Inhoud blog
  • Hechtingsstoornis
  • Geen-Bodem-Syndroom trekt diepe sporen in gezinsleven’
  • Hechtingsstoornissen. Praktijkgericht therapiehandboek
  • Gehechtheid bij kinderen
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Laatste commentaren
  • Erotic Massage service (satyam singh)
        op Kinder- en jeugdpsychiatrie
  • Call Girls in Delhi (Yasmin)
        op 'Aanpak drugs- en alcoholgebruik in jeugdinrichting vergt inzet verslavingszorg'
  • Hema Ahuja Noida Escorts is The Best Escort service provider (Kaabir)
        op 'Aanpak drugs- en alcoholgebruik in jeugdinrichting vergt inzet verslavingszorg'
  • Connaught Place Escorts Service Provider (ruchi patel)
        op 'Aanpak drugs- en alcoholgebruik in jeugdinrichting vergt inzet verslavingszorg'
  • Lucknow Escort Service (shweta)
        op 'Aanpak drugs- en alcoholgebruik in jeugdinrichting vergt inzet verslavingszorg'
  • Willekeurig SeniorenNet.nl Blogs
    the_best_love_songs
    blog.seniorennet.nl/the_bes
    Een interessant adres?
    forum

    Druk op onderstaande knop om te reageren in mijn forum

    Mailinglijst

    Geef je e-mail adres op en klik op onderstaande knop om je in te schrijven voor de mailinglist.


    Hechtingsproblemen
    Startpagina van Hechtingsproblemen
    Hechtingsproblemen, hechtingsstoornis, hechting, gehechtheid, borderline, persoonlijkheidsstoornis, bindingsangst, verletingsangst, ouders, babys, kinderen, pleegkinderen, stiefkinderen,jeugd, volwassenen, hulpverleners, onderwijs, jeugdzorg
    30-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.‘Eenduidige klachtbehandeling bureaus jeugdzorg wenselijk’

    ‘Eenduidige klachtbehandeling bureaus jeugdzorg wenselijk’

    Er moet een eenduidige klachtbehandeling komen door de bureaus jeugdzorg. Nu bestaan er nog opmerkelijke verschillen tussen de diverse bureaus.
    ‘Goede klachtbehandeling is belangrijk voor het herstel van vertrouwen van de burger.’
    Dat stelt de Nationale ombudsman, Alex Brenninkmeijer in een persbericht. Hij heeft tezamen met drie Bureaus Jeugdzorg een gezamenlijke visie op goede, eerlijke en eenduidige klachtbehandeling ontwikkeld. Op grond van die visie hebben zij een handreiking opgesteld voor kwalitatieve klachtbehandeling. De Nationale ombudsman hoopt dat ook andere Bureaus Jeugdzorg met deze manier van klachtbehandeling aan de slag gaan.
     
    Opmerkelijke verschillen
    Op dit moment zijn er bij de klachtbehandeling opmerkelijke verschillen. De Nationale ombudsman vindt dat voor iemand die met Bureau Jeugdzorg te maken krijgt, de klachtbehandeling niet mag afhangen van de provincie waar hij woont.
     
    Verhaal achter klacht
    In de zomer van 2009 startte de Nationale ombudsman het project met Bureau Jeugdzorg Gelderland, Bureau Jeugdzorg NoordBrabant en Bureau Jeugdzorg ZuidHolland. Samen stelden zij een visie en uitgangspunten voor klachtbehandeling op. Hierin staat het verhaal achter de klacht centraal. Als een klacht bij een bureau jeugdzorg binnenkomt, neemt een medewerker persoonlijk contact op met de klager om het verhaal achter de klacht te achterhalen. Op basis van dit gesprek zoeken medewerker en klager een passende vorm van klachtbehandeling. Het belang van de klager en de aard van de klacht zijn hierbij leidend.
     
    Herstel van vertrouwen
    Goede klachtbehandeling is belangrijk voor het herstel van vertrouwen van de burger. Ook geven klachten goede aanleiding voor zelfreflectie die passend is voor professionals in de jeugdzorg. De Nationale ombudsman meldt in het persbericht erop te vertrouwen dat de bestuurders van alle bureaus jeugdzorg en de landelijk werkende instellingen, het Leger des Heils, de Stichting Gereformeerde Jeugdzorg en de William Schrikkergroep aan de hand van deze handreiking, ook aan de slag gaan met goede eerlijke en eenduidige klachtbehandeling.
     
    Bron?
    http://www.sozio.nl/eenduidige-klachtbehandeling-bureaus-jeugdzorg-wenselijk/1023573

    De Redactie, Geplaatst: 30 maart, 2010
    Relevante categorieën: hulpverlening, Bureau Jeugdzorg, jeugdzorg, Cliënt, Klachtbehandeling

    30-03-2010 om 16:52 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Infant Mental Health, basiscursus

    Training Infant Mental Health, basiscursus
    Mentalization Based Treatment voor infants & ouders

    Docenten Catherine Pannevis / Ineke Reekers/ Mieke van der Schoot / Muriël Vermeulen

    Data: vrijdag 9 april en vrijdag 23 april 2010

    Locatie: NPI, Olympiaplein 4, 1076 AB Amsterdam

    Inleiding
    De psychoanalytische behandeling van de ouder-babyrelatie is niet zozeer gericht op het verbeteren van falend ouderschap als wel op het optimaliseren van de relatie tussen de ouder en de baby. De relatie is de focus van de behandeling.
    In de therapeutische situatie wordt het mentaliseren van de behandelaar ingezet om het reguleren van stress, aandacht en affecten te verbeteren. Doel is het verbeteren van het vermogen om mentale inhouden te kunnen lezen en interpreteren zowel van zichzelf als ouder, van de baby en van hun interactie.
    Een psychoanalytische behandeling van de ouder-babyrelatie vraagt veel van de eigen affectieve regulatie van de therapeut en diens vermogen om te blijven mentaliseren.

    Doelstelling van de basistraining
    Een introductie geven in de Infant Mental Health-visie, het begrippenkader, het herkennen van gehechtheidscategorieën en hoe die zich vertalen in een zijn-met-de-ander en een inleiding in praktische interventies.

    Doelgroep
    Professionals in de GGZ en sociotherapeuten die geen gespecialiseerde vooropleiding hebben in de Infant Mental Health praktijk.

    Samenstelling groep
    De groep bestaatt uit maximaal 12 cursisten.

    Accreditatie
    Door de FGZP zijn 12 punten toegekend voor de kp-herregistratie, en de Ned.Ver.voor Psychiatrie heeft 12 punten toegekend. De DAIMH heeft de cursus geaccrediteerd voor het totaal van 17 uur (12 uur theorie en vaardigheidstraining en 5 uur literatuur en praktijkopdrachten.

    Programma
    4 dagdelen vrijdag 9 april en vrijdag 23 april 2010 van 10.00- 13.00 uur en van 14.00-17.00 uur
    Theorie, video, casuïstiek en oefening.
    De volgende onderwerpen komen aan bod:
    - Infant Mental Health visie
    - Transactioneel ontwikkelingsmodel
    - Motherhood constellation
    - Belang van observatie
    - Gehechtheidscategorieën
    - Affectregulatie
    - Port of Entry
    - Multimodale interventies
    - Inleiding mentaliserend ouder-baby/peuterbehandeling


    Toegestuurd na inschrijving literatuurklapper met:
    Voor de eerste bijeenkomst , vrijdag 9 april 2010:
    Ochtendprogramma: mw. Catherine Pannevis, psychotherapeut
    Literatuur:
    - Vliegen, N. (2006) Hoofdstuk 3 uit: Kleine baby's, prille ouders, samen in ontwikkeling, Uitgeverij Acco.
    - Van der Pas, A. Verandering laat zich niet haasten. Alice van der Pas in gesprek met Viviane B. Shapiro. Lekkerkerker Lecture 2006
    - Van der Pas, A. Handboek methodische ouderbegeleiding. Uitgeverij Ad. Donker, pag. 17-22.
    - Sameroff, A.J., McDonough & Rosenblum, K.L. (2004). Treating parent-infant relationship problems. Strategies for interventions. London: Guilford. Hoofdstuk 2 en 3: p.29-79.

    Middagprogramma: mw. Ineke Reekers, infant mental health specialist
    Literatuur:
    - Vliegen, N. Individuele en interactionele ontwikkelingsperspectieven; In: Vliegen, N. Kleine baby's en prille ouders, samen in ontwikkeling. hoofdstuk 2.
    - Riksen-Walraven, M. Meten van de kwaliteit van ouder-kindinteractie: is een keer observeren genoeg? In: Nederlands Tijdschrift voor Opvoeding, Vorming en Onderwijs, vol. 15, nr. 2, 1999.
    - Broks, C. Veilige relaties: op onderzoek gaan en nabijheid zoeken. In: er zijn voor je kind. Hoe ouders veiligheid en emotionele beschikbaarheid kunnen bieden.
    - Broks, C. Hoofdstuk 7, Kalmeren en Repareren. In : er zijn voor je kind. Hoe ouders veiligheid en emotionele beschikbaarheid kunnen bieden, pp. 91 - 102.

    Voor de tweede bijeenkomst, vrijdag 23 april 2010:
    Ochtendprogramma: mw. Muriel Vermeulen, psychotherapeut
    Literatuur:
    - IJzendoorn van, M.H. (1994, Gehechtheid van ouders en kinderen. Bohn, Stavleu Van Loghum, Houten/Zaventm, blz. 38 - 62.
    - Rexwinkel, M.J. (2005) "Villa Kakelbont". het belang van de vroege ouder-babyrelatie voor affectieve regulatieprocessen. In: SchmeetsM.G.J. en Verheugt-Pleiter J.E. Affectregulatie bij kinderen, een psychoanalytische benadering. Kon. Van Gorcum, Assen, blz. 5 - 22.
    - Van Reekum, A.c., M.G.J. Schmeets (2008). De Gen-omgevingsinteractie en de psychiatrie: nieuwe visie op de invloed van de vroege omgeving. Tijdschrift voor Psychiatrie 50, 12, 771 - 780.

    Middagprogramma: mw. Mieke van der Schoot, kinder- en jeugdpsychiater
    Literatuur:
    - rexwinkel, M.J. (2003). "There is no such thing as a baby". In: De Bruyne, A. en Heuves, W. De ezel en de steen, Boom Amsterdam, blz. 25 - 41
    - Maldonado, M., (2002). Infant and Toddler Mental Health. American psychiatric Publishing, Washington. Hoofdstuk 2; p 33-56 Hoofdstuk 6; p.129-161.

    Docenten:
    Catherine Pannevis is klinisch psycholoog, psychotherapeut en kinderpsychoanalytica i.o., werkzaam op de kinderunit en het IMH-centrum van het NPI.
    Muriël Vermeulen is klinisch psycholoog, psychotherapeut en kinderpsychoanalytica i.o., werkzaam op het NPI.
    Mieke van der Schoot is kinder- en jeugdpsychiater en psychoanalytica. Werkzaam bij de kinder- en jeugdafdeling van het NPI en in eigen praktijk.
    Ineke Reekers is als infant mental health specialist werkzaam bij het NPI Amsterdam (IMH-centrum)

    Kosten
    De kosten van de training van 12 uur bedraagt 525 euro per persoon, inclusief literatuurpakket en lunch op beide data.
    Na ontvangst van het inschrijfformulier ontvangt u een factuur voor de kosten op uw privé-adres. Er zijn geen kosten aan de training verbonden voor vaste medewerkers van het NPI.

    Wijze van toetsing:
    mondelinge casusbeschrijving met feedback in de groep.

    Datum: vrijdag 9 en vrijdag 23 april 2010
    Tijd: 10.00 – 13.00 en 14.00 - 17.00 uur
    Locatie: NPI, Olympiaplein 4, 1076 AB Amsterdam

    Voor wie: geïnteresseerden werkzaam binnen de GGZ en sociotherapeuten die geen gespecialiseerde vooropleiding hebben in de Infant Mental Health praktijk
    Prijs: € 525,- (12 uur inclusief literatuurklapper en lunch)
    Inschrijving: Via inschrijfformulier (word) of per e-mail:kennisoverdracht@npsai.nl. Klik hier voor onze algemene voorwaarden.
    Informatie: De DAIMH heeft de cursus geaccrediteerd voor het totaal van 17 uur (12 uur theorie en vaardigheidstraining en 5 uur literatuur en praktijkopdrachten) De Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie heeft 12 punten toegekend. De FGZP heeft t.b.v. de kp herregistratie 12 punten toegekend. Afdeling Kennisoverdracht NPI, Femke Cervesa, locatie Amsterdam, tel. 020 570 38 57, e-mail: kennisoverdracht@npsai.nl

    http://www.psychoanalytischinstituut.nl/kenniscentrum/agenda/scholing_en_training/training_infant_mental_health_basiscursus_voorjaar_2010.php

    24-03-2010 om 14:04 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    21-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Levenslang met jeugdzorg

    Levenslang met jeugdzorg


    door Anne Boer anneboer@destentor.nl. zaterdag 20 maart 2010 | 12:31 | Laatst bijgewerkt op: zaterdag 20 maart 2010 | 12:50
    Bron: De Stentor
    Leen van der Hoek, op 5-jarige leeftijd uit huis geplaatst. Zag zijn ouders en zusje nooit meer terug. "Voor mij is het 63 jaar geleden, maar wat zijn we eigenlijk opgeschoten?"

