer je iemand te vinden die gespecialiseerd is op het terrein waar je problemen hebt. Sommige GGZ Instellingen zijn gespecialiseerd in speciale behandelmethoden.

     

     

    De second opinion wordt verleend door een psychiater van een andere GGZ instelling.

    Het is gebruikelijk dat de hulpverlener dan van te voren alle relevante medische informatie beschikbaar stelt. Hiervoor is schriftelijke toestemming van de cliënt verplicht. Het is gebruikelijk dat de 2e meninggever de inhoud van de rapportage, met daarin de bevindingen, eerst in detail met de cliënt / betrokkenen wordt besproken, er is altijd recht op inzage en een kopie.

    De second opinion wordt afgesloten met een brief die dan aan de oorspronkelijke behandelaar wordt gestuurd.

    Er gaat ook een afschrift naar de huisarts. De gegevens worden dan na de second opinion vernietigd. Uit een second opinion volgt geen behandeling, uitsluitend een behandelingsadvies

    Meent een behandelaar dat een second opinion niet kan of zelfs juridisch verboden is, dan heeft hij het mis. De wetgever is daarover heel duidelijk, onder meer in de Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO).

     

     

    U kunt de zorgverzekering, het IKG (Informatie- en Klachtenbureau Gezondheidszorg) of de huisarts vragen om advies.

     

    Aan de second opinion zijn geen kosten verbonden. Zelfs als dat zonder verwijzing van de behandelaar gebeurt. Informeer van tevoren bij uw zorgverzekeraar of dat ook voor u geldt.



     



    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (5 Stemmen)
    Categorie:1.8:Second opinion
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dubbele Diagnose


    Dubbele Diagnose

     

     

     

     

      Mensen met een dubbele diagnose kampen met een verslavingsprobleem in combinatie met een psychiatrische stoornis. Het misbruik van middelen en de psychiatrische stoornis versterken elkaar en bemoeilijken de behandeling. De vraag welk probleem er als eerste was, is niet relevant. Feit is dat het gaat om zeer kwetsbare mensen die moeite hebben zich in de maatschappij staande te houden. Veel DD-cliënten zijn zorgmijders en verwaarlozen zichzelf.

      DD-cliënten hebben problemen op vrijwel alle levensgebieden: huisvesting, arbeid en inkomen, dagbesteding en relaties met familie en vrienden. In de behandeling gaat aandacht uit naar de psychiatrische klachten en de verslaving.

       

      Bron: Dubbele Diagnose Behandelcentrum

       

       

      Netwerk TV Uitzending

       

       

      Specialistische zorg:

       

       

      Expertisecentrum Dubbele Diagnose

      Altrecht Utrecht

      Bernard Lievegoed Bilthoven

      De Heen Halsteren

      Delta Poortugaal

      Dimence Zwolle

      Dijk en Duin Castricum

      GGZ Drenthe

      Kliniek Wolfheze

      Loodds Poortugaal

      Mentrum Amsterdam

      Novadic-Kentron Vught

      Palier

      Portaal 040 Eindhoven

      SolutionS

       

       

       

      tussen GGZ-wal en verslavingszorgschip

       

      "double trouble"

       

       

       

      Je zult maar verslaafd zijn en ook nog één of meer psychiatrische stoornissen hebben…

      Deze dubbele diagnose wordt sinds de jaren negentig van de vorige eeuw steeds vaker vastgesteld bij de groep problematische verslaafden. Maar nog altijd weten we nauwelijks hoe we deze categorie mensen het beste kunnen helpen. Vaak belanden ze tussen de wal en het schip van respectievelijk de psychiatrie en de verslavingszorg.

       

      De problematiek waarover we het hier hebben, wordt wel aangeduid met double trouble (dubbele problematiek) of met co-morbiditeit. Daarmee wordt bedoeld dat twee of meer psychiatrische of persoonlijkheidsstoornissen gelijktijdige aanwezig zijn. Daarbij is een van die stoornissen het gevolg van het problematisch gebruik van bepaalde middelen. Anderen stellen dat ‘dubbele problematiek’ eigenlijk een te eenvoudige voorstelling is. Het gaat om multimorbiditeit: de betreffende personen namelijk vaak ook last van lichamelijke aandoeningen zoals HIV en hepatitis-C-infecties, en van sociale stoornissen, zoals familieproblemen, werkloosheid, detentie en dakloosheid.

       

      Kip of ei?

      Wat was er eerst: de verslaving of de psychiatrische stoornis? De wetenschap kan op dit moment daarover nog geen definitief uitsluitsel geven. Verslaving beïnvloedt een psychiatrische stoornis en omgekeerd is dat ook het geval. Wat wel bekend is, is dat het hebben van psychiatrische en persoonlijkheidsstoornissen de kwetsbaarheid voor stoornissen als gevolg van alcohol- of druggebruik vergroot. Omgekeerd kunnen alcohol- en druggebruik de psychiatrische stoornissen verergeren. Juist wanneer bepaalde middelen worden gebruikt om symptomen van psychiatrische stoornis(sen) te verzachten, ligt verslaving op de loer. Soms lijkt er sprake te zijn een gelijktijdige diagnose van het misbruik van bepaalde middelen en psychiatrische stoornissen, zonder dat er sprake is van een oorzakelijke relatie tussen de twee.

