Cliëntenraad & Ondersteuner
Medezeggenschap
Sinds de Wet Medezeggenschap Cliënten in 1996 in werking trad, hebben cliënten van zorginstellingen recht op inspraak. Dit gebeurt via cliëntenraden. In een cliëntenraad kunnen cliënten en ex-cliënten zitten en in principe ook leden van patiëntenorganisaties en familieleden. Familieleden kunnen ook deel uitmaken van een afzonderlijke Familieraad. Een cliëntenraad kan gevraagd en ongevraagd adviezen uitbrengen. Bij beslissingen die direct gevolgen kunnen hebben voor cliënten, is toestemming nodig van de cliëntenraad. De zorgverlener mag een advies van een cliëntenraad niet zomaar naast zich neerleggen. Als de partijen er niet uitkomen, kan de Landelijke Geschillencommissie of zelfs de kantonrechter ingeschakeld worden.
Ambtelijke ondersteuning / Ondersteuner
Een ondersteuner werkt in opdracht van de cliëntenraad en assisteert bij de organisatorische
en inhoudelijke kanten van het werk van de raad. Daardoor kan de cliëntenraad
zijn werk zo goed mogelijk doen. Een ondersteuner is gericht op het
bevorderen van het zelfstandig functioneren van de raad en stimuleert betrokkenen
hierbij.
Onafhankelijk
Een belangrijk aandachtspunt is dat de onafhankelijkheid van de ondersteuner gewaarborgd is. Dit kan problemen opleveren als de ondersteuner niet via de LOC-LPR is aangesteld maar door de instelling zelf. De collegiale verhoudingen van de ondersteuner binnen de instelling kunnen een onafhankelijke blik vanuit cliëntenperspectief in de weg staan.
Lees verder
Cliëntenraad en professionele ondersteuning LOC-LPR
Modelreglement cliëntenraad in de GGZ
Artikel 2 Doelstelling van de cliëntenraad
2.1.
Het doel van de cliëntenraad is om binnen het kader van de doelstellingen van de instelling de gemeenschappelijke belangen van de cliënten te behartigen.
2.2.
De cliëntenraad bevordert naar vermogen de participatie, medezeggenschap en belangenbehartiging van cliënten, zodat cliënten zoveel mogelijk worden betrokken bij de gang van zaken in de eigen leef-, behandel- of begeleidingsomgeving, op de verschillende niveau's binnen de instelling.
Artikel 3 Samenstelling en benoeming van de cliëntenraad
3.1.
De cliëntenraad bestaat uit minimaal 3 leden en maximaal ... leden.
3.2.
Lid van de cliëntenraad kunnen zijn:
cliënten van de instelling;
ex-cliënten van de instellingen (tot maximaal bijvoorbeeld een vierde van het aantal leden van de cliëntenraad).
wettelijk vertegenwoordigers (tot een nader te bepalen aantal).
3.3
Geen lid van de cliëntenraad kunnen zijn personen die werkzaam zijn bij de zorgaanbieder.
3.4
De cliëntenraad is representatief voor de cliënten van de instelling en is in staat hun gemeenschappelijke belangen te behartigen. Indien de cliëntenraad hieraan niet meer voldoet kan de zorgaanbieder de cliëntenraad (geheel of gedeeltelijk) ontbinden en met in achtneming van de bepalingen van dit reglement opnieuw doen samenstellen.
3.5
De eerste cliëntenraad wordt door de zorgaanbieder benoemd. Daarna vindt de samenstelling van de cliëntenraad plaats onder auspiciën van de cliëntenraad zelf: of door rechtstreekse verkiezingen of door coöptatie. Een en ander overeenkomstig zijn huishoudelijk reglement als bedoeld in artikel 5.
3.6.
De leden van de cliëntenraad worden benoemd voor een periode van (bij voorkeur) twee jaar. Zij zijn terstond voor dezelfde periode herbenoembaar (tot een maximum van bijvoorbeeld drie termijnen).
3.7.
Ten behoeve van de continuïteit stelt de cliëntenraad een rooster van aftreden vast; daardoor kunnen de eerstbenoemde leden een van lid 6 afwijkende zittingsperiode hebben.