     

    Een leven lang in de ban van jeugdzorg. Rond de tafel zitten drie mensen. Ze hebben hun eigen verhalen. Maar dat ene ding gemeen. Jeugdzorg is de rode draad in hun leven. Bart en Evelien hebben een zorgboerderij voor de opvang van onder meer kinderen en zelf drie pleegkinderen. Leen van der Hoek werd 63 jaar geleden uit huis geplaatst. Een aangrijpend verhaal over hun worstelingen.

    Zie ook:
    Verplaatsen slecht voor ontwikkeling kind
    Kind tussen moordenaars en verkrachters

    Leen van der Hoek (68) uit Lelystad staat er mee op en gaat er mee naar bed. Een leven lang jeugdzorg in z'n kop.

    Nr. 151. Het nummer dat hij van de kinderbescherming kreeg nadat hij op 5-jarige leeftijd uit huis werd gehaald. Getraumatiseerd door de ellende uit zijn kinderjaren.

    Hij zou er moeiteloos een boek over kunnen schrijven. Zover is hij nog niet. De eerste stap is al moeilijk genoeg en vooral emotioneel. Voor het eerst praat hij er openlijk over. Naar aanleiding van verhalen in deze krant. "Ik lees de verhalen over jeugdzorg werkelijk met tranen in de ogen. Voor mij is het 63 jaar geleden, maar wat zijn we eigenlijk opgeschoten?"

    Het begin is pijnlijk. In het dorp van zijn jeugd, Maasdijk, van na de oorlog gonst het van de geruchten. Zijn vader zou NSB-er zijn, terwijl zijn moeder juist uit een verzetsfamilie kwam. Het gezin raakt verscheurd. De ouders kunnen niet meer voor de twee kinderen zorgen. Leen en z'n zusje worden uit huis gehaald. Leen gaat naar een weeshuis; z'n zusje naar een pleeggezin.

    Leen ziet z'n ouders en z'n zusje nooit meer terug. De rest van de familie verdwijnt ook definitief uit beeld. Hij staat alleen op de wereld en moet zien te overleven in de mallemolen van tien pleeggezinnen, instellingen en tehuizen. Geen bezoek. Geen weekendverlof. Nooit visite op z'n verjaardag. Geen cadeautjes. Het grote niets. "Elke zondag stond ik te kijken. Komt er iemand op bezoek? Tegen beter weten in. Er kwam nooit iemand."

    Hij kan pijnlijk gedetailleerd uitleggen waarom die periode hem zo heeft geraakt en ook gevormd. "In het eerste pleeggezin kreeg ik te horen dat er iets niet in orde was met mij. Maar in het gezin ging het mis. Gebeurden allerlei rare dingen. Daar ben ik door de politie weggehaald en vervolgens onderzocht in een paedalogisch instituut in Amsterdam. Pas tientallen jaren later heb ik kunnen lezen wat de conclusie was. Er mankeerde niets aan mij. Mijn gedrag was normaal. Tot de dag dat ik dat las, heeft altijd het idee in mij gewoekerd dat er iets niet met mij in orde was. Kinderbescherming heeft het me nooit verteld. Je wordt daardoor onzeker, terwijl je zeker moet zijn om overeind te blijven."

    "In de tehuizen geldt het recht van de sterkste. Je gaat jezelf overstemmen om je te handhaven en belandt in een spiraal van opstandig gedrag en verzet tegen het gezag. Dan krijg je het stempel moeilijk opvoedbaar en zo beland je in een vicieuze cirkel. Je wordt hard. Ik had niets te verliezen. Straffen hielp niet. Wat moesten ze me afnemen. Het interesseerde me allemaal niets meer. Zelfs veertien dagen isoleercel niet."

    Leen moet wachten tot hij achttien jaar is om eindelijk te ontsnappen aan de wereld waarin hij gevangen zit. Hij doet dat letterlijk. Hij gaat de zee op. Weg. Helemaal weg. "Ik wist niets van het leven. Niets van geld, van vrouwen van liefde. Ik had nooit heimwee. Niets om naar terug te verlangen."

    De koopvaardij heeft hem gered, zegt hij terugblikkend. "Aan boord heerste discipline. En ik had voor het eerst een eigen hut, met eigen toilet en een eigen douche. Ik was de situatie met twintig jongens op een zaal gewend."

    Leen werkte op de passagiervaart (Holland-Amerikalijn) en wilde vaart. Verdiende de kost als scheepstimmerman. Ging de hele wereld over. Per reis kreeg hij een beoordeling voor bekwaamheid, ijver en gedrag. "Wat was ik trots op m'n eerste beoordeling. Voor het eerst kreeg ik te horen dat ik deugde. Dat ik goed was. Dat vergeet ik nooit meer."

    Terugblikken deed Leen niet meer. Hij verstopte de ellende uit zijn jeugd in hard werken, maar de pijn bleef. Als hij op 26-jarige leeftijd serieuze verkering en werk aan wal krijgt, gaat het mis. "Iedereen was aardig en lief voor me. Dat benauwde me vreselijk." Na twee maanden verbreekt hij halsoverkop de relatie en pakt z'n boeltje om terug te keren naar zee. Als snel krijgt hij spijt. Vijf dagen na vertrek vraagt hij zijn grote liefde via Radio Scheveningen ten huwelijk.

    Leen van der Hoek heeft een zwaar leven achter de rug. Ellende en geluk wisselen elkaar af. Hij trouwt. Krijgt twee kinderen. Scheidt. Dat hij zijn kinderen een fijne jeugd heeft kunnen geven en dat ze dat zelf ook zeggen, is zijn grootste geschenk.


    Op 57-jarige leeftijd stort zijn wereld weer in. De werkgever voor wie hij twintig jaar werkte, zet hem na een directiewisseling op straat. "Weer afgeschreven. Weer met lege handen, terwijl ik zo hard had geknokt om zover te komen. Werk had voor mij een heel andere waarde dan voor andere mensen. Ik was kapot. Ik kon het niet verwerken. Wilde niet meer leven, maar had niet de moed er zelf een einde aan te maken. Ik raakte aan de drank en belandde in een verslavingskliniek. Gelukkig hebben m'n kinderen me nooit laten vallen. Ik kreeg het advies te doen wat ik altijd had gedaan. Ga weer vechten. Doe waar je goed in bent." Dat leidde tot een rechtszaak tegen de werkgever die Leen glansrijk won.

    De laatste jaren gaat het goed, maar op de achtergrond is het nooit weg. Zo kon het gebeuren dat hij in tranen uitbarstte toen hij het verhaal 'Kind tussen moordenaars en verkrachters' in deze krant las. Dat verhaal, van de 12-jarige Ricardo die uit huis werd geplaatst en in een jeugdgevangenis belandde, is ook zijn verhaal. "Wat zijn we opgeschoten in al die jaren. Er blijkt weinig veranderd, terwijl we nu toch echt beter zouden moeten weten."

    De ellende blijkt bovendien nooit ver weg. Leen is kind aan huis bij Bart (55) en Evelien (54) in Lelystad. Als - op latere leeftijd - gediplomeerd goudsmid leert hij hun oudste zoon sieraden maken van edelstenen en -metalen. Bart en Evelien hebben vier kinderen (drie zonen en een dochter) en drie pleegkinderen, uit een gezin. Ze wonen met hun gezin bij een zorgboerderij, waar kinderen en volwassenen worden opgevangen. Evelien heeft de dagelijkse leiding over een heel team van medewerkers.

    Hoewel instellingen voor jeugdzorg elk jaar een honderdtal kinderen op de boerderij plaatsen, kon het toch gebeuren dat Bart en Evelien keihard in conflict kwamen met jeugdzorg over een van hun pleegkinderen.

    Na negen jaren dreigde het jochie van twaalf namelijk uit huis te worden gehaald. „Dat wilden we echt niet laten gebeuren. Dan zou hij van crisisopvang naar crisisopvang gaan en uiteindelijk in een tehuis belanden. We weten dat hij hulp nodig heeft. Hij heeft een hechtingsstoornis. Daarom vragen we ook al jaren om hulp, maar die kwam maar niet. Daar mag het kind toch niet de dupe van worden.”

    Het verzet van het echtpaar heeft succes. Hun klachten worden gegrond verklaard, maar de relatie met jeugdzorg verbetert daar niet mee. Eind vorig jaar komt het tot een uitbarsting. Hun pleegzoon wordt toch weggehaald. „Dat was echt een drama. Iedereen in tranen. Onze pleegzoon heeft heel veel gehuild. Terwijl we net een nieuw traject hadden ingezet en het echt de goede kant op ging.”

    Van 11 december tot 19 januari mag hij niet bij het pleeggezin komen. Volgens de rapporten van jeugdzorg is het kind beter af in een residentiële setting, een min of meer gesloten huis dus. Opnieuw tekent het echtpaar protest aan en opnieuw krijgen ze gelijk.

    Om herhaling te voorkomen, hebben ze een eigenkrachtconferentie bedongen. Om een sterk netwerk te creëren om het kind en te voorkomen dat hij weg moet.

    „We voelen ons niet meer veilig bij jeugdzorg. Ze onderzoeken niet. Ze overleggen niet, maar vinden wel heel veel. Als je leest hoe al die jaren pleegzorg en jeugdzorg bij ons opeens werden afgeschreven, gaat dat door merg en been. De hulpverlening schakelt je uit en dat gaat ten koste van het kind.”

    Leen heeft het van nabij zien gebeuren. „Te veel gestudeerd, te weinig praktijk”, is zijn analyse. „En wat niemand lijkt te beseffen is dat de schade vaak onherstelbaar is. Het kind wordt bang, wantrouwend. Zeker als het van hot naar her wordt gesleept. Ik heb het allemaal meegemaakt.”

    Evelien heeft daar ook de meeste moeite mee. „Onze pleegzoon heeft zeven jaar onder toezicht gestaan. Al die tijd bleef de onzekerheid. Mag ik blijven, ga ik terug naar mijn ouders, ga ik naar een ander pleeggezin. Dat vreet aan kinderen.”

    Nr. 151. Leen van der Hoek komt het nummer steeds weer tegen. Hij heeft nooit op nummer 151 willen wonen. Hij is niet de enige die nog steeds rondloopt met de erfenis van jeugdzorg. Eind vorig jaar was er een reünie van een van de kindertehuizen waar hij heeft gezeten, Nieuw Voordorp in Voorschoten. „Veel mensen hebben last van traumaproblemen. En dat zou toch eens te denken moeten geven, zodat we met meer verstand en begrip in deze tijd ingrijpende maatregelen nemen die werkelijk in het belang van het kind zijn.”

    Leen heeft het graf van zijn vader gevonden. Dat bezoekt hij af en toe. De tekst op de steen doet hem pijn. ‘Zijn leven was geven’. „Ik heb alleen niets van hem gehad.”

    De namen van Bart en Evelien zijn op hun verzoek gefingeerd. Ze willen daarmee voorkomen dat hun pleegzoon de dupe wordt van hun frustraties over instanties.

    www.destentor.nl/jeugdzorg
    Link

    21-03-2010 om 19:24 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. ‘De mismatch had niet groter kunnen zijn’

    vr 12 mrt 2010, 06:30 | 22 reacties

     ‘De mismatch had niet groter kunnen zijn’

    AMSTERDAM -  Door de aardbeving in Haïti is adoptie weer bijzonder actueel. Maar hoe goed de bedoelingen van adoptieouders ook zijn, het pakt niet altijd goed uit. Miranda van Dijk (44) werd als baby geadopteerd en heeft zich haar hele leven een vreemde eend in de bijt gevoeld.

      “Sinds het noodlot in Haïti toesloeg, worden de adoptiekinderen met vliegtuigladingen vol naar Nederland gebracht. Wonderlijk vind ik dat, want normaal gaat dat altijd zo moeizaam. Maar ik denk wel dat het belangrijk is dat deze kinderen zo snel mogelijk een veilige plek vinden in een liefdevol gezin. Ik lag zelf de eerste tien maanden van mijn leven in een kaal bedje in een Nederlandse kliniek voor ongehuwde moeders. De nonnen die mij verzorgden, mochten zich volgens het instellingsprotocol niet aan de kinderen hechten. Die tien maanden zonder aanraking, zonder liefde, zonder lach en zonder vertrouwde moedergeur, hebben mijn gevoel van veiligheid volledig ondermijnd.

