Psychiatrie informatie


Ieder uur een ander item uit 1.5: Kwaliteitscriteria


Categorieën
  • 0.1:Welkom (1)
  • 0.2:Hulp zoeken (1)
  • 0.2:Lotgenoten (1)
  • 0.3:Soorten hulp (1)
  • 0.4:Behandelingen (6)
  • 0.5:Hulpverleners (1)
  • 0.6:Informatie over (1)
  • 0.7:Bejegening (1)
  • 0.8:Rechten (8)
  • 0.9:PVP (1)
  • 1.0:Cliëntenraad (2)
  • 1.1:Betrokkenen (7)
  • 1.2:FVP (1)
  • 1.3:Familieraad (1)
  • 1.4:Triadekaart (1)
  • 1.5:Kwaliteitscriteria (6)
  • 1.6:Diagnose (3)
  • 1.7:Dubb. diagnose (1)
  • 1.8:Second opinion (1)
  • 1.9:Behandelplan (2)
  • 2.0:Signaleringsplan (1)
  • 2.1:Live Chart (1)
  • 2.2:Crisisplan (1)
  • 2.3:G Schema (1)
  • 2.4:Crisiskaart (1)
  • 2.5:Suïcidepreventie (1)
  • 2.6:Psychische pijn (1)
  • 2.7:Klachtrecht (3)
  • 2.8:Nazorg (1)
  • 3.0:Verslavingszorg (1)
  • 3.1:Beschermd wonen (1)
  • 3.2:DAC (1)
  • 3.3:Cursus-Opleiding-Baan (ex)cliënt (1)
  • 3.4:Cliëntenbelangen Organisaties (1)
  • 3.5:HKZ (1)
  • 3.6:Beroepscodes (1)
  • 3.7:Zorgverzekering (1)
  • 3.8:PGB (1)
  • 3.9:Nieuws (1)
  • 4.0:Links (7)

  • Zoeken in blog


    Zoeken met Google



    Mijn favorieten
  • seniorennet.nl
  • GGZ Routeplanner


  • Psychiatrie informatie biedt informatie voor cliënten & betrokkenen over de mogelijkheden binnen de GGZ Geestelijke Gezondheidszorg
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wet Medisch Wetenschappelijk Onderzoek


    Wet Medisch Wetenschappelijk Onderzoek

     

    Inleiding

    De Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMO) heeft betrekking op wetenschappelijk onderzoek waarbij personen aan handelingen worden onderworpen of hen gedragsregels worden opgelegd. De WMO is van kracht sinds 1 december 1999.

     

     

    Doel WMO

    De WMO is tot stand gebracht om proefpersonen extra (rechts)bescherming te kunnen bieden:

    • de proefpersoon moet schriftelijk worden geïnformeerd over het onderzoek

    • een niet bij het onderzoek betrokken arts moet beschikbaar zijn om de proefpersoon te informeren

    • de proefpersoon moet schriftelijk toestemming geven voor deelname aan het onderzoek

    • er moet een verzekering zijn gesloten voor door het onderzoek ontstane schade van de proefpersoon

    • de wet stelt eisen aan de verplichte toetsing van het onderzoek

    • de wet stelt extra eisen aan onderzoek met kinderen en wilsonbekwame volwassene

     

     

    Medisch-ethische toets

    De overheid ziet erop toe dat onderzoek met mensen aan de wettelijke eisen voldoet.

    Er zijn hiervoor speciale medisch-ethische toetsingscommissies (METC’s) in het leven geroepen. Elk onderzoeksvoorstel moet vooraf door een dergelijke commissie zijn goedgekeurd om uitgevoerd te mogen worden. In bepaalde gevallen gaat de Centrale Commissie in Den Haag (CCMO) over de goedkeuring.

     

     

    Bron: Hulpgids VWS


     



    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:0.8:Rechten
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Patiëntenvertrouwenspersoon


    PVP - Patiëntenvertrouwenspersoon

     

    Stichting Patiëntenvertrouwenspersoon (PVP)

    De PVP heeft als doel om patiënten die zijn opgenomen in een algemeen psychiatrische ziekenhuis of op een psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis (PAAZ) advies en bijstand te verlenen bij de handhaving van hun rechten. De pvp geeft u informatie over uw rechten.

    De pvp is niet in dienst van het ziekenhuis, maar behoort tot een onafhankelijke, landelijke stichting en stelt zich partijdig op aan uw kant.

    De werkzaamheden van de pvp hebben een wettelijke basis in de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ) en het besluit patiëntenvertrouwens persoon BOPZ.

     

    Vragen en klachten over de ggz?

    Heeft u vragen of klachten waar u met uw behandelaars niet uitkomt, dan kunt u terecht bij de patiëntenvertrouwenspersoon (pvp).

    De pvp weet precies welke rechten en plichten u als client in de geestelijke gezondheidszorg heeft. Hij* kan u ook helpen met klachten over uw verblijf in een ggz-instelling, over de behandeling of behandelaars. De pvp behartigt uw belangen zoals u die zelf ziet, en doet niets zonder uw toestemming.

    Bovendien is de pvp onafhankelijk: hij werkt niet voor de instelling waar u behandeld wordt, maar voor de landelijke Stichting PVP.

     

    Welke vragen?

    U kunt alle vragen stellen die te maken hebben met uw rechten en plichten als cliënt in de geestelijke gezondheidszorg. De pvp zal u zo goed mogelijk informeren en adviseren.

     

    Veelgestelde vragen zijn:

    • kan ik andere medicijnen krijgen?

    • mag ik van de afdeling af?

    • kan ik ontslagen worden tegen mijn wil?

    • mag ik mijn dossier inzien?

     

    En welke klachten?

    U kunt bij de pvp terecht met klachten over uw verblijf, de behandeling en het behandelend team of arts. Vaak worden klachten opgelost door een gesprek met de hulpverleners. Dat kunt u samen met de pvp doen, of u kunt de pvp vragen het gesprek namens u te voeren. Maar u kunt ook een klacht indienen bij de klachtencommissie van de instelling. De pvp adviseert en helpt u bij iedere stap die daarvoor nodig is.

     

    Hoe maak ik een afspraak?

    U kunt de pvp bellen voor een afspraak, het telefoonnummer staat op deze folder en op de posters op de afdeling. U kunt hem ook op de afdeling ontmoeten, want daar komt hij regelmatig langs. U mag altijd contact met de pvp opnemen, ook onder therapietijd of als u gesepareerd bent.

     

    Hoe gaat zo’n gesprek met de pvp?

    De pvp luistert tijdens het gesprek naar uw vraag en kan misschien meteen antwoord geven. Zo niet, dan besluit u samen met de pvp wat hij gaat ondernemen om u te helpen. De pvp heeft een geheimhoudingsplicht, zonder uw toestemming praat hij niet met anderen over u.

     

     

    PVP Stichting Patiëntenvertrouwenspersoon Geestelijke Gezondheidszorg

    Voor meer informatie en bij klachten over de pvp:

    • F.C. Dondersstraat 9

    • 3572 JA Utrecht

    030-271 83 53

    www.pvp.nl

     

    MAART/2006 Folder PVP

     

    Informatie van de Stichting Patiëntenvertrouwenspersoon

     

    Ø      Gedwongen opname in het psychiatrisch ziekenhuis

     

    Ø      Klachten over het verblijf in het psychiatrisch ziekenhuis

     

    Ø      Ontslag en verlof uit het psychiatrisch ziekenhuis

     

    Ø      Uw rechten in het psychiatrisch ziekenhuis



     



    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:0.9:PVP
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cliëntenraad & Ondersteuner


    Cliëntenraad & Ondersteuner


    Medezeggenschap

    Sinds de Wet Medezeggenschap Cliënten in 1996 in werking trad, hebben cliënten van zorginstellingen recht op inspraak. Dit gebeurt via cliëntenraden. In een cliëntenraad kunnen cliënten en ex-cliënten zitten en in principe ook leden van patiëntenorganisaties en familieleden. Familieleden kunnen ook deel uitmaken van een afzonderlijke Familieraad. Een cliëntenraad kan gevraagd en ongevraagd adviezen uitbrengen. Bij beslissingen die direct gevolgen kunnen hebben voor cliënten, is toestemming nodig van de cliëntenraad. De zorgverlener mag een advies van een cliëntenraad niet zomaar naast zich neerleggen. Als de partijen er niet uitkomen, kan de Landelijke Geschillencommissie of zelfs de kantonrechter ingeschakeld worden.

     

    Ambtelijke ondersteuning / Ondersteuner

    Een ondersteuner werkt in opdracht van de cliëntenraad en assisteert bij de organisatorische

    en inhoudelijke kanten van het werk van de raad. Daardoor kan de cliëntenraad

    zijn werk zo goed mogelijk doen. Een ondersteuner is gericht op het

    bevorderen van het zelfstandig functioneren van de raad en stimuleert betrokkenen

    hierbij.

     

    Onafhankelijk

    Een belangrijk aandachtspunt is dat de onafhankelijkheid van de ondersteuner gewaarborgd is. Dit kan problemen opleveren als de ondersteuner niet via de LOC-LPR is aangesteld maar door de instelling zelf. De collegiale verhoudingen van de ondersteuner binnen de instelling kunnen een onafhankelijke blik vanuit cliëntenperspectief in de weg staan.

     

    Lees verder  

    Cliëntenraad en professionele ondersteuning  LOC-LPR

     

     

     

    Modelreglement cliëntenraad in de GGZ

     

     

    Artikel 2           Doelstelling van de cliëntenraad

     

    2.1.      

    Het doel van de cliëntenraad is om binnen het kader van de doelstellingen van de instelling de gemeenschappelijke belangen van de cliënten te behartigen.

     

    2.2.      

    De cliëntenraad bevordert naar vermogen de participatie, medezeggenschap en belangenbe­hartiging van cliënten, zodat cliënten zoveel mogelijk worden betrokken bij de gang van zaken in de eigen leef-, behandel- of begeleidingsomgeving, op de verschillende niveau's binnen de instelling.

     

     

    Artikel 3           Samenstelling en benoeming van de cliëntenraad

     

    3.1.      

    De cliëntenraad bestaat uit minimaal 3 leden en maximaal ... leden.

     

    3.2.      

    Lid van de cliëntenraad kunnen zijn:

    cliënten van de instelling;

    ex-cliënten van de instellingen (tot maximaal bijvoorbeeld een vierde van het aantal leden van de cli­ëntenraad).

    wettelijk vertegenwoordigers (tot een nader te bepalen aantal).

     

    3.3       

    Geen lid van de cliëntenraad kunnen zijn personen die werkzaam zijn bij de zorgaanbieder.

     

    3.4       

    De cliëntenraad is representatief voor de cliënten van de instelling en is in staat hun gemeen­schappe­lijke belangen te behartigen. Indien de cliëntenraad hieraan niet meer voldoet kan de zorgaanbieder de cliëntenraad (geheel of gedeeltelijk) ontbinden en met in achtne­ming van de  bepalingen van dit reglement opnieuw doen samenstellen.

     

    3.5       

    De eerste cliëntenraad wordt door de zorgaanbieder benoemd. Daarna vindt de samenstel­ling van de cliëntenraad plaats onder auspiciën van de cliëntenraad zelf: of door rechtstreekse verkiezingen of door coöptatie. Een en ander overeenkom­stig zijn huishoude­lijk reglement als bedoeld in artikel 5.

     

    3.6.      

    De leden van de cliëntenraad worden benoemd voor een periode van (bij voorkeur) twee jaar.  Zij zijn terstond voor dezelfde periode herbenoembaar (tot een maximum van bijvoorbeeld drie termijnen).

     

    3.7.      

    Ten behoeve van de continuïteit stelt de cliëntenraad een rooster van aftreden vast; daardoor­   kunnen de eerstbenoemde leden een van lid 6 afwijkende zittingsperiode hebben.

               

    3.8.      

    De cliëntenraad kan een lid uitsluiten van alle of bepaalde werkzaamheden van de cliënten­raad op grond van het feit dat betrokkene deze ernstig belemmert. Dit besluit vereist tweeder­de meerderheid van de zittende leden. De cliëntenraad doet daarvan mededeling aan de zorgaanbieder.

     

    3.9.      

    De cliëntenraad kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.

     

     

    Artikel 4          Huishoudelijk reglement

      

    4.1       

    In het huishoudelijk reglement regelt de cliëntenraad zijn werkwijze met inbegrip van zijn vertegenwoordiging in en buiten rechte.

     

    4.2       

    In het huishoudelijk reglement worden ten minste de volgende onderwerpen geregeld:

              -de benoemingsprocedure (coöptatie) dan wel de wijze van de verkiezing van de leden;

              -de taakverdeling binnen de cliëntenraad;

              -de werkwijze en de organisatie van de cliëntenraad:

                            .           de vertegenwoordiging in en buiten rechte;

                            .           overlegvormen;

                            .           de wijze van bijeenroepen van de cliëntenraad;

                            .           het vergaderschema;

                            .           het opstellen van de agenda en het notuleren van de vergadering;

                            .           de stemming in de vergadering;

                            .           het rooster van aftreden;

                            .           het beheer der financiën (waaronder de kascontrole);

                            .           het instellen van (advies)commissies en werkgroepen;

                            .           de procedure voor het opstellen van een werkplan en een jaarverslag, alsme­de voor het periodieke contact met de achterban.

     

    4.3       

    Van het instellen van een vaste commissie doet de cliëntenraad mededeling aan de zorgaan­bie­der.

     

     

     Artikel 5 De bevoegdheden van de cliëntenraad

     

    Toelichting:

    In dit artikel worden uitsluitend de wettelijke bevoegdheden van de cliëntenraad vermeld.

    De cliëntenraden die voor het van kracht worden van de WMCZ in 1996 al bestonden en bevoegdhe­den hadden die verder gingen dan de in deze wet geregelde, hebben die bevoegdheden behouden op grond van een overgangsbepaling in de wet. 

