Volgens een studie aan het Max Planck Institute for Empirical Aesthetics heeft poëzie een heel specifieke uitwerking op je hersenen. Het onderzoeksteam registreerde de gezichtsuitdrukkingen, hartslag en reacties van huid en armhaar bij groepen studentes. Als ze geraakt werden, moesten ze een knop induwen gedurende de hele tijd dat ze rillingen voelden. Wat bleek? Iedereen werd geraakt en ongeveer 40% had ook kippenvel. Dat aantal komt overeen met het aantal mensen dat geraakt wordt door muziek of een emotionele scène in een film. Maar poëzie activeerde ook nog andere delen van de hersenen. Bovendien bleek dat het genot van poëzie heel traag opbouwt: de fysieke reactie was al waarneembaar nog voor de deelnemers de knop indrukten. Kortom: poëzie is genieten van begin tot einde.
De wetenschapper streeft geen onmiddellijk resultaat na. Hij verwacht niet dat zijn gevorderde ideeën direct zullen opgepikt worden. Zijn werk is als dat van een planter, voor de toekomst. Zijn taak is het om de fundamenten te leggen voor diegenen die komen en de weg te duiden. Hij leeft en werkt en hoopt.
"Mijmeren" heeft niet de tobberige ernst van "piekeren", niet de argwaan wekkende pretentie van "speculeren", niet het ethische gewicht van "zich bezinnen" en niet de zwaarte van "peinzen", maar het spreekt bijna plechtig zijn eigen ritardando uit en lijkt door de klank van het woord zelf al aan te duiden wat het wil zijn.
Uit "Het besef" van Verhoeven
Beschreven in "Beseffen en mijmeren" door Marc van Oostendorp
Op 15 Augustus vieren we de liefste onder alle vrouwen: MOEDER. dit is een dag bij uitstek om haar in de bloemetjes te zetten. Laat ons ditmaal kiezen voor een blijvend geschenk waar ze jaren plezier aan zal beleven. Een gedichtenbundel is zo'n heerlijk geschenk met een blijvende waarde.
Het fluistergewelf is een gedichtenbundel die haar zeker zal plezieren. Deze is te koop bij:
www.boekscout.nl; www.bol.com; en bij boekhandel De groene waterman in de Wolstraat 7 te Antwerpen.
Twijfel:Romancière, dichteres en filosofe Jannah Loontjens
Loontjens onderzoekt de twijfel van de schrijver. "Twijfelen hoort bij denken" schrijft ze "en daarmee ook bij schrijven". Twijfel is nodig om goed te kunnen schrijven, maar kan ook zorgen voor een blokkade die de schrijver tegenhoudt bij de eerste zin. Die twijfel verbindt Loontjens met een essentiële angst. Ze grijpt kort- erg kort- terug op Heidegger en citeert de Britse schrijver Anthony Burgess, die eens zei dat de eerste zin van een boek altijd de droom verwoest van wat dat boek had kunnen zijn. "De twijfel van de schrijver", concludeert Loontjens, "heeft te maken met het verlangen om een complete gedachte over het leven te formuleren en de angst dat dat verlangen nooit zal kunnen worden vervuld, het kan niet anders of de tekst is een verminking van het oorspronkelijke, allesomvattende, grootse idee dat eraan te grondslag lag".
Lezen is goed voor de taalontwikkeling van een kind. Veel kinderen lezen niet graag en door gebrek aan oefening stagneert de leesontwikkeling. Dit is een wijdverbreid probleem.
Thijs Niele en Adriana Bus van de universiteit Leiden zoomen in op de "onwillige lezer". Bij de groep gemiddelde en zwakke lezers loopt de leesmotivatie al aan het einde van de basisschool terug. Sommige kinderen ontwikkelen zelfs een emotionele weerstand tegen lezen. Deze angst of "leesweerstand" werkt ongeletterdheid in de hand; kinderen mijden lezen en als ze toch moeten lezen, slagen ze er niet in zich op het lezen te concentreren. Het is voor maatschappelijk succes echter belangrijk dat kinderen en adolescenten blijven lezen, niet alleen op school maar ook in hun vrije tijd.
Waar auteurs meestal bekend worden dankzij hun boeken hadden de Engelse schrijvers Quentin Crisp en Philip O ' Connor al een cultstatus verworven voordat hun werk in druk verscheen. Beiden cultiveerden zorgvuldig een excentriek imago. Andrew Barrow schreef een dubbelbiografie over deze twee theatrale persoonlijkheden en nam daarmee een moeilijke taak op zijn schouders.