      Ik heb jaren later tijdens een regressietherapie ontdekt, dat ik in dat bedje het gevoel heb gehad dat ik doodging. Afschuwelijk was het. Na tien maanden werd ik geadopteerd. Het klinkt zo mooi; breng een ontheemd kind samen met wensouders die vaak al jaren hunkeren naar een kindje en alles komt vanzelf goed. Maar dat sprookje pakte in mijn geval niet zo uit. Als kind bleek al dat ik niet dezelfde genen had als de mensen bij wie ik opgroeide. Ik was een extravert, creatief en erg gevoelig kind in een gezin met introverte, emotioneel geremde ouders die mij niet begrepen. De mismatch had niet groter kunnen zijn. Ik voelde mij een vreemde eend in de bijt. Pas op mijn elfde hoorde ik dat zij niet mijn echte ouders waren.

      Schande

      Mijn biologische moeder werd als jong meisje zwanger na een brute verkrachting. Ze had geen diploma’s en geen werk. Ze woonde nog bij haar ouders en had al een ander kind van wie de vader ook niet meer in beeld was. Het was onmogelijk voor haar om mij op te voeden. Maar abortus was geen optie, omdat de buurt daar schande van zou spreken. Dus ik groeide op in een ander gezin en zag mijn moeder niet meer.

      Mijn adoptieouders hadden een liefdeloos huwelijk. Er werd totaal niet gecommuniceerd tussen die twee, en er hingen constant spanningen in de lucht die onuitgesproken bleven. Er vielen zelfs dagenlange stiltes. Ik wist nooit precies wat er aan de hand was, maar voelde wel de spanning. Ik kan me ook niet herinneren ooit geknuffeld te zijn. Toch deden ze, denk ik, wel alles wat binnen hun vermogen lag om mij een goede jeugd te geven. Volgens hun normen dan. Ik ging naar school, zat op muziekles, had veel speelgoed en mooie kleren. Het ontbrak me aan niets. Ze gaven me ook wel complimentjes en zeiden dat ze trots op me waren. Maar altijd in woorden. Terwijl ik juist zo’n enorme behoefte had aan een aai over mijn bol of die alleszeggende knuffel.

      Lees het complete verhaal van Miranda in VROUW Magazine nummer 11.

      Ben jij geadopteerd en heb jij hetzelfde gevoel als Miranda? Of heb jij zelf kinderen geadopteerd en heb je het gevoel dat het niet klikt met jouw adoptiekinderen? Hoe ga je daar mee om? Praat met ons mee.

      http://www.telegraaf.nl/vrouw/psyche_relatie/6261272/__De_mismatch_had_niet_groter_kunnen_zijn__.html?p=25,1

      17-03-2010 om 20:27 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
      >> Reageer (0)
      15-03-2010
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Jeugdrecht en jeugdzorg

       Jeugdrecht en jeugdzorg

      prof. mr. J.E. Doek; prof.mr. P. Vlaardingerbroek & P. Vlaardingerbroek

      BeschrijvingJeugdrecht en jeugdzorg

      Iedere week gebeurt er wel wat op het brede terrein van het jeugdrecht. Immers, de rechtspositie van de jeugdige, het afstammings- en adoptierecht, het (gezamenlijk ouderlijk) gezag, de kinderbescherming en jeugdzorg, als ook het jeugdstraf(proces)recht zijn voortdurend in beweging. Ook het internationale jeugdrecht wordt steeds belangrijker, waarbij onder meer kan worden gewezen op het Internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind, het Haags adoptieverdrag, de internationale kinderontvoeringsverdragen, het kinderbeschermingsverdrag en Brussel-IIbis. Genoemde ontwikkelingen maakten een actuele herziening van dit boek noodzakelijk.
      Jeugdrecht en jeugdzorg houdt het midden tussen een grondige inleiding in het jeugdrecht en een handboek. Het boek is geschreven voor studenten in het hoger en universitair onderwijs, alsmede voor hen die in de dagelijkse praktijk met jeugdrecht, jeugdzorg en jeugdbescherming bezig zijn als sociaal werker, beleidsmedewerker, jurist, politiefunctionaris, advocaat, lid van de staande- of zittende magistratuur en vele anderen.
      Hoofdstuk 7 is voor deze druk bewerkt door prof. mr. drs. M.R. Bruning en de hoofdstukken 9 t/m 11 zijn bewerkt door mr. dr. T. Liefaard.
      Prof mr. J.E. Doek was tot voor kort voorzitter van het VN-Comité voor de Rechten van het Kind (te Genève) en is emiritus-hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder familie- en jeugdrecht (hij was tot medio 2004 werkzaam aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en als bijzonder hoogleraar jeugdrecht verbonden aan de Rijksuniversiteit Leiden).
      Prof mr. P. Vlaardingerbroek is als hoogleraar familie- en jeugdrecht verbonden aan de Universiteit van Tilburg.
      De auteurs zijn rechter-plaatsvervanger in 's-Gravenhage, respectievelijk rechter-plaatsvervanger in Rotterdam en raadsheer-plaatsvervanger in het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Beide auteurs zijn daarnaast actief op het terrein van de jeugdbescherming.

      http://www.boox.nl/nl/jeugdrecht-en-jeugdzorg-9789035243972

      15-03-2010 om 12:03 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
      >> Reageer (0)
      14-03-2010
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Werkgroep jeugdzorg gaat door met onderzoek

      Werkgroep jeugdzorg gaat door met onderzoek

      05-03 2010 | 02:38 | Door: Carolien Stam
      Waardering
       

      De Tweede Kamer gaat door met het eigen onderzoek naar de jeugdzorg. Maar de Kamer wil in principe geen voorstellen meer behandelen van demissionair minister André Rouvoet (Jeugd en Gezin) om de problemen in de jeugdzorg aan te pakken.

      Dat bleek afgelopen donderdag tijdens een procedurevergadering, waarbij werd bekeken welke onderwerpen controversieel zijn sinds de val van het kabinet-Balkenende IV en dus niet meer worden behandeld. De plannen van Rouvoet om de jeugdzorg te verbeteren worden deze maand verwacht. De voorstellen van de Christen Unie-bewindsman kunnen nog wel worden meegenomen worden in de bevindingen van de parlementaire werkgroep die het onderzoek doet.

      Geen veranderingen
      Demissionair minister André Rouvoet (Jeugd en Gezin) gaat ,,geen ingrijpende'' veranderingen en wetswijzigingen meer aankondigen in de aanpak van problemen in de jeugdzorg. Dat is het gevolg van zijn demissionaire status, zo maakte hij vrijdag duidelijk na afloop van de ministerraad.

      Evaluatie
      Wel wil de ChristenUnie-bewindsman deze maand een brief aan de Tweede Kamer sturen met zijn reactie op de evaluatie van de Wet op de Jeugdzorg. Eind vorig jaar bleek uit de evaluatie dat sinds de invoering van deze wet in 2005 jongeren nog steeds niet op de plek in de zorg terechtkomen die ze nodig hebben. Rouvoet wil in zijn brief de mogelijkheden schetsen die hij ziet om de jeugdzorg te verbeteren.

      Openbare gesprekken
      Maandag 8 maart houdt de parlementaire werkgroep Toekomstverkenning Jeugdzorg de derde serie openbare gesprekken. De werkgroep spreekt met deskundigen en vertegenwoordigers van organisaties die direct betrokken zijn bij de jeugdzorg.

      Werkgroep
      De werkgroep Toekomstverkenning Jeugdzorg komt voort uit de eigen toekomst- en onderzoeksagenda die de Tweede Kamer op 1 oktober 2009 instelde. De algemene commissie voor Jeugd en Gezin stelde op 18 november 2009 uit haar midden een werkgroep in die zich verdiept in de Toekomstverkenning van de Jeugdzorg. Dit naar aanleiding van de aangenomen motie-Dijsselbloem c.s. Het doel van de verkenning is inzicht te krijgen in de aanbevelingen en conclusies uit eerder uitgevoerde of nog uit te voeren onderzoeken op het terrein van de jeugdzorg. Uiteindelijk streven is om te komen tot een gedeelde analyse.

      Meer nieuws in uw inbox? Klik hier voor de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Voor meer achtergronden en opinies, neem hier een abonnement op Zorg + Welzijn Magazine.

      14-03-2010 om 13:24 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
      >> Reageer (0)
      12-03-2010
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrolijke mama maakt ongeboren baby actiever

      Vrolijke mama maakt ongeboren baby actiever

      Zwangere vrouwen kijken best niet naar droevige films. Wetenschappers ontdekten namelijk dat ongeboren baby's reageren op de stemming van de moeder wanneer ze televisie kijkt, de baby wordt rustig en stil als het om een droevig verhaal gaat.

      Vrolijk en droevig
      De wetenschappers lieten de vrouwen kijken naar een vrolijke scène uit The Sound of Music en een droevig stuk uit de film The Champ. De moeders luisterden met een hoofdtelefoon, om er zo zeker van te zijn dat de ongeboren baby's niet door het geluid beïnvloed werden. Daaruit blijkt dat de foetussen bij het eerste fragment druk met hun armen bewogen, ze werden erg rustig bij de droevige scène.

      Hormonen

      De wetenschappers weten niet hoe de baby's de gevoelens van de moeder oppikken, ze denken dat de productie van hormonen bij de moeder dit veroorzaakt. Volgens de onderzoekers doen de nieuwe resultaten het bewijs groeien dat het humeur en het stressniveau van een toekomstige moeder haar ongeboren kind treffen.

      Stress
      Uit eerder onderzoek blijkt dat gestresseerde, toekomstige moeders meer risico lopen op een vroegtijdige geboorte of een doodgeboren kind. Ook blijkt dat ze meer kans hebben op een kind met een iq lager dan gemiddeld, ook zijn deze vaker hyperactief, kampen ze meer met emotionele problemen en vertonen ze meer gedragsproblemen. (ep)
      11/03/10 11u36

      12-03-2010 om 21:30 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
      >> Reageer (0)
      06-03-2010
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mondriaan start site voor kind over behandeling
      Mondriaan start site voor kind over behandeling
      25 februari 2010

      Mondriaan, instelling voor geestelijke gezondheid, is de website Mondriaankindenjeugd.nl gestart om kinderen met psychische problemen informatie te geven over de behandeling. Met korte teksten, informatiefolders en filmpjes wordt uitgelegd met welk soort problemen kinderen terechtkomen bij Mondriaan en welke behandelingen er zijn. Ook krijgen kinderen via de website een beeld van hoe hun kamer eruit ziet als ze opgenomen worden, wat ze overdag allemaal mogen doen in de kliniek en waar ze naar school gaan tijdens de behandeling. Mondriaan hoopt met de website de angst die kinderen en jongeren hebben als ze behandeld of opgenomen worden te verminderen.
      Meer informatie: www.mondriaankindenjeugd.nl
      Bron: Psy.nl

      06-03-2010 om 20:27 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
      >> Reageer (1)
      22-02-2010
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sterrenkinderen
      Klik op de afbeelding om de link te volgen Sterrenkinderen

      22-02-2010 om 01:33 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
      >> Reageer (1)
      20-02-2010
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ouders vrezen dossier bij jeugdzorg

      Ouders vrezen dossier bij jeugdzorg

      Kinderen in een speeltuin Kinderen in een speeltuin Foto: ANP

      Veel ouders durven problemen bij de opvoeding niet meer aan te kaarten bij de consultatiebureaus of de Jeugdzorg. Ze vrezen dat ze bekend komen te staan als slechte verzorgers of als ouders die kinderen mishandelen, zegt Justine Pardoen van de website Ouders Online.

      Na de kritiek dat de problemen met de gedode peuter Savanna te laat waren gesignaleerd, is de jeugdgezondheidszorg volgens Pardoen doorgeschoten. Sommige hulpverleners zien ouders met opvoedproblemen als potentiële kindermishandelaars.

      Ouders Online krijgt naar eigen zeggen een paar keer per week hulpvragen van wanhopige ouders die niet meer afkomen van een onterechte beschuldiging in hun dossier.

      Foute inschatting
      GGD en de organisatie van zorgondernemers ActiZ zeggen zich totaal niet in het geschetste beeld te herkennen. Volgens de organisaties is het opkomstpercentage bij de consultatiebureaus hoog, boven de 95 procent, en zijn de bureaus er juist voor om ouders van jonge kinderen te ondersteunen.

