Ik wandel naar buiten en mijn oog valt op de bomenweide. Hier houdt het St.-Jansgilde rond 24 juni, de verjaardag van Sint-Jan, de openluchtmis. Daarna begint het feest met het koningsschieten.
Brr, het is waterkoud. Stormachtige wind waait hoog door de takken van de bomen. Hm, er zijn zoveel bomen. Met welke boom, met welk Bewustzijn, zal ik proberen contact te maken. De duiven vliegen op. Met de boom waarin ze neerstrijken? Nee, ik kies voor de boom in de noordwesthoek. Wat is dit voor boom? Er hangen propjes aan. De boom, volgens mij een els, staat met de voeten in het water. Er groeien meerdere jongere bomen op en in, onder andere een hulst. Op de grond enkele doornatte vermolmde takken.
Ik ga op drie meter afstand staan en zie rechtsonder een toegang tot de boom. Ik sluit mijn ogen, gun mezelf twintig ademteugen en zie mezelf klein de Els binnengaan: "Hallo, is hier iemand? Ik ben Thea, Thea-Warrior, Warrior-Iadied!
Ik hoor niets, maar zie de Rand van een Bewustzijn, het lijkt een Kwart van een Cirkel. De Rand ligt hoger. Er stroomt als het Ware grijs Water over de Rand en komt dan neer in de Cirkel.
Dan voel ik hoe iemand mij in mijn Nek grijpt en me onderdompelt in het Water.
"Ik doop u in de Naam des Heren en in de Naam van het Lam Gods," zegt een Stem.
Oef... als ik boven kom, bemerk ik dat ik een lange grijswitte Baard en lang grijswit Haar heb: 'Oh, zo was het toen, toen ik-Petrus gedoopt werd in de Jordaan.'
Even later zie ik-Petrus mezelf-Petrus op een hoge Oever staan. In de Stroom staat een Man die Mensen doopt. Hij duwt een Vrouw onder water: "Ik doop u in de Naam des Heren en in de Naam van het Lam Gods."
De Vrouw komt proestend boven water.
"Komt u maar," zegt de dopende Man tegen de volgende Persoon.
Op de oever staat een Man. Hij schreeuwt tegen de Man in het Water. Deze lijkt zich nergens wat van aan te trekken. Hij kijkt niet op of om maar gaat onverstoorbaar verder: "Ik doop u in de Naam des Heren en in de Naam van het Lam Gods."
De Man aan de Waterkant doet een paar Stappen voorwaarts. Hij is rijk gekleed: een stijf, breed, wijd, vierkant, roodbruin Kleed versierd met groen-goudkleurige Randen. Op zijn Hoofd een soort Mijter. Er zit een gouden Kruis tegenaan en de Mijter heeft eveneens goudkleurige Randen.
Hij doet een paar voorzichtige Passen richting het Water; bang dat zijn Sandalen/Voeten nat worden. Hij schreeuwt: "Houd op, houd op, houd daarmee op!"
Jan in het Water gaat gewoon door: "Komt u maar. Komt u maar gewoon. Ik doop u in de Naam des Heren en in de Naam van het Lam Gods."
De Man aan de Waterkant loopt terug en stapt schuddend met zijn Vuist in zijn houten Draagstoel: "Wacht maar, wacht maar, ik krijg je nog wel."
Vier donkere Mannen pakken de Draagstoel op en lopen weg, richting de Stad.
Ik sta nog even op de hoge Oever te kijken en mijmer over het Moment dat Jan mij doopte, dat is alweer even terug, dan roep ik: "He, Johannes!?"
Johannes kijkt op en laat een brede Lach zien: "He, Peter!"
"Komt u maar," richt hij zich tot de Volgende.
Dan kijkt hij mij weer aan: "Tot vanavond!"
Ik open mijn ogen: er hangt rust op de bomenweide in Neerlangel.
Ja, destijds, zo'n 2000 jaar geleden was ik Simon Petrus. Ik vind het nog steeds een goede grap; op mij, vandaag de dag een vrouw, is twee eeuwen terug de kerk gebouwd.
Warrior Iadied
|