Waar begint het verlangen om naar Midden-Amerika op vakantie te gaan?
Om precies te zijn ligt de
kiem op woensdagavond 26 maart 2003. Hoe ik dat zo goed weet? Jaren heb ik
gedrumd met mijn Indiaanse drum. Meestal op de eerste en derde dinsdag van de
maand, maar ook wel op andere dagen.
Door de trillingen van de drum
verscherpt het bewustzijn: het wordt creatiever. Studenten en vrienden komen om
te reizen, dat wil zeggen om op Reis te gaan in de Andere Werelden. De
eerste opdracht luidt: Zoek je Krachtdier.
Degenen die reizen, gaan op Reis met een Vraag. Deze Vragen worden van tevoren gezamenlijk besproken,
met name om ze te concretiseren.
Nadat ik twintig minuten heb gedrumd, en de Reizigers dus gereisd hebben, worden de Reiservaringen besproken.
Zelf werk / typ ik mijn Reiservaringen altijd uit. Vandaar
dat ik de datum precies weet.
Mijn vraag op die 26e maart 2003: Hoe en
wat kan ik het beste zijn, om me te voelen en te zijn zoals vandaag (vroeg
opgestaan, en heel ontspannen actief met heel veel verschillende zaken: ik-Thea
kies zelf waarmee ik bezig ben), zodat ik ook in staat ben daadwerkelijk Het
Verhaal van de Steen te schrijven?
Voordat ik ga drummen, roep ik altijd mijn
Krachtdieren in de verschillende Richtingen (het Oosten, het Zuiden, het
Westen, het Noorden, Boven, Beneden en in het Midden) aan en verzoek ik Hen om
Bescherming, Begeleiding en Ondersteuning voor alle Aanwezigen tijdens het
Reizen.
Wat gebeurt er op 26 maart 2003? Als ik de Spirits aanroep zie ik tot mijn grote verrassing in het Westen een zwart-wit
gevlekte Panter op me af komen. In het Noorden zie ik de Panter door het beeld
van Lapland heen.
Op de een of andere manier sta ik hoog boven de Aarde. Als ik drum op 'dankbaar' zie ik Panter rechtsvoor op me afkomen. Hij springt omhoog en ik
ervaar dat hij me naar de keel springt. Ik besef dat ik gegeten word, en dat
dit betekent dat de kracht van Panter in mij overgaat.
Dan ervaar ik mezelf
tegelijkertijd staand als Thea en lopend op vier poten als een Panter.
Ik-Panter heb een enorm lange staart, die soepeltjes achter me aan beweegt.
Ondertussen drum ik op 'Panter'. Ik merk dat ik-Panter een heel ontspannen soepele bek heb.
Alles is soepel aan mij-Panter! Een heel lekker gevoel.
Ik-Panter loop tussen hoge lianen en veel groen door. Ik-Panter zit in de jungle. Ik
vraag me af waar... Boven mijn hoofd hoor ik-Panter papegaaien schreeuwen.
Er zijn ook andere oerwoudgeluiden. Apen? Ik besluit dat het Zuid-Amerika is.
Zijn daar gevlekte panters? Het is heerlijk zo soepel rond te struinen.
Overal lianen, het is vochtig warm. Lekker loom. Onder mijn voeten zitten
verrukkelijke kussentjes, het loopt zo lekker verend, alleen daarom al wil
ik-Panter uren lopen.
Ik-Panter
kom bij een soort piramide... niet zo groot en enigszins overwoekerd. Ik-Panter
kom tussen de lianen door en zie kleine groene boompjes en mos op de stenen. De
piramide bestaat uit blauwig-grijze gladde steen. Of is het schaduw? Ik-Panter
weet dat ik-Panter daarin een hol heb, maar ik-Panter ga er niet naar binnen.
Het is er stil. Lianen hangen over de stenen. Er zijn figuren in
gebeeldhouwd... aan de rechterkant een hoofd en links daarvan iets van een
bloem of zo. Bekende indianenafbeeldingen. Ik vraag me af of het Quetzalcoatl
is; de gevederde slang...
Dan loop ik
weer door de jungle... een geur trekt me naar een soort dorp, kraalachtig. Er
staan enkele lage hutten, een stuk of drie. Ronde hutten, met lage leemachtige
grijze muren. Er zit een puntdak op: een dikke laag stro; rietachtig.