      "Het komt natuurlijk wel eens voor dat een jeugdarts of verpleegkundige een inschatting maakt die beter had gekund", zegt een woordvoerder. "Maar voor een speciale vermelding in het dossier moet echt aanleiding zijn. Er zijn namelijk strenge wetten en privacyregels die moeten worden nageleefd."

       

      http://nos.nl/artikel/137426-ouders-vrezen-dossier-bij-jeugdzorg.html?utm_source=feedburner&utm_medium=feed&utm_campaign=Feed%3A+nosnieuwsbinnenland+%28NOS+Nieuws+-+Binnenland%29&utm_content=Gmail

      20-02-2010 om 21:03 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
      >> Reageer (0)
      14-02-2010
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Als men aan hechtingsstoornissen denkt

      Hechtingsstoornissen : "Wat kunnen we ermee?"

      2007
      Kuppens, Liesbeth
      Noëz, Kirsten
      Bachelor in onderwijs: kleuteronderwijs
      Trefwoorden:
      Samenvatting :
      Als men aan hechtingsstoornissen denkt, klinken meteen termen als bodemloosheid, huilbaby's, adoptie en pleegkinderen bij de meeste mensen in de oren. Bowlby en Ainsworth (1978) definieerden hechting als volgt:
      "Hechting is een duurzame en specifieke affectieve band tussen kind en opvoeder(s), die van cruciaal belang is voor een optimale sociale, emotionele en cognitieve ontwikkeling van het kind."
      Deze omschrijving geeft een goed beeld als eerste oppervlakkige kennismaking met de term hechting. Toch weten we nu nog niet veel meer over de hechtingsproblematiek en schuilt er veel meer achter.

      Bowlby en Ainsworth zijn de grondleggers van de hechtingtheorie. In de jaren zeventig gingen er steeds meer moeders buitenshuis werken. Dit had tot gevolg dat er minder tijd was om zich bezig te houden met de opvoeding van hun kinderen. In België en Nederland is het op gang gekomen toen er een stroom kwam van het adopteren van een buitenlands kind. Daardoor werd er in de jaren tachtig meer en meer onderzoek gedaan naar de gevolgen van eventuele schade tussen moeder en kind.
      Belangrijk voor ons is de hechtingsproblematiek wat meer in de kijker zetten. Omdat het niet zo'n gekend probleem is, wordt er immers vaak een verkeerde diagnose gesteld en denkt men dat deze kinderen bijvoorbeeld ADHD hebben of niet goed zijn opgevoed door hun ouders. Wij willen langs deze weg onze medestudenten en leerkrachten voorlichten over de hechtingsproblematiek.
      http://doks2.khk.be/eindwerk/do/record/Get?dispatch=view&recordId=SKHKff808081126febcf01128e97244d0188

      14-02-2010 om 20:34 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
      >> Reageer (0)
      12-02-2010
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jeugdzorg ligt onder vuur. Schriftelijk vragen van het lid Aasted-Madsen – van Stiphout(
      Jeugdzorg ligt onder vuur.
      De parlementaire werkgroep is met een onderzoek gestart. Eindelijk komt er aandacht voor alle kinderen, die vaak onterecht uit huis zijn geplaatst. Hierover heeft Ine Aasted-Madsen onderstaande vragen gesteld. Vele ouders wachten in spanning het antwoord van de minister af. Zullen hun kinderen weer naar huis mogen?

      Schriftelijk vragen van het lid Aasted-Madsen – van Stiphout(CDA) aan de minister van Jeugd en Gezin:

      1. Heeft u kennisgenomen van de uitzending “Das je goed recht” van SBS6 op 31 januari 2010?

      2. Naar aanleiding van deze uitzending zijn zo’n 1000 reacties binnengekomen van ouders die aangeven dat ook hun kind(eren) op basis over onjuistheden en onvolledigheden in de rapportage van BJZ en/of de Raad voor de Kinderbescherming uithuis zijn geplaatst. Wie draagt zorg voor waarheidsvinding alvorens vergaande maatregelen als een ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing worden uitgesproken?

      3. In de beantwoording van schriftelijke vragen over een escalatie tussen pleegouders en Bureau Jeugdzorg (2009Z24418) geeft u aan dat u niet ingaat op individuele casuïstiek, datzelfde horen we van de Inspectie Jeugdzorg. Wie houdt zich in Nederland wel bezig met individuele casuïstiek binnen de Jeugdzorg, als men het functioneren van de Jeugdzorg aan de orde wil stellen?

      4. Bij welke onafhankelijke partij kunnen deze ouders terecht om een dossier tegen het licht te laten houden, eventueel aanvullende informatie te laten vergaren en opnieuw te laten beoordelen met een bindend advies?

      5. Bent u bereid onafhankelijk onderzoek te laten doen naar deze individuele casuïstiek, waar ouders en kinderen mogelijk op basis van onjuistheden en onvolledigheden van elkaar gescheiden zijn?

      6. Hoe gaat u voorkomen dat in de toekomst zaken als feit in rapportages worden opgenomen, zonder dat daarbij waarheidsvinding heeft plaatsgevonden?

      7. Wilt u deze vragen binnen de gestelde termijn van drie weken beantwoorden op deze website?

      12-02-2010 om 13:53 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
      >> Reageer (3)
      06-02-2010
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jeugdzorg stuurt jaarlijks honderden kinderen naar het buitenland.

      Les via de webcam en dan deuren schuren

      ACHTERGROND, Van onze verslaggeefster Anneke Stoffelen op 05 februari '10, 06:00, bijgewerkt 4 februari 2010 20:50

      Bron: Volkskrant

      AMSTERDAM - Jeugdzorg stuurt jaarlijks honderden kinderen naar het buitenland. ‘Het is vreemd dat hier maar mee wordt doorgegaan.’

      De Amsterdamse Bas (12) verbleef afgelopen najaar in Frankrijk op een camping bij Nederlandse gastouders. Dat ging ongeveer zo: om zeven uur op, anderhalf uur les via de webcam en daarna aan het werk met schuurpapier en een houten deur. Om twaalf uur lunch, weer anderhalf uur onderwijs op zijn computer en daarna opnieuw de handen uit de mouwen: appels plukken, dieren verzorgen en schuren aan de houten vakantiehuisjes die zijn gastgezin wil gaan verhuren.

      Bas is door de rechter uit huis geplaatst. Zijn moeder heeft een verstandelijke beperking en woont elders; zijn vader kan de opvoeding niet alleen aan. Bas is soms agressief, speelt thuis de baas en wordt snel boos.

      Bureau Jeugdzorg stuurde hem naar een project in de buurt van Limoges. Dat werd volgens zijn tante Gerda Topman, die het regelwerk voor haar neefje op zich neemt, een drama. ‘Hij had heimwee en verveelde zich ’s avonds kapot, want er was niks te doen. Ja, deuren schuren. Lekker makkelijk, zo’n goedkope werkkracht. En hij kreeg nauwelijks onderwijs.’ Het verblijf werd na tweeënhalve maand voortijdig beëindigd – nu zit Bas in Nederland in een gesloten jeugdzorginstelling.

      Jaarlijks worden enkele honderden kinderen door jeugdzorg naar Frankrijk, Denemarken of Engeland gestuurd om te survivallen of te werken bij de boer of op een camping. Vorige week verscheen een kritisch rapport van de Inspectie Jeugdzorg: er zijn jongeren die werkdagen maken van 14 uur, gastouders zijn soms niet capabel en schreeuwen en schelden. Soms krijgen kinderen die niet willen werken zelfs geen eten. De afstand maakt goed toezicht bijna onmogelijk.

      Kunnen de kinderen niet net zo goed bij een Nederlandse boer aan de slag? Nee, zegt manager Theo Ruikes van Tender Jeugdzorg in West-Brabant. Hij werkt aan een promotieonderzoek naar de effectiviteit van de buitenlandprojecten. ‘Als het alleen gaat om activiteiten die jongeren hun dagritme teruggeven, kan dat ook in Nederland. Maar de jongeren die wij naar Frankrijk sturen, staan onder zeer negatieve invloed van hun omgeving. Denk aan vrienden die hen meeslepen in drugs of criminaliteit.’

      Een geïsoleerd verblijf op een afgelegen plek over de grens werkt het best om die negatieve banden af te snijden, meent Ruikes. Tender stuurt per jaar zo’n twintig jongeren voor vijf maanden naar Frankrijk. Dat zijn geen pretreisjes. Ruikes: ‘Om zes uur ’s ochtends met je laarzen in de stront koeien melken is geen lolletje. Daarom daalt de motivatie van jongeren vaak de eerste weken. Maar daarna krijgen ze door de klusjes ook zelfvertrouwen: ik kán iets.’

      Dat een tijdje geïsoleerd leven louterend kan zijn voor probleemjongeren, daarover is iedereen het wel eens. Maar daarna? ‘Dan begint het pas, want bij terugkeer zijn er weer de problemen met school, ouders en verkeerde vrienden’, zegt bijzonder hoogleraar jeugdrechtspleging en hoofddocent pedagogiek Ido Weijers. ‘De jongere is dan misschien wel veranderd, maar zijn omgeving niet.’

      Weijers haalt internationaal onderzoek aan, waaruit blijkt dat buitenlandprojecten geen positief effect hebben op de recidive. ‘Dat weten we al heel lang. Het is daarom vreemd dat er toch maar mee door wordt gegaan.’

      In Nederland is Ruikes de eerste die de effectiviteit meet. ‘Mijn ervaring is dat jongeren na een tijd minder probleemgedrag vertonen. En ze hebben meer zelfvertrouwen. Maar ik kan dat nog niet wetenschappelijk onderbouwen.’

      Hij wijst er op dat de nazorg minstens zo belangrijk is als het verblijf zelf. De jongeren die via Tender naar Frankrijk gaan, werken daar aan een gedetailleerd plan voor hun leven bij terugkeer. Weer in Nederland krijgen ze nog minstens een half jaar hulp. Ruikes: ‘Je moet het hele traject strak begeleiden. Anders stranden de goede bedoelingen in hobbyisme.’

      http://www.volkskrant.nl/binnenland/article1345749.ece/Les_via_de_webcam_en_dan_deuren_schuren

      06-02-2010 om 23:55 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
      >> Reageer (0)
      05-02-2010
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.500ste baby aangemeld voor babymassage in Lucas

      Onlangs werd op locatie Lucas van de Ommelander Ziekenhuis Groep de 500st baby aangemeld voor advies, begeleiding en babymassage.

      Persbericht Delfzijl / Winschoten, januari 2010

      De gebeurtenis ging niet ongemerkt voorbij. Baby Jonathan en zijn moeder ontvingen op 25 januari jl. bloemen uit handen van kinderarts mevrouw Leonie Pierik.
      Wanneer na de geboorte een baby steeds meer huilt, niet goed slaapt, onrustig is of bijvoorbeeld veel last heeft van darmkrampjes, weten ouders vaak niet meer wat ze moeten doen. Ouders krijgen veel adviezen en gaan van alles proberen om een oplossing te zoeken. Al deze verschillende adviezen geven vaak een averechts resultaat.
      Daarom worden op locatie Lucas sinds 2001 ouders individueel begeleid om babymassage te stimuleren. Ook krijgen zij adviezen op maat. Ouders worden voor begeleiding via de kinderarts doorverwezen.

      Gesprekken

      In een eerste gesprek met de ouders worden de bestaande problemen besproken. Aan de hand hiervan krijgen ouders adviezen en achtergrondinformatie over deze adviezen, zodat zij goed op de hoogte zijn van de effecten hiervan op hun baby. Zo krijgen ouders bijvoorbeeld informatie over huilen, troosten, slapen, regelmaat en lichaamstaal van hun baby. In het tweede gesprek wordt het verloop verder begeleid. Ook wordt dan de positieve uitwerking van babymassage besproken en dat het een uitstekende manier is om intensief contact met de baby te hebben. Babymassage geeft ontspanning, betere slaap, goede groei en het stimuleert de hechting tussen ouder en kind. Ouders worden op deze manier zelfverzekerder in de zorg voor hun baby.
      Wel is het belangrijk dat de ouder positief tegenover het masseren staat, anders levert het niet de gewenste resultaten op. Er wordt altijd in overleg met de ouder(s) aan babymassage begonnen.

      Couveusebaby’s

      Ook prematuren (te vroeg geboren baby’s) en zieke pasgeborenen kunnen veel baat hebben bij babymassage. Er kan sprake zijn van een verstoorde hechting tussen ouder en kind door de noodzakelijke opname in het ziekenhuis. Hier kan babymassage beide weer dichter bij elkaar brengen. Ook de ontwikkeling van deze baby’s wordt door de babymassage positief beïnvloed. Niet alleen het omgaan met hun baby wordt met de ouders van couveuse-kinderen besproken, ook datgene waarop ze kunnen rekenen bij thuiskomst van hun baby. 