     

     

    5.1 

    Adviesbevoegdheid zonder mogelijkheid van beroep op de geschillencommissie

    De zorgaanbieder stelt de cliëntenraad in ieder geval in de gelegenheid advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit dat de instelling betreft, inzake:

    a. een wijziging van de doelstelling of de grondslag;

    b. het overdragen van de zeggenschap of fusie of het aangaan of verbreken van een duurza­me samenwerking met een andere instelling;

    c. de gehele of gedeeltelijke opheffing van de instelling, verhuizing of ingrijpende ver­bouwing;

    d. een belangrijke wijziging in de organisatie;

    e. een belangrijke inkrimping, uitbreiding of andere wijziging van de werkzaamheden;

    f.  het benoemen van personen die rechtstreeks de hoogste zeggenschap hebben over de leiding van arbeid in de instelling;

    g. de begroting en de jaarrekening;

    h. het algemene beleid inzake de toelating van cliënten en de beëindiging van de zorg­verle­ning aan cliënten;

     

    5.2

    Adviesbevoegdheid met de mogelijkheid van beroep op de geschillencommissie.       

    De zorgaanbieder stelt de cliëntenraad in de gelegenheid in ieder geval advies uit te brengen over elk door hem voorgenomen besluit dat de instelling betreft, inzake:

    a. voedingsaangelegenheden van algemene aard;

    b. het algemeen beleid op het gebied van de veiligheid;

    c. het algemeen beleid op het gebied van de gezondheid of de hygiëne;

    d. het algemeen beleid op het gebied van de geestelijke verzorging van en maatschap­pelijke bijstand aan cliënten;

    e. recreatiemogelijkheden en ontspanningsactiviteiten voor cliënten;

    f.  de systematische bewaking, beheersing of verbetering van de kwaliteit van de aan cliënten te verlenen zorg;

    g. de vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling van klachten van cli­nten en het aanwijzen van personen die belast worden met de behandeling van klachten van cliënten;

    h. wijziging van het cliënten­raadreglement);

    i.  de vaststelling of wijziging van andere voor cliënten geldende regelingen;

    k. het belasten van personen met de leiding van een onderdeel van de instelling, waarin geduren­de het etmaal zorg wordt verleend aan cliënten die in de regel lang­durig in de instelling verblij­ven.

     

    5.3

    Ongevraagd advies           

    De cliëntenraad is bevoegd de zorgaanbieder ook ongevraagd te adviseren inzake de in de artikelen 5.1 en 5.2 genoemde en andere onderwerpen die voor cliënten van belang zijn.

     

     

    Artikel 6           Procedure bij de advisering door de cliëntenraad

     

    6.1       

    De zorgaanbieder vraagt advies op een zodanig tijdstip dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

     

    6.2       

    De adviesaanvraag wordt schriftelijk en gemotiveerd bij de cliëntenraad ingediend.

       De zorgaanbieder dient hierbij:

         - een overzicht te verstrekken van de beweegredenen die aan het voorgenomen besluit ten grondslag liggen;

         - aan te duiden welke gevolgen dit besluit naar verwachting zal hebben voor cliënten;

         - aan te duiden welke maatregelen naar aanleiding daarvan hij voornemens is te ne­men.

     

    6.3       

    De cliëntenraad brengt het advies zo mogelijk schriftelijk uit aan de zorgaanbieder, uiterlijk binnen zes weken na ontvangst van de adviesaanvraag. Cliëntenraad en zorgaanbieder kunnen bij de adviesaanvraag een kortere termijn afspreken. Wanneer de cliëntenraad niet binnen de in deze bepaling bedoelde termijn termijn heeft geadviseerd wordt hij geacht geen gebruik te hebben gemaakt van deze bevoegdheid.

     

    6.4       

    Wanneer de cliëntenraad afziet van het uitbrengen van advies stelt hij de zorgaanbieder hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis.

     

    6.5       

    De zorgaanbieder neemt geen van het door de cliëntenraad uitgebracht advies afwijkend besluit dan nadat daarover, voorzover dat redelijkerwijs mogelijk is, tenminste eenmaal over­leg is gepleegd.

     

    6.6       

    De zorgaanbieder doet aan de cliëntenraad mededeling van een besluit waarover de cliënten­raad schriftelijk advies heeft uitgebracht en doet dit onder opgaaf van redenen indien hij van het advies is afgeweken.

     

    6.7       

    Over onderwerpen genoemd in artikel 5.2 kan de zorgaanbieder geen van een door de cli­nten­raad uitgebracht schriftelijk advies afwijkend besluit nemen, tenzij de geschillencommis­sie heeft vastgesteld dat de zorgaanbieder bij afweging van de betrokken belangen in redelijk­heid tot zijn voornemen heeft kunnen komen. Het hiervoor bepaalde geldt niet als het besluit moet worden geno­men krachtens een wettelijk voorschrift.

     

    6.8       

    Een besluit dat door de zorgaanbieder genomen is in strijd met artikel 6.7 is nietig (ongel­dig) indien de cliëntenraad tegenover de zorgaanbieder schriftelijk een beroep op deze ongel­dig­heid heeft gedaan.

     

    6.9       

    De cliëntenraad moet het beroep op de nietigheid doen binnen een maand nadat:

    a. de zorgaanbieder zijn besluit heeft meegedeeld, dan wel als deze hierover geen mededeling heeft gedaan aan de cliëntenraad:

    b. het de cliëntenraad gebleken is dat de zorgaanbieder uitvoering of toepassing geeft aan het besluit.

     

     

    Artikel 7           Verdere taken en bevoegdheden van de cliëntenraad

     

    7.1       

    De cliëntenraad staat open voor wensen, bezwaren en signalen van cliënten(-groepen), alsmede van ex-cliënten, familieleden en cliëntenorganisaties. Bij individuele klachten als bedoeld in de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector of artikel 41 BOPZ verwijst de cliëntenraad de klager als regel naar de desbetreffende klachten­commissie dan wel klachtenfunctionaris of patiëntenvertrou­wenspersoon.

    Bij klachten die met een zekere regelmaat de cliëntenraad bereiken stelt de cliëntenraad zich in verbinding met de directie teneinde nadere infor­ma­tie te kunnen inwinnen en met hem daarover te overleggen of met een andere door de directie aan te wijzen medewerker van de instelling.

     

    7.2       

    De cliëntenraad kan vergaderingen van cliënten bijeenroepen, rekening houdend met algeme­ne regels of huisregels zoals die binnen de instelling geleden.

     

    7.3       

    De cliëntenraad kan informatie verstrekken aan de cliënten over alle aangelegen heden die hij van belang acht, een en ander met in acht neming van eventuele vertrouwelijkheid of geheim­houding als bedoeld in artikel 8.4.

     

    7.4       

    De cliëntenraad kan medewerkers van de instelling raadplegen en/of deskundigen buiten de instelling om inlichtingen, bijstand en advies vragen.

     

     

    Artikel 8          Rechten en plichten leden cliëntenraad.

      

    8.1       

    Cliënten ondervinden als gevolg van deelname aan de cliëntenraad en aan activiteiten van de raad geen hinder bij de behandeling dan wel begeleiding en bejegening door medewerkers van de instel­ling.

     

    8.2       

    De leiding of het behandelteam tracht in redelijkheid behandel-/begeleidingsprogramma's en activiteitenprogramma's zo op te stellen dat leden van de cliëntenraad aan de activiteiten van de cliëntenraad kunnen deelnemen.

     

    8.3       

    Wanneer het aanpassen van het programma niet mogelijk is, dient het lid voor de duur van de activiteit vrijstelling te krijgen van (therapeutische) afspraken en/of verplichtingen. Alleen op zwaar­wichtige gronden kan op het recht op deelname van de bijeenkomsten van de cliënten­raad een uitzondering worden gemaakt.

     

    8.4       

    De leden van de cliëntenraad alsmede de geraadpleegde deskundigen als bedoeld in artikel 7.4 zijn verplicht tot geheimhouding van alle aangelegenheden waarvan de zorgaanbieder dan wel de cliëntenraad hun geheimhouding heeft opgelegd. Dit geldt ook voor de aangelegenhe­den waarvan de leden het vertrouwelijke karakter moeten begrijpen. Het voornemen tot geheimhouding wordt voor het behandelen van de betrokken aangelegenheid meegedeeld. Tevens wordt meegedeeld hoe lang de geheimhouding duurt.

     

     

    Artikel 9           Informatieverstrekking

     

    9.1       

    De zorgaanbieder verstrekt de cliëntenraad tijdig, en desgevraagd schriftelijk, alle inlichtingen en gegevens die deze voor het vervullen van zijn taak redelijkerwijze nodig heeft.

     

    9.2       

    De zorgaanbieder verstrekt de cliëntenraad, tenminste eenmaal per jaar, mondeling of schrif­telijk algemene gegevens omtrent het beleid dat in het afgelopen jaar is gevoerd en in het komende jaar zal worden gevoerd.

     

    9.3       

    De algemene gegevens omtrent het gevoerde en het te voeren beleid betreffen in ieder geval:

    -cliëntgegevens;

    -het algemene beleid inzake de behandeling en begeleiding, de verzorging, de dien­sten en voorzie­ningen, het wonen en leven binnen de instelling;

    -ontwikkelingen binnen de instelling op het punt van de organisatiestructuur en het perso­neelsbeleid.

     

    9.4       

    De zorgaanbieder draagt er zorg voor dat de medewerkers en de cliënten van de instelling schrif­telijk worden geïnformeerd over het bestaan van de cliëntenraad en de inhoud van deze rege­ling.

     

     

    Artikel 10         Openbaarheid van stukken

     

    10.1     

    De zorgaanbieder verplicht zich ertoe in het jaarverslag van de instelling een paragraaf op te nemen over het gevoerde overleg met de cliëntenraad.

     

    10.2     

    De zorgaanbieder maakt binnen tien dagen na vaststelling de volgende stukken openbaar:

    -het jaarverslag;

    -op schrift gestelde uitgangspunten voor het beleid, waaronder begrepen de algemene criteria welke bij de zorgverlening worden gehanteerd;

    -de notulen en de besluitenlijst van de vergaderingen van het bestuur dan wel Raad van Toezicht, voor zover deze algemene beleidszaken betreffen;

    -een regeling inzake de behandeling van klachten van cliënten en andere voor cliënten geldende regelingen.

     

    10.3     

    Het openbaarmaken geschiedt door de stukken voor cliënten ter inzage te leggen en hen op verzoek afschriften te verstrekken.

     

    10.4     

    Van het ter inzage leggen wordt mededeling gedaan op de wijze die in de instelling gebruike­lijk is voor het doen van mededelingen aan cliënten.

     

    10.5     

    De cliëntenraad ontvangt de in artikel 10.2 genoemde stukken rechtstreeks van de zorgaan­bie­der.

     

     

    Artikel 11         De overlegvergadering

     

    11.1     

    De directie stelt de cliëntenraad tenminste twee maal per kalenderjaar in de gelegenheid de algemene gang van zaken van de instelling met de directie te bespreken. Deze vergadering wordt de overlegvergadering genoemd.

     

    11.2     

    De overlegvergadering wordt namens de directie dan wel Raad van Bestuur gevoerd door een of meer directieleden.

     

    11.3     

    Eenmaal per jaar vindt een overlegvergadering als bedoeld in 11.1 plaats in aanwezigheid van een lid van het bestuur of Raad van Toezicht, tenzij de cliëntenraad hiervan afziet.

     

    11.4     

    Voorts komen de directie en de cliëntenraad bij elkaar binnen twee weken nadat de cliënten­raad of de directie daarom schriftelijk, onder opgave van redenen, heeft verzocht.

     

    11.5     

    De overlegvergadering wordt beurtelings geleid door de directie en de voorzitter of plaatsver­vangend voorzitter van de cliëntenraad, tenzij de directie en de cliëntenraad een andere regeling treffen.

     

    11.6     

    De directie en de cliëntenraad maken gezamenlijk afspraken over de gang van zaken bij de overlegvergadering. Deze afspraken betreffen:

                a.         de wijze van bijeenroepen van de overlegvergadering;

                b.         het opmaken van de agenda;

                c.         het notuleren van de overlegvergadering;

                d.         het vaststellen en bekendmaken van de verslagen van de overlegvergadering.

     

    11.7     

    Zowel de directie als de cliëntenraad kunnen adviseurs uitnodigen de overlegvergadering bij te wonen.

     

     

    Artikel 12         Samenstelling bestuur of Raad van Toezicht

     

    12.1     

    De statuten van de zorgaanbieder voorzien in een regeling, die waarborgt dat tenminste een lid van het bestuur of de Raad van Toezicht op bindende voordracht van de cliëntenraad wordt benoemd.

     

    12.2     

    De zorgaanbieder en de cliëntenraad komen een termijn overeen waarbinnen de cliëntenraad de bindende voordracht zal doen.

     

    12.3     

    De cliëntenraad kan afzien van de mogelijkheid een bindende voordracht te doen.

     

    12.4     

    Wanneer het bestuurslid dat op bindende voordracht van de cliëntenraad in het bestuur of de Raad van Toezicht is benoemd, terugtreedt, wordt de cliëntenraad hiervan zo spoedig moge­lijk in kennis gesteld door het bestuur met het oog op een nieuwe voordracht.

     

     

    Artikel 13         Geschillen

     

    13.1     

    De Landelijke Geschillencommissie zal optreden als de Commissie van Vertrouwens­lieden zoals bedoeld in artikel 10 van de WMCZ.

     

     

    Artikel 14         Materiële, financiële en personele middelen

     

    14.1     

    De zorgaanbieder stelt jaarlijks in overleg met de cliëntenraad een budget ter beschikking van de cliëntenraad.

     

    14.2     

    De cliëntenraad kan dit budget passend binnen de doelstellin­gen van de cli­ëntenraad naar eigen inzicht besteden, overeenkomstig de in de instelling geldende regels.

     

    14.3     

    Kosten die het genoemde budget overschrijden dan wel de kosten verbonden aan het raad­plegen en de bijstand van externe adviseurs en deskundigen, dienen gemotiveerd te worden aange­vraagd bij de zorgaanbieder.

     

    14.4     

    De cliëntenraad kan gebruik maken van de in de instelling aanwezige voorzieningen die hij voor de uitvoering van zijn taak in redelijkheid nodig heeft. De kosten hiervan komen niet ten laste van het in artikel 14.1 genoemde budget. het betreft hier zaken zoals vergaderruimte, kopieerappara­tuur, computer- en printfaciliteiten, telefoon, fax, briefpapier, porto en koffie/ thee.