      Bij druggebruikers is vaker sprake van slaapstoornissen als gevolg van depressies, angststoornissen en psychosen en van agressief of gewelddadig gedrag dat wijst op antisociale, psychopathische of paranoïde persoonlijkheidsstoornissen.

       

      Diagnose

      Het stellen van een goede diagnose is nog niet zo eenvoudig. Bij verslaafden aan drugs overheerst het druggebruik en het gedrag dat daarbij hoort en worden de symptomen van een psychiatrische stoornis als het ware gemaskeerd. Bovendien lijken soms bepaalde psychiatrische symptomen, als gevolg van misbruik van middelen, heel erg op psychiatrische stoornissen. Diagnosticeren is dus niet eenvoudig maar met behulp van bepaalde instrumenten, met name de in de verslavingszorg veel gebruikte Addiction Severity Index (ASI), is het mogelijk om zeven onderscheiden gebieden – gezondheid; arbeid, opleiding en inkomen; alcoholgebruik; drugsgebruik; contact met justitie en politie; familie en sociale relaties; en psychische klachten – de problemen te meten. “De medisch-technische kant is meestal niet zo moeilijk. Er zijn duidelijke richtlijnen voor hoe je kunt diagnosticeren en handelen”, zegt Els Noorlander, verslavingspsychiater van

      ‘De Loodds’, een dubbeldiagnoseafdeling met in totaal dertig bedden dat onderdeel is van het Deltaziekenhuis in Poortugaal. Noorlander ziet de problemen eerder op een ander vlak liggen:

      “Het echte probleem is dat de dubbeldiagnose problematiek door de politiek primair vanuit een overlastperspectief wordt bezien. Dus je moet bij alles wat je doet heel nadrukkelijk rekening houden met de gevoelens die leven in en de eisen die gesteld worden vanuit de omgeving. Als iemand niet wil meewerken aan het minstens tijdelijk staken van het gebruik van bij voorbeeld cocaïne, alcohol en cannabis kun je waarschijnlijk geen goede diagnose stellen. Maar omgeving en politiek eisen toch van je dat je de patiënt gaat behandelen om ervoor te zorgen dat hij minder lastig wordt. De kans dat dat lukt is natuurlijk klein.”

       

      Kennistekort

      Noorlander signaleert een groot kennistekort in de psychiatrie ten aanzien van verslavingsproblematiek. “Verslaafden gedragen zich niet als reguliere psychiatrische patiënten. En dat is natuurlijk lastig. Hulpverleners, afkomstig vanuit de verslavingszorg, weten vaak beter hoe ze met het gedrag van personen met dubbeldiagnose problemen om moeten gaan. Toch blijf je tegen het feit aanlopen dat psychiatrie ten diepste voor haar hulpverlening de verslavingszorg niet nodig denkt te hebbent, maar dat dat andersom wel het geval is. Verslavingszorg bedelt nog vaak bij de psychiatrie. Pas als de psychiatrie er zelf voordeel aan kan behalen, wil ze de verslavingszorg echt van dienst zijn.”

       

      Wat moet er gebeuren?

      Wie voelt zich verantwoordelijk voor deze doelgroep? Verslavingszorg en psychiatrie hebben elkaar jarenlang de bal toegespeeld. Personeel dat werkzaam is in de psychiatrie weet in het algemeen weinig van verslavingsproblemen en personeel dat werkzaam is in de verslavingszorg weet op haar beurt in het algemeen weinig van de psychiatrie. Ook speelt dat de uitgangspunten van psychiatrie en verslavingszorg sterk van elkaar verschillen. Zo is de eerste is meer medisch, de tweede vaak meer psychosociaal georiënteerd.

      Samenwerken

      De Gezondheidsraad stelde vorig jaar vast dat de combinatie van psychiatrische stoornissen en verslaving de zorgbehoefte verder compliceert: “De geestelijke gezondheidszorg is op dit moment niet voldoende toegerust om deze moeilijk bereikbare patiënten zorg te bieden, al bestaan er wel initiatieven voor bemoeizorg”, aldus de Raad. Zij roept de psychiatrie en verslavingszorg op om meer samen te werken om patiënten met dubbele problematiek te kunnen helpen.

       

      Draaideursituatie

      Ook het EMCDDA – het Europees Monitoringscentrum in Lissabon dat informatie over druggebruik en verslaving in de landen van de Europese Unie verzamelt – onderkent de problemen. Ze schrijft in haar recente jaarrapport over 2004: “Zorgverlenende en behandelende instanties meestal niet adequaat zijn toegerust om op de diagnostische en behandelbehoeften van deze groep cliënten in te spelen, waardoor zij het totale problemencomplex van cliënten over het hoofd zien en/of niet in staat zijn om daarop te reageren. Hierdoor ontstaat vaak een ‘draaideursituatie’ waarbij personen die dringend behandeling nodig hebben van de ene hulpverlenende instan-tie naar de andere worden doorverwezen, terwijl hun situatie steeds verder verslechtert. De doelgroep die het betreft heeft vaak weinig tot geen ziekteinzicht en is vaak ook niet gemotiveerd om wat aan hun situatie te doen en vermijden zoveel mogelijk de zorg.

