Zo kloten dit jaar ook is begonnen, met ondragelijk veel pijn aan de handen van mijn vrouw waarvoor ruim vijf weken nadien pas een remedie was gevonden, zo aangenaam en hoopvol is mijn persoonsgebonden oudejaarsdag verlopen. Dit kondigde zich gisteren al aan. Het genoeglijke samenzijn met onze neef beloonde wij natuurlijk met een huistappie. Want, zoals gekend: Ik ben een gelegenheidsdrinker; ik drink bij elke gelegenheid. Dus ook met neef Richard. Waar dan in de kroeg het portie bitterballen er bij komen, was het in huiselijke sfeer het bekende stukje kaas.
Alsof het stukje kaas aan een haakje zat en Truus de vis was (bijna goed, want ze is kreeft als sterrenbeeld) hadden we op een gegeven moment beet: Truus at een blokje kaas. Mocht de lezer dit geen spannende mededeling vinden, moet wel worden geweten dat zon blokje kaas bijna een kwartaal niet gegeten kon worden. Er niets gegeten kon worden. Richard en ik toastten spontaan, uiteraard met een vers ingetapt biertje, op dit heugelijke feit. Wow, mijn Truus kon nu ook iets van vast voedsel binnenkrijgen en houden.
Toch werd zij met zinderende pijnscheuten afgestraft. Maar hopelijk kond deze pijn niet in relatie tot het blokje kaas worden gebracht. Dat weten we natuurlijk niet. Wel weet ik dat het voor ons een heel klein stapje vooruit lijkt te zijn. Vanochtend viel mij extra op, ondanks dat het geen ochtend anders is, dat Truus zo vreselijk enthousiast en liefdevol haar katten begroette, dat ik gewoon niet kan geloven dat zon krachtige mevrouw ziek kan zijn. De tranen van geluk sprongen in mijn ogen, die gelukkig macho als ik kennelijk ben, richting het beeldscherm van mijn PC stonden gericht.
Even later stapte zij met een blij gezicht van de weegschaal af met: Ik ben aangekomen. Oké, dat kan niet van dat ene stukje kaas zijn gekomen. Maakt mij niet uit. Ik heb weer zes ons Truus terug! Nu is het echt een kwestie om haar rustig te houden (zo weinig mogelijk te laten doen) en te hopen dat de prikkels van willen eten weer op gang gaan komen. Ondanks dat het niet mee valt haar de regie uit haar handen te trekken, krijg ik zo langzamerhand toch aardig grip op de huishoudelijke bezigheden.
Ik weet nu zeker dat mijn desinteresse voor het willen helpen in het huishouden enigszins generatiebepaald is geweest, ik niet echt lui ben, maar meer onverschillig er voor ben geweest. Met nadruk op geweest, want Truus heeft zelfs via Internet onderzocht, hoe zij mij kon voordragen voor de titel van de ideale schoonzoon. Alleen omdat genomineerden voor die titel met hun schoonmoeder het podium moeten betreden, heeft haar er van weerhouden om mij voor te dragen. Mijn schoonmoeder leeft al lang niet meer. Toch komen daardoor de kwade gedachten bij mij niet boven, dat mijn schoonmoeder mij, ter bevestiging van het schoonmoederimago, postuum van de titel ideale schoonzoon heeft afgehouden.
Zo lang Truus ziek is, is zij nauwelijks uit eigen omgeving weggeweest. Had daar ook geen enkele lust toe. Tot aan vandaag. Het risico dat zij onverwachts moest spugen was er niet meer. We trokken er met de auto even op uit. Lekker sightseeing door de Noordhollandse dorpjes, op weg naar een buurvrouw die op een camping in Stroe een chalet heeft laten zetten.
Juist daar gebeurde iets wat heel normaal is, maar wat voor ons het meest fantastisch moment van het laatste kwartaal was. De buuf had een kippen/groentesoep gemaakt, die zo vreselijk lekker rook, dat de eetlust van Truus werd geprikkeld. Het moment wat natuurlijk moest worden uitgebuit. De wel heel grote theezeef werd op een soepkom gezet, om Truus op een heerlijke homemade bouillon te trakteren. Zij lepelde het alsof zij een maaltijdsoep at. Dat was het ook voor haar en ik genoot van die aanblik. Truus had weer een heel belangrijk stapje gezet.
|