     

    14.5     

    Indien de cliëntenraad dit wenst en de zorgaanbieder zulks goedkeurt, kan voor een nader overeen te komen aantal uren een ondersteuner worden aangesteld die de cliëntenraad helpt en advies biedt. De kosten hieraan verbonden vallen niet onder het budget zoals genoemd in 14.1. De taken en verantwoordelijkheden van de ondersteuner worden in overleg met de zorgaanbieder afge­sproken.

     

     

    Artikel 15         Slotbepalingen

     

    15.1     

    Deze regeling treedt in werking op ...

     

    15.2     

    Deze regeling zal na inwerkingtreding elke twee jaar door de cliëntenraad en de zorgaanbie­der worden geëvalueerd.

     

    15.3     

    Uiterlijk zes maanden voor het einde van deze periode maken de cliëntenraad en de zorgaanbieder een afspraak over de wijze waarop de evaluatie plaatsvindt.

     

     

     

    Modelreglement cliëntenraad in de GGZ

     

    Samenvatting artikel:

    En model voor een reglement voor een cliëntenraad te gebruiken door alle GGZ-instellingen. Het modelreglement bevat de onderwerpen die artikel 2 lid 2 van de WMCZ ter regeling opdraagt aan de zorgaanbieder. Het model bevat de regeling van de wettelijke bevoegdheden en faciliteiten voor de cliëntenraad en spelregels voor het overleg tussen de cliëntenraad en de directie van de instelling. Uiteraard biedt dit model de ruimte om het op onderdelen aan te passen aan de specifieke omstandigheden bij de zorgaanbieder.

     

    Inhoud van artikel:

    DEBUG INFO :: Modelreglement Clientenraad.doc||by:Marloes Jonkers  

      

     

    Toelichting Modelreglement cliëntenraad in de GGZ

     

    Onderwerp:

    Reglement voor de cliëntenraad in een zorginstelling.

     

    Voor welke instellingen:

    Het modelreglement kan door alle GGZ-instellingen gehanteerd worden.

     

    Wetgeving:

    gebaseerd op:

    de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorgsector (WMCZ).

     

    Status:

    Een cliëntenraadreglement is verplicht voor alle instellingen die zorg verlenen op het gebied van de gezondheids­zorg, maatschappelijke zorg en verslavingszorg.

     

     

    Toelichting:

    Het modelreglement bevat de onderwerpen die artikel 2 lid 2 van de WMCZ ter regeling opdraagt aan de zorgaanbieder. De wette­lijke bevoegdhe­den en faciliteiten zijn opgeno­men teneinde een zo volle­dig moge­lijk document beschik­baar te hebben. Daarnaast is er een aantal spelregels in opgenomen voor het overleg tussen de cliëntenraad en de directie van de instelling.

    Uiteraard biedt dit model de ruimte om het op onderdelen aan te passen aan de speci­fieke omstan­digheden bij de zorgaanbieder.

     

    Het modelreglement cliëntenraad kan tevens gehanteerd worden voor een centrale cliëntenraad in geval de zorgaanbieder (de stichting) voor meer instellingen een cliëntenraad heeft ingesteld. De beslissing daartoe is uiteraard een gezamenlijk besluit van de zorgaanbieder en zijn cliëntenraden, gebaseerd op heldere afspraken over en weer. Deze hebben onder meer betrekking op de verdeling tussen de centrale en locale cliëntenraad van de wettelijke bevoegdheden.

     

    Voorts kan de cliëntenraad commissies instellen. Het reglement van een dergelijke commissie wordt door de cliëntenraad vastgesteld. In dit reglement wordt de taak van commissie omschreven en wordt desgewenst vastgelegd of en zo ja in hoeverre de commissie bevoegdheden van de cliën­tenraad uitoefent.

     

    Voor instellingen waarin jeugdige cliënten verblijven wordt veelal een afwijkende regeling getroffen waarbij voor een deel van de bevoegdheden van de cliëntenraad met een vertegenwoordiging van de ouders het overleg plaats vindt. In dit modelreglement wordt dit niet verder uitgewerkt. Voor instellin­gen die onder de werkingssfeer van de Wet op de jeugdhulpverlening (de MKDT'en) vallen gelden de bepalingen die in deze wet zijn opgenomen met betrekking tot de cliënten­raad.

     

    Naast het reglement als beschreven in dit model is de cliëntenraad zelf verplicht om een huishoudelijk reglement op te stellen voor zijn werkwijze. Artikel 4 van dit modelreglement geeft hiervoor een inhoudsopgave.

     

    REGLEMENT VOOR DE CLIENTENRAAD VAN ... (naam instelling)

     

     

    Artikel 1           Begripsbepalingen

     

    In dit reglement wordt verstaan onder:

     

    a.         instelling                  

    ... (naam en plaats van vestiging)

     

    b.         cliënt                      

    een natuurlijk persoon ten behoeve van wie de instelling werk­zaam is.

                             

    c.         zorgaanbieder        

    ... (naam van de rechtspersoon die de instelling(en) in stand houdt)

     

    d.         directie

    Reageer (4)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:1.0:Cliëntenraad
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Budgetregeling


    Budgetregeling

     

    "Goed geregeld"

     

     

    Handreiking budgetregeling cliëntenraden ggz

     

    GGZ Nederland en de LPR hebben gezamenlijk een handreiking opgesteld over de middelen die nodig zijn voor het werk van de cliëntenraden.

     

    De Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ) verplicht ggz-zorgaanbieders om voor elke instelling een cliëntenraad in te stellen, met inbegrip van een regeling die de cliëntenraad van materiële middelen voorziet om de werkzaamheden te kunnen uitvoeren.

    Zo’n budgetregeling valt onder het verzwaard adviesrecht van de cliëntenraad. Dat betekent dat de zorgaanbieder het advies van de cliëntenraad moet vragen alvorens de budgetregeling kan worden vastgesteld. De cliëntenraad heeft dus een belangrijke stem bij het opstellen en wijzigen van de budgetregeling. Geschillen hierover kunnen worden voorgelegd aan de Landelijke Geschillencommissie LPR-GGZ Nederland.

     

    De praktijk leert dat niet overal goed geregeld is welke middelen de zorgaanbieder beschikbaar stelt aan de cliëntenraad. GGZ Nederland en de LPR hebben daarom de handreiking ‘Goed geregeld’ uitgebracht om de onderhandelingen over een budgetregeling te vergemakkelijken.

    Met deze handreiking willen GGZ Nederland en de LPR een bijdrage leveren aan het goed functioneren van cliëntenraden en daarmee aan het goed functioneren van de ggz.

     

     

    Goed%20geregeld handreiking budgetregeling clientenraden ggz.pdf

     


     



    Reageer (25)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:1.0:Cliëntenraad
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Betrokkenen - Familie - etc.


    Betrokkenen

     

    Iedereen die een directe relatie met de cliënt heeft.

     

    Dat kan familie zijn, echtgenoten, partners,

    maar ook een goede vriend of vriendin,

    of iemand die zich om een andere reden

    bij de cliënt betrokken voelt.

     

     

     

     

     

    Ondersteuning  Familievan.nl 

     

     

     

    Lotgenotencontact

    Als u een psychisch ziek familielid heeft, roept dat veel emoties en vragen op. U zit zeer waarschijnlijk met allerlei vragen, zoals:

    • Wat is er aan de hand?

    • Is deze ziekte te behandelen?

    • Waar kan ik terecht voor hulp?

    • Hoe kan ik het beste met mijn zieke familielid of partner omgaan?

    • Wat vertel ik anderen en wanneer?

    • Mag ik me bemoeien met de behandeling?

    • Is het verantwoord om er een weekje tussenuit te gaan?

     

     

    U staat er niet alleen voor

    Bij Labyrint~In Perspectief treft u mensen die in een soortgelijke situatie verkeren. Zij hebben dus overeenkomstige vragen; de een heeft een manier gevonden om met de situatie om te gaan, een ander nog niet.

    In het contact met deze lotgenoten kunt u merken dat leven met een psychisch ziek familielid niet alleen beperkingen inhoudt, maar dat er ook mogelijkheden zijn. Lotgenotencontact kan uw isolement doorbreken. Problemen delen kan een impuls geven aan uw zelfvertrouwen en is vaak een eerste stap naar het vergroten van eigen mogelijkheden.

     

     

    Er is een lotgenotencontact dat bij u past

    Lotgenotencontact kan één een-op-één contact zijn of een contact in een groep. U kunt telefonisch contact zoeken of u kunt met meer lotgenoten samenkomen, bijvoorbeeld op een themabijeenkomst of in een gespreksgroep in uw regio. U kunt contact zoeken om concrete vragen te stellen, of om uw hart te luchten. Soms leidt het een tot het ander. Het belangrijkste is dat u op uw manier en in uw tempo gebruik kunt maken van de ervaring en de steun van lotgenoten.

    Lees verder om te kijken welke vorm van lotgenotencontact bij u past.

     

     

    U zoekt informatie over de ziekte

    Toen uw familielid de eerste tekenen van vreemd of moeilijk gedrag vertoonde, begon voor u de zoektocht naar wat er aan de hand is.

    Pasklare antwoorden of adviezen zijn vaak niet te geven. Omdat ieder mens en elke situatie verschilt.

    Toch kunt u veel hebben aan een gesprek met iemand van de telefonische hulplijn.

    De vrijwilliger aan de telefoon luistert naar uw vragen en uw verhaal; denkt met u mee; wijst u op handige adressen of literatuur; kan u net dat duwtje in de goede richting geven.

     

     

    U zoekt herkenning en erkenning

    Er heerst nog steeds een taboe op alles wat met psychiatrie en psychische ziekten te maken heeft. Als directbetrokkene vindt u in uw omgeving soms weinig gehoor of herkenning voor uw vragen of verhaal. Of u wordt er zelfs op aangekeken. Het is dan een hele troost om via het contact met lotgenoten te merken dat u niet de enige bent.

    Bel eens met de telefonische hulplijn. De vrijwilliger aan de telefoon luistert naar uw vragen en uw verhaal; en leeft vanuit eigen ervaring met u mee.

     

     

    U bent op zoek naar handvatten, tips of cursussen

    Veel psychiatrische ziekten zijn niet zomaar te genezen; patiënt en familie leren er gaandeweg iets beter mee omgaan, maar de zorgen blijven, ook wanneer een behandeling wordt gegeven, en daarna. Maar u krijgt meer inzicht in de ziekte, het verloop en de gevolgen voor het functioneren, naarmate de ziekte langer duurt. Alle familieleden worden met vallen en opstaan wijs.

    In sommige regio’s ontstaan ondersteuningsgroepen. Hier leert u in een groep hoe u het beste met de patiënt en met uw eigen grenzen en mogelijkheden kunt omgaan. U verwerft inzicht in uw eigen reacties en gevoelens van onmacht. U leert deze te herkennen en om te zetten in aandacht voor de ander én in aandacht voor uzelf.

     

     

    Wat Labyrint~In Perspectief u biedt

    In veel regio’s organiseren vrijwilligers regelmatig informatie- en themabijeenkomsten. Hier krijgt u bruikbare informatie over een bepaald ziektebeeld en de behandelmogelijkheden, en hoe dat kan doorwerken in het dagelijks leven en in de relatie met u als familielid.

    Ook organiseren vrijwilligers inloop- en ontmoetingsbijeenkomsten. Hier kunt u vrijblijvend eens komen kijken. Soms is er een thema dat u aanspreekt; er is altijd veel gelegenheid om ervaringen uit te wisselen.

    Daarnaast begeleiden vrijwilligers ook gespreksgroepen waar u in contact komt met lotgenoten. Het aantal deelnemers is beperkt (maximaal 12) en de groepen komen meer keren bijeen.

    Een gespreksgroep biedt een meer langdurige vorm van ondersteuning zodat u de situatie kunt verwerken en ermee leert omgaan. Er zijn veel mogelijkheden voor herkenning en erkenning en u kunt veel informatie en tips uitwisselen. Twee weten meer dan een en tien weten meer dan twee.

    Ten slotte kunt u in een gespreksgroep mensen ontmoeten op wie u ook buiten de bijeenkomsten terug kunt vallen.

     

    Uit: nieuwsbrief vrijwilligers, januari 2001

    ’De mensen van de groep vinden het plezierig om elkaar te ontmoeten, om naar elkaars welstand en moeiten te informeren, om even rustig onder elkaar te zijn. We kunnen ons verhaal kwijt, en vinden begrip en erkenning bij elkaar voor onze situatie. Daarom bieden we elkaar een luisterend oor, we ondersteunen elkaar met praktische adviezen of oplossingen voor de problemen. We geven elkaar titels door van lectuur over psychisch zieke mensen, adressen van hulpverlenende instanties op allerlei gebied, of informatie over (financiële) regelingen. Maar vooral de herkenning van moeiten verlicht de zwaarte van de situatie. Het blijkt dat niemand de enige is met zo’n zware last! Het ijs is altijd snel gebroken: er is veel herkenning en gespreksstof.’

     

     

    Bron: Labyrint in Perspectief



     



    Reageer (2)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:1.1:Betrokkenen
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Modelregeling Betrokkenen


    Modelregeling Betrokkenen

     

    In de praktijk blijkt dat niet alle ggz-instellingen een duidelijk beleid voeren ten aanzien van de relatie met naastbetrokkenen. Om hier verbetering in te brengen zijn in 2004 deze richtlijnen

    vastgesteld. 

     

     

    Betrokken omgeving

    Modelregeling ggz-instelling / naastbetrokkenen

     

    Voorwoord

    Familie en vrienden zijn vaak betrokken bij de zorg en begeleiding van cliënten in de geestelijke gezondheidszorg. Zij vormen een deel van de sociale omgeving van een cliënt. Zorg en begeleiding worden bij voorkeur aangeboden in deze sociale omgeving. Soms worden ‘naastbetrokkenen’ ingeschakeld bij de zorgverlening, soms hebben zij zelf steun nodig.

    Vaak gaat betrokkenheid vanzelf goed. Er zijn ook situaties waarin dit niet het geval is.

     

    Voor cliënten in de ggz is het recht op zelfbeschikking en bescherming van de persoonlijke integriteit zeer belangrijk. Dit belang is door de samenleving onderkend en daarom vastgelegd in wetgeving. Op basis hiervan geven cliënten in de eerste plaats zelf invulling aan de relatie met naastbetrokkenen. Dit lukt echter niet altijd.

    Soms wil een cliënt tijdelijk niets te maken hebben met naastbetrokkenen. In dat geval spelen hulpverleners een belangrijke rol en dienen zij te weten hoe te handelen in het belang van cliënt én naastbetrokkenen.