       

      Overlast

      Volgens Els Noorlander wordt op de diverse dubbeldiagnose afdelingen nog veel ‘geploeterd’.

       “Het gaat om afdelingen die qua aantal bedden meestal te klein zijn om kunnen differentiëren binnen de doelgroep, maar wel verschillende groepen patiënten moeten bedienen. Je moet als dubbeldiagnoseafdeling dan ook direct vanaf het begin heel duidelijk definiëren wat je wel kunt en wat je niet kunt. Het gaat vaak om patiënten die niets willen, maar er via allerhande maatregelen, BOPZ of anderszins, terecht komen vanwege de overlast die ze in de samenleving veroorzaken. Medewerkers op die afdelingen hebben vaak geen handvatten wat ze met deze doelgroep kunnen beginnen. Aan de andere kant zijn er ook dubbeldiagnose patiënten die serieus iets aan hun leven willen veranderen. Die beide categorieën zijn slecht te combineren.”

       

      Terugval

      Als cliënten met een dubbeldiagnose dan op enig moment opgenomen zijn in een behandelomgeving, vraagt dat dus nog al het een en ander aan expertise en geduld van de hulpverleners. Standaardbehandelingen werken bij deze doelgroep niet. De cliënten zijn door hun emotionele instabiliteit nogal eens agressief en verstoren daarmee regelmatig het behandelproces. Het zich houden aan afspraken is ook niet hun sterkste punt. Behandelingen worden vaak vroegtijdig afgebroken, terugval in gebruik van middelen is hoog. “Door een gebrek aan follow-up en nazorg zijn de terugvalpercentages hoog, en zowel de psychische als verslavingsstoornissen krijgen vaak een chronisch karakter. Aan de andere kant hebben cliënten vaak negatieve ervaringen met de hulpverlening gehad waardoor zij terughoudend zijn of weigeren om een behandeling te ondergaan”, aldus het EMCDDA.

       

      Multidisciplinair

      Omdat de problematiek op diverse niveaus ligt, dient de hulpverlening daarop ingericht te zijn. ‘Multidisciplinair’ is het toverwoord. Hulpverlening aan cliënten vanwege een verslavingsprobleem en hulpverlening vanwege een psychiatrische stoornis kunnen achtereenvolgens, gelijktijdig (parallel) of geïntegreerd plaatsvinden. De laatste werkwijze lijkt de meest wenselijke, maar is tevens de meest veeleisende. Onbekend is echter hoe en zo ja, met welk resultaat, zo’n geïntegreerde aanpak zou moeten gerealiseerd worden. Het zogenaamde ‘casemanagement’ lijkt hier de beste papieren te hebben. Bij deze vorm van aanpak wordt de zorg aan de cliënt door de verschillende vormen van hulpverlening gecoördineerd en gewaarborgd door een casemanager.

      “In Luxemburg en in Nederland onderkennen beide beroepsgroepen tegenwoordig dat casemanagement de meest effectieve methode is voor de behandeling van patiënten met een dubbele diagnose”, schrijft de EMCDDA in zijn rapport. “maar een dergelijke aanpak is duur en tijdsintensief en vereist speciale beroepsmatige vaardigheden.”

       

      Differentiëren

      Els Noorlander benadrukt het belang van het differentiëren bij de doelgroep: “Je hebt te maken met mensen die willen worden opgenomen en willen afkicken maar ook met cliënten die willen blijven doorgebruiken. Deze laatste groep kan bij ons tijdelijk terecht op een van onze subafdelingen waarbij er verwacht wordt dat ze tijdens de opname niet gebruiken. Een andere afdeling is echt drugsvrij en bedoeld voor mensen die ook drugsvrij willen blijven Een derde afdeling is voor mensen die zulke enorme problemen hebben dat ze niet bij de andere afdelingen kunnen meedraaien en bij wie gebruik soms tijdelijk moet worden getolereerd omdat andere ernstige problemen eerst opgelost moeten worden. Als je zulke groepen kunt scheiden komen ze allemaal tot hun recht. Voorop staat bij ons dat de mensen welkom zijn en dat beide probleemgebieden, zowel de verslaving als de psychiatrische stoornis, serieus worden genomen. We hebben nu een dagprogramma dat voor alle afdelingen weliswaar verschillend, maar steeds verplicht is. Ik ken namelijk geen enkel ziektebeeld dat beter wordt van stilzitten en jammeren. Ook houden we zeer regelmatig urinecontroles. Ik wil graag weten hoe de zaken er voor staan.”

       

      Huisvesting

      Noorlander is tevreden over het behandelprogramma zoals dat nu functioneert. Waar volgens haar echter nog echt een bottleneck zit, is de huisvesting na de behandeling. “Als cliënten blijven doorgebruiken, komen ze sowieso niet in aanmerking voor een aantal specifieke vervolgvoorzieningen. Maar ook de mensen die clean het behandelprogramma verlaten lopen er tegenaan dat er voor hen geen huizen of beschermde woonvormen beschikbaar zijn. Een sociaal pension is vaak het enige haalbare. Maar daar wordt nu juist weer enorm gebruikt. Dan zijn ze snel weer terug bij af.” Noorlander pleit voor meer sociale pensions. “Als het dan uit de hand loopt, dan kunnen ze weer bij ons terecht. En als ze weer stabiel zijn, het liefst weer bij het Sociaal Pension. Dan houd je de ketenzorg draaiende”.

