De drang een innig woord te krijgen
en zelf voor iemand lief te zijn.
Daar ligt erbarmen in den avond
een goedheid die geen grenzen weet,
Wie 's avonds geeft zijn hert,zijn handen
vergeet zo goed zijn eigen leed.
Daar ligt vergiffenis in de avond,
O gij die 'k 's morgens heb gehaat
Ik voel dat gij ter schemer-ure,
weer schoon door mijn gedachten gaat.
'T IS GOED IN'T EIGEN HERT TE KIJKEN
nog even voor het slapen gaan,
of ik van dageraad tot avond
geen enkel hert heb zeer gedaan.
Of ik geen ogen heb doen schreien ,
geen weemoed op een wezen lei,
of ik aan liefdeloze mensen
een woordeke van liefde zei.
En vind ik in het huis mijns herten
dat ik een droefenis genas,
dat ik mijn armen heb gewonden
rondom één hoofd dat eenzaam was.
Dan voel ik op mijn jonge lippen,
die goedheid lijk een avondzoen ,
't is goed in eigen hert te kijken ,
en zo z'n ogen..toe te doen!