     

    In de praktijk blijkt dat niet alle ggz-instellingen een duidelijk beleid voeren ten aanzien van de relatie met naastbetrokkenen1.

     

    Familieorganisaties, cliëntenorganisaties en GGZ Nederland vinden het belangrijk dat dit wel gebeurt.

    Te meer daar de sociale omgeving van een cliënt als gevolg van extramuralisering en vermaatschappelijking meer bij de zorg wordt betrokken.

     

    Daarom hebben wij samen richtlijnen voor beleid vastgesteld in deze nota

    Betrokken Omgeving - Modelregeling relatie ggz-instelling - naastbetrokkenen.2

    Voor familieorganisaties, cliëntenraden en cliëntenorganisaties is de modelregeling een kader op basis waarvan zij het beleid van een instelling kunnen toetsen.

     

    1. Met ‘naastbetrokkenen’ wordt bedoeld iedereen die een directe relatie met de cliënt heeft.

    Dat kan familie zijn, echtgenoten, partners, maar ook een goede vriend of vriendin, of iemand die zich om een andere reden bij de cliënt betrokken voelt.

    2. Deze modelregeling vervangt de modelregeling GGZ-instellingen/Familie en naastbetrokkenen uit december 1997.

     

    Wij hopen en verwachten dat deze modelregeling voor zowel familieorganisaties en cliëntenorganisaties alsook zorgaanbieders een welkome handreiking is, die de kwaliteit van de praktijk van het dagelijks handelen zal bevorderen.

     

    Utrecht, 29 januari 2004

     

    Cliëntenbond in de GGZ

    Landelijke Stichting Ouders van Drugsgebruikers

    Stichting Labyrint/In perspectief

    Stichting Landelijke Patiëntenraden in de GGZ

    Vereniging GGZ Nederland

    Vereniging Ypsilon

     

     

     



    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:1.1:Betrokkenen
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Betrokkenen - Inleiding


    Betrokkenen - Inleiding

     

     

     

     

    1. Inleiding

    Het doel van de modelregeling Relatie ggz-instelling - naastbetrokkenen is het geven van richtlijnen voor de omgang en communicatie met naastbetrokkenen door ggz-instellingen.

    De modelregeling beschrijft het beleid voor omgang en communicatie in het hele proces van intake tot ontslag en nazorg. Duidelijkheid is vooral gewenst voor de schakelpunten in de zorg: van ambulant naar klinisch of vise versa. Duidelijke afspraken en goede communicatie tussen cliënt, naastbetrokkenen en ggz instellingen dragen bij aan de kwaliteit van zorg.

    Daarom maakt de relatie tussen instellingen en naastbetrokkenen expliciet deel uit van het kwaliteitsbeleid van de instellingen.

    In het HKZ-certificatieschema3 zijn hier normen voor beoordeling over opgenomen.

    De verschillende betrokkenen partijen (naastbetrokkenen, cliënten, hulpverleners) hebben allen een eigen positie. Daarom zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd voor deze modelregeling.

     

     3. Instellingen voor Geestelijke Gezondheidszorg. Certificatieschema versie 2002. Stichting HKZ.

    Norm 2.13.1 Voor informatieverstrekking en – indien nodig – ondersteuning, tijdens het gehele primaire proces, aan familieleden en naastbetrokkenen hanteert de instelling een regeling.

    Norm 4.28.6 De instelling heeft beleid ontwikkeld ten aanzien van het omgaan met de omgeving van de cliënt.

     

     

    Erkenning positie naastbetrokkenen

    Geestelijke gezondheidszorg omvat meerdere relaties dan die tussen cliënt en hulpverlener. Het systeem rond de cliënt, waarvan naastbetrokkenen een belangrijk deel vormen, speelt een grote rol. Deze rol kan betrekking hebben op de behandeling en verzorging van een cliënt, maar ook op het ontstaan van de problemen. Daarom heeft de cliënt een doorslaggevende stem in de wijze waarop naastbetrokkenen worden geïnformeerd of ingeschakeld bij de zorg.

    Een ggz-instelling onderkent en respecteert de positie van naastbetrokkenen. Dit betekent dat de ggz-instelling een expliciet beleid voert met betrekking tot de wijze waarop naastbetrokkenen worden geïnformeerd en/of ingeschakeld bij de hulpverlening.

    In de hoofdstukken 2 t/m 4 is de term ‘expliciet beleid’ uitgewerkt.

     

    Uitgangspunt is dat een cliënt zelf afspraken maakt met naastbetrokkenen over hun betrokkenheid.

    De instelling stimuleert dit. Een hulpverlener kan bijvoorbeeld samen met de cliënt inventariseren welke naastbetrokkenen er zijn en welke rol deze kunnen en willen spelen. Bij het maken van afspraken houdt de instelling rekening met de draagkracht en eventuele eigen problematiek van naastbetrokkenen. Het kan voorkomen dat een cliënt vanwege zijn geestestoestand (tijdelijk) zelf geen afspraken kan maken. Als hij/zij die ook niet vooraf heeft gemaakt, bijvoorbeeld in de vorm van een zelfbindingsverklaring, dan wordt in principe gehandeld volgens de wet.

    Er worden in dat geval geen afspraken gemaakt met naastbetrokkenen, tenzij een hulpverlener op basis van ‘goed hulpverlenerschap’ tot een ander besluit komt.

    In dat geval legt de hulpverlener dit besluit met redenen omkleed vast in het behandeldossier.

     

     

    Autonomie en privacy

    Als een cliënt niet wil dat naastbetrokkenen op enigerlei wijze bij de hulpverlening zijn betrokken of worden geïnformeerd, respecteert de instelling dat.

    Dit is in overeenstemming met het recht op zelfbeschikking en het recht op privacy. Naastbetrokkenen krijgen dan alleen niet-persoonsgebonden informatie (hoofdstuk 3).

    Als een cliënt niet wil dat naastbetrokkenen een rol spelen bij de hulpverlening, kan dit consequenties hebben voor de inhoud van de zorg die een instelling kan bieden.

    De gevolgen van de keuze zijn een verantwoordelijkheid van de cliënt. De ggz-instelling heeft hierin een adviserende rol voor de cliënt.

    Het recht op autonomie van naastbetrokkenen mag niet worden aangetast door het eigen belang van de cliënt of dat van de ggz-instelling. Dit betekent dat naastbetrokkenen niet zonder hun instemming kunnen worden geïnformeerd over of worden ingeschakeld bij de zorg.

    Een hulpverlener in de ggz handelt op basis van professionele autonomie. De hulpverlener adviseert op basis van eigen deskundigheid en ervaring de cliënt over de wijze waarop naastbetrokkenen kunnen worden ingeschakeld. De hulpverlener houdt hierbij rekening met de omstandigheden waarin naastbetrokkenen verkeren. Een hulpverlener kan besluiten geen naastbetrokkenen in te schakelen, als hiervoor goede redenen aanwezig zijn.

    De wens van de cliënt is bij deze afweging een zwaarwegend element. De hulpverlener vermeldt het besluit met redenen omkleed in het behandeldossier en informeert de naastbetrokkenen over het besluit.

     

     

    Bijzondere omstandigheden

    Bijzondere omstandigheden vragen om bijzondere oplossingen. Deze laten zich niet vooraf in regels vangen. Wanneer ofwel het belang van de naastbetrokkene, ofwel het belang van cliënt, ofwel het belang van de hulpverlener wordt geschaad, zal naar bevind van zaken worden gehandeld. Hierbij gelden twee voorwaarden:

     wet- en regelgeving wordt zo goed mogelijk nageleefd;

     de handelwijze kan achteraf getoetst worden doordat deze is vastgelegd in het   behandeldossier.

     

     

    Medezeggenschap

    Beleid inzake de relatie met naastbetrokkenen valt, op basis van de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ), onder het adviesrecht van de cliëntenraad. De landelijke cliëntenorganisaties in de ggz zullen hun achterban adviseren in te stemmen met instellingsbeleid dat is gebaseerd op deze modelregeling.

     

     

    Wet- en regelgeving

    Deze modelregeling is gebaseerd op en sluit aan bij de bestaande wet- en regelgeving.

    Met name:

     de Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO)

     de wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ)

     de Wet Mentorschap

     de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ)

     de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ)

     de Kwaliteitswet Zorginstellingen

     

    Alle betrokken partijen respecteren de bestaande wet- en regelgeving en leven deze na.

    In het geval van gedwongen opname is de wet BOPZ van toepassing en geldt een aantal van deze modelregeling afwijkende regels in de relatie ggz-instelling

    – naastbetrokkenen (zie bijlage).

     

     

     



    Reageer (2)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:1.1:Betrokkenen
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Betrokkenen - Bejegenen


    Betrokkenen - Bejegenen

     

     

     

    2. Bejegenen

     

    Visie

    Naastbetrokkenen behoren tot het relatienetwerk van een cliënt en daarmee tot het relatienetwerk van de ggz-instelling. Om deze reden gaat de instelling respectvol en serieus om met naastbetrokkenen. Zij spelen soms een rol bij de ondersteuning van een cliënt en soms hebben zij zelf steun nodig. Beide aspecten komen tot uitdrukking in het beleid van een instelling.

    De instelling onderhoudt een relatie met naastbetrokkenen, tenzij de cliënt hier niet mee instemt, of als er andere aannemelijke redenen zijn om dit niet te doen. In het algemeen informeert de instelling naastbetrokkenen hierover en licht deze beslissing toe.

     

    Richtlijnen voor beleid

     

     

    Contact en betrokkenheid

     

    1. De ggz-instelling beschikt over expliciet beleid ten aanzien van de bejegening van naastbetrokkenen. Uitgangspunt is een respectvolle en serieuze benadering.

    Dit beleid is terug te vinden in werk- en behandelingsplannen.

     

    2. De ggz-instelling stelt naastbetrokkenen op de hoogte van een opname, indien de cliënt daarmee instemt. Bij voorkeur informeert een cliënt zijn naastbetrokkenen zelf.

     

    3. Als er geen contact meer is tussen cliënt en naastbetrokkenen, gaat de hulpverlener bij de cliënt na wat daarvan de reden is. Indien wenselijk zal de hulpverlener zich inspannen het contact ‘te hernieuwen’.

     

    4. De hulpverlener beantwoordt vragen van naastbetrokkenen zorgvuldig en met respect. Zorgvuldigheid heeft betrekking op het juist inschatten van de achtergrond van de vraag en de situatie van de vragensteller. Zorgvuldigheid heeft ook te maken met het bewaken van het recht op privacy van de cliënt.

     

    5. Het is wenselijk dat bij de ggz-instelling voor iedere cliënt een contactpersoon uit de kring van naastbetrokkenen bekend is. In principe maakt de cliënt hierover zelf een afspraak met naastbetrokkenen en deelt deze afspraak mede aan de instelling. In overleg met de cliënt kan de hulpverlener deze afspraak maken. Deze legt hij/zij vast in het behandeldossier.

     

    6. Als een hulpverlener vertrouwelijke informatie van een verwante of naastbetrokkene in ontvangst neemt, behandelt hij/zij deze als zodanig en geeft deze niet zonder toestemming van naastbetrokkene aan de cliënt. Als de hulpverlener van mening is dat de door de naastbetrokkene verstrekte informatie directe invloed zou moeten hebben op de wijze van hulpverlenen, vraagt hij/zij de betreffende naastbetrokkene om de informatie in het dossier te mogen opnemen. Indien een naastbetrokkene dit weigert, kan de hulpverlener een eigen, niet tot de naastbetrokkene herleidbare samenvatting van de informatie in het dossier bewaren. De originele informatie wordt in dat geval vernietigd. Het behandelingsplan wordt aangepast in overleg met de cliënt.

     

    7. Als de voorgestelde behandeling en de te maken afspraken in het kader van de behandeling (zoals verlofafspraken of time-outperiodes) te voorziene gevolgen hebben voor naastbetrokkenen, hoort de ggz-instelling hen en betrekt zij hen bij het maken van afspraken in het kader van het behandelingsplan. Dit kan alleen met instemming van de cliënt.

     

    Steun

    8. Als naastbetrokkenen met instemming van de cliënt een rol spelen bij de ondersteuning van een cliënt, bijvoorbeeld in verlofperiodes of na afronding van de behandeling, dan biedt de ggz-instelling:

     

     naar behoefte emotionele en praktische ondersteuning aan naastbetrokkenen

    (meer als het moet, minder als het kan);

     nazorg na ernstige incidenten aan naastbetrokkenen;

     ondersteunende activiteiten aan naastbetrokkenen voor het adequaat kunnen omgaan met bepaalde gedragingen van de cliënt.

     

    9. De ggz-instelling overlegt met de cliënt en naastbetrokkenen indien er zicht is op weekendverlof, time-outperiodes of ontslag en bespreekt de mogelijkheden voor nazorg. Hierna en op basis van de gebleken mogelijkheden neemt de instelling een definitief besluit en maakt zij nadere afspraken over de invulling van verlof en/of gewenste nazorg.

    Waar nodig en mogelijk evalueert de instelling naderhand het verlof met naastbetrokkenen en de cliënt.

     

    10. De ggz-instelling maakt met instemming van de cliënt procedureafspraken met de naastbetrokkenen over wat zij doen als de cliënt wegloopt en/of in crisis raakt of dreigt te geraken tijdens verlof, time-outperiodes of ontslag. Ziet de instelling hiervan af, dan moet zij de overwegingen hiertoe meedelen aan naastbetrokkenen.

     

    11. Naastbetrokkenen kunnen gebaat zijn bij contacten met lotgenoten. De ggzinstelling wijst naastbetrokkenen op het bestaan van (activiteiten van) familieorganisaties en (indien aanwezig) op het bestaan van familieraden of ouderraden.



     



    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:1.1:Betrokkenen
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Betrokkenen - Informeren


    Betrokkenen - Informeren

     

     

     

     

    3. Informeren

     

    Visie

    Voor naastbetrokkenen is het belangrijk dat zij informatie over verblijf en situatie van een cliënt krijgen. Dit geldt zeker als zij, in overleg met de cliënt, een rol spelen bij de ondersteuning. In dat geval moeten naastbetrokkenen tot op zekere hoogte geïnformeerd zijn, zodat zij adequaat kunnen handelen. Het maken van afspraken met de cliënt over welke informatie aan welke naastbetrokkenen wordt gegeven, is een belangrijk en terugkerend onderdeel van de hulpverlening.