       

      Verandering van denken

      De conclusie kan niet anders zijn dan dat cliënten met een dubbeldiagnose een vorm van hulpverlening nodig hebben die aansluit bij de zeer diverse problemen waarmee zij kampen én die gedurende langere tijd aan hen aangeboden kan worden. Dat gaat weliswaar in tegen de trend van steeds kortere, en dan ook nog het liefst ambulante behandelingen, maar de verslaafde als ook de maatschappij is erbij gebaat dat aan deze groep mensen goede zorg wordt geboden.

      Dat vraagt om een verandering van denken in zowel de psychiatrie als in de verslavingszorg.

       

      Bron: De Hoop Magazine

       


       



    Reageer (2)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (8 Stemmen)
    Categorie:1.7:Dubb. diagnose
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nazorg



    Nazorg

     

     

     

     

    Ø      Aanbod  

     

     

    Flexibel en gevarieerd aanbod voor nazorg

    De instelling is verantwoordelijk voor het realiseren van de nazorg. Indien nazorg niet door andere instellingen geboden wordt, moet de instelling zelf nazorg bieden.

    Informatie over de mogelijkheden voor nazorg

    De hulpverlener informeert de cliënt over de keuzemogelijkheden aan nazorg.

    Instemming cliënt welke nazorg

    De cliënt bepaalt welke nazorg hij/zij nodig heeft.

    Informatie lotgenotencontact

    De instelling geeft tevens informatie over zelfhulpgroepen of lotgenotencontacten.

     

     

    Ø      Begeleiding    

     

     

    Aandacht voor maatschappelijke participatie in de nazorg

    Begeleiding in het traject naar maarschappelijke participatie es een belangrijk onderdeel van nazorg.

    Heldere afspraken over de begeleiding

    Er worden heldere afspraken gemaakt tussen cliënt en hulpverlener, bijvoorbeeld over een jaarlijkse evaluatie van de stand van zaken.

     


     


    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:1.5:Kwaliteitscriteria
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Afsluiting zorg



    Afsluiting en uitkomsten van behandeling

     

     

     

     

    Ø    Eindevaluatie hulpverlening behandeling

     

     

    Inbreng cliënt bij eindevaluatie

    Bij de eindevaluatie van de hulpverlening wordt het plan mede getoetst aan de hand van de mening, opmerkingen en wensen van de cliënt.

    Instemming cliënt

    De hulpverlener maakt een helder en voor de cliënt begrijpelijk verslag De cliënt stemt hiermee schriftelijk in.

     

     

    Ø      Uitkomsten van de behandeling 

     

     

    Vermindering van klachten

    De cliënt is van mening dat de behandeling heeft bijgedragen aan het verminderen van de klachten waarvoor de cliënt in behandeling is gekomen.

    Zelfredzaamheid is vergroot

    De kracht en het vermogen van de cliënt om zelfstandig te functioneren zijn toegenomen.

    Weerbaarheid en mondigheid toegenomen

    De cliënt is mondiger en weerbaarder geworden, kan voor zichzelf opkomen en neemt eigen beslissingen.

    Zelfstandigheid is toegenomen

    De cliënt is in staat zich zelfstandiger te handhaven op gebieden als wonen, werken, dagbesteding, financiën, relaties en dergelijke.

     

     

    Ø      Afsluiting behandeling 

     

     

    Instemming cliënt

    De cliënt stemt schriftelijk in met de afsluiting van de behandeling.

    Toestemming voor informatieoverdracht

    De cliënt geeft schriftelijk toestemming voor een eventuele verwijzing en de overdracht van gegevens

    Nazorg is geregeld

    De behandeling wordt pas afgesloten als de nazorg is geregeld

     


     



    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:1.5:Kwaliteitscriteria
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Behandeling



    Fase van uitvoering van activiteiten

     

     

     

     

    Ø     Behandelplan 

     

     

    Informatie over de behandeling

    De hulpverlener informeert de cliënt over de behandeling, de mogelijkheden aan therapievormen en zorg, medicatie (eventuele bijwerkingen),en over mogelijke alternatieve vormen van hulp.

    Keuze van (sekse) en verandering van hulpverlener

    De cliënt moet de voorkeur voor een hulpverlener of begeleider kunnen uiten. Cliënten moeten kunnen kiezen voor een man of vrouw als hulpverlener en indien nodig van hulpverlener kunnen veranderen.

    Inspraak behandeling / therapie

    De cliënt krijgt de ruimte om wensen en doelen wat betreft de behandeling kenbaar te maken. De hulpverlener en cliënt stellen in onderling overleg zijn / haar behandelplan op.

    Mogelijkheid tot laten bijstaan

    De cliënt krijgt ruimte om wensen en doelen wat betreft de behandeling kenbaar te maken en kan zich hierbij laten bijstaan door een ervaringsdeskundige.

