Terug naar het centrum. Als ik door de Burgemeester Ottenhoffstraat in de richting van de hoofdstraat (Molenweg-Dorpsstraat) wandel, merk ik dat er aan de rechterkant, van noord naar zuid, een pad richting de oude kerk loopt.
Ik wil foto's maken van de Spoorlaan, maar laat me door de oude kerk afleiden: 'Het is nog licht genoeg.'
Vlak voor de kerk komt van rechts, uit het westen, een beekje dat tussen en over ronde stenen kabbelt: Wat mooi!'
Via een plat betonnen bruggetje kom ik bij de kerktoren. Er klinken liederen uit de door kroonluchters verlichte hoge ramen.
"Wat een mooi kerkje," zeg ik tegen een chique geklede man die staat te wachten.
"Ja, uit de elfde eeuw," reageert hij, "de toren en het koor zijn het oudste. Het tussenstuk is ooit verbrand. De kerk is nog niet zo lang geleden gerestaureerd. Het gebouw wordt ook verhuurd voor besloten partijen. Zeg maar een derde geldstroom."
Er komt een vrouw naar ons toe fietsen: 'Hé, een lieve ex-collega.'
We begroeten elkaar.
"Oh," puft ze, "was ik het mooi uitgedraaide lied voor de jarige vergeten, moest ik weer naar huis fietsen."
"Kan ik binnen kijken?"
Ze twijfelt: "Er wordt een verjaardag gevierd."
Chique geklede mensen, velen in het zwart, gaan naar binnen.
De echtgenoot van mijn ex-collega komt naar buiten en gedrieën gaan ze naar binnen. Even later komt de echtgenoot naar buiten: "Sorry Thea, je kunt gerust even binnen kijken."
Wat een heerlijk grote, en lichte, ruimte. Het daglicht stroomt nog door de hoge ramen naar binnen.
De ontvangst is groots. In het koor zie ik een aardige mannelijke collega piano spelen. We begroeten elkaar en ik wandel rond.
Een krachtige leylijn loopt van noord naar zuid door het koor. De lijn komt door de deur van de consistorie naar binnen en gaat via het moderne glazen altaar en de tegenoverliggende deur naar buiten. Nadat ik enkele foto's geschoten heb, zwaai ik ten afscheid en ga ik onder de toren door weer verder.
Via het betonnen bruggetje steek ik opnieuw de beek over en dan naar links naar een noodlijdende gele, kale, taxus. Ik besef dat het beekje dat hier opborrelt de bron van de Groesbeek is: 'Wat een schitterende omgeving.'
En dan voor de derde keer over het bruggetje: via een poortje kan ik om de kerk wandelen. Bij de noordelijke aanbouw voel ik de leylijn prikkelen. Het kerkhof pronkt met enkele fiere taxussen.
Aan de zuidkant loopt de gevonden leylijn via een mooi bestraat pad naar een smeedijzeren toegangshek. Als ik met de rug naar de kerk ga staan, zie ik over de weg en aan de andere kant van een groot parkeerplein een prachtig oud gebouw staan. De leylijn lijkt er recht naar toe te lopen: 'Hm, kan ik mooi een keer uitzoeken.'
Warrior Iadied
|