      Tien jaar geleden begonnen

      Circa tien jaar geleden was de heer Elias de eerste kinderarts die een baby doorverwees voor babymassage naar kinderverpleegkundige mevrouw Greetje Teuben. Babymassage gaf bij deze baby goede resultaten. Hierna volgden al snel meer baby’s voor massage. Nu is de begeleiding en advisering niet meer weg te denken uit het ziekenhuis. Sinds twee jaar begeleidt en adviseert ook collega kinderverpleegkundige mevrouw Elles Dijkman de ouders. Mevrouw Dijkman is, evenals mevrouw Teuben ook docent Shantala babymassage (Shantala is ritmische ontspanningsmassage).
      Het blijkt dat de behoefte aan deze gespecialiseerde zorg steeds groter wordt. Daarom worden deze activiteiten binnenkort ook uitgebreid naar de locatie Delfzicht!

      http://www.stlucasziekenhuis.nl/index.php?id=760

      05-02-2010 om 15:30 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
      >> Reageer (0)
      04-02-2010
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Project 'Allemaal opvoeders' online

      Project 'Allemaal opvoeders' online

      Op deze website vindt u voortaan informatie over het project 'Allemaal opvoeders'. Dat we allemaal opvoeders zijn wil zeggen dat iedereen medeverantwoordelijk is voor het opvoeden van kinderen in de omgeving. Ouders hebben behoefte aan steun bij de opvoeding. Dat kan in formele en informele netwerken in de buurt, rond de school en langs de zijlijn van het sportveld. Zo ontstaat er een positief opvoedklimaat, waar kinderen en jongeren profijt van hebben.

      Versterking van opvoednetwerken

      De verantwoordelijkheid voor de opvoeding is de laatste decennia steeds meer een geïsoleerde gezinsverantwoordelijkheid geworden, waardoor ouders overbelast kunnen raken. Uit onderzoek blijkt dat ouders meer behoefte hebben aan informele steun bij de opvoeding. In wijken met meer sociale samenhang blijken risico's in de opvoeding, waaronder kindermishandeling, af te nemen. Versterking van informele netwerken verhoogt de pedagogische en sociale kwaliteit van de woonomgeving. Als laagdrempelige voorziening voor ouders, kinderen en jongeren kan het Centrum voor Jeugd en Gezin die versterking in gang zetten.

      Twaalf proefgemeenten

      De komende twee jaar verkennen twaalf gemeenten in proefprojecten de 'pedagogische civil society': de formele en informele netwerken rond gezinnen. De proefgemeenten worden daarbij ondersteund door het Nederlands Jeugdinstituut en de Universiteit Utrecht. Het doel van het project is het versterken van de informele sociale steun en te onderzoeken hoe dat kan gebeuren via de Centra voor Jeugd en Gezin. Op de website van het Nederlands Jeugdinstituut vinden gemeenten en beroepskrachten in de jeugdsector informatie over het project Allemaal opvoeders: over de achtergrond en betekenis van gezinsnetwerken en hoe die versterkt kunnen worden. Daarnaast zijn er voorbeelden van succesvolle en inspirerende activiteiten in binnen- en buitenland.

      Vrijwillige inzet

      Het project 'Allemaal opvoeders' is onderdeel van het programma 'Vrijwillige inzet voor en door jeugd en gezin'. Dit programma wordt, in opdracht van het ministerie voor Jeugd en Gezin, uitgevoerd door ZonMw. Het programma richt zich op het versterken van formele en informele steun voor gezinnen.

      http://www.nji.nl/eCache/DEF/1/17/229.html

      04-02-2010 om 22:24 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
      >> Reageer (0)
      09-12-2009
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kinderen met hechte ouderrelatie zijn minder angstig
       

      Kinderen met hechte ouderrelatie zijn minder angstig

      10 april 2008

      Kinderen met een veilige gehechtheidsrelatie met de ouder kunnen beter omgaan met spannende situaties dan kinderen met een onveilige gehechtheidsrelatie. Dat blijkt uit het proefschrift 'Physiological Reactivity to Fear in Children' van Renske Gilissen, waarop zij op 16 april promoveert aan de Universiteit Leiden.

      De beschreven onderzoeken in dit proefschrift richten zich op de vraag waarom sommige kinderen meer angst ervaren dan andere tijdens twee spannende situaties: het kijken naar een spannende film en het houden van een korte spreekbeurt. Drie factoren die hierbij van invloed kunnen zijn werden onderzocht: het temperament van het kind, de gehechtheid van het kind aan de ouder en een aspect van de genetische bagage van het kind. De hoeveelheid spanning bij 4- en 7-jarigen werd gemeten aan de hand van de hartslag en zweetproductie. Het zien van het spannende filmfragment bleek vooral spannend voor kinderen die van nature angstiger zijn en een minder goede band hebben met hun ouder, terwijl angstige kinderen met een betere band met hun ouder de minste spanning vertonen. Kinderen met een angstiger temperament lijken meer ontvankelijk voor de kwaliteit van de gehechtheidsrelatie dan minder angstige kinderen. Ook vonden ze dat de hoeveelheid spanning tijdens een spreekbeurttaak afhankelijk is van de gehechtheid van het kind en het serotonine-transporter-gen (5-HTTLPR), waarvan in ander onderzoek is gebleken dat varianten van dit gen kunnen samenhangen met angst. Kinderen die een bepaalde variant van het gen hebben (de lange variant; ll) en een veilige gehechtheidsrepresentatie lieten op grond van hun zweetproductie de minste spanning zien tijdens de spreekbeurttaak en lijken dus het best beschermd tijdens deze spannende situatie.
      Gilissen pleit voor meer onderzoek naar de kenmerken van de meest kwetsbare kinderen. Zij kunnen mogelijk meer gerichte ondersteuning krijgen of meer beschermd worden opgevoed om hun angst te verminderen.

      Renske Gilissen: Physiological Reactivity to Fear in Children
      Bron: Universiteit Leiden http://www.nieuws.leidenuniv.nl/index.php3?m=&c=751

      http://www.rivm.nl/jeugdgezondheid/nieuws/-kinderen-met-hechte-ouderrelatie-zijn-minder-angstig.jsp

      09-12-2009 om 20:50 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
      >> Reageer (0)
      08-12-2009
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Baby van laagopgeleide ouders is onrustiger

      Bron: Volkskrant

      Van onze verslaggeefster Maud Effting op 08 december '09, 07:13, bijgewerkt 08 december '09, 07:26
      Een baby (Colourbox)

      AMSTERDAM - Baby’s van ouders met een lage opleiding en een laag inkomen zijn lastiger dan baby’s van ouders met een hoge opleiding.

      Ze vertonen meer stressverschijnselen: ze huilen harder en langduriger bij normale handelingen als in bad gaan, aankleden of luiers verschonen. Ook vallen ze moeilijker in slaap, zijn ze sneller afgeleid en reageren ze heftiger op veranderingen.

      Dat blijkt uit promotieonderzoek van het Erasmus MC onder 5.000 baby’s en hun ouders. Het verschil in temperament tussen de baby’s was zes maanden na hun geboorte al merkbaar.

      Volgens onderzoeker Pauline Jansen waren de baby’s van laagopgeleide ouders ook motorisch onrustiger: ‘Die baby’tjes lagen heel veel met hun armen en benen te zwaaien. Ze konden zichzelf moeilijk stilhouden.’

      Dat de baby’s een moeilijk temperament hebben, is deels aangeboren. Maar een belangrijke oorzaak is ook dat ouders met een lage sociaal-economische status meer stress hebben, zegt Jansen. ‘Dat heeft ook in de eerste maanden al invloed op het gedrag van baby’s.’

      ‘We zagen bij die moeders vaker psychische problemen. Soms liep het ook niet lekker tussen de ouders. Bovendien zitten er in die groep veel meer alleenstaande ouders. Bij de laagst opgeleiden was 22 procent van de moeders alleenstaand, terwijl bij de hoogst opgeleiden slechts 3 procent alleenstaand was.’

      Een lastiger temperament is vaak een voorbode van gedragsproblemen later, zoals angststoornissen, ADHD, en problemen op school, zegt Jansen. ‘Daarom is het belangrijk dit vroeg op te sporen. Artsen en consultatiebureaus moeten zich er bewuster van zijn dat mensen met een lage opleiding vaker stress hebben. En dat die mensen wel een steuntje in de rug kunnen gebruiken, bijvoorbeeld opvoedingsondersteuning. Ouders moeten ook meer worden voorgelicht over het effect van stress op hun kinderen.’

      Jansen onderzocht ook de invloed van werken tijdens de zwangerschap op het gewicht van de baby. Daaruit blijkt dat vrouwen die fulltime werken kleinere baby’s krijgen dan vrouwen die parttime werken, ongeacht de stress die ze ervaren.

      ‘Dat komt vermoedelijk doordat deze vrouwen lichamelijk vermoeider zijn’, zegt Jansen. Gemiddeld scheelt het volgens haar 45 gram. Eerder onderzoek toonde wel aan dat stress op het werk bij de moeder tijdens de zwangerschap het gewicht van de baby nog meer vermindert.

      http://www.volkskrant.nl/binnenland/article1324993.ece/Baby_van_laagopgeleide_ouders_is_onrustiger

      08-12-2009 om 23:20 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
      >> Reageer (0)
      02-12-2009
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.«Ik kan niet volgen»
      HelpLeerproblemen 
      «Onze Leendert heeft het niet gemakkelijk. Hij moet hard en lang werken om te kunnen wat zijn klasgenoten kunnen.Hij loopt altijd op de tippen van zijn tenen. In de klas is hij meestal als laatste klaar. Soms mag hij wat langer doorwerken van de leerkracht. Maar veel lost dat niet op. 's Avonds doen we niets anders dan samen oefenen. Als ik dan zie welke fouten hij vandaag in de klas maakte, begrijp ik het niet meer.'Ik ben de domste van de klas', zuchtte hij.» (Kurt, vader)

      Naar schatting één kind op vijf heeft leerproblemen op school.

      LEERPROBLEMEN: «Wij zijn niet dom»

      • Wat? Kinderen met leerproblemen hebben het moeilijk met schoolse vaardigheden: lezen, schrijven, rekenen, een vreemde taal leren
      • Waarom? Leerproblemen kunnen het gevolg zijn van:
        • omstandigheden: weinig aandacht thuis, onvoldoende uitleg in de klas, gezinsproblemen
        • een verkeerde werkhouding: kind leert uit het hoofd en heeft geen inzicht, steekt uren in lijntjes en kleuren maar werkt weinig oefeningen af
        • emotionele problemen: faalangst, gebrek aan zelfvertrouwen, demotivatie
        • begaafdheid: het niveau en tempo op school ligt te hoog, het kind zit in de verkeerde school of studierichting
        • leerstoornissen zoals dyslexie (hardnekkige lees- en schrijfproblemen) of dyscalculie (hardnekkige rekenproblemen). Wie leerstoornissen heeft, is niet dom of achterlijk. Hij of zij leert alleen anders.
      • Gevolgen? Kinderen die met leren geen succes ervaren, reageren vaak heel verschillend: ze gaan zich aanstellen, de clown uithangen, verliezen hun zelfvertrouwen («Ik kan niks»), worden opstandig, agressief of trekken zich terug... Leerkrachten en ouders begrijpen hen vlug verkeerd. «Ze kunnen wel maar willen niet», zeggen ze dan.

      U VERMOEDT EEN PROBLEEM? Niemand is schuldig

      • Wat denkt, voelt, doet uw kind?
        • Huiswerk maken en lessen leren worden een hel. Uw kind probeert aan elke taak te ontsnappen en gaat niet graag meer naar school.
        • Het kind voelt zich schuldig omdat het niet meer voldoet aan de verwachtingen van zijn leerkrachten, ouders, grootouders.
        • Het verliest het geloof in zichzelf: «Ik kan niks».
        • Het wordt agressief, gaat zichzelf afsluiten, klaagt van buikpijn, weent voor het minste
      • Wat denkt, voelt, doet u?
        • U probeert te helpen en gaat overbeklemtonen: bent streng, moedigt extra aan, oefent samen, geeft tips.
        • U bent ongerust en angstig voor de toekomst: «Hoe moet dat aflopen?»
        • Misschien raakt u geïrriteerd en boos: op uzelf, uw partner, de andere kinderen, de leerkracht, de hele wereld.
        • U voelt zich schuldig: «Wat heb ik verkeerd gedaan?», «Ik ben niet geduldig genoeg»
        • U vergelijkt met andere kinderen van het gezin of van de klas en geraakt ontgoocheld.
        • Er komen spanningen in het gezin: elke ouder reageert soms anders op het probleem.