    Zelfbeschikking begeleidingsplan

    De cliënt stelt, indien hij / zij dat wenst, zelf zijn / haar begeleidingplan op.

    Helder behandelplan

    Het behandelplan is opgesteld in voor de cliënt begrijpelijke taal.

    Instemming cliënt

    De cliënt dient schriftelijk in te stemmen met het behandelplan of met eventuele wijzigingen.

    Inzagerecht dossier

    Cliënten hebben conform de privacywetgeving inzage in hun eigen dossier.

     

     

    Ø      Behandeling / Begeleiding 

     

     

    Gevarieerd en flexibel aanbod aan behandeling / therapie

    De instelling biedt een gevarieerd en flexibel aanbod aan mogelijkheden van behandeling en therapieën.

    Alternatieven aanbod aanwezig

    Er zijn alternatieve vormen van behandeling / therapieën aanwezig.

    Verandering in therapie / behandeling is mogelijk

    De cliënt kan veranderen van hulp, indien de cliënt dit nodig of wenselijk vindt.

    Informatie herhaaldelijk beschikbaar

    De informatie over de zorg / behandeling, medicatie, (bij)werkingen, e,d, wordt tijdens de behandeling herhaaldelijk gegeven.

     

     

    Ø    Professionaliteit personeel 

     

     

    Deskundigheid personeel (seksespecifieke en transculturele hulpverlening)

    De instelling zorgt voor deskundige en invoelende hulpverleners. De instelling zorgt ervoor dat het personeel seksespecifieke en transculturele deskundigheid bezit

    Deskundigheidsbevordering medewerkers

    De instelling zorgt voor training en deskundigheidsbevordering aan het personeel, waarbij gebruik gemaakt wordt van het bestaande scholingsaanbod zoals dat ontwikkeld is door cliënten, zoals participatietraining, cliënt als docent.

    Waarborging continuïteit van personeel

    De continuïteit van de hulpverlening is gewaarborgd, de instelling zorgt ervoor dat er niet onnodig veel invalkrachten zijn. Indien er sprake is van wisseling van hulpverleners wordt de cliënt hierover vooraf ingelicht en garandeert de instelling de deskundigheid van een invaller.

    Inspraak van cliëntenraad bij aannamebeleid

    Bij het aannamebeleid van de instelling bij de functies die van wezenlijk belang zijn voor cliënten, neemt een vertegenwoordiger namens de cliënten deel aan de sollicitatiecommissie.

    Ervaringsdeskundigheid als positief selectiecriterium

    Ervaringsdeskundigheid is in het aannamebeleid van de instelling een positief selectiecriterium.

     

     

    Ø      Ruimte voor ervaringsdeskundigheid

     

     

    Benutten van ervaringsdeskundigheid

    De ervaringsdeskundigheid van de cliënt wordt benut tijdens de hulpverlening.

    Vergroting van de weerbaarheid en mondigheid

    De hulp is erop gericht om de zelfredzaamheid van de cliënt te stimuleren. De cliënt wordt in staat gesteld zich zelfstandig te handhaven op de verschillende levensgebieden zoals wonen, werken, financiën, dagbesteding, relaties, en dergelijke.

    Aandacht voor sterke kanten

    De hulpverlener heeft oog voor de sterke en positieve kanten van de cliënt en benut de mogelijkheden en vaardigheden van de cliënt.

    Stimuleren cliëntgestuurde projecten

    De instellingen ondersteunen de cliëntgestuurde projecten, zoals arbeidsrehabilitatie, consumerrun, lotgenotencontact, en dergelijke.

     

     

    Ø      Tussentijdse evaluatie behandeling / begeleiding

     

     

    Regelmatige evaluatie

    De behandeling wordt tussentijds geëvalueerd op vaste tijdstippen, bijvoorbeeld na zes weken bij kortdurende behandeling en drie maanden bij langdurige behandeling.

    Inspraak van cliënt

    Bij de tussentijdse evaluatie van de hulpverlening wordt het plan en vastgestelde behandeldoelen en de behandelrelatie mede getoetst aan de hand van de meningen, opmerkingen en wensen van de cliënt. Hierbij wordt het toekomstperspectief en de wensen rondom nazorg expliciet meegenomen (verleden, heden en toekomst)

    Aandacht voor positieve zaken

    In de evaluatie is er ook aandacht voor die zaken die wel goed gaan en bereikt zijn.

    Actieve houding wat betreft de wensen en behoefte van cliënt

    De hulpverlener geeft de cliënt ruimte diens mening en wensen kenbaar te maken.

    Instemming cliënt bij bijstelling behandeling

    Als het nodig is dat het plan wordt bijgesteld, gebeurt dit met (schriftelijke) instemming van de cliënt.

     

     

    Ø      Wonen / verblijf 

     

     

    Flexibel en gevarieerd woonaanbod

    De intramurale instellingen bieden een gevarieerd en flexibel aanbod aan wonen, dagbesteding, recreatie sociaal netwerkbegeleiding en financiële begeleiding.

    Scheiding wonen en behandelen

    De behandeling wordt gescheiden van de woonvoorziening gegeven.

    Woonrecht

    De instelling streeft ernaar om mensen die langdurig verblijven in de instelling woonrecht te bieden.