3.8.
De cliëntenraad kan een lid uitsluiten van alle of bepaalde werkzaamheden van de cliëntenraad op grond van het feit dat betrokkene deze ernstig belemmert. Dit besluit vereist tweederde meerderheid van de zittende leden. De cliëntenraad doet daarvan mededeling aan de zorgaanbieder.
3.9.
De cliëntenraad kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.
Artikel 4 Huishoudelijk reglement
4.1
In het huishoudelijk reglement regelt de cliëntenraad zijn werkwijze met inbegrip van zijn vertegenwoordiging in en buiten rechte.
4.2
In het huishoudelijk reglement worden ten minste de volgende onderwerpen geregeld:
-de benoemingsprocedure (coöptatie) dan wel de wijze van de verkiezing van de leden;
-de taakverdeling binnen de cliëntenraad;
-de werkwijze en de organisatie van de cliëntenraad:
. de vertegenwoordiging in en buiten rechte;
. overlegvormen;
. de wijze van bijeenroepen van de cliëntenraad;
. het vergaderschema;
. het opstellen van de agenda en het notuleren van de vergadering;
. de stemming in de vergadering;
. het rooster van aftreden;
. het beheer der financiën (waaronder de kascontrole);
. het instellen van (advies)commissies en werkgroepen;
. de procedure voor het opstellen van een werkplan en een jaarverslag, alsmede voor het periodieke contact met de achterban.
4.3
Van het instellen van een vaste commissie doet de cliëntenraad mededeling aan de zorgaanbieder.
Artikel 5 De bevoegdheden van de cliëntenraad
Toelichting:
In dit artikel worden uitsluitend de wettelijke bevoegdheden van de cliëntenraad vermeld.
De cliëntenraden die voor het van kracht worden van de WMCZ in 1996 al bestonden en bevoegdheden hadden die verder gingen dan de in deze wet geregelde, hebben die bevoegdheden behouden op grond van een overgangsbepaling in de wet.
5.1
Adviesbevoegdheid zonder mogelijkheid van beroep op de geschillencommissie
De zorgaanbieder stelt de cliëntenraad in ieder geval in de gelegenheid advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit dat de instelling betreft, inzake:
a. een wijziging van de doelstelling of de grondslag;
b. het overdragen van de zeggenschap of fusie of het aangaan of verbreken van een duurzame samenwerking met een andere instelling;
c. de gehele of gedeeltelijke opheffing van de instelling, verhuizing of ingrijpende verbouwing;
d. een belangrijke wijziging in de organisatie;
e. een belangrijke inkrimping, uitbreiding of andere wijziging van de werkzaamheden;
f. het benoemen van personen die rechtstreeks de hoogste zeggenschap hebben over de leiding van arbeid in de instelling;
g. de begroting en de jaarrekening;
h. het algemene beleid inzake de toelating van cliënten en de beëindiging van de zorgverlening aan cliënten;
5.2
Adviesbevoegdheid met de mogelijkheid van beroep op de geschillencommissie.
De zorgaanbieder stelt de cliëntenraad in de gelegenheid in ieder geval advies uit te brengen over elk door hem voorgenomen besluit dat de instelling betreft, inzake:
a. voedingsaangelegenheden van algemene aard;
b. het algemeen beleid op het gebied van de veiligheid;
c. het algemeen beleid op het gebied van de gezondheid of de hygiëne;
d. het algemeen beleid op het gebied van de geestelijke verzorging van en maatschappelijke bijstand aan cliënten;
e. recreatiemogelijkheden en ontspanningsactiviteiten voor cliënten;
f. de systematische bewaking, beheersing of verbetering van de kwaliteit van de aan cliënten te verlenen zorg;
g. de vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling van klachten van clinten en het aanwijzen van personen die belast worden met de behandeling van klachten van cliënten;
h. wijziging van het cliëntenraadreglement);
i. de vaststelling of wijziging van andere voor cliënten geldende regelingen;
k. het belasten van personen met de leiding van een onderdeel van de instelling, waarin gedurende het etmaal zorg wordt verleend aan cliënten die in de regel langdurig in de instelling verblijven.
