De suggestie van de vriendelijke vrouw in de Stadsherberg in Ravenstein kan op zondag 1 januari 2012 vormgegeven worden: Mijn Lief en ik gaan 's middags naar Neerlangel, naar de Sint-Jan de Doperkerk.
In het kerkje is de lucht koeler dan buiten. Uit oostnoordoost komt de leylijn uit de richting van Nijmegen aan: in het kerkje gaan de rillingen door mijn lijf.
Tot mijn verrassing voel ik de leylijn het sterkst vlak voor het beeld van Sint Jozef met Jezus. Voor het beeld van Maria aan de linkerkant voel ik de leylijn niet.
Het is een lieflijk kerkje. Het tufstenen deel van de toren uit de 11e eeuw is in de kerk prachtig zichtbaar. Hoger loopt een balustrade langs de torenwand. In het koor een houten altaar met hoge opbouw. Centraal staat Johannes de Doper. Op de top een kruis, rechts van het kruis Maria, links daarvan de apostel Johannes. Er vliegt een zwarte merel door de kerk. Het lijkt wel een jonge merel. Als deze op het hoofd van de apostel gaat zitten, beweegt het beeld vervaarlijk heen en weer. Voor het altaar staan twee kerstbomen en is een lieve kerststal opgebouwd.
Ik steek een kaarsje op bij het Mariabeeld. Ernaast liggen folders op een tafeltje: Sint-Jan de Doper Neerlangel - Ervaar de inspirerende eenvoud van 'de kleine Sint-Jan'.
Ernaast ligt een boekje met gebeden opengeslagen. Het opengeslagen gebed past bij mijn gemoedstoestand:
HET WEESGEGROETJE
Het kleine weesgegroetje, wat moeder ons leerde,
en waarmee we ook dagelijks Maria vereerden.
Zo'n simpel gebedje, dat werd vroom en net,
door ons toen gebeden, op de knieën voor het bed.
We leerden daarbij ook een kruisje te maken
en te vragen of God ons die nacht wou bewaken.
Zo bracht men ons bij te vertrouwen op U,God,
dat was ons eerste gebed en ons eerste gebod.
Maar dat kleine weesgegroetje, wat ons zo goed past,
dat geeft ons nog altijd een beetje houvast.
Als de storm van het leven ons dreigt te plagen,
dan moeten wij immers iemand om hulp kunnen vragen.
Dan geeft het gebed ons weer hoop en weer moed,
dan doet die leerschool van moeder zo goed.
En ziet men het niet meer zitten in droefenis of smart,
dan komt z'n gebedje vaak heel diep uit het hart.
We wandelen om het kerkje. Bijzondere bakstenen versieringen aan de buitenkant. Aan het eind van het koor hangt een kruisbeeld met een gekruisigde Jezus. Daarboven een cirkel met daarin een driehoek en daarin een lam of is het in het Hebreeuws het woord 'Jahweh'?
Ik sta er echt even gek naar te kijken. Hoe zit dat met de kruisiging van Jezus? Ging door zijn dood de Hemel weer open? Wat erg... hoe het precies zit, zal ik moeten opzoeken.
Boven de ingang een cirkel met een gelijkzijdig kruis en acht 'windrichtingen'. Het kruisje doet gedachten aan gelijkwaardigheid opkomen. Heel anders dan het Latijnse kruis van Jezus.
We lopen langs de goedverzorgde graven op het kerkhofje, bekijken de oude toren aan de buitenkant en gaan dan omhoog de Maasdijk op. Een grote boom aan deze kant van de Maas geeft de leylijn aan. Terugwandelend zien ik hoe op de zuidwesthoek van de boerderij tussen het kerkje en de Maas een beeldje van Sint-Jan de Doper staat. Hmm, de leylijn gaat daar doorheen.
Aan de andere kant van het kerkje ligt een weide met grote bomen. Ik wandel om de weide heen om te zien waar de leylijn loopt. De lijn lijkt door de drassige plek in het diepste punt van de bomenweide te gaan.
Als ik terugwandel, fiets een oudere vrouw langs me heen. Ze zingt een mij onbekend lied over een uur dat nadert. Als ze het Sint-Janspad naar het kerkje opgaat, snel ik achter haar aan. De vrouw ledigt het geldkluisje bij de kaarsjes en maakt opgewekt contact.
Enthousiast overhandigt ze mij een dun boekje over Sint-Jan de Doper: "Willen jullie de toren van binnen zien? Jullie mogen ook de klok luiden."
Warrior Iadied
|