    Stimuleren tot reïntegratie

    De instellingen streven ernaar om mensen die langdurig verblijven in de instelling, begeleiding te bieden in het reïntegratieproces (bijvoorbeeld woonbegeleiding).

    Somatische zorg aanwezig

    Cliënten krijgen deskundige somatische zorg indien nodig.

    Mogelijkheid tot privacy

    De intramurale instellingen garanderen de privacy van cliënten. Bijvoorbeeld de mogelijkheid hebben om je terug te trekken met je eigen partner.

    Veiligheid gewaarborgd

    De instellingen garanderen de veiligheid van cliënten.

    Met betrekking tot de veiligheid op de afdeling of woonvorm:

    - respecteren de hulpverleners en de cliënten de algemene omgangsvormen en de fatsoensnormen;                                                   

    - zijn ze samen verantwoordelijk voor de sfeer/sociale veiligheid;

    - ontwikkelen ze met elkaar beleid op het gebied van de sociale veiligheid;

    zijn ze actief betrokken bij het waarborgen en bewaken van de sfeer en de sociale veiligheid (geen geweld en agressie). Leiding en hulpverleners vervullen hierbij een voortrekkersrol.

    De cliëntenraad toetst en onderneemt zo nodig stappen.

     


     



    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:1.5:Kwaliteitscriteria
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Intake - Begin



    De toegang tot de voorziening

     

     

     

     

    Ø      INFORMATIE

     

     

    Volledige informatie

    De instelling zorgt ervoor dat de cliënten alle informatie krijgen die van belang is voor hun situatie.

    Specifieke informatie

    Voor de verschillende sectoren en afdelingen wordt de specifieke informatie verstrekt.

    De cliënt ontvangt de huis- en instellingsregels of wordt er op attent gemaakt.                         

    Beschikbaar

    De genoemde informatie is op schrift gemakkelijk voor de cliënt beschikbaar en er is sprake van regelmatige herhaling, indien nodig.

    Afgestemd op de cliënt

    De informatie is samen met de cliëntenraad ontwikkeld en is afgestemd op de cliënt die de informatie nodig heeft.

    Begrijpelijk

    De instelling verschaft informatie die toegankelijk is voor mensen die een andere taal dan Nederlands spreken of minder gewend zijn informatie te lezen. De informatie is (zo mogelijk) toegankelijk voor mensen met een auditieve of visuele handicap

     

     

    Ø    TOEGANKELIJKHEID

     

     

    Bereikbaar

    De locaties van de instelling bevinden zich op een centrale locatie en zijn goed bereikbaar met het openbaar vervoer.

    Toegankelijk voor gehandicapten

    De instelling is goed bereikbaar en toegankelijk voor gehandicapten.

    Bereikbaarheid buiten kantooruren

    De instelling dient te regelen dat de instelling ook buiten kantooruren bereikbaar is voor mensen in een crisissituatie.

    Geen wachtlijsten en wachttijden

    De instelling heeft de inspanningsverplichting om de aangemelde cliënten in een zo kort mogelijke periode te woord te staan.

     

     

    Ø     INTAKE / PROBLEEMDEFINIËRING

     

     

    Actieve houding wat betreft de wensen van de cliënt

    De hulpverlener informeert bij de intake naar de wensen en verwachtingen van de cliënt en dient deze serieus te nemen. Als de hulpvraag van de cliënt niet duidelijk is, wordt de cliënt ondersteund bij het formuleren van de hulpvraag.

    Cliënt krijgt de tijd en de ruimte

    De hulpverlener biedt de cliënt de tijd en ruimte om zijn/haar wensen en verwachtingen kenbaar te maken.

    Cliënt kan bijgestaan worden

    Als de cliënt dat wenst kan hij/zij bij de indicatiestelling bijgestaan worden door een persoon naar eigen keuze. De cliënt krijgt vooraf te horen dat deze mogelijkheid er is.

    Afspraken over informatie-uitwisseling

    Wanneer de cliënt dat wenst, kunnen familieleden of andere naasten geïnformeerd worden over de situatie van de cliënt en eventueel bij de behandeling betrokken worden of optreden als zaakwaarnemer of vertegenwoordiger.

    Schriftelijke toestemming opvragen van informatie

    Zonder schriftelijke toestemming van de cliënt mag er geen informatie worden opgevraagd bij verwijzers of anderen.

    Bijstelling probleemdefiniëring

    Na verloop van tijd moet een tussentijdse bijstelling van de hulpvraag mogelijk zijn.

     

     

    Ø     ONDERZOEK / DIAGNOSESTELLING 

     

     

    Instemming cliënt

    Indien onderzoek nodig en gewenst is, vraagt de hulpverlener de cliënt hiervoor schriftelijk om toestemming.

    Recht op second opinion

    De cliënt heeft recht op een second opinion, dat wil zeggen dat de cliënt een behandelaar naar eigen keuze mag vragen om ook een diagnose te stellen.

    Analyse op alle levensgebieden

    De diagnose betreft het brede terrein van de verschillende levensgebieden waarop men problemen kan hebben.