    Het uitgangspunt is dat de cliënt naastbetrokkenen zelf informeert. De hulpverlener stimuleert de cliënt hiertoe en geeft ondersteuning indien nodig. Als een cliënt niet in staat is zelf naastbetrokkenen adequaat te informeren, maar dit wel wil, neemt de hulpverlener deze taak over.

     

     

    Richtlijnen voor beleid

     

    1. De ggz-instelling erkent het belang van het verstrekken van goede informatie aan naastbetrokkenen én erkent dat dit belang niet mag leiden tot aantasting van het recht op zelfbeschikking van de cliënt. De instelling legt dit vast in haar beleid.

     

    2. De ggz-instelling legt in haar werkwijze en behandelprotocollen vast dat cliënt en hulpverlener afspraken maken over welke informatie aan welke naastbetrokkenen wordt verstrekt.

     

    3. Als een cliënt geen afspraken wil maken over het informeren van naastbetrokkenen, gaat de hulpverlener actief na waarom dit het geval is. In gevallen waarin dit de hulpverlener redelijk lijkt, zal deze zich inspannen om de cliënt ervan te overtuigen dat het informeren van naastbetrokkenen wenselijk is. De hulpverlener respecteert de uiteindelijke keuze van de cliënt. Afspraken over informatieverstrekking, of het nalaten hiervan, worden vastgelegd in het behandelingsplan.

     

    4. Naastbetrokkenen hebben het recht op het verkrijgen van niet - persoonsgebonden informatie. Wanneer een cliënt geen toestemming geeft voor het verstrekken van informatie aan naastbetrokkenen, verstrekt de instelling informatie over de onderwerpen genoemd in tabel 1. Om de privacy van de cliënt te bewaken, wordt deze informatie niet verstrekt door de direct betrokken hulpverleners.

     

    Het zorgverleningsproces is ingedeeld in vier fasen: aanmeldingsfase, indicatie en hulpverleningsfase, hulpverleningsfase en afsluiting- en overdrachtsfase.

    Bij elke fase hoort bepaalde informatie die zonder toestemming van de cliënt mag worden verstrekt.

     

     

    Fase zorgproces

    Informatie

    Aanmeldingsfase

    Over het zorgaanbod: - (on)mogelijkheden van de instelling - vervolg(procedure) - alternatieven van hulpverlening

    Over de rechtspositie - informatierecht van familieleden - klachtenregeling - huisregels - dossiervorming

    Indicatie en hulpverleningsfase

    Geen informatie zonder toestemming

    Hulpverleningsfase

    Over de rechtspositie - klachtenregeling - privacyreglement - dossiervorming - inzage dossier - bewaartermijn en vernietiging dossier - belangenbehartiging van de cliënt - participatie van de cliënt - participatie van de familie bij de hulpverlening - informatierecht van familieleden

    Afsluiting en overdracht

    Over de rechtspositie - klachtenregeling - dossiervorming - inzage dossier - bewaartermijn en vernietiging van dossier

     

    Tabel 1: Niet-persoonsgebonden informatie (mag zonder toestemming cliënt worden verstrekt)

    Het betreft algemene informatie over de gang van zaken in een ggz-instelling.

     

    5. Als de cliënt toestemming geeft voor het verstrekken van informatie aan naastbetrokkenen, kan deze betrekking hebben op de hieronder genoemde onderwerpen.

     

     

    Fase zorgproces

    Informatie

    Aanmeldingsfase

    Idem

    Indicatie- en hulpverleningsfase

    Over het zorgaanbod: - probleemdefinitie - hulpverleningssetting - prognose hulpverlening/behandelduur - bij afwijzing: alternatieven

    Hulpverleningsfase

    Over de hulpverlening: - (behandel)doelen - prognose hulpverlening/behandelduur

    Over het hulpverleningsplan: - hulpverlening/therapie - medicatie - consequenties van de hulpverlening/ behandeling - uitvoering/taakverdeling - voortgang - wijzigingen - bezoek/verloftijden

    Over de kosten: - eigen bijdrage - reiskosten

    Afsluiting en overdracht

    Over de afbouw: - planning - ontslagprocedure

    Over de vervolgprocedure: - nazorgplan - terugvalpreventie - taakverdeling - planning

    Tabel 2: Persoonsgebonden informatie (mag niet zonder toestemming cliënt worden verstrekt)

     

     

    Deze informatie is persoonsgebonden. Het is de verantwoordelijkheid van de hulpverlener en cliënt om afspraken te maken over de grenzen van de inhoudelijke informatieverstrekking en aan wie deze wordt verstrekt. Deze afspraken worden vastgelegd in het behandelingsplan en regelmatig geactualiseerd.

     

    6. Als een cliënt weigert persoonsgebonden informatie te verstrekken aan naastbetrokkenen, kan dit consequenties hebben voor de inhoud van zorg en behandeling.

    Naastbetrokkenen kunnen in dat geval geen of een beperkte rol spelen in het zorgproces.

    De instelling formuleert beleid hoe te handelen in het geval van ontslag en time-outsituaties, als een cliënt geen contact met naastbetrokkenen wil.

    Algemeen beleid valt onder niet-persoonsgebonden informatie.

    Beleid betrekking hebbende op een cliënt valt onder persoonsgebonden informatie.


     



    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:1.1:Betrokkenen
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Betrokkenen - Voorzieningen


    Betrokkenen - Voorzieningen

     

     

    4. Voorzieningen

     

    Visie

    Erkenning van het belang van naastbetrokkenen krijgt inhoud door het beleid op het gebied van informatie en bejegening te vertalen in praktische organisatorische voorzieningen. Naast de richtlijnen die geformuleerd zijn ten aanzien van informatie en bejegening is de aanspreekbaarheid van de ggz-instelling van belang. Dit betekent dat de communicatie met naastbetrokkenen voor iedereen duidelijk en overzichtelijk georganiseerd.

     

     

    Richtlijnen voor beleid

     

     

    Communicatie

    1. De ggz-instelling heeft een brochure waarin zij haar beleid met betrekking tot naastbetrokkenen duidelijk uiteenzet.

    Op de website van de instelling is informatie voor naastbetrokkenen duidelijk herkenbaar aanwezig.

     

    2. De ggz-instelling heeft een duidelijk aanspreekpunt waar naastbetrokkenen terecht kunnen met vragen. Voor naastbetrokkenen zonder contactpersoon binnen de instelling is er een duidelijk algemeen informatiepunt. Voor naastbetrokkenen met een vast contactpersoon is duidelijk wanneer en op welke wijze de contactpersoon bereikbaar is.

     

    3. Cliënten en hulpverleners zijn op de hoogte van het beleid met betrekking tot naastbetrokkenen.

     

     

    Klachtenregeling

    4. Naastbetrokkenen kunnen mondeling bij de persoon in kwestie hun beklag doen over de bejegening die hen ten deel is gevallen of over een ongewenste gang van zaken.

     

    5. De ggz-instelling hanteert bij voorkeur een klachtenregeling voor naastbetrokkenen.

    Hiermee wordt invulling gegeven aan een belangrijk doel: behoud of herstel van vertrouwen.

     

    6. De ggz-instelling zorgt voor een goede bekendheid van de klachtenregeling, onder andere door een folder en een vermelding op de website van de instelling.

     

    7. De ggz-instelling wijst naastbetrokkenen op de mogelijkheid om over een klacht een melding te doen bij de regionale inspectie voor de volksgezondheid.

     

     

     



    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:1.1:Betrokkenen
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Betrokkenen - Bijlage - Relevante wetgeving


    Betrokkenen - Bijlage - Relevante wetgeving

     

     

     

    Bijlage

    Relevante wetgeving

     

    Het recht op zelfbeschikking van de mens in de gezondheidszorg heeft geleid tot een aantal cliëntenrechten, die zijn vastgelegd in wetgeving. Het zelfbeschikkingsrecht staat voorop.

    In een enkel geval is het zelfbeschikkingsrecht beperkt en worden bevoegdheden toegekend aan naastbetrokkenen. Meestal zijn naastbetrokkenen dan familieleden of wettelijke vertegenwoordigers.

    Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de meest relevante wetsartikelen. De wetten die worden behandeld zijn:

     

     De Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO)

     De wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ)

     De wet Mentorschap

     De Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ)

     de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ)

     de Kwaliteitswet Zorginstellingen

     

    In het onderstaande staat een overzicht van de wetsartikelen die betrekking hebben op het contact of overleg met naastbetrokkenen. Het is geen letterlijke weergave van de artikelen maar een vertaling. Tussen haakjes staan verwijzingen naar de betreffende wetsartikelen.

     

     

    Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO)

    De WGBO regelt de relatie tussen cliënt en hulpverlener. De intentie van de wet is om de positie van de cliënt in deze relatie te versterken door rechten en plichten van beide partijen wettelijk voor te schrijven.

     

    1. Vanaf 16 jaar kan iedereen die wilsbekwaam is, zelf een geneeskundige behandelingsovereenkomst sluiten (WGBO, art. 447). Hierdoor wordt het recht op zelfbeschikking in de gezondheidszorg beter gewaarborgd.

     

    2. Voor de uitvoering van de overeenkomst (de feitelijke behandeling) is de toestemming of medewerking van de cliënt nodig (WGBO, art. 450, lid 1).

     

    3. Als een cliënt tijdelijk of duurzaam niet in staat is toestemming te geven voor delen van de behandeling (de cliënt is wilsonbekwaam), kunnen wettelijke vertegenwoordigers (familieleden of andere naast betrokkenen, WGBO, art. 465, lid 3) vervangende toestemming geven, ook als de cliënt zich verzet tegen deze behandeling (WGBO, art.465, lid 6). Deze vorm van dwangbehandeling is bij vrijwillige cliënten aan wettelijke voorschriften gebonden en alleen mogelijk voor verrichtingen van ingrijpende aard.

    Dat wil zeggen: de verrichting is kennelijk nodig om ernstig nadeel voor de wilsonbekwame cliënt te voorkomen. Er moet wel al sprake zijn van een behandelingsovereenkomst.

     

    4. Als wettelijke vertegenwoordigers of familieleden vervangende toestemming hebben gegeven voor een bepaalde behandeling, kan de hulpverlener aan hen zonder toestemming van de cliënt informatie ter zake van de behandeling geven. Hierop geldt een uitzondering indien het verstrekken van informatie niet verenigbaar is met de eisen van goed hulpverlenerschap

    (WGBO, art. 465, lid 4).

     

     

    Wet Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ)

    De Wet BOPZ regelt bijzondere (gedwongen) opnemingen van cliënten in psychiatrische ziekenhuizen. De intentie van de Wet BOPZ is om bij bijzondere opnemingen de rechtspositie van de cliënt zoveel mogelijk te waarborgen en het gevaar af te wenden.

     

    1. Bepaalde familieleden kunnen een schriftelijk verzoek indienen bij de Officier van Justitie voor het verkrijgen van een rechterlijke machtiging tot opname van een cliënt (BOPZ, art. 4).

     

    2. Familieleden die een verzoek indienen voor een rechterlijke machtiging, kunnen worden gehoord door de rechter die moet beoordelen of een machtiging moet worden verstrekt (BOPZ, art. 8).

     

    3. Familieleden kunnen ook worden gehoord door de rechter indien het verzoek voor een rechterlijke machtiging door iemand anders (geen familielid) is ingediend.

     

    4. Als er sprake is van een gedwongen opname in een psychiatrisch ziekenhuis, informeert de instelling bepaalde naastbetrokkenen en cliënt zo spoedig mogelijk over welke hulpverlener verantwoordelijk is voor de behandeling van de opgenomen cliënt. Ook verstrekt zij aan beiden informatie over de huisregels en de rechten van de cliënt tijdens het verblijf in het psychiatrisch ziekenhuis (BOPZ, art. 36, lid 1 en 2). (Voor de ggz-hulpverlener betekent dit dat bepaalde informatie aan naastbetrokkenen verstrekt kan worden, zonder dat de persoonlijke levenssfeer van cliënt wordt geschonden: wat kan men verwachten bij een gedwongen opname, wat zijn de bezoektijden, wie is de contactpersoon voor de familie, enz.).

     

    5. Als de cliënt wilsonbekwaam wordt geacht, moet de hulpverlener overleggen met bepaalde personen over de voorgestelde behandeling (BOPZ, art. 38, lid 2).

     

    6. Als er dwangbehandeling heeft plaatsgevonden of als bijzondere middelen of maatregelen zijn toegepast, stelt de hulpverlener bepaalde personen daarvan direct in kennis

    (BOPZ, artikel 38, lid 6/art. 39, lid 3).

     

    7. In geval van verlof of voorwaardelijk ontslag voert de hulpverlener zo mogelijk en zonodig vooraf overleg met de naaste familieleden (BOPZ, art. 45 t/m 48).

    (Contact vooraf dient plaats te vinden als in de instelling bekend is dat de cliënt tijdens het verlof of na dienst ontslag zijn intrek zal nemen bij de familie en/of op hun zorg is aangewezen. Is dit niet bekend, dan zou de instelling dit bij de cliënt kunnen navragen.)

     

     

    Wet Mentorschap

    De wet Mentorschap regelt de benoeming, rechten en plichten van een wettelijk vertegenwoordiger voor cliënten die wilsonbekwaam worden geacht.

     

    1. Het mentorschap kan worden verzocht door de betrokken persoon, zijn echtgenoot of geregistreerd dan wel andere levensgezel, zijn bloedverwanten in de rechte lijn en in de zijlijn tot en met de vierde graad, zijn voogd, zijn curator of zijn bewindvoerder

    (wet Mentorschap, art. 451, lid 1 BW), bk.1.

     

    2. De rechter volgt bij het benoemen van een mentor de voorkeur van de betrokken cliënt. Heeft de cliënt geen voorkeur of is hij niet in staat dit duidelijk te maken, dan wordt bij voorkeur de echtgenoot of de geregistreerde dan wel andere levensgezel tot mentor benoemd. Heeft de cliënt geen partner, dan wordt bij voorkeur een van zijn ouders, kinderen, broers of zusters tot mentor benoemd (wet Mentorschap art. 452, lid 4).