5.3
Ongevraagd advies
De cliëntenraad is bevoegd de zorgaanbieder ook ongevraagd te adviseren inzake de in de artikelen 5.1 en 5.2 genoemde en andere onderwerpen die voor cliënten van belang zijn.
Artikel 6 Procedure bij de advisering door de cliëntenraad
6.1
De zorgaanbieder vraagt advies op een zodanig tijdstip dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.
6.2
De adviesaanvraag wordt schriftelijk en gemotiveerd bij de cliëntenraad ingediend.
De zorgaanbieder dient hierbij:
- een overzicht te verstrekken van de beweegredenen die aan het voorgenomen besluit ten grondslag liggen;
- aan te duiden welke gevolgen dit besluit naar verwachting zal hebben voor cliënten;
- aan te duiden welke maatregelen naar aanleiding daarvan hij voornemens is te nemen.
6.3
De cliëntenraad brengt het advies zo mogelijk schriftelijk uit aan de zorgaanbieder, uiterlijk binnen zes weken na ontvangst van de adviesaanvraag. Cliëntenraad en zorgaanbieder kunnen bij de adviesaanvraag een kortere termijn afspreken. Wanneer de cliëntenraad niet binnen de in deze bepaling bedoelde termijn termijn heeft geadviseerd wordt hij geacht geen gebruik te hebben gemaakt van deze bevoegdheid.
6.4
Wanneer de cliëntenraad afziet van het uitbrengen van advies stelt hij de zorgaanbieder hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis.
6.5
De zorgaanbieder neemt geen van het door de cliëntenraad uitgebracht advies afwijkend besluit dan nadat daarover, voorzover dat redelijkerwijs mogelijk is, tenminste eenmaal overleg is gepleegd.
6.6
De zorgaanbieder doet aan de cliëntenraad mededeling van een besluit waarover de cliëntenraad schriftelijk advies heeft uitgebracht en doet dit onder opgaaf van redenen indien hij van het advies is afgeweken.
6.7
Over onderwerpen genoemd in artikel 5.2 kan de zorgaanbieder geen van een door de clintenraad uitgebracht schriftelijk advies afwijkend besluit nemen, tenzij de geschillencommissie heeft vastgesteld dat de zorgaanbieder bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot zijn voornemen heeft kunnen komen. Het hiervoor bepaalde geldt niet als het besluit moet worden genomen krachtens een wettelijk voorschrift.
6.8
Een besluit dat door de zorgaanbieder genomen is in strijd met artikel 6.7 is nietig (ongeldig) indien de cliëntenraad tegenover de zorgaanbieder schriftelijk een beroep op deze ongeldigheid heeft gedaan.
6.9
De cliëntenraad moet het beroep op de nietigheid doen binnen een maand nadat:
a. de zorgaanbieder zijn besluit heeft meegedeeld, dan wel als deze hierover geen mededeling heeft gedaan aan de cliëntenraad:
b. het de cliëntenraad gebleken is dat de zorgaanbieder uitvoering of toepassing geeft aan het besluit.
Artikel 7 Verdere taken en bevoegdheden van de cliëntenraad
7.1
De cliëntenraad staat open voor wensen, bezwaren en signalen van cliënten(-groepen), alsmede van ex-cliënten, familieleden en cliëntenorganisaties. Bij individuele klachten als bedoeld in de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector of artikel 41 BOPZ verwijst de cliëntenraad de klager als regel naar de desbetreffende klachtencommissie dan wel klachtenfunctionaris of patiëntenvertrouwenspersoon.
Bij klachten die met een zekere regelmaat de cliëntenraad bereiken stelt de cliëntenraad zich in verbinding met de directie teneinde nadere informatie te kunnen inwinnen en met hem daarover te overleggen of met een andere door de directie aan te wijzen medewerker van de instelling.
7.2
De cliëntenraad kan vergaderingen van cliënten bijeenroepen, rekening houdend met algemene regels of huisregels zoals die binnen de instelling geleden.
7.3
De cliëntenraad kan informatie verstrekken aan de cliënten over alle aangelegen heden die hij van belang acht, een en ander met in acht neming van eventuele vertrouwelijkheid of geheimhouding als bedoeld in artikel 8.4.