      HOE BEKIJKT DE SCHOOL HET PROBLEEM? Al gezien?

      1. Stap naar de school. Soms aarzelen leerkrachten om ouders te contacteren of schamen ouders zich («Het komt wel goed») en gaat kostbare tijd verloren. Soms schatten de school en de ouders het kind heel verschillend in.
      2. Bespreek het probleem:
        • Het probleem is niet ernstig. Wat extra aandacht en hulp op school en een betere aanpak thuis lost al veel op.
        • Het probleem is ernstig en sleept aan. Ga samen met de leerkracht op zoek naar mogelijke oorzaken. Scheelt er wat met de werkhouding van het kind? Zijn er emotionele problemen? Is het niveau van de school of studierichting te hoog? Misschien heeft het kind één of andere leerstoornis (5 à 10% van de schoolbevolking heeft dyslexie, 2 tot 6% heeft hardnekkige rekenproblemen of dyscalculie)?

      Beschuldig niemand: niet de leerkracht, niet het kind, niet uzelf

      U ZOEKT HULP: Niemand kan toveren

      1. Leerkrachten zijn het best geplaatst om over leerproblemen van kinderen te praten. Op school hebben de verschillende leerkrachten van uw kind, de taakleerkracht in de basisschool, de CLB-medewerker, directeur, klasleraar ieder hun eigen deskundigheid, hun eigen inbreng. Ook ouders zijn deskundig. U kent uw kind. Probeer samen te overleggen. Heel wat scholen volgen leerlingen op een systematische wijze op met een leerlingvolgsysteem. Dat betekent dat ze kinderen met leer- of andere problemen vlug signaleren. Wat loopt er fout? En waarom? Ze stellen een diagnose vast en komen in overleg met de ouders en het kind tot een handelingsplan.
      2. Stel samen een handelingsplan op:
        • Wat kan de school doen, wie doet het en wanneer? (Extra oefeningen, hulpmiddeltjes in de klas, hulp van de taakleerkracht, bijles)
        • Wat kunnen de ouders thuis doen? (Wat kan het gezin nog aan?)
        • Welke extra hulp zoeken we buiten de school? (Het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB), logopedist, kinderarts, Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg) Overleg en samenwerking met ouders en school is ook hier nodig.
        • Wanneer zien we elkaar terug? (Hoe loopt het plan, moeten we niet bijsturen?)
      3. Zorg dat het actieplan ook duidelijk is voor uw kind. Laat hem of haar regelmatig mee beslissen. Geef uw kind het gevoel dat de situatie onder controle is.
      4. Hou de communicatie met de school open: blijf praten en blijf luisteren (wat zijn de vorderingen, hoe reageert het kind op de aanpak, hoe voelt het zich erbij, groeit zijn zelfvertrouwen?).
      5. Verwacht geen wonderen van welke behandeling dan ook. Als leerproblemen het gevolg zijn van ernstige leerstoornissen (dyslexie of dyscalculie bijvoorbeeld) kan je dat niet zomaar oplossen. Je kan het kind wel een aantal middelen aanbieden waarmee het zichzelf kan behelpen.
      6. Hou alle verslagen en attesten bij, vraag de school of het CLB een verslag te maken over de eindsituatie. Leg die ook voor als het kind naar een ander jaar of andere school gaat.

      LEERPROBLEMEN BEHEERSEN UW GEZIN: 5 tips

      1. Zorg dat uw extra-hulp niet tot spanningen leidt. Word geen leerkracht, maar blijf op de eerste plaats ouder. Maak het rustig en veilig thuis. Dat komt ten goede aan alle kinderen (met of zonder leerproblemen). Zorg thuis voor evenwicht tussen ontspanning en inspanning.
      2. Leerproblemen mogen het gezin niet overheersen. Maak tijd voor het probleem, maar stel tegelijkertijd grenzen aan je beschikbaarheid.
      3. Praat met de andere gezinsleden over de leerproblemen en de gevolgen. Praat niet altijd óver het kind, maar ook mét uw kind. Geef het vertrouwen. Maak het niet wijs dat een leerprobleem zonder inspanning verdwijnt.
      4.  Zoek steun bij andere ouders van kinderen met leermoeilijkheden.
      5. Stimuleer uw kind in wat het goed kan: turnen, muziek maken, voetballen Leven is meer dan schoolleren alleen.

      Leestips leermoeilijkheden

      Dankzij Villa Kakelbont - Nationaal Centrum voor Jeugdliteratuur vzw - Meistraat 2 - 2000 Antwerpen - tel: 03/202.83.58 - site www.villakakelbont.be

      1. Juut / Karen Hesse, Averbode, 1999
        9+
        Juut is negen en de middelste van een gezin met vijf dochters. Ze heeft het niet gemakkelijk: haar familie heeft het niet breed, en zijzelf is dyslectisch. Toch is ze in haar element als ze bezig is met de dingen die ze kan. Een toegankelijk en prettig verhaal.
      2.  Een prijs voor de hanenpootkampioen / Anne Fine, Fontein, 1997
        10+
        In zijn nieuwe school leert Stijn Joop kennen. Joop heeft het moeilijk met taal en rekenen. Stijn verzint allerlei trucjes om Joop te helpen, maar op sommige vlakken heeft Joop helemaal geen hulp nodig, integendeel… 
      3. Slimoor / Luc van Tolhuyzen, Davidsfonds/Infodok, 1998
        10+
        Felix voelt zich een domoor, vergeleken bij zijn slimme broer Gil. Dat hij dyslectisch is en naar een speciale school moet - die hij al op voorhand verafschuwt - versterkt dat gevoel nog. Maar het loopt anders dan verwacht…
      4.  Joey slikte zijn sleutel in / Jack Gantos, Lannoo, 1999
        13+
        Joey is een hyperactieve jongen, en dat maakt het voor hem bijzonder moeilijk om zich te concentreren. Een sympathiek boek, dat begrip wekt voor wiebelkinderen. Het vervolg, Joey gaat uit de bocht, verschijnt binnenkort.

      Dit is de vijfde bijdrage van De Eerste Lijn. Ongeveer één op vier kinderen heeft leerproblemen, maar eigenlijk zit elk kind wel eens met een probleem. Deze bijdrage kan u misschien helpen. Hou ze bij. Op pagina 7 vindt u een lijstje met interessante lectuur. Meer over leerproblemen kan u vinden op de internetsite van Klasse: www.klasse.be/archieven en in de bibliotheek bij het SISO-nummer 464 (Leerstoornissen). Zin in een boek? Een tip: «Als leren pijn doet» van W. Hellinckx en P. Ghesquière - Garant - 795fr.

      Deze tekst kwam tot stand in samenwerking met leerlingen, ouders, leerkrachten, het CLB en andere specialisten.

      http://www.klasse.be/ouders/help/43

      02-12-2009 om 19:30 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
      >> Reageer (549)
      30-11-2009
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TRAUMATISERING IN DE KINDERTIJD
       LCVT-congres   3 maart 2010, Zwolle
        
      TRAUMATISERING IN DE KINDERTIJD:
      chronisch trauma en de therapeutische relatie
       

      Op  woensdag 3 maart 2010 vindt in De Nieuwe Buitensociëteit te Zwolle een groot landelijk congres plaats onder de titel ‘Traumatisering in de kindertijd: chronisch trauma en de therapeutische relatie’. Het congres richt zich op iedereen die professioneel met cliënten te maken heeft die in hun jeugd getraumatiseerd zijn geraakt. Het is het eerste congres dat het in 2007 opgerichte Landelijk Centrum voor Vroegkinderlijke chronische Traumatisering (LCVT) organiseert. 

       

      Veel traumatische ervaringen die kinderen ondergaan worden hen aangedaan door mensen van wie zij afhankelijk zijn en die hen eigenlijk zouden moeten beschermen. Als gevolg hiervan ontwikkelen deze kinderen niet alleen posttraumatische stress-symptomen, maar eveneens relationele en hechtingsproblemen, waar ze tot op volwassen leeftijd last van houden.

      In de praktijk komt het er op neer dat de relaties die door hen worden aangegaan vaak zeer intens, maar tegelijkertijd heel instabiel zijn. Ook de relatie met de therapeut is doorgaans ingewikkeld door een variatie van complexe overdrachtsmanifestaties.

      Het is van groot belang dat behandelaars deze relatie kunnen hanteren, zonder de mogelijkheden te onderschatten die deze cliënten hebben om een therapeutische relatie op te bouwen. Dit is de reden voor het LCVT om op haar eerste congres te focussen op de afstand en nabijheid in de therapeutische relatie bij kinderen en volwassenen met complexe traumagerelateerde psychopathologie. In lezingen worden de laatste inzichten en onderzoeksresultaten op dit gebied

      gepresenteerd. Daarnaast bieden onderzoeksposters en een groot aantal workshops gelegenheid tot nadere reflectie op de eigen praktijk. Het congres is uiteraard ook een ideale gelegenheid om collega-professionals te ontmoeten die werkzaam zijn in het traumaveld. Het LCVT verwelkomt u graag!

       

      Plenair

      Over psychobiologische elementen van vroege gehechtheid als basis voor latere psychopathologie

      Drs. Marcel Schmeets

       

      Vroege chronische relationele microtraumatisering kan op latere leeftijd leiden tot vormen van psychopathologie. Vooral persoonlijkheidspathologie kan hiervan mede het gevolg zijn. Aan de hand van casuïstiek, en daarbinnen de relatie tussen patiënt en therapeut, zullen de vroege psychobiologische ontwikkelingselementen van deze vorm van type-II trauma worden belicht.

       

      Alle hoeken van de kamer: over overdracht en tegenoverdracht bij de behandeling van vroege traumatisering

      Dr. Nel Draijer

       

      Volwassenen die als kind alle hoeken van de kamer hebben gezien, laten hun behandelaars opnieuw al deze hoeken ervaren. Deze voordracht gaat over de worsteling met afstand en nabijheid, over vertrouwen en het onvermogen daartoe binnen de behandelrelatie bij chronische en vroege traumatisering. Ook wordt een overzicht gegeven van de literatuur over overdracht en tegenoverdracht.

       
      Workshops

       

      1. De behandeling van  ‘onmogelijke’ cliënten met een dissociatieve identiteitsstoornis

      Dr. Suzette Boon

       

      Veel therapeuten die cliënten met complexe dissociatieve problematiek behandelen lopen vast in de therapeutische relatie. Deze ‘onmogelijke’ cliënten hebben ernstige problemen met gehechtheid en zien de therapeutische relatie als een bedreiging. In deze workshop worden aan de hand van casuïstiek verschillende therapeutische impasses besproken en wordt gekeken naar strategieën voor behandelaar en cliënt.

       

      2. Hantering van de (groeps-)psychotherapeutische relatie met getraumatiseerde adolescenten

      Drs. Daniël G.L. van Dijk en Enrico Berretta

       

      In de psychotherapeutische relatie met adolescenten die als kind traumatische gebeurtenissen hebben meegemaakt, zien we dat de therapeutische relatie in belangrijke mate bepaald wordt door angst, kwaadheid, verdriet, onverschilligheid of een combinatie hiervan. In dat verband wordt er in deze workshop gekeken naar copingstijlen, afweermechanismen en overdrachtsfenomenen. De hantering hiervan, vooral binnen een groepstherapeutische context, staat centraal.

       

      3. Het herkennen en bewerken van alliantiemoeilijkheden in de behandeling van vroegkinderlijk getraumatiseerden

      Dr. Anton Hafkenscheid

      Volwassen cliënten die als kind ernstig getraumatiseerd zijn, hebben vaak psychologisch overleefd door aangeleerde disfunctionele interactiepatronen. Deze kunnen een ware beproeving voor de therapeut betekenen. In deze workshop wordt een model gepresenteerd voor het herkennen en bewerken van alliantiemoeilijkheden. Via rollenspelen worden de mogelijkheden voor het identificeren en het repareren van alliantiemoeilijkheden onderzocht.

      4. Onveilige gehechtheid, dissociatie en de therapeutische relatie

      Prof. dr. Onno van der Hart

      Mensen die chronisch getraumatiseerd zijn in hun kindertijd hebben, via onderscheiden dissociatieve delen van hun persoonlijkheid, tegenstrijdige perspectieven op gehechtheidsrelaties ontwikkeld. In deze workshop wordt betoogd dat het nastreven van een veilige therapeutische relatie gepaard dient te gaan met het bevorderen van onderlinge acceptatie en empathie tussen de dissociatieve delen. Er is ruimte voor eigen inbreng.