     

    3. De mentor vertegenwoordigt de cliënt in zaken betreffende zijn verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding en kan vervangende toestemming geven. In een aantal gevallen kan de mentor de cliënt niet vertegenwoordigen.

    Is er bijvoorbeeld een noodzaak tot opname en verblijf in een APZ, dan moet de cliënt zelf toestemming geven (wet Mentorschap art. 453).

     

    4. Is de opname eenmaal een feit (cliënt gaf zelf toestemming of opname is tot stand gekomen via een Rechterlijke Machtiging of een IBS), dan kan de mentor vervolgens vervangende toestemming geven voor verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding. De mentor dient daarbij wel rekening te houden met de wil van de betrokken cliënt voordat hij wilsonbekwaam werd (Wet Mentorschap, art. 453, lid 1).

     

    5. Als de mentor vervangende toestemming heeft gegeven en de verwante of betrokkene verzet zich tegen een handeling van ingrijpende aard, dan kan die handeling slechts plaatsvinden indien zij kennelijk nodig is om ernstig nadeel voor verwante of betrokkene te voorkomen (wet Mentorschap art. 453, lid 5).

     

    6. De mentor is verplicht om betrokken cliënt zo veel mogelijk te betrekken bij de vervulling van zijn taak en zo veel mogelijk rekening te houden met de mening van de cliënt. De mentor bevordert dat de verwante of betrokkene rechtshandelingen en andere handelingen zelf verricht, indien de cliënt daartoe in staat is (wet Mentorschap art. 454, lid 1).

     

    7. De mentor kan de cliënt toestemming verlenen bepaalde rechtshandelingen zelf te verrichten (wet Mentorschap art. 453, lid 2).

     

    8. De mentor is aansprakelijk indien hij in de zorg van een goed mentor tekort schiet, tenzij de tekortkoming hem niet kan worden toegerekend (wet Mentorschap art. 454, lid 2).

     

    9. De mentor wordt ontslag verleend op eigen verzoek, of wegens gewichtige redenen. Ook wordt ontslag verleend als de mentor niet meer voldoet aan de eisen om mentor te kunnen worden, dit op verzoek van betrokkene, op vordering van het openbaar ministerie of ambtshalve. De kantonrechter kan dan voorlopige voorzieningen in het mentorschap treffen en de mentor schorsen (wet Mentorschap art. 461, lid 2).

     

     

    Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ)

    De WKCZ regelt de wijze waarop zorgaanbieders klachten van cliënten over de zorgverlening moeten behandelen. De intentie van de wet is dat zorgaanbieders klachten serieus behandelen en dat zij op basis van klachten maatregelen ter verbetering van de zorg en/of voorkoming van klachten nemen.

     

    1. De WKCZ verplicht alle ggz-instellingen een klachtenregeling te treffen, waarin de wijze waarop de instelling de behandeling van klachten regelt, wordt omschreven.

     

    2. De instelling brengt de klachtenregeling en procedure onder de aandacht van direct en indirect verwante of betrokkenen.

     

    3. Door of namens een cliënt kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie.

    Dit betekent dat iedereen een klacht kan indienen, ook familieleden, mits de cliënt dit ondersteunt. De klacht kan ook worden ingediend indien de cliënt op wie de klacht betrekking had, inmiddels is overleden (WKCZ, art. 2 lid 6).

     

    4. De klacht moet de persoon van de cliënt betreffen. Het kan niet een zelfstandige klacht van een familielid betreffen (WKCZ, art. 2, lid 4).

     

     

    Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ)

    De WMCZ regelt de inspraak van cliënten op het beleid van de zorginstelling. Intentie van de wet is om cliënten invloed te laten uitoefenen op instellingsbeleid die van invloed zijn op behandeling en/of verblijf van cliënten in een zorginstelling.

     

    1. Iedere instelling heeft de plicht zich in te spannen om een cliëntenraad op te richten

    (WMCZ, art. 2, lid 1).

     

    2. Cliënten hebben zo veel mogelijk zelf zitting in de cliëntenraad, tenzij zij lichamelijk en/of geestelijk niet in staat zijn om werkzaamheden voor de cliëntenraad te verrichten. In dat geval kunnen ouders of andere familieleden van de cliënten lid zijn van de cliëntenraad, of kan aan hen een rol worden toegekend bij de benoeming van de leden van de cliëntenraad

    (WMCZ, Memorie van Toelichting).

     

     

    Kwaliteitswet zorginstellingen

    In deze wet worden familieleden (naastbetrokkenen) niet expliciet genoemd. Wel stelt de kwaliteitswet dat de zorgaanbieder overleg moet voeren met onder andere patiënten/consumentenorganisaties over de normen voor verantwoorde zorg.

    In de Memorie van Toelichting staat bij dit artikel over de invulling van de norm voor verantwoorde zorg: “Op welke wijze de zorgaanbieder de norm invult, is niet zozeer van belang. Waar het om gaat is dat een aanbieder - daarop aangesproken door betrokkenen - altijd aannemelijk kan maken op welke wijze verantwoorde zorg wordt geboden.”

     


     



    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:1.1:Betrokkenen
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Familie Vertrouwens Persoon


    Familie Vertrouwens Persoon

     

     

     

    Familievertrouwenspersoon

    Bij een aantal instellingen in de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) is een familievertrouwenspersoon aangesteld. Aanleiding was dat familieleden soms grote moeite hebben om in contact te komen met hulpverleners en zich niet door hen gehoord voelen. Familieorganisaties Ypsilon en Labyrint~In Perspectief voerden hierover gesprekken met GGZ medewerkers met als resultaat de familievertrouwenspersoon.

     

     

    Luisterend oor en vraagbaak

    De familievertrouwenspersoon (FVP) is er voor familie, mantelzorgers, naastbetrokkenen en vrienden van patiënten die bij de betrokken instellingen in behandeling zijn. Deze FVP is een vraagbaak, biedt een luisterend oor, geeft morele ondersteuning en biedt in een aantal gevallen daadwerkelijke hulp bij het benaderen van hulpverleners of instellingen in de GGZ. Daarbij vertegenwoordigt de FVP het belang van de familie, met als uiteindelijke doel: een goede samenwerking tussen hulpverlener, patiënt en familielid. De FVP vormt een brug tussen familie en GGZ.

     

     

    Wat doet de familievertrouwenspersoon?

    Hij of zij:

    • geeft antwoord op eenvoudige vragen per e-mail;
    • voert telefonische gesprekken met familie;
    • bezoekt mensen in de thuissituatie die behoefte hebben aan persoonlijk contact. Dat laatste heeft meerwaarde omdat mensen thuis zich in een gesprek meer op hun gemak voelen;
    • informeert familie over hoe de hulpverlening in elkaar zit en bemiddelt waar nodig tussen familie en behandelaar;
    • begeleidt de familiegroep;
    • ondersteunt de hulpverlening wanneer die een beroep op haar doet;
    • houdt spreekuur. 

     

    Wat belangrijk blijft is dat familie zijn/haar verhaal kwijt kan, antwoord krijgt op vragen, ondersteuning krijgt en bij klachten een beroep kan doen op bemiddeling. Vooral de ervaring dat er iemand is die naar jouw verhaal wil luisteren, blijkt voor familie een enorme steun.

    Op dit moment zijn er in Nederland acht familievertrouwenspersonen actief. De ervaringen hiermee zijn zo positief dat andere regio’s ook onderzoeken of ze een familievertrouwenspersoon kunnen aanstellen. Vindt u een familievertrouwenspersoon belangrijk dan kunt u dat laten weten aan de Preventieafdeling van de GGZ instelling in uw regio.

     

     

    Familievertrouwenspersonen op een rij

    Hieronder geven wij een alfabetisch overzicht van de familievertrouwenspersonen (FVP) die momenteel actief zijn in verschillende regio's. Zij zijn telefonisch of per e-mail bereikbaar.

     

     

    Alkmaar

    Ellen de Leijer

    Organisatie: GGZ Noord-Holland Noord

    Telefoon: 06 51639737

    E-mail: e.deleijer@ggz-nhn.nl

     

    Apeldoorn

    Wim Koning

    Organisatie: RIBW Oost Veluwe

    Telefoon: 055 3550280 of 06 34550455

    E-mail: w.koning@doornveld.nl

     

    Amersfoort

    Joan Taat

    Organisatie: Symfora Groep en GGZ Meerkanten

    Telefoon: 033 4609900 of 06 10790572

    E-mail: familievertrouwenspersoon@symfora.nl

     

    Amstelland, Meerlanden en Zuid-Kennemerland

    Ellie Driebergen

    Organisatie: GGZinGeest

    Werkgebied Amstelveen, Haarlemmermeer en Zuid-Kennemerland

    Telefoon: 023 5549018 of 06 53952907

    E-mail: e.driebergen@ggzingeest.nl en familievertrouwenspersoon@meerkanten.nl

     

    Amsterdam

    Olga Gorbatsjewa

    Organisatie: Gezamenlijke GGZ Instellingen Amsterdam, HVO Querido

    Werkadres: AMC De Meren, locatie bestuurscentrum Meibergdreef 5

    Telefoon: 06 11053178

    E-mail: olga.gorbatsjewa@arkin.nl

    Kees Kooij

    Organisatie: Gezamenlijke GGZ Instellingen Amsterdam, HVO Querido

    Werkadres: AMC De Meren, locatie bestuurscentrum Meibergdreef 5

    Telefoon: 06 11300762

    E-mail: kees.kooij@arkin.nl

    Bert Tolhuysen

    Familie consulent, geen FVP

    Organisatie: Mentrum

    Alleen werkzaam voor de afdeling Langdurige Transmurale Psychiatrie

    Telefoon: 020 5904555

     

    Bergen op Zoom, Breda, Roosendaal

    Annemarie Schrijnemakers

    Zij is geen FVP, wel coördinator “Programma Familieleden”.

    Organisatie: GGZ Westelijk Noord Brabant, afd. Preventie.

    Telefoon: 0164 289191 (di t/m vr)

    E-mail: annemarie.schrijnemakers@ggzwnb.nl 

     

    Den Helder

    Ellen de Leijer

    Organisatie: GGZ Noord-Holland Noord

    Werkadres: Steunpunt Mantelzorg Den Helder

    Telefoon: 06 51639737

    E-mail: e.deleijer@ggz-nhn.nl

     

    Goes

    Liset Bartels

    Organisatie: Emergis

    Werkadres: Klaverblad Zeeland

    Telefoon: 0113 256856 of 06 53166533

    E-mail: l.bartels@klaverbladzeeland.nl

     

    Dordrecht 

    Organisatie: de Grote Rivieren / Circuit Volwassenen

    Nadere gegevens volgen

     

    Oost-Brabant (regio Eindhoven/Helmond/Oss/Uden)

    Hans Weijmans

    Organisatie: GGZ Oost Brabant

    Telefoon: 073 8447782 of 06 53352732

    E-mail: jw.weijmans@ggzoostbrabant.nl

     

    Ermelo

    Joan Taat

    Organisatie: Symfora Groep en GGZ Meerkanten

    Telefoon: 033 4609900 of 06 10790572

    E-mail: familievertrouwenspersoon@symfora.nl  en familievertrouwenspersoon@meerkanten.nl

     

    Tilburg

    Marcel Hoeven

    Organisatie: GGZ Midden-Brabant, GGZ Breda

    Telefoon: 013 5808380

    E-mail: m.hoeven@ggzmb.nl

     

    Utrecht

    Jacqueline Rodenburg

    Organisatie: Altrecht, SBWU, Kwintes, Indigo en Centrum Maliebaan

    Werkadres: Steunpunt GGZ Utrecht

    Telefoon: 06 53348555 (ma, di, do, vr)

    E-mail: j.rodenburg@familievertrouwenspersoon.nl

     

     

     

    Bron: www.labyrint-in-perspectief.nl 


     



    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:1.2:FVP
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Familieraad


    Familieraad

     

     

     

    Familieraad in de GGz

    Familie ‘in-zicht’

     

    Wanneer u op bezoek komt bij een familielid in een psychiatrische instelling, dan heeft u wellicht vragen of opmerkingen over de gang van zaken op de betreffende afdeling. Dat kan gaan over de dagbesteding, de weekendinvulling of over de houding van personeel. Misschien wilt u graag familie van andere cliënten van dezelfde instelling ontmoeten.

    Veel familieleden hebben dezelfde vragen. Daarom zijn er in ongeveer vijfentwintig instellingen voor Geestelijke Gezondheidszorg (GGz) Familieraden opgericht.

     

     

    Wat doet nou zo’n Familieraad?

    De Familieraad bestaat uit betrokken familieleden en is meestal opgericht op initiatief van één van hen samen met een maatschappelijk werker. De Familieraad behartigt de belangen van familie en vertegenwoordigt de familie van cliënten in GGz instellingen. Bij belangen van familie kan gedacht worden aan informatieverstrekking over de behandeling van betrokken cliënten, de kwaliteit van zorg of het leveren van een bijdrage aan het familiebeleid van de instelling. Ook is contact met andere familieleden belangrijk om ervaringen uit te wisselen en nieuwe aandachtspunten te formuleren. Tenslotte treedt de Familieraad ook op als overlegpartner met de Raad van Bestuur van de instelling.

     

    Bij de zorg voor cliënten in de GGz zijn drie partijen betrokken:

    de cliënt, de hulpverleners en de familie.

    Deze groepen hebben vanuit hun positie een eigen inbreng en invloed op het zorgproces.

     

     

    Raadswerk

    In het werk van familieraden draait het veel om communicatie met betrokken partijen en doelgerichte samenwerking. Betrokkenheid bij de zorg voor cliënten van de instelling en tegelijkertijd voldoende afstand houden van de eigen problematiek, wordt van raadsleden verwacht. Een goed contact met de Raad van Bestuur van de instelling, regionale GGz organisaties en samenwerking met de cliëntenraad is van belang voor de familieraad. De afspraken tussen de Familieraad en de Raad van Bestuur worden in een samenwerkingsovereenkomst vastgelegd. Dit geeft de Familieraad een officieel erkende status binnen de instelling.

     

     

    Versterking welkom

    Nieuwe raadsleden zijn bij sommige familieraden van harte welkom. Het werk in een Familieraad is leuk en zinvol om te doen! Voor raadsleden kan het een manier zijn om ergernis over de zorg voor een dierbaar familielid om te zetten in constructief familie raadswerk. Werk dat voor sommigen vooral draait om bevordering van de kwaliteit van zorg en het toezien hierop. 