7.4
De cliëntenraad kan medewerkers van de instelling raadplegen en/of deskundigen buiten de instelling om inlichtingen, bijstand en advies vragen.
Artikel 8 Rechten en plichten leden cliëntenraad.
8.1
Cliënten ondervinden als gevolg van deelname aan de cliëntenraad en aan activiteiten van de raad geen hinder bij de behandeling dan wel begeleiding en bejegening door medewerkers van de instelling.
8.2
De leiding of het behandelteam tracht in redelijkheid behandel-/begeleidingsprogramma's en activiteitenprogramma's zo op te stellen dat leden van de cliëntenraad aan de activiteiten van de cliëntenraad kunnen deelnemen.
8.3
Wanneer het aanpassen van het programma niet mogelijk is, dient het lid voor de duur van de activiteit vrijstelling te krijgen van (therapeutische) afspraken en/of verplichtingen. Alleen op zwaarwichtige gronden kan op het recht op deelname van de bijeenkomsten van de cliëntenraad een uitzondering worden gemaakt.
8.4
De leden van de cliëntenraad alsmede de geraadpleegde deskundigen als bedoeld in artikel 7.4 zijn verplicht tot geheimhouding van alle aangelegenheden waarvan de zorgaanbieder dan wel de cliëntenraad hun geheimhouding heeft opgelegd. Dit geldt ook voor de aangelegenheden waarvan de leden het vertrouwelijke karakter moeten begrijpen. Het voornemen tot geheimhouding wordt voor het behandelen van de betrokken aangelegenheid meegedeeld. Tevens wordt meegedeeld hoe lang de geheimhouding duurt.
Artikel 9 Informatieverstrekking
9.1
De zorgaanbieder verstrekt de cliëntenraad tijdig, en desgevraagd schriftelijk, alle inlichtingen en gegevens die deze voor het vervullen van zijn taak redelijkerwijze nodig heeft.
9.2
De zorgaanbieder verstrekt de cliëntenraad, tenminste eenmaal per jaar, mondeling of schriftelijk algemene gegevens omtrent het beleid dat in het afgelopen jaar is gevoerd en in het komende jaar zal worden gevoerd.
9.3
De algemene gegevens omtrent het gevoerde en het te voeren beleid betreffen in ieder geval:
-cliëntgegevens;
-het algemene beleid inzake de behandeling en begeleiding, de verzorging, de diensten en voorzieningen, het wonen en leven binnen de instelling;
-ontwikkelingen binnen de instelling op het punt van de organisatiestructuur en het personeelsbeleid.
9.4
De zorgaanbieder draagt er zorg voor dat de medewerkers en de cliënten van de instelling schriftelijk worden geïnformeerd over het bestaan van de cliëntenraad en de inhoud van deze regeling.
Artikel 10 Openbaarheid van stukken
10.1
De zorgaanbieder verplicht zich ertoe in het jaarverslag van de instelling een paragraaf op te nemen over het gevoerde overleg met de cliëntenraad.
10.2
De zorgaanbieder maakt binnen tien dagen na vaststelling de volgende stukken openbaar:
-het jaarverslag;
-op schrift gestelde uitgangspunten voor het beleid, waaronder begrepen de algemene criteria welke bij de zorgverlening worden gehanteerd;
-de notulen en de besluitenlijst van de vergaderingen van het bestuur dan wel Raad van Toezicht, voor zover deze algemene beleidszaken betreffen;
-een regeling inzake de behandeling van klachten van cliënten en andere voor cliënten geldende regelingen.
10.3
Het openbaarmaken geschiedt door de stukken voor cliënten ter inzage te leggen en hen op verzoek afschriften te verstrekken.
10.4
Van het ter inzage leggen wordt mededeling gedaan op de wijze die in de instelling gebruikelijk is voor het doen van mededelingen aan cliënten.
10.5
De cliëntenraad ontvangt de in artikel 10.2 genoemde stukken rechtstreeks van de zorgaanbieder.