    Verslag aan de cliënt

    Over de resultaten van het onderzoek wordt door de hulpverlener verslag uitgebracht aan de cliënt.

     

     

    Ø      INDICATIESTELLING / ZORGTOEWIJZING

     

     

    Aanbod van zorg is helder

    Het moet voor de cliënt helder en duidelijk zijn welke zorg de cliënt kan verwachten.

    Keuzemogelijkheid van zorg en instelling

    Er is sprake van een gevarieerd & flexibel aanbod van zorg waaruit de cliënt kan kiezen.

    Betrokkenheid bij indicatiestelling

    De cliënt heeft inspraak bij de invulling van de indicatiestelling en de uiteindelijke hulp die hij/zij ontvangt.

    Instemming cliënt

    De cliënt geeft schriftelijk zijn / haar instemming met de indicatiestelling en invulling van de behandeling.

     

     

    Ø      AFSTEMMING VAN DE ZORG

     

     

    Integraal aanbod

    Binnen de psychiatrie en de verslavingszorg is veelal sprake van problemen op verschillende levensgebieden, zoals huisvesting, financiën, opvoedingsproblemen, gezondheid. Cliënten moeten gebruik kunnen maken van zowel het aanbod in de verslavingszorg als het hulpaanbod in andere sectoren zoals de geestelijke gezondheidszorg of het maatschappelijk werk.

    Ketenkwaliteit

    Cliënten die een beroep doen op verschillende instellingen voor de (geestelijke) gezondheidszorg en de

    maatschappelijke dienstverlening dan wel op verschillende voorzieningen binnen één instelling, kunnen rekenen op samenwerking en een op elkaar afgestemd zorgaanbod. Een combinatie aan problemen (de zogeheten dubbele diagnose) zoals verslaving en psychische problemen, mag geen reden zijn om iemand niet in behandeling te nemen.

    Ketenregie

    Gedurende de behandeling is er één hulpverlener verantwoordelijk en aanspreekbaar voor de behandeling die de cliënt ontvangt

    Continuïteit van zorg

    De instelling zorgt ervoor dat er sprake is van continuïteit van zorg. De verschillende stappen en fasen in het hulpverleningsproces dienen op elkaar aan te sluiten. De instelling is verantwoordelijk voor een vervangend zorgaanbod als de hulp niet op elkaar aansluit en er wachtlijsten zijn.



     




    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:1.5:Kwaliteitscriteria
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De cliënt als individu



    De cliënt als individu

     

     

     

    Ø    RESPECTVOLLE BEJEGENING   

     

     

    Respect voor de cliënt als persoon

    De cliënt wordt behandeld als een uniek persoon met een eigen leven, niet als iemand met een stoornis

    Cliënt als mondig individu

    De cliënt wordt als een mondig en serieus te nemen persoon gezien.

    Vriendelijke en correcte houding

    De cliënt wordt vriendelijk en correct bejegend en te woord gestaan.

    Gelijkwaardigheid

    De cliënt wordt door de hulpverleners benaderd op voet van gelijkwaardigheid. Er is geen betutteling.

     

     

         Ø      EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID CLIËNT

     

     

    Zelfbeschikkingsrecht

    Uitgaande van de menselijke waardigheid wordt de persoonlijke autonomie en het (morele) zelfbeschikkingsrecht van cliënten gewaarborgd

    Stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid

    De eigen verantwoordelijkheid van de cliënt staat centraal, hetgeen inhoudt dat er een appèl op wordt gedaan.

    Ervaringsdeskundigheid

    De ervaringsdeskundigheid van de cliënt wordt benut tijdens de behandeling.

     

     

    Ø      MEDEZEGGENSCHAP 

     

     

    Inspraak op afdelings- en instellingsniveau zowel individueel als collectief via cliëntenraden

    De cliënten beschikken op afdelings-, instellingsniveau en binnen projecten individueel en als groep over meerdere mogelijkheden tot medezeggenschap.

    De taken en bevoegdheden van de cliëntenraad zijn vastgelegd

    De taken en bevoegdheden van de cliëntenraad zijn bedoeld als medebepaler van het beleid en als behartiger van de belangen van cliënten. Individuele cliënten worden in staat gesteld aan de cliëntenraad deel te nemen en om zowel binnen als buiten de instelling (plaatselijk, regionaal en landelijk) aan belangenbehartiging te doen.

    Ondersteuning van de cliëntenraad

    Om de belangenbehartiging door cliëntenraden mogelijk te maken is financiële, materiële en personele ondersteuning nodig.

     


     



    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:1.5:Kwaliteitscriteria
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kwaliteitscriteria vanuit cliëntenperspectief


    Kwaliteitscriteria vanuit cliëntenperspectief

     

     

     

     

      waaraan de geboden zorg moet voldoen

     

    zodat je kan spreken van

     

    kwalitatief goede zorg.

     

     

     

     

    Kwaliteitsnormen:

     

     

    In de onderliggende submenu's staan alle normen beschreven, gericht op de kwaliteit van de zorg, hoe het in de praktijk dus dient te gaan in de hulpverlening.

     

     

    Centraal uitgangspunt bij de kwaliteitscriteria is

    dat cliënten respectvol behandeld en bejegend worden.