Vaag zit
er een soort afscheiding om het gebied heen, een heel open hekwerk. De mensen
zien mij niet, ik zit tussen de bladeren van het struikgewas en bespied ze. Op
een open vuur staat een ronde ketel en daarin worden een soort grofvezelige
knollen gekookt. Cassave?' is wat ik me bedenk. Is dat zoetig?
Dan opeens
zie ik-Panter dat meerdere mannen, met speren in de aanslag, in een driekwart
cirkel om mij-Panter / voor mij-Panter staan. Zij doen niks en ik-Panter doe
ook niks. In een flits of ik-Panter ben weg. Blijkbaar raakt een van de speren
mij-Panter toch. Aan de binnenkant van mijn-Panter rechterachterpoot bloedt
het, een krasstreep van zo'n dertig centimeter over de huid. Het doet geen
pijn, maar het bloedt flink. Ik-Panter realiseer mij het gevaar: in de jungle
moet je niet naar bloed geuren. Ik-Panter lik regelmatig langs mijn-Panter poot.
Na korte tijd stopt het bloeden. Ik-Panter ben ver het oerwoud ingegaan. Hier
is het rustig, enkel oerwoudgeluiden. Ik-Panter vlei me-Panter heerlijk op de
grond. De zon schijnt tussen het bladerdek door en zonnevlekjes spelen over
mijn lichaam. Ik-Panter schenk nog even aandacht aan de wond, maar die is
dicht, het is goed zo. Volledig ontspannen lig ik-Panter daar.
Zo super
ontspannen komt mijn Vraag terug: Hoe kan ik me het beste opstellen om me te
voelen zoals vandaag, om zo te zijn?
Er klinkt een Stem die zegt: Maak je
niet druk.
Ik realiseer me de waarheid daarvan in het leven van een
Panter. Een Panter maakt zich niet druk. Ook besef ik dat alles op schema ligt,
als ik 'Het Verhaal van de Steen' niet schrijf, zal een ander het wel doen. Als
het tijd is dat er iets gebeurt op deze wereld dan zal het gebeuren. Het zijn
allemaal ontspannende gedachten.
Een gegeven
moment loop ik weer door de jungle. Ik-Panter realiseer me dat ik-Panter
richting mijn kleintjes ga. Ik raak ervan in de war, ze hebben eten nodig, maar
de panter heeft niks gevangen. In gedachten zie ik / ik-Panter twee kleintjes
buiten spelen. Ze trekken met hun bekkies aan de kale ribben van een tamelijk
groot dier. Wat is dat? Een rund? Die zijn er toch niet in de jungle. Wat voor
dieren vang ik daar eigenlijk, daar in die jungle? Ik denk aan een karbouw,
maar die zijn daar toch niet. In beeld verschijnt een grote miereneter, met een
lang snuit. Eet ik miereneters?
Dan ben
ik-Panter weer bij de piramidebouw met de terrassen. De maan schijnt, het lijkt
wel volle maan. Geruisloos loop ik-Panter naar de ingang van mijn hol in de
piramide. Het is een heel kleine ingang. Een vierkant, richting driehoek... aan
de bovenkant wat smaller.
Ik ben nog in de war, ik breng geen voedsel mee!
Linksboven
op de trappen van de piramide zijn mensen bezig. Ze doen een of ander dom
ritueel... er is ook iemand met een drum, die heeft de piramide tot de top
beklommen. Ik zie hem tegen de nachthemel afgetekend, in zijn linkerhand de
drum als een grote schijf. Ach, die mensen, ze merken toch niet dat ik-Panter
er ben, daarvoor ben ik te onzichtbaar en te geruisloos.
Binnen komen de
kleintjes op mij af en dan merk ik-Panter dat ik-Panter een heel slaphangende
buik heb... met grote spenen, de melk drupt er al uit! De kleintjes drinken
melk!
Twee kleine pantertjes zijn het, of drie? Ze hebben nog nauwelijks
vlekken!
Van binnen vraag ik me af of ik ze als panter af en toe voor de
veiligheid naar een ander hol breng... volgens mij wel.
Ik-Panter vlei me bij
hen neer, het is rustig in het woud.
Warrior Iadied
De foto van mij en mijn drum is uit het jaar 2000.
|