       

      5. Differentiatie-  en fasetherapie: het werken aan verstoorde gehechtheidsrelaties

      Drs. Joosje van Heijningen

       

      Het uitgangspunt van differentiatie-therapie is de aanname dat bij hechtingsproblematiek de differentiatie (dit zijn mijn ouders en andere mensen zijn dat niet) niet op gang is gekomen. Door het differentiëren in een therapeutisch proces te ontwikkelen gaat het kind zich mogelijk wel verbinden met mensen. Behalve de differentiatiefase wordt ook de fasetherapie, die daarop volgt, in deze workshop besproken.

       

      6. Het optimaliseren van de werkrelatie bij vroegkinderlijk getraumatiseerden: vijftig interventies

      Drs. Chris Koopmans

       

      Een goede werkrelatie met cliënten die op jeugdige leeftijd getraumatiseerd zijn, is niet een voorwaarde maar eerder een uitkomst van de behandeling. In deze workshop worden vijftig suggesties gegeven voor het optimaliseren van de werkrelatie op individueel-, groeps-, systeem- en afdelingsniveau. Ook worden checklisten voor werkrelatiediagnostiek en dropoutpreventie gepresenteerd.

       

      7. De consequenties van blootstelling van het kind aan de traumatische herinnering voor de therapeutische relatie

      Prof. dr. Francien Lamers-Winkelman

       

      Traumatherapie met kinderen vraagt om een directe, actieve therapeutische aanpak. De therapeut moet in staat zijn te vragen naar de moeilijkste aspecten van de traumatische ervaring zonder dat het kind overspoeld wordt. Ingegaan wordt op de consequenties van deze therapeutische aanpak voor de relatie van de therapeut met het kind en met diens ouders/verzorgers.

       

      8. Therapeutische relatie niet nodig bij exposure-therapie

      Prof. dr. Agnes van Minnen

       

      Vaak wordt gedacht dat exposure-therapie te zwaar zou zijn voor getraumatiseerde cliënten. Ook wordt gedacht dat er eerst een goede therapeutische relatie moet zijn voordat je met een dergelijke behandeling kunt beginnen. In deze workshop worden deze punten betwist, en wordt een alternatief behandelmodel gepresenteerd, waarin vrijwel onmiddellijk met intensieve exposure-behandeling begonnen wordt, zonder een therapeutische relatie na te streven.

       

      9. Omgaan met traumatische reënsceneringen in de behandeling van vroegkinderlijke traumatisering

      Dr. Nelleke Nicolai

       

      In de behandeling van personen met een vroegkinderlijke traumatische voorgeschiedenis komt het trauma onder meer terug in de relatie met de behandelaar. Dit wordt de overdracht-tegenoverdrachtsreënscenering genoemd. In de workshop wordt aandacht besteed aan veelvoorkomende scenario´s die vaak onbewust op een sensorisch of somatisch niveau beleefd worden: hoe kun je die herkennen, hoe geef je aandacht aan deze lichamelijke manifestaties en hoe kun je die informatie benutten?

       

      10. Over trauma, vroege signalering en behandeling bij baby’s en peuters

      Drs. Marcel Schmeets en drs. Marja Rexwinkel

       

      'Infant mental health' is de behandelvisie voor zeer jonge kinderen die, naast het verbeteren van de kwaliteit van het ouderschap en het behandelen van kindfactoren, zich richt op het optimaliseren van de relatie tussen ouder en baby. In deze workshop wordt vanuit deze visie aan de hand van casuïstiek ingegaan op de neurobiologische- en psychotherapeutische aspecten van vroege traumatisering bij kinderen van 0 - 3 jaar. Speciale aandacht is er voor de wijze waarop de traumatisering tot uiting komt in de relatie patiënt-therapeut.

        

      11. Luisteren naar jezelf als therapeutisch instrument in het contact met vroegkinderlijk getraumatiseerden

      Dr. Annemarie J.M. Smith

       

      Deze workshop beoogt deelnemers zicht te laten krijgen op hun reacties als hulpverlener in het contact met vroegkinderlijk getraumatiseerden door het invullen van een korte vragenlijst na het zien van een videofragment van een (nagespeelde) patiënt. De eigen scores kunnen worden vergeleken met die van een referentiegroep. Vervolgens wordt aan de hand van onderzoeksresultaten stilgestaan bij de vraag hoe specifiek deze reacties zijn en wordt ingegaan op de consequenties van de uitkomsten voor de dagelijkse (trauma)praktijk.

       

      12. De behandelaar in de relatie met jonge getraumatiseerde kinderen

      Drs. Arianne Struik en drs. Marianne Went

       

      Als behandelaar van jonge getraumatiseerde kinderen kun je kinderen tegenkomen die zich aan je vastklampen of agressief zijn en je afwijzen. In de workshop komt onder meer aan de orde hoe je dit gedrag herkent, hoe je ermee omgaat en hoe juist niet. Ook wordt ingegaan op vragen als: hoe werk je samen met de ouder/verzorger en welke rol geef je hen? En tenslotte: wat vergt het behandelen van jonge getraumatiseerde kinderen van de behandelaar zelf?

       

      13. De therapeutische relatie binnen ‘de schemagerichte therapie’

      Drs. Desiree Tijdink

       

      Schema’s  zijn disfunctionele denk- en gedragspatronen  van de cliënt over zichzelf en de relatie met anderen, die zeer hardnekkig zijn.  Schemagerichte therapie is gericht op verandering van deze schema’s, waarbij de therapeutische relatie van wezenlijk belang is. Kenmerkend hierbij zijn de empathische confrontatie en het gebruik van beperkte ‘reparenting’. In de workshop wordt hierop nader ingegaan.  

       

      14. De betekenis en invloed van het lichamelijke contact op de relatie van de therapeut met het getraumatiseerde kind

      Drs. Margreet Visser en drs. Daniëlle Steggink

       

      Voor getraumatiseerde kinderen is het van groot belang een gevoel van zekerheid te herwinnen op het eigen lichaam. Hiervoor is het belangrijk dat kinderen zich (weer) bewust worden van hun lichaam. In deze workshop staat centraal de manier waarop het lichamelijk contact tussen therapeut en kind vorm kan krijgen, bijvoorbeeld door aanraken of aangeraakt worden, evenals de invloed en betekenis ervan op het kind en de onderlinge relatie.

       

      Personalia

       

      Enrico Berretta is verbonden aan de stichting Zonnehuizen waar hij werkt met verstandelijk gehandicapte kinderen met hechtingsproblematiek. Ook werkt hij bij RIWIS Apeldoorn.

       

      Dr. Suzette Boon is klinisch psycholoog/psychotherapeut en is werkzaam als consulent en psychotherapeute bij het Top Referent Trauma Centrum ( TRTC) van Altrecht te Zeist.

       

      Drs. Daniël G.L. van Dijk is psychiater, groepspsychotherapeut en supervisor NVGP. Hij is werkzaam bij het Centrum voor Adolescentenpsychiatrie in Den Bosch, onderdeel van de Reinier van Arkel groep. Daarnaast is hij programmaleider persoonlijkheidsstoornissen.

       

      Dr. Nel Draijer is klinisch psycholoog, psychotherapeut en psychoanalyticus. Zij is  universitair hoofddocent bij de vakgroep Psychiatrie van de VU Amsterdam en is verbonden aan het Nederlands Psychoanalytisch Instituut.

       

      Dr. Anton Hafkenscheid is klinisch psycholoog, psychotherapeut en wetenschappelijk onderzoeker bij het Top Referent Trauma Centrum voor volwassenen van het Sinai Centrum. Ook is hij supervisor en leertherapeut.    

       

      Prof. dr. Onno van der Hart is honorair hoogleraar psychopathologie van chronische traumatisering en verbonden aan de disciplinegroep Klinische en Gezondheidspsychologie van de Universiteit Utrecht. Ook is hij psycholoog/psychotherapeut bij het Sinai Centrum.

       

      Mr. Arend Jan Heerma van Voss is jurist en journalist; oud-hoofdredacteur van de Haagse Post, de VPRO-radio en het Maandblad Geestelijke volksgezondheid (MGv).

       

      Drs. Joosje van Heijningen is GZ-psycholoog en verbonden aan het Top Referent Trauma Centrum  Kinderen en Jeugd van de Riagg Rijnmond.

       

      Judith L. Herman, M.D. doceert psychiatrie aan de Harvard Medical School in Boston (USA). Ze kreeg grote bekendheid met haar boek ’Trauma en herstel’.

       

      Drs. Chris Koopmans is klinisch psycholoog/psychotherapeut en hoofd behandeling van het Centrum Specialistische Behandelingen van de GGZ-Friesland, Top Referent Trauma Centrum te Leeuwarden.

       

      Prof. dr. Agnes van Minnen is bijzonder hoogleraar angstregulatie en behandeling van angststoornissen aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Tevens is zij werkzaam als klinisch psycholoog bij ‘Overwaal’, Centrum voor Angststoornissen te Nijmegen.

       

      Dr. Nelleke Nicolai is psychiater-psychoanalytica met een eigen praktijk. Zij behandelt voornamelijk personen met een voorgeschiedenis van vroeg seksueel misbruik en fysieke mishandeling.

       

      Drs. Marja Rexwinkel is klinisch psycholoog, kinder-psychoanalytica en Infant mental health- specialist. Zij werkt als coördinator in het Infant Mental Health Centrum van het Nederlands Psychoanalytisch Instituut in Amsterdam.

       

      Drs. Marcel Schmeets is kinder- en jeugdpsychiater, psychoanalyticus en werkzaam als hoofd afdeling Kinderen en Jeugdigen van het Nederlands Psychoanalytisch Instituut, Amsterdam en Utrecht.

       

      Dr. Annemarie J.M. Smith is psychiater/psychotherapeut op de dagkliniek van Stichting Centrum ’45 in Oegstgeest en is tevens opleider.

       

      Drs. Daniëlle Steggink is psychomotorisch therapeut bij het Top Referent Trauma Centrum  Kinder- en Jeugdtraumacentrum Haarlem. 

       

      Drs. Arianne Struik is behandelaar/supervisor en systeemtherapeut en werkzaam binnen het Top Referent Trauma Centrum van kinder- en jeugdpsychiatrisch centrum Herlaarhof.

       

      Drs. Desiree Tijdink is psychiater en werkzaam als consulent en psychiater bij het Top Referent Trauma Centrum van Altrecht te Zeist.

       

      Drs. Margreet Visser, orthopedagoog/klinisch psycholoog, is teamleider bij het Top Referent Trauma Centrum Kinder- en Jeugdtraumacentrum in Haarlem.

       

      Drs. Marianne Went is EMDR-behandelaar/supervisor en klinisch psycholoog/psychotherapeut en is verbonden aan het Top Referent Trauma Centrum van kinder- en jeugdpsychiatrisch centrum Herlaarhof.

       

      Prof. dr. Francien Lamers-Winkelman, orthopedagoog/GZ-psycholoog is coördinator van het Top Referent Trauma Centrum Kinder- en Jeugdtraumacentrum in Haarlem. Ook is zij bijzonder hoogleraar preventie en hulpverlening inzake kindermishandeling aan de VU Amsterdam.

       

      Programma:

       

      10.00 – 10.05 uur       Welkom drs. Martijne Rensen, directeur LCVT

       

      10.05 – 10.15 uur       Introductie dagvoorzitter mr. Arend Jan Heerma van Voss

       

      10.15 – 10.25 uur       Korte film

       

      10.25 – 10.55 uur       Lezing ‘Over psychobiologische elementen van vroege gehechtheid als basis voor latere psychopathologie’ door drs. Marcel Schmeets

       

      10.55 – 11.25 uur       Lezing ‘Alle hoeken van de kamer: over overdracht en tegenoverdracht bij de behandeling van vroege traumatisering’ door dr. Nel Draijer

                 

      11.25 – 11.50 uur       Pauze

       

      11.50 – 13.00 uur       Workshops eerste ronde (parallelsessies)

       

      13.00 – 14.15 uur       Lunchpauze

                                                     Postersessies

                                                     Informatiemarkt

       

      14.15 – 15.25 uur       Workshops tweede ronde (parallelsessies)

       

      15.25 – 15.50 uur       Pauze

       

      15.50 – 16.05 uur       Judith Herman, M.D. (interview)

       

      16.05 – 16.50 uur       Spetterend einde

       

      16.50 – 17.00 uur       Afsluiting door de dagvoorzitter

       

      17.00 – 18.00 uur       Hapje en drankje       

       

       

      PRAKTISCHE INFORMATIE

       

      Doelgroep:                  Psychologen, psychotherapeuten, psychiaters, maatschappelijk werkers, spv’ers, onderzoekers, beleidsmakers en bestuurders.