Artikel 11 De overlegvergadering
11.1
De directie stelt de cliëntenraad tenminste twee maal per kalenderjaar in de gelegenheid de algemene gang van zaken van de instelling met de directie te bespreken. Deze vergadering wordt de overlegvergadering genoemd.
11.2
De overlegvergadering wordt namens de directie dan wel Raad van Bestuur gevoerd door een of meer directieleden.
11.3
Eenmaal per jaar vindt een overlegvergadering als bedoeld in 11.1 plaats in aanwezigheid van een lid van het bestuur of Raad van Toezicht, tenzij de cliëntenraad hiervan afziet.
11.4
Voorts komen de directie en de cliëntenraad bij elkaar binnen twee weken nadat de cliëntenraad of de directie daarom schriftelijk, onder opgave van redenen, heeft verzocht.
11.5
De overlegvergadering wordt beurtelings geleid door de directie en de voorzitter of plaatsvervangend voorzitter van de cliëntenraad, tenzij de directie en de cliëntenraad een andere regeling treffen.
11.6
De directie en de cliëntenraad maken gezamenlijk afspraken over de gang van zaken bij de overlegvergadering. Deze afspraken betreffen:
a. de wijze van bijeenroepen van de overlegvergadering;
b. het opmaken van de agenda;
c. het notuleren van de overlegvergadering;
d. het vaststellen en bekendmaken van de verslagen van de overlegvergadering.
11.7
Zowel de directie als de cliëntenraad kunnen adviseurs uitnodigen de overlegvergadering bij te wonen.
Artikel 12 Samenstelling bestuur of Raad van Toezicht
12.1
De statuten van de zorgaanbieder voorzien in een regeling, die waarborgt dat tenminste een lid van het bestuur of de Raad van Toezicht op bindende voordracht van de cliëntenraad wordt benoemd.
12.2
De zorgaanbieder en de cliëntenraad komen een termijn overeen waarbinnen de cliëntenraad de bindende voordracht zal doen.
12.3
De cliëntenraad kan afzien van de mogelijkheid een bindende voordracht te doen.
12.4
Wanneer het bestuurslid dat op bindende voordracht van de cliëntenraad in het bestuur of de Raad van Toezicht is benoemd, terugtreedt, wordt de cliëntenraad hiervan zo spoedig mogelijk in kennis gesteld door het bestuur met het oog op een nieuwe voordracht.
Artikel 13 Geschillen
13.1
De Landelijke Geschillencommissie zal optreden als de Commissie van Vertrouwenslieden zoals bedoeld in artikel 10 van de WMCZ.
Artikel 14 Materiële, financiële en personele middelen
14.1
De zorgaanbieder stelt jaarlijks in overleg met de cliëntenraad een budget ter beschikking van de cliëntenraad.
14.2
De cliëntenraad kan dit budget passend binnen de doelstellingen van de cliëntenraad naar eigen inzicht besteden, overeenkomstig de in de instelling geldende regels.
14.3
Kosten die het genoemde budget overschrijden dan wel de kosten verbonden aan het raadplegen en de bijstand van externe adviseurs en deskundigen, dienen gemotiveerd te worden aangevraagd bij de zorgaanbieder.
14.4
De cliëntenraad kan gebruik maken van de in de instelling aanwezige voorzieningen die hij voor de uitvoering van zijn taak in redelijkheid nodig heeft. De kosten hiervan komen niet ten laste van het in artikel 14.1 genoemde budget. het betreft hier zaken zoals vergaderruimte, kopieerapparatuur, computer- en printfaciliteiten, telefoon, fax, briefpapier, porto en koffie/ thee.
14.5
Indien de cliëntenraad dit wenst en de zorgaanbieder zulks goedkeurt, kan voor een nader overeen te komen aantal uren een ondersteuner worden aangesteld die de cliëntenraad helpt en advies biedt. De kosten hieraan verbonden vallen niet onder het budget zoals genoemd in 14.1. De taken en verantwoordelijkheden van de ondersteuner worden in overleg met de zorgaanbieder afgesproken.
Artikel 15 Slotbepalingen
15.1
Deze regeling treedt in werking op ...