    De één vindt het de uitdaging om familie te vertegenwoordigen in regionale overlegstructuren en een ander wil er vooral zijn voor hen: welke vragen en gevoelens leven er bij familie? Weer een ander verzamelt signalen van familie over de zorg: wat gaat er goed in de instelling en wat kan beter? Zo heeft iedereen zijn eigen drijfveer.

    De Stichting Landelijke Koepel Familieraden (SLKF) ondersteunt familieraden bij hun werk en informeert familieraden over ontwikkelingen binnen de GGz. Ook organiseert zij studiedagen en cursussen voor haar leden.

     

     

    Vragen of zelf een bijdrage leveren? 

    Neem contact op met de Familieraad bij uw instelling,

    kijk op de website van de SLKF of bel hen: 030-2129395.

     

     

    Bron: www.labyrint-in-perspectief.nl 



     



    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:1.3:Familieraad
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Triadekaart


    Triadekaart

     

     

     

    Een Keuzekaart familie-inbreng bij schizofrenie

     

     

     

    Waarom deze kaart?

    Mensen met een psychotische kwetsbaarheid hebben vaak intensief contact met hun familie. Dit contact is duurzaam, in tegenstelling tot veel hulpverleningscontacten. Als familieleden weten wat ze te doen staat, kunnen zij de gevolgen van de ziekte verkleinen. Een goede ‘triade’, waarin behandelaar, patiënt en familie samenwerken, levert de beste zorg.

    Vaak zijn afspraken vastgelegd in een behandelplan, een zorgplan, een signaleringsplan of een crisiskaart. Maar de rol van de familie of andere naastbetrokkenen blijft daarin veelal onbesproken. De Triadekaart is een hulpmiddel om hun inbreng zo concreet mogelijk vast te leggen.

     

     

    Hoe werkt deze kaart?

    Aan de hand van de kaart maken behandelaar, patiënt en familie concrete afspraken over wat precies van de familie en/of andere naastbetrokkenen wordt verwacht. Door met elkaar in gesprek te gaan, kan iedereen vanuit zijn of haar eigen perspectief aangeven wat daarin belangrijk is.

    Het is goed om bij de start van een triadegesprek uit te gaan van een aantal principes:

     

    1. Bij de behandeling staat het welbevinden van de patiënt voorop. Binnen de triade dus ook.
    2. In de behandeling wordt ernaar gestreefd dat de patiënt zo zelfstandig mogelijk kan functioneren. Binnen de triade dus ook.
    3. Het aantal taken dat familieleden en andere naastbetrokkenen op zich nemen, is vaak te groot. Hoe beter zij de eigen grenzen leren bewaken, des te meer ruimte geven zij de ander. Dat is in ieders belang.
    4. Om de overeengekomen taken goed te kunnen verrichten, moeten ook de familieleden of andere naastbetrokkenen kunnen rekenen op ondersteuning van de professionele hulpverlening op het gebied van informatie, training en begeleiding.
    5. De rol van de familie kan door de tijd verschillen. Wat nu wenselijk is, hoeft dat over een tijdje niet meer te zijn. Maak nieuwe afspraken als u denkt dat daartoe aanleiding is.

     

     

    Ypsilon, de vereniging van familieleden van mensen met schizofrenie of een psychose, heeft in een visiesheet vastgelegd wat zij vindt dat de rol van familieleden in zijn algemeenheid kan inhouden en wat niet, bedoeld als steuntje in de rug voor de familie bij het maken van de keuzes.

    Het is de bedoeling dat u de kaart tijdens een triadegesprek invult en afspreekt wat de rol van het familielid is. Uiteraard kan dat door de tijd heen verschillen: de kaart zal eens in de zoveel tijd, bijvoorbeeld jaarlijks, moeten worden geactualiseerd.

    Meer over de visie van Ypsilon op de rol van de familie

     

     

    Hoe komt u aan deze kaart?

    Het duurt nog even, maar alle Ypsilonleden kunnen over enige tijd een exemplaar van de kaart toegezonden krijgen. Instellingen die interesse hebben kunnen dat melden bij het landelijk bureau, telefoon (088) 0002120 of via triadekaart@ypsilon.org. 

     

     

    Een model van de definitieve versie 3.0 van de Triadekaart is als pdf-bestand te downloaden door te klikken op deze link

     

     

    Bron: Ypsilon, de vereniging van familieleden van mensen met schizofrenie of een psychose

     

     

     

     



    Reageer (2)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:1.4:Triadekaart
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kwaliteitscriteria vanuit cliëntenperspectief


    Kwaliteitscriteria vanuit cliëntenperspectief

     

     

     

     

      waaraan de geboden zorg moet voldoen

     

    zodat je kan spreken van

     

    kwalitatief goede zorg.

     

     

     

     

    Kwaliteitsnormen:

     

     

    In de onderliggende submenu's staan alle normen beschreven, gericht op de kwaliteit van de zorg, hoe het in de praktijk dus dient te gaan in de hulpverlening.

     

     

    Centraal uitgangspunt bij de kwaliteitscriteria is

    dat cliënten respectvol behandeld en bejegend worden.

    Cliënten zijn volwaardige burgers van deze samenleving

    en worden als zodanig benaderd.

     

     

     

    Wat is goede kwaliteit?

    Vaak is de beoordeling van de geboden zorg zeer individueel bepaald. Ieder mens is anders en dat betekent dat iedere cliënt andere zorg nodig heeft en daar andere eisen aan stelt. Over een aantal onderdelen van de zorg is duidelijk overeenstemming, zoals: wachtlijsten zouden er niet moeten zijn; de informatie moet goed en duidelijk zijn; mensen moeten voorlichting krijgen over de bijwerking van medicijnen. Andere normen zijn heel uitdrukkelijk vastgelegd in wetgeving zoals privacyregels. Maar er zijn ook normen die te vaag zijn om gelijk getoetst te kunnen worden.

    Een voorbeeld is de kwaliteitseis "dat de hulpverlener respectvol met de cliënt omgaat", bejegening. Iedereen zal dit een belangrijke kwaliteitseis vinden, maar is op zich geen concrete norm. Meestal betreft het meerdere aspecten waardoor het mogelijk wordt om eenduidig vast te stellen of hieraan voldaan wordt. Bijvoorbeeld: is er sprake van overleg; hoe worden meningsverschillen opgelost; wordt je behandeld als een kind; heb je het gevoel een nummer te zijn, etc.

     

    De indeling van de kwaliteitscriteria sluiten aan bij de verschillende fasen van de behandeling / begeleiding zoals die in de praktijk wordt geboden:

     

    De toegang tot de zorg:

    • Dit gaat over de aanmelding, de intakeprocedure, onderzoek,  diagnostiek, de indicatiestelling en de zorgtoewijzing.

     

    De uitvoering van de zorg:

    • Dit gaat over het behandelplan, de geboden zorg / behandeling, evaluatie, vervolgzorg en specifiek voor cliënten die 24 uur in de instelling verblijven het onderdeel wonen.

     

    De afsluiting en uitkomsten van de behandeling:

    • Dit gaat over eindevaluatie van de behandeling, uitkomsten van de behandeling, het ontslag en de nazorg.

     

     

    Ontwikkeling van de kwaliteitsnormen

    In opdracht van de stichting LPR, Cliëntenbond en GGZ-Nederland is er door het Verwey–Jonker Instituut in mei 2000 een integraal kwaliteitssysteem vanuit het cliëntenperspectief ontwikkeld. Voor het ontwikkelen van het kwaliteitssysteem vanuit het cliëntenperspectief zijn er interviews gehouden met verschillende sleutelfiguren van de cliëntenbeweging en de instellingen op het terrein van de geestelijke gezondheidszorg.

    Een belangrijk onderdeel van het kwaliteitssysteem zijn de kwaliteitsnormen waaraan de geboden zorg zou moeten voldoen. 

     

     

    Het Verwey-Jonker Instituut is een sociaal-wetenschappelijk onderzoeksinstituut.

    Het instituut doet onderzoek naar sociale vraagstukken. Drie perspectieven staan centraal in dit onderzoek: dat van burgers, instellingen en overheden.

    De uitkomsten van onderzoek zijn bruikbaar voor aanpassingen in het beleid van organisaties en overheden. Het instituut wil met behulp van onderzoek de sociale participatie van burgers bevorderen en bijdragen aan de aanpak van maatschappelijke problemen.

     

     

    In september 2004 is het kwaliteitssysteem, in samenwerking met Kwadraat, geëvalueerd en aangepast mede door suggesties van cliënten en cliëntenraden in de GGZ. Dit kan nu gebruikt worden niet alleen voor de geestelijke gezondheidszorg en beschermd wonen maar ook voor de verslavingszorg, dagactiviteitencentra en arbeidstrajecten en de maatschappelijke opvang.

     

     

     



    Reageer (4)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:1.5:Kwaliteitscriteria
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De cliënt als individu



    De cliënt als individu

     

     

     

    Ø    RESPECTVOLLE BEJEGENING   

     

     

    Respect voor de cliënt als persoon

    De cliënt wordt behandeld als een uniek persoon met een eigen leven, niet als iemand met een stoornis

    Cliënt als mondig individu

    De cliënt wordt als een mondig en serieus te nemen persoon gezien.

    Vriendelijke en correcte houding

    De cliënt wordt vriendelijk en correct bejegend en te woord gestaan.

    Gelijkwaardigheid

    De cliënt wordt door de hulpverleners benaderd op voet van gelijkwaardigheid. Er is geen betutteling.

     

     

         Ø      EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID CLIËNT

     

     

    Zelfbeschikkingsrecht

    Uitgaande van de menselijke waardigheid wordt de persoonlijke autonomie en het (morele) zelfbeschikkingsrecht van cliënten gewaarborgd

    Stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid

    De eigen verantwoordelijkheid van de cliënt staat centraal, hetgeen inhoudt dat er een appèl op wordt gedaan.

    Ervaringsdeskundigheid

    De ervaringsdeskundigheid van de cliënt wordt benut tijdens de behandeling.

     

     

    Ø      MEDEZEGGENSCHAP 

     

     

    Inspraak op afdelings- en instellingsniveau zowel individueel als collectief via cliëntenraden

    De cliënten beschikken op afdelings-, instellingsniveau en binnen projecten individueel en als groep over meerdere mogelijkheden tot medezeggenschap.

    De taken en bevoegdheden van de cliëntenraad zijn vastgelegd

    De taken en bevoegdheden van de cliëntenraad zijn bedoeld als medebepaler van het beleid en als behartiger van de belangen van cliënten. Individuele cliënten worden in staat gesteld aan de cliëntenraad deel te nemen en om zowel binnen als buiten de instelling (plaatselijk, regionaal en landelijk) aan belangenbehartiging te doen.

    Ondersteuning van de cliëntenraad

    Om de belangenbehartiging door cliëntenraden mogelijk te maken is financiële, materiële en personele ondersteuning nodig.

     


     



    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:1.5:Kwaliteitscriteria
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Intake - Begin



    De toegang tot de voorziening

     

     

     

     

    Ø      INFORMATIE

     

     

    Volledige informatie

    De instelling zorgt ervoor dat de cliënten alle informatie krijgen die van belang is voor hun situatie.

    Specifieke informatie

    Voor de verschillende sectoren en afdelingen wordt de specifieke informatie verstrekt.

    De cliënt ontvangt de huis- en instellingsregels of wordt er op attent gemaakt.                         

    Beschikbaar

    De genoemde informatie is op schrift gemakkelijk voor de cliënt beschikbaar en er is sprake van regelmatige herhaling, indien nodig.

    Afgestemd op de cliënt

    De informatie is samen met de cliëntenraad ontwikkeld en is afgestemd op de cliënt die de informatie nodig heeft.

    Begrijpelijk

    De instelling verschaft informatie die toegankelijk is voor mensen die een andere taal dan Nederlands spreken of minder gewend zijn informatie te lezen. De informatie is (zo mogelijk) toegankelijk voor mensen met een auditieve of visuele handicap

     

     

    Ø    TOEGANKELIJKHEID

     

     

    Bereikbaar

    De locaties van de instelling bevinden zich op een centrale locatie en zijn goed bereikbaar met het openbaar vervoer.

    Toegankelijk voor gehandicapten

    De instelling is goed bereikbaar en toegankelijk voor gehandicapten.

    Bereikbaarheid buiten kantooruren

    De instelling dient te regelen dat de instelling ook buiten kantooruren bereikbaar is voor mensen in een crisissituatie.

    Geen wachtlijsten en wachttijden

    De instelling heeft de inspanningsverplichting om de aangemelde cliënten in een zo kort mogelijke periode te woord te staan.

     

     

    Ø     INTAKE / PROBLEEMDEFINIËRING

     

     

    Actieve houding wat betreft de wensen van de cliënt

    De hulpverlener informeert bij de intake naar de wensen en verwachtingen van de cliënt en dient deze serieus te nemen. Als de hulpvraag van de cliënt niet duidelijk is, wordt de cliënt ondersteund bij het formuleren van de hulpvraag.

    Cliënt krijgt de tijd en de ruimte

    De hulpverlener biedt de cliënt de tijd en ruimte om zijn/haar wensen en verwachtingen kenbaar te maken.

    Cliënt kan bijgestaan worden

    Als de cliënt dat wenst kan hij/zij bij de indicatiestelling bijgestaan worden door een persoon naar eigen keuze. De cliënt krijgt vooraf te horen dat deze mogelijkheid er is.

    Afspraken over informatie-uitwisseling

    Wanneer de cliënt dat wenst, kunnen familieleden of andere naasten geïnformeerd worden over de situatie van de cliënt en eventueel bij de behandeling betrokken worden of optreden als zaakwaarnemer of vertegenwoordiger.

    Schriftelijke toestemming opvragen van informatie

    Zonder schriftelijke toestemming van de cliënt mag er geen informatie worden opgevraagd bij verwijzers of anderen.

    Bijstelling probleemdefiniëring

    Na verloop van tijd moet een tussentijdse bijstelling van de hulpvraag mogelijk zijn.

     

     

    Ø     ONDERZOEK / DIAGNOSESTELLING 

     

     

    Instemming cliënt

    Indien onderzoek nodig en gewenst is, vraagt de hulpverlener de cliënt hiervoor schriftelijk om toestemming.

