Het was gisteren weer verrekte rot
thuiskomen, Ik had namelijk zon jofel verhaal te vertellen, nadat ik op
controle was geweest bij mijn longarts. Tot twee jaar terug liep mijn longinhoud
alleen maar terug, waarna er een ommekeer kwam. Ontegenzeggelijk een gevolg van
mijn fanatieke bezoek aan de sportschool. Mijn arts was toen meer dan tevreden.
Terloops zei ik hem nog te hopen dat mijn KNO-arts volgende week ook een
positief bericht had te melden. Serieuzer dan bedoeld ging de
longspecialist hier op in, las even snel mijn medische status op zijn scherm
door en begreep dat ik, na zeven voorhoofdholten operaties en consulten in
evenveel ziekenhuizen, niet veel meer mocht verwachten.
Ik zou u een antibioticum voor
kunnen schrijven, die min of meer als bijwerking soms ook
voorhoofdsholteontstekingen kan bestrijden. Uhhh, ik zou dat medicijn graag
proberen, maar wil het volgende week toch maar eerst de kno-arts voorleggen.
Deze loyaliteit werd op prijs gesteld. Ik zal de suggestie voor mijn
collega in het systeem zetten, toonde de dokter nog eens zijn grote
betrokkenheid.
Nu, een jaar later, waren mijn longen
nog een stukje vooruit gegaan. Opnieuw was de arts uiterst tevreden. En
heeft dat antibioticum nog op uw voorhoofdsholteontsteking effect gehad? U
bent mij net voor. Ik wou dat ook ter sprake brengen, omdat mijn kno-arts vorig
jaar dit middel niet wilde voorschrijven, om dat het neveneffect voor de
voorhoofdsholte niet bewezen was. Zou u het mij alsnog willen voorschrijven?
Ook nu las de
arts nog even mijn status door en schreef het recept uit. Alstublieft, u
heeft uiteindelijk niets te verliezen, alleen maar te winnen. Weet u wat, laat
nu ook even bloed prikken, dan hebben we een zogenaamde beginwaarde en bekijken
we het over een halfjaartje opnieuw. Geinig, mijn longarts neemt de
handschoen op die de kno-arts liet liggen. Stel je nou eens voor dokter,
dat het medicijn aanslaat. Dat ik na decennia van mijn hoofdpijn wordt
verlost
. De welwillende arts, bereid om naar meer dan alleen mijn longen
te kijken, liet mij handenwrijvend uit. Ja, stel je voor, dan is dat reden
voor een feestje.
En dat jofele
verhaal kon ik bij het thuiskomen nu niet meer kwijt.
|