    Cliënten zijn volwaardige burgers van deze samenleving

    en worden als zodanig benaderd.

     

     

     

    Wat is goede kwaliteit?

    Vaak is de beoordeling van de geboden zorg zeer individueel bepaald. Ieder mens is anders en dat betekent dat iedere cliënt andere zorg nodig heeft en daar andere eisen aan stelt. Over een aantal onderdelen van de zorg is duidelijk overeenstemming, zoals: wachtlijsten zouden er niet moeten zijn; de informatie moet goed en duidelijk zijn; mensen moeten voorlichting krijgen over de bijwerking van medicijnen. Andere normen zijn heel uitdrukkelijk vastgelegd in wetgeving zoals privacyregels. Maar er zijn ook normen die te vaag zijn om gelijk getoetst te kunnen worden.

    Een voorbeeld is de kwaliteitseis "dat de hulpverlener respectvol met de cliënt omgaat", bejegening. Iedereen zal dit een belangrijke kwaliteitseis vinden, maar is op zich geen concrete norm. Meestal betreft het meerdere aspecten waardoor het mogelijk wordt om eenduidig vast te stellen of hieraan voldaan wordt. Bijvoorbeeld: is er sprake van overleg; hoe worden meningsverschillen opgelost; wordt je behandeld als een kind; heb je het gevoel een nummer te zijn, etc.

     

    De indeling van de kwaliteitscriteria sluiten aan bij de verschillende fasen van de behandeling / begeleiding zoals die in de praktijk wordt geboden:

     

    De toegang tot de zorg:

    • Dit gaat over de aanmelding, de intakeprocedure, onderzoek,  diagnostiek, de indicatiestelling en de zorgtoewijzing.

     

    De uitvoering van de zorg:

    • Dit gaat over het behandelplan, de geboden zorg / behandeling, evaluatie, vervolgzorg en specifiek voor cliënten die 24 uur in de instelling verblijven het onderdeel wonen.

     

    De afsluiting en uitkomsten van de behandeling:

    • Dit gaat over eindevaluatie van de behandeling, uitkomsten van de behandeling, het ontslag en de nazorg.

     

     

    Ontwikkeling van de kwaliteitsnormen

    In opdracht van de stichting LPR, Cliëntenbond en GGZ-Nederland is er door het Verwey–Jonker Instituut in mei 2000 een integraal kwaliteitssysteem vanuit het cliëntenperspectief ontwikkeld. Voor het ontwikkelen van het kwaliteitssysteem vanuit het cliëntenperspectief zijn er interviews gehouden met verschillende sleutelfiguren van de cliëntenbeweging en de instellingen op het terrein van de geestelijke gezondheidszorg.

    Een belangrijk onderdeel van het kwaliteitssysteem zijn de kwaliteitsnormen waaraan de geboden zorg zou moeten voldoen. 

     

     

    Het Verwey-Jonker Instituut is een sociaal-wetenschappelijk onderzoeksinstituut.

    Het instituut doet onderzoek naar sociale vraagstukken. Drie perspectieven staan centraal in dit onderzoek: dat van burgers, instellingen en overheden.

    De uitkomsten van onderzoek zijn bruikbaar voor aanpassingen in het beleid van organisaties en overheden. Het instituut wil met behulp van onderzoek de sociale participatie van burgers bevorderen en bijdragen aan de aanpak van maatschappelijke problemen.

     

     

    In september 2004 is het kwaliteitssysteem, in samenwerking met Kwadraat, geëvalueerd en aangepast mede door suggesties van cliënten en cliëntenraden in de GGZ. Dit kan nu gebruikt worden niet alleen voor de geestelijke gezondheidszorg en beschermd wonen maar ook voor de verslavingszorg, dagactiviteitencentra en arbeidstrajecten en de maatschappelijke opvang.

     

     

     



    Reageer (4)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:1.5:Kwaliteitscriteria
    Share on Facebook


    Rondvraag / Poll
    U bezoekt deze site voor informatie over de GGZ, u bent ... (bedankt voor het invullen!)
    cliënt
    familie / betrokkene
    hulpverlener
    Bekijk resultaat


    De cliënt wordt behandeld als een uniek persoon met een eigen leven, niet als iemand met een stoornis. De cliënt wordt als een mondig en serieus te nemen persoon gezien. De cliënt wordt vriendelijk en correct bejegend en te woord gestaan.

    E-mail

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in het gastenboek


    Laatste commentaren
  • moncler (linmei49)
        op Behandelingen
  • cadwangy3 (cadwangy3)
        op Nazorg
  • buy viagra online illegal (Eftefeevisola)
        op Budgetregeling
  • whats a good personal loan website (Zheglovisola)
        op Budgetregeling
  • instalment loans (Zheglovisola)
        op Budgetregeling
  • viagra cheap mastercard jelly (Pashaisola)
        op Budgetregeling
  • viagra sale cheap uk (Pashaisola)
        op Budgetregeling
  • Fitness Omni (samsam)
        op Behandelingen
  • Fitness Omni (samsam)
        op Behandelingen
  • Fitness Omni (samsam45)
        op Behandelingen

  • Blog als favoriet !

    Startpagina !




    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.nl - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jou eigen blog!