Iemand als Crisp schreef uitsluitend autobiografisch werk waarvan 'The Naked Civil Servant', verfilmd met John Hurt in de hoofdrol, het bekendst is. Wie zoveel over zichzelf schreef in zulke scherpe, hilarische bewoordingen en wie dan ook nog eens ruim negentig jaar is geworden heeft alles wel gezegd wat hij over zijn leven kwijt wil. Tegen dat probleem liep Barrow keihard op. Hij krijgt nauwelijks meer informatie boven water en mist daarbij de geestige pen waarover Crisp wel beschikte.
In iets mindere mate geld dit ook voor zijn relaas over O 'Connor. 'Quentin en Philip' heeft daardoor nauwelijks een meerwaarde of het moet zijn als eerbetoon, waarin de leukste anekdotes, die de beide auteurs omgeven, nog eens worden opgerakeld. Zo blijft het heerlijk om over het 'Crisperanto' te lezen, de grappige, filosofische, bluffende taal waar Crisp patent op had. Hij stond erop iedereen altijd Mr. of Mrs. te noemen, wat absurd werd toen hij dientengevolge Prins Philip en Jezus steevast aanduidde als Mr. Philip en Mr. Christ.
Met zijn blauwe haar en make- up was Crisp, meer dan O 'Connor , een flamboyante verschijning.
'Niet staren' schijnt een moeder tegen haar schoolgaande zoon gezegd te hebben toen Crisp langs liep 'Dat moedigt hen alleen maar aan'. Crisp, die zich tot doel gesteld had altijd aardig tegen iedereen te zijn, zal beleefd gebleven zijn net als die keer toen iemand in een Londense bus demonstratief verder bij hem vandaan ging zitten. 'Als u dat liever heeft' zei Crisp vriendelijk ' wil ik best bij de volgende halte uitstappen, maar zelfs mensen als ik kunnen niet overal te voet heen gaan.
Het realisme werd in de negentiende eeuw een invloedrijke en maatschappijkritische stroming op allerlei kunstzinnige gebieden. Het bloeide op literair vlak vooral tussen 1830 en 1870, het eerst in Frankrijk met schrijvers als Louis Edmond Duranty en Jules Fleury, van waaruit realisme zich naar omliggende landen verspreidde. Het woei ook over naar Nederland en België, al was daar in eerste instantie sprake van een gematigd realisme, men schrijft weliswaar naar het echte leven maar tegelijkertijd blijft de meer traditionele hang naar idealisme bestaan. Dit soort verhalen kent in het algemeen een positief einde en personages komen op de duur tot het juiste inzicht. De verhalen bevatten een duidelijke levensles en vertonen soms nog romantische, vaak ook biedermeierachtige kenmerken. Een voorbeeld van een Nederlandstalige roman uit deze categorie is: Jeanette en Juanito (1877) van Jan ten Brink. Ook het werk van Piet Paaltjens wordt veelal als een voorbeeld van "gematigd realistisch proza" beschouwd. In de vlaamse literatuur vallen in dit verband bijvoorbeeld de "Novellen" van de zussen Virginie en Rosalie Loveling te noemen. De bloeiperiode van het realisme valt min of meer samen met de verspreiding van de destijds geheel nieuwe techniek van het fotograferen. Een belangrijk gemeenschappelijk element tussen beide is het zogeheten "werkelijkheidseffect". Veel realistische schrijvers waren tevens "marxist". In hun literatuur worden mensen uit alle lagen van de maatschappij weergegeven. De hogere klassen of gerespecteerde archetypen (die voorheen het onderwerp van veel literatuur waren) werden nu vanuit alledaags perspectief beschreven.
Mijn naam is Emiliënne. Ik ben een 65 plusser en woonachtig in het Antwerpse. Ik ben creatief op allerlei vlakken. Ik schrijf, ik teken en ik vermaak kledij. Soms knutsel ik ook eens iets in elkaar, dat zijn allemaal dingen die voldoening schenken.
Hoe absurd het ook is te ageren tegen de bestaande orde omdat je er toch niets aan veranderen kunt, nog absurder zou het zijn om niet te reageren en zich gewoon te laten gebruiken, misbruiken.
Uitspraak van Herman Claeys
De meeste lezers zetten hun boeken in hun boekenkast. De meeste schrijvers zetten hun boekenkast in hun boeken.
Nicolas Chamfort (Frans schrijver, journalist en toneelschrijver 1718- 1794)
agenda
20 Januari- verjaardag E
6 Augustus- verjaardag V
18 Augustus- verjaardag J
8 October- verjaardag V