    Recht op second opinion

    De cliënt heeft recht op een second opinion, dat wil zeggen dat de cliënt een behandelaar naar eigen keuze mag vragen om ook een diagnose te stellen.

    Analyse op alle levensgebieden

    De diagnose betreft het brede terrein van de verschillende levensgebieden waarop men problemen kan hebben.

    Verslag aan de cliënt

    Over de resultaten van het onderzoek wordt door de hulpverlener verslag uitgebracht aan de cliënt.

     

     

    Ø      INDICATIESTELLING / ZORGTOEWIJZING

     

     

    Aanbod van zorg is helder

    Het moet voor de cliënt helder en duidelijk zijn welke zorg de cliënt kan verwachten.

    Keuzemogelijkheid van zorg en instelling

    Er is sprake van een gevarieerd & flexibel aanbod van zorg waaruit de cliënt kan kiezen.

    Betrokkenheid bij indicatiestelling

    De cliënt heeft inspraak bij de invulling van de indicatiestelling en de uiteindelijke hulp die hij/zij ontvangt.

    Instemming cliënt

    De cliënt geeft schriftelijk zijn / haar instemming met de indicatiestelling en invulling van de behandeling.

     

     

    Ø      AFSTEMMING VAN DE ZORG

     

     

    Integraal aanbod

    Binnen de psychiatrie en de verslavingszorg is veelal sprake van problemen op verschillende levensgebieden, zoals huisvesting, financiën, opvoedingsproblemen, gezondheid. Cliënten moeten gebruik kunnen maken van zowel het aanbod in de verslavingszorg als het hulpaanbod in andere sectoren zoals de geestelijke gezondheidszorg of het maatschappelijk werk.

    Ketenkwaliteit

    Cliënten die een beroep doen op verschillende instellingen voor de (geestelijke) gezondheidszorg en de

    maatschappelijke dienstverlening dan wel op verschillende voorzieningen binnen één instelling, kunnen rekenen op samenwerking en een op elkaar afgestemd zorgaanbod. Een combinatie aan problemen (de zogeheten dubbele diagnose) zoals verslaving en psychische problemen, mag geen reden zijn om iemand niet in behandeling te nemen.

    Ketenregie

    Gedurende de behandeling is er één hulpverlener verantwoordelijk en aanspreekbaar voor de behandeling die de cliënt ontvangt

    Continuïteit van zorg

    De instelling zorgt ervoor dat er sprake is van continuïteit van zorg. De verschillende stappen en fasen in het hulpverleningsproces dienen op elkaar aan te sluiten. De instelling is verantwoordelijk voor een vervangend zorgaanbod als de hulp niet op elkaar aansluit en er wachtlijsten zijn.



     




    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:1.5:Kwaliteitscriteria
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Behandeling



    Fase van uitvoering van activiteiten

     

     

     

     

    Ø     Behandelplan 

     

     

    Informatie over de behandeling

    De hulpverlener informeert de cliënt over de behandeling, de mogelijkheden aan therapievormen en zorg, medicatie (eventuele bijwerkingen),en over mogelijke alternatieve vormen van hulp.

    Keuze van (sekse) en verandering van hulpverlener

    De cliënt moet de voorkeur voor een hulpverlener of begeleider kunnen uiten. Cliënten moeten kunnen kiezen voor een man of vrouw als hulpverlener en indien nodig van hulpverlener kunnen veranderen.

    Inspraak behandeling / therapie

    De cliënt krijgt de ruimte om wensen en doelen wat betreft de behandeling kenbaar te maken. De hulpverlener en cliënt stellen in onderling overleg zijn / haar behandelplan op.

    Mogelijkheid tot laten bijstaan

    De cliënt krijgt ruimte om wensen en doelen wat betreft de behandeling kenbaar te maken en kan zich hierbij laten bijstaan door een ervaringsdeskundige.

    Zelfbeschikking begeleidingsplan

    De cliënt stelt, indien hij / zij dat wenst, zelf zijn / haar begeleidingplan op.

    Helder behandelplan

    Het behandelplan is opgesteld in voor de cliënt begrijpelijke taal.

    Instemming cliënt

    De cliënt dient schriftelijk in te stemmen met het behandelplan of met eventuele wijzigingen.

    Inzagerecht dossier

    Cliënten hebben conform de privacywetgeving inzage in hun eigen dossier.

     

     

    Ø      Behandeling / Begeleiding 

     

     

    Gevarieerd en flexibel aanbod aan behandeling / therapie

    De instelling biedt een gevarieerd en flexibel aanbod aan mogelijkheden van behandeling en therapieën.

    Alternatieven aanbod aanwezig

    Er zijn alternatieve vormen van behandeling / therapieën aanwezig.

    Verandering in therapie / behandeling is mogelijk

    De cliënt kan veranderen van hulp, indien de cliënt dit nodig of wenselijk vindt.

    Informatie herhaaldelijk beschikbaar

    De informatie over de zorg / behandeling, medicatie, (bij)werkingen, e,d, wordt tijdens de behandeling herhaaldelijk gegeven.

     

     

    Ø    Professionaliteit personeel 

     

     

    Deskundigheid personeel (seksespecifieke en transculturele hulpverlening)

    De instelling zorgt voor deskundige en invoelende hulpverleners. De instelling zorgt ervoor dat het personeel seksespecifieke en transculturele deskundigheid bezit

    Deskundigheidsbevordering medewerkers

    De instelling zorgt voor training en deskundigheidsbevordering aan het personeel, waarbij gebruik gemaakt wordt van het bestaande scholingsaanbod zoals dat ontwikkeld is door cliënten, zoals participatietraining, cliënt als docent.

    Waarborging continuïteit van personeel

    De continuïteit van de hulpverlening is gewaarborgd, de instelling zorgt ervoor dat er niet onnodig veel invalkrachten zijn. Indien er sprake is van wisseling van hulpverleners wordt de cliënt hierover vooraf ingelicht en garandeert de instelling de deskundigheid van een invaller.

    Inspraak van cliëntenraad bij aannamebeleid

    Bij het aannamebeleid van de instelling bij de functies die van wezenlijk belang zijn voor cliënten, neemt een vertegenwoordiger namens de cliënten deel aan de sollicitatiecommissie.

    Ervaringsdeskundigheid als positief selectiecriterium

    Ervaringsdeskundigheid is in het aannamebeleid van de instelling een positief selectiecriterium.

     

     

    Ø      Ruimte voor ervaringsdeskundigheid

     

     

    Benutten van ervaringsdeskundigheid

    De ervaringsdeskundigheid van de cliënt wordt benut tijdens de hulpverlening.

    Vergroting van de weerbaarheid en mondigheid

    De hulp is erop gericht om de zelfredzaamheid van de cliënt te stimuleren. De cliënt wordt in staat gesteld zich zelfstandig te handhaven op de verschillende levensgebieden zoals wonen, werken, financiën, dagbesteding, relaties, en dergelijke.

    Aandacht voor sterke kanten

    De hulpverlener heeft oog voor de sterke en positieve kanten van de cliënt en benut de mogelijkheden en vaardigheden van de cliënt.

    Stimuleren cliëntgestuurde projecten

    De instellingen ondersteunen de cliëntgestuurde projecten, zoals arbeidsrehabilitatie, consumerrun, lotgenotencontact, en dergelijke.

     

     

    Ø      Tussentijdse evaluatie behandeling / begeleiding

     

     

    Regelmatige evaluatie

    De behandeling wordt tussentijds geëvalueerd op vaste tijdstippen, bijvoorbeeld na zes weken bij kortdurende behandeling en drie maanden bij langdurige behandeling.

    Inspraak van cliënt

    Bij de tussentijdse evaluatie van de hulpverlening wordt het plan en vastgestelde behandeldoelen en de behandelrelatie mede getoetst aan de hand van de meningen, opmerkingen en wensen van de cliënt. Hierbij wordt het toekomstperspectief en de wensen rondom nazorg expliciet meegenomen (verleden, heden en toekomst)

    Aandacht voor positieve zaken

    In de evaluatie is er ook aandacht voor die zaken die wel goed gaan en bereikt zijn.

    Actieve houding wat betreft de wensen en behoefte van cliënt

    De hulpverlener geeft de cliënt ruimte diens mening en wensen kenbaar te maken.

    Instemming cliënt bij bijstelling behandeling

    Als het nodig is dat het plan wordt bijgesteld, gebeurt dit met (schriftelijke) instemming van de cliënt.

     

     

    Ø      Wonen / verblijf 

     

     

    Flexibel en gevarieerd woonaanbod

    De intramurale instellingen bieden een gevarieerd en flexibel aanbod aan wonen, dagbesteding, recreatie sociaal netwerkbegeleiding en financiële begeleiding.

    Scheiding wonen en behandelen

    De behandeling wordt gescheiden van de woonvoorziening gegeven.

    Woonrecht

    De instelling streeft ernaar om mensen die langdurig verblijven in de instelling woonrecht te bieden.

    Stimuleren tot reïntegratie

    De instellingen streven ernaar om mensen die langdurig verblijven in de instelling, begeleiding te bieden in het reïntegratieproces (bijvoorbeeld woonbegeleiding).

    Somatische zorg aanwezig

    Cliënten krijgen deskundige somatische zorg indien nodig.

    Mogelijkheid tot privacy

    De intramurale instellingen garanderen de privacy van cliënten. Bijvoorbeeld de mogelijkheid hebben om je terug te trekken met je eigen partner.

    Veiligheid gewaarborgd

    De instellingen garanderen de veiligheid van cliënten.

    Met betrekking tot de veiligheid op de afdeling of woonvorm:

    - respecteren de hulpverleners en de cliënten de algemene omgangsvormen en de fatsoensnormen;                                                   

    - zijn ze samen verantwoordelijk voor de sfeer/sociale veiligheid;

    - ontwikkelen ze met elkaar beleid op het gebied van de sociale veiligheid;

    zijn ze actief betrokken bij het waarborgen en bewaken van de sfeer en de sociale veiligheid (geen geweld en agressie). Leiding en hulpverleners vervullen hierbij een voortrekkersrol.

    De cliëntenraad toetst en onderneemt zo nodig stappen.

     


     



    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:1.5:Kwaliteitscriteria
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Afsluiting zorg



    Afsluiting en uitkomsten van behandeling

     

     

     

     

    Ø    Eindevaluatie hulpverlening behandeling

     

     

    Inbreng cliënt bij eindevaluatie

    Bij de eindevaluatie van de hulpverlening wordt het plan mede getoetst aan de hand van de mening, opmerkingen en wensen van de cliënt.

    Instemming cliënt

    De hulpverlener maakt een helder en voor de cliënt begrijpelijk verslag De cliënt stemt hiermee schriftelijk in.

     

     

    Ø      Uitkomsten van de behandeling 

     

     

    Vermindering van klachten

    De cliënt is van mening dat de behandeling heeft bijgedragen aan het verminderen van de klachten waarvoor de cliënt in behandeling is gekomen.

    Zelfredzaamheid is vergroot

    De kracht en het vermogen van de cliënt om zelfstandig te functioneren zijn toegenomen.

    Weerbaarheid en mondigheid toegenomen

    De cliënt is mondiger en weerbaarder geworden, kan voor zichzelf opkomen en neemt eigen beslissingen.

    Zelfstandigheid is toegenomen

    De cliënt is in staat zich zelfstandiger te handhaven op gebieden als wonen, werken, dagbesteding, financiën, relaties en dergelijke.

     

     

    Ø      Afsluiting behandeling 

     

     

    Instemming cliënt

    De cliënt stemt schriftelijk in met de afsluiting van de behandeling.

    Toestemming voor informatieoverdracht

    De cliënt geeft schriftelijk toestemming voor een eventuele verwijzing en de overdracht van gegevens

    Nazorg is geregeld

    De behandeling wordt pas afgesloten als de nazorg is geregeld

     


     



    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:1.5:Kwaliteitscriteria
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nazorg



    Nazorg

     

     

     

     

    Ø      Aanbod  

     

     

    Flexibel en gevarieerd aanbod voor nazorg

    De instelling is verantwoordelijk voor het realiseren van de nazorg. Indien nazorg niet door andere instellingen geboden wordt, moet de instelling zelf nazorg bieden.

    Informatie over de mogelijkheden voor nazorg

    De hulpverlener informeert de cliënt over de keuzemogelijkheden aan nazorg.

    Instemming cliënt welke nazorg

    De cliënt bepaalt welke nazorg hij/zij nodig heeft.

    Informatie lotgenotencontact

    De instelling geeft tevens informatie over zelfhulpgroepen of lotgenotencontacten.

     

     

    Ø      Begeleiding    

     

     

    Aandacht voor maatschappelijke participatie in de nazorg

    Begeleiding in het traject naar maarschappelijke participatie es een belangrijk onderdeel van nazorg.

    Heldere afspraken over de begeleiding

    Er worden heldere afspraken gemaakt tussen cliënt en hulpverlener, bijvoorbeeld over een jaarlijkse evaluatie van de stand van zaken.

     


     


    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:1.5:Kwaliteitscriteria
    Share on Facebook


    Rondvraag / Poll
    U bezoekt deze site voor informatie over de GGZ, u bent ... (bedankt voor het invullen!)
    cliënt
    familie / betrokkene
    hulpverlener
    Bekijk resultaat


    De cliënt wordt behandeld als een uniek persoon met een eigen leven, niet als iemand met een stoornis. De cliënt wordt als een mondig en serieus te nemen persoon gezien. De cliënt wordt vriendelijk en correct bejegend en te woord gestaan.

    E-mail

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in het gastenboek


    Laatste commentaren
  • moncler (linmei49)
        op Behandelingen
  • cadwangy3 (cadwangy3)
        op Nazorg
  • buy viagra online illegal (Eftefeevisola)
        op Budgetregeling
  • whats a good personal loan website (Zheglovisola)
        op Budgetregeling
  • instalment loans (Zheglovisola)
        op Budgetregeling
  • viagra cheap mastercard jelly (Pashaisola)
        op Budgetregeling
  • viagra sale cheap uk (Pashaisola)
        op Budgetregeling
  • Fitness Omni (samsam)
        op Behandelingen
  • Fitness Omni (samsam)
        op Behandelingen
  • Fitness Omni (samsam45)
        op Behandelingen

  • Blog als favoriet !

    Startpagina !




    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.nl - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jou eigen blog!