|
|
|
Voor mij, om gelukkig te zijn, en voor geïnteresseerden! |
|
|
03-02-2013 |
HET VERHAAL VAN DE STEEN - Peter Spiik |
Als ik bij zijn blokhut van oude, dikke, donkerbruine boomstammen aankom, is Peter Spiik met een sneeuwschuiver in de weer. Intuïtief vang ik op dat het de bedoeling is dat ik hem help, maar ik ben te vermoeid. Jammer dan, de bijna geheel doorwaakte nacht en het hoge adrenalineniveau in mijn aderen breken me op: ik ben moe, heb het koud en heb dorst! Zoals ik in mijn reis voorzien had, verstaan we elkaar niet (Peter spreekt Laps en Zweeds, en ik West-Europese talen), maar gelukkig brengt een vrouwelijke postbode uitkomst. En zo zit ik even later in Peter's goed verwarmde keuken annex woonkamer. Hij is onmiddellijk in de weer met het zetten van koffie. Tegenstribbelend accepteert hij het pak snelfiltermaling dat ik heb meegebracht. Het boekje van Roodkapje en de Wolf daarentegen is duidelijk een schot in de roos: hij drukt het sprookjesboek tegen zijn hart en legt het met een eerbiedig gebaar op een tafel aan de wand. Ik bestudeer de eenvoudige tafel. Ze is tamelijk lang en smal, maar wat is ermee? Er hangt een zuivere sfeer omheen en het witte kleed dat er overheen ligt, doet haar een altaar gelijken. Twee kandelaars en een schaal met een mok benadrukken dit gegeven. Aan het eind bij de haldeur liggen wat brieven en een zaklantaarn. Midden boven de tafel hangt een zeefdruk aan de wand. Het is een afbeelding van een Saami-herder die met zijn rendier en hond de stilte van het witte winterlandschap intrekt. Ik glimlach: 'In je eentje de koude natuur intrekken; een goede manier om het donker van de andere werelden in te gaan.' Naast de haldeur hangt een poster met een sneeuwhoen erop: 'Stoppa Rovjakten.' 'Geweldig, de oude Peter is een natuurbeschermer.' Dan zie ik hoe hij een enorm zakmes opentrekt. Wat verschrikt wacht ik af... om te zien hoe hij flinters van een reep rendiervlees snijdt. Hij gebaart dat ik de vleessnippers in mijn koffie moet doen. Verbaasd gehoorzaam ik om te zien hoe het weinige vet onmiddellijke smelt. Het smaakt uitstekend, eigenlijk is het gerookte en gedroogde vlees direct gaar! Vertrouwd zitten we bij elkaar. Het is net of hij mijn vader is. Al tekenend op een krant vertel ik uit Nederland te komen en we maken elkaar duidelijk wanneer we geboren zijn: hij in 1919, ik in 1954. Dan weet ik niet zo goed meer wat te doen. Ik teken een kota: de tipi van de Saami. Tja, daar zou ik voor hem willen drummen, maar we zitten niet in een kota: Wat nu? Waar zit ik hier eigenlijk voor?' Ik pak mijn drum en laat hem het drumgeluid horen. Peter houdt mijn drum bij zijn oor, slaat hem aan en luistert. Waarnaar? Ik weet het niet. De manier waarop hij de drum schuin boven zijn hoofd houdt, zorgt ervoor dat hij goed kan horen wat voor soort geluidsspiralen de drum weet te produceren. Stilletjes hoop ik dat hij mij een drum zal laten zien, maar daarmee bereid ik mezelf een desillusie. As duidelijk is dat we beiden niet meer weten wat verder te doen, besluit de oude Peter Spiik dat het welletjes is: hij escorteert mij resoluut naar het plaatselijk museum. Ik kan weinig invloed uitoefenen op het gebeuren en zing, op weg ernaar toe, een beetje treurig, Nederlandse liedjes voor hem. Warrior Iadied
Op de foto van 3 januari 2001: Peter Spiik in zijn keuken / woonkamer in Jokkmokk. Op de tafel het boekje van Roodkapje en de Wolf.
|
|
|
|
Reacties op bericht (0)
|