15.2
Deze regeling zal na inwerkingtreding elke twee jaar door de cliëntenraad en de zorgaanbieder worden geëvalueerd.
15.3
Uiterlijk zes maanden voor het einde van deze periode maken de cliëntenraad en de zorgaanbieder een afspraak over de wijze waarop de evaluatie plaatsvindt.
Modelreglement cliëntenraad in de GGZ
Samenvatting artikel:
En model voor een reglement voor een cliëntenraad te gebruiken door alle GGZ-instellingen. Het modelreglement bevat de onderwerpen die artikel 2 lid 2 van de WMCZ ter regeling opdraagt aan de zorgaanbieder. Het model bevat de regeling van de wettelijke bevoegdheden en faciliteiten voor de cliëntenraad en spelregels voor het overleg tussen de cliëntenraad en de directie van de instelling. Uiteraard biedt dit model de ruimte om het op onderdelen aan te passen aan de specifieke omstandigheden bij de zorgaanbieder.
Inhoud van artikel:
DEBUG INFO :: Modelreglement Clientenraad.doc||by:Marloes Jonkers
Toelichting Modelreglement cliëntenraad in de GGZ
Onderwerp:
Reglement voor de cliëntenraad in een zorginstelling.
Voor welke instellingen:
Het modelreglement kan door alle GGZ-instellingen gehanteerd worden.
Wetgeving:
gebaseerd op:
de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorgsector (WMCZ).
Status:
Een cliëntenraadreglement is verplicht voor alle instellingen die zorg verlenen op het gebied van de gezondheidszorg, maatschappelijke zorg en verslavingszorg.
Toelichting:
Het modelreglement bevat de onderwerpen die artikel 2 lid 2 van de WMCZ ter regeling opdraagt aan de zorgaanbieder. De wettelijke bevoegdheden en faciliteiten zijn opgenomen teneinde een zo volledig mogelijk document beschikbaar te hebben. Daarnaast is er een aantal spelregels in opgenomen voor het overleg tussen de cliëntenraad en de directie van de instelling.
Uiteraard biedt dit model de ruimte om het op onderdelen aan te passen aan de specifieke omstandigheden bij de zorgaanbieder.
Het modelreglement cliëntenraad kan tevens gehanteerd worden voor een centrale cliëntenraad in geval de zorgaanbieder (de stichting) voor meer instellingen een cliëntenraad heeft ingesteld. De beslissing daartoe is uiteraard een gezamenlijk besluit van de zorgaanbieder en zijn cliëntenraden, gebaseerd op heldere afspraken over en weer. Deze hebben onder meer betrekking op de verdeling tussen de centrale en locale cliëntenraad van de wettelijke bevoegdheden.
Voorts kan de cliëntenraad commissies instellen. Het reglement van een dergelijke commissie wordt door de cliëntenraad vastgesteld. In dit reglement wordt de taak van commissie omschreven en wordt desgewenst vastgelegd of en zo ja in hoeverre de commissie bevoegdheden van de cliëntenraad uitoefent.
Voor instellingen waarin jeugdige cliënten verblijven wordt veelal een afwijkende regeling getroffen waarbij voor een deel van de bevoegdheden van de cliëntenraad met een vertegenwoordiging van de ouders het overleg plaats vindt. In dit modelreglement wordt dit niet verder uitgewerkt. Voor instellingen die onder de werkingssfeer van de Wet op de jeugdhulpverlening (de MKDT'en) vallen gelden de bepalingen die in deze wet zijn opgenomen met betrekking tot de cliëntenraad.
Naast het reglement als beschreven in dit model is de cliëntenraad zelf verplicht om een huishoudelijk reglement op te stellen voor zijn werkwijze. Artikel 4 van dit modelreglement geeft hiervoor een inhoudsopgave.
REGLEMENT VOOR DE CLIENTENRAAD VAN ... (naam instelling)
Artikel 1 Begripsbepalingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
a. instelling
... (naam en plaats van vestiging)
b. cliënt
een natuurlijk persoon ten behoeve van wie de instelling werkzaam is.
c. zorgaanbieder
... (naam van de rechtspersoon die de instelling(en) in stand houdt)
d. directie
|