       

      Datum:                       3 maart 2010

       

      Locatie:                       Regardz Nieuwe Buitensociëteit te Zwolle (tegenover NS-station)

                                          Stationsplein 1, 8011 CW Zwolle, telefoon: 038 - 4260260           

       

      Kosten:                       € 345,-

                                          NS-dagkaart: € 20,00 (optioneel)

       

      Aanmelden:                Via de website van het LCVT: www.lcvt.nl  

                                         

      Accreditatie:               Accreditatie is aangevraagd bij: NVVP, FGzP, NVMW,VGCT, NIP, NVRG en Vereniging EMDR Nederland

       

      Contact:                      Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Wim D. Visser van organisator Cogis: 030-2968022 of per mail: wd.visser@cogis.nl

       

      Organisatie                 Cogis, kennisinstituut sociale en psychische gevolgen van oorlog, vervolging en geweld in opdracht van de LCVT

       

        

      Landelijk Centrum voor Vroegkinderlijke chronische Traumatisering (LCVT)

       

      Het Landelijk Centrum voor Vroegkinderlijke chronische Traumatisering is een samenwerkingsverband van GGZ-Instellingen, onderzoeksinstellingen en patiëntenorganisaties.

      Betrokkenen erkennen de diepgaande, destructieve en wijdverspreide ernstige gevolgen van vroegkinderlijke chronische traumatisering, ook op latere leeftijd. Zij stellen zich ten doel de professionele standaard, toegankelijkheid en spreiding van behandelmogelijkheden voor kinderen, adolescenten en volwassenen met psychische problematiek als gevolg van vroegkinderlijke chronische traumatisering te verhogen. Het initiatief beweegt zich over de grenzen van instellingen en organisaties, types psychotrauma, diagnostische categorieën en behandelmethoden om een kwalitatief en kwantitatief verantwoord hulpaanbod in Nederland te realiseren. Met als doel: een landelijk netwerk van Top Referente Trauma Centra die op een

      transparante wijze een zelfde aanbod en kwaliteit leveren.

      30-11-2009 om 01:03 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
      >> Reageer (10)
      29-11-2009
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Huilt je baby te vaak en te lang?

      Wat is een huilbaby?

      Volgens een veelgebruikte definitie is een huilbaby een baby die gedurende minstens drie weken meer dan drie uur per dag en meer dan drie dagen per week huilt. Met zo'n omschrijving krijgt het jonge kind direct al een etiket opgeplakt. Een baby die zoveel huilt dat de ouders het als een probleem of belasting ervaren, is een omschrijving die beter past bij de intuïtie en de draagkracht van ouders.
      Omdat het huilen een signaal is en geen kenmerk, is het beter om te spreken over prikkelbare baby’s. Deze kinderen zijn prikkelgevoelig, dat wil zeggen heel actief, beweeglijk en snel afgeleid. Wat andere kinderen plezierig vinden, lijken zij niet altijd als aangenaam te ervaren. Wanneer ze gewiegd worden, schrikken ze vaak. Wanneer je ze aankijkt of probeert met hen te praten, kijken ze angstig en wenden ze zich soms af.
      Ondanks huilbuien maken deze kinderen geen zieke indruk en hangt het uiteindelijke gedrag van de baby sterk af van de houding van de omgeving.

      Huilbuien bij prikkelbare baby’s, zoals trouwens bij alle kinderen, komen vooral ’s avonds voor, mogelijk omdat er veel indrukken van overdag moeten worden verwerkt. Prikkelbare baby’s huilen anders: hoger en wisselend van toon. Deze huilbuien beginnen doorgaans in de eerste weken na de geboorte. Bij sommige baby’s duren ze de hele dag en/of de hele nacht.
      Gelukkig verdwijnen ze meestal na de leeftijd van vier maanden. Naast één mogelijke oorzaak kan het vele huilen veroorzaakt worden door een combinatie van factoren.

      Waarom sommige baby’s zo vaak en zo veel huilen

      Geboren worden is een extreme gebeurtenis. Van het ene moment op het andere moet elke baby op eigen kracht ademen, zuigen en slikken. Vanuit de warme, veilige baarmoeder komt hij terecht in een koude, onbekende buitenwereld! Heel zijn wezen wenst het behoud van de absolute band van vóór de geboorte. De baby gaat op zoek naar de vervulling van zijn primaire behoeften: voedsel en het opheffen van lichamelijk ongemak. Hij wil vooral lichamelijk contact. Huilen is de enige manier om dit aan zijn omgeving te laten weten.

      Wanneer een baby vanaf het begin zorg (de juiste voeding, warmte, verschoning, slaap), liefde en aandacht krijgt, zal hij zich normaal ontwikkelen en meestal goed slapen. Toch zijn deze (ideale) omstandigheden niet altijd aanwezig. Er bestaan geen ideale ouders. Ook het gedrag van ouders die rekening houden met de basisbehoeften van de baby, wordt beïnvloed door verschillende factoren. Bovendien is elk kind uniek in een unieke situatie en is zijn gedrag sterk afhankelijk van zijn individuele ontwikkelingsproces. Naast mogelijke lichamelijke oorzaken (premature baby, laag geboortegewicht, reflux, darmkrampjes, liesbreuk e.a.) spelen het temperament en de veerkracht van het kind een belangrijke rol.
      De voortdurende interactie tussen het kind, zijn ouders en zijn omgeving maakt dat er veelal meer dan één oorzaak voor het (huil)gedrag van de baby is.

      Hoe voelen ouders zich hierbij?

      Veel ouders hebben er last van dat hun kind huilt. Elke baby huilt wel eens. Bij sommige baby’s helpt het echter niet hen te voeden, te verschonen of te koesteren. Ze blijven maar doorhuilen zonder dat je te weten komt waarom. Voor zulke baby’s zorgen is geen gemakkelijke opgave. Je voelt je als ouder onzeker en je vraagt je af of je je kind wel op de juiste manier aanpakt. Aan goede raad ontbreekt het niet en tegenstrijdige adviezen wakkeren alleen maar je ongerustheid aan. Je vraagt je af of er niets aan de hand is met je baby. Je hebt zo lang op hem of haar gewacht, je bent nauwelijks hersteld van de bevalling en in plaats van volop van je kind te kunnen genieten, lijkt alles kommer en kwel.

      Wat kun je eraan doen?

      • Een grondig medisch onderzoek zal je geruststellen. In de meeste gevallen blijkt alles in orde te zijn.
      • Een dagboek / huilkaart kan helpen om na te gaan hoe lang en wanneer de baby huilt zodat je hieruit de nodige informatie kunt halen.
      • De baby kan via de moedermelk reageren op bepaald voedsel dat de moeder eet. Zulk voedsel vermijden kan beterschap brengen. Na de voeding kan baby bij de moeder onrustig blijven omdat hij haar melk blijft ruiken. Iemand anders kan hem dan gemakkelijker bedaren.
      • Bij flesvoeding kan je een paar tips uitproberen:
        . kijk of de melk niet te snel of te traag wordt gedronken
        . pas de speen aan of schroef de fles minder vast
        . geef beter meer kleine voedingen dan enkele grote
        . houdt de baby na de voeding rechtop
        . laat hem vaker boeren en span de luier niet te strak
        . geef bij harde stoelgang tussendoor meer water
      • Sommige baby’s huilen omdat ze zich vervelen: zorg voor een boeiende omgeving of plaats het kind zo dat het je bezig ziet. Andere baby’s worden liever met rust gelaten: als hij de ogen afwendt, is hij wellicht de drukte moe.
      • Je kan de behoeften van een kind ook ontdekken in zijn bewegingen, geluidjes, gezichtsuitdrukkingen, oogbewegingen en proberen daar rekening mee te houden.
      • Bijna alle kinderen worden rustiger als je hen dicht tegen je aan houdt, teder en zacht met hen praat. Je kan je baby tijdens de eerste levensweken niet genoeg koesteren. Je baby voelen en verzorgen schept trouwens een stevige band die je kind zelfvertrouwen geeft.
      • Ook als je kind niet huilt is het belangrijk regelmatig met hem of haar bezig te zijn.
      • Rustige, positieve en continuë aandacht voor je kind is gunstiger dan een snelle, wisselende aanpak. Indien je als ouders moeite hebt om je (drukke) levensritme aan te passen aan je nieuwe situatie, gebeurt het dat de baby de talrijke indrukken niet kan verwerken en hier op zijn manier op reageert.
      • Partners kunnen elkaar steunen. Om beurten voor de baby zorgen, zal jullie dichter bij elkaar brengen. Durf vrienden in te schakelen.
      • Zorg goed voor jezelf. Leer te genieten van de mooie momenten en geef op tijd je grenzen aan. Je hebt als ouder(s) recht op een eigen leven, ondanks de zorg voor je kind.
      • Schuldgevoelens maken je machteloos en helpen je geen stap vooruit. Probeer de negatieve gedachtes uit te bannen. Je omgeving kan je helpen om de situatie genuanceerd te bekijken.
      • Het is een geruststelling om te weten dat het huilen over gaat en misschien wel vlugger dan je denkt (o.a. omdat de baby steeds meer mogelijkheden krijgt om zijn behoeften kenbaar te maken).
      • Hoe moeilijk de situatie ook is, je mag er op vertrouwen dat gezond verstand en je intuïtie als ouder je uiteindelijk zullen helpen om je baby te begrijpen.

      Durf tijdig hulp te vragen

      Ouders met een prikkelbare baby hebben behoefte aan mensen bij wie ze hun hart kunnen luchten, mensen die niet onmiddellijk klaar staan met een oordeel of advies.
      Door tijdig de situatie te bespreken kan voorkomen worden dat je de zorg voor je kind niet meer aankan en dat de relatie tussen jou en je kind of tussen jullie als ouders onder druk komt te staan. Het tijdig signaleren van moeilijkheden kan ook preventief werken bij eventuele depressieve gevoelens van een ouder.
      Als je je als ouder niet begrepen maar beoordeeld voelt, kan dit schuldgevoelens en een gevoel van falen veroorzaken. Zowel praktische als psychische ondersteuning (informatie, een luisterend oor, begrip) vermindert de (draag)last en versterkt de (draag)kracht van ouders.

      Adressen waar je terecht kan voor hulp en ondersteuning

      • Kind en Gezin
      • C.K.G. (Centrum Kind en Gezin)
      • Babymassage: informatie bij Kind en Gezin en bij de verschillende mutualiteiten
      • Manuele en andere therapievormen: informatie via de huisarts
      • De Opvoedingstelefoon is regelmatig bereikbaar en wordt bemand door deskundige operatoren die onbevooroordeeld luisteren naar je verhaal en die je indien nodig kunnen doorverwijzen
      • Stad Antwerpen: http://opvoeding.antwerpen.be/
      Marit Vercouteren

      Bronnen:
      Wouters, Anita. Waarom huilt mijn baby? 1999
      Huilbaby’s… als troosten niet helpt, brochure Kind & Gezin, 1998
      Blokland, Geraldien. Baby’s die huilen, huilen en huilen…, Amersfoort
      Brinkman-Spoelder, Erna. Huilbaby-info, website Ouders Online
      http://www.opvoedingstelefoon.be/themas/huilbabys.php

      29-11-2009 om 22:59 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
      >> Reageer (4)


      Archief per week
    • 29/10-04/11 2012
    • 27/06-03/07 2011
    • 13/06-19/06 2011
    • 06/06-12/06 2011
    • 30/05-05/06 2011
    • 11/04-17/04 2011
    • 04/04-10/04 2011
    • 28/03-03/04 2011
    • 07/02-13/02 2011
    • 10/01-16/01 2011
    • 06/12-12/12 2010
    • 29/11-05/12 2010
    • 22/11-28/11 2010
    • 15/11-21/11 2010
    • 08/11-14/11 2010
    • 25/10-31/10 2010
    • 11/10-17/10 2010
    • 13/09-19/09 2010
    • 19/07-25/07 2010
    • 14/06-20/06 2010
    • 31/05-06/06 2010
    • 10/05-16/05 2010
    • 12/04-18/04 2010
    • 29/03-04/04 2010
    • 22/03-28/03 2010
    • 15/03-21/03 2010
    • 08/03-14/03 2010
    • 01/03-07/03 2010
    • 22/02-28/02 2010
    • 15/02-21/02 2010
    • 08/02-14/02 2010
    • 01/02-07/02 2010
    • 07/12-13/12 2009
    • 30/11-06/12 2009
    • 23/11-29/11 2009
    • 19/10-25/10 2009
    • 29/06-05/07 2009
    • 11/05-17/05 2009
    • 27/04-03/05 2009
    • 19/01-25/01 2009
    • 05/01-11/01 2009
    • 15/12-21/12 2008
    • 08/12-14/12 2008
    • 24/11-30/11 2008
    • 10/11-16/11 2008
    • 27/10-02/11 2008
    • 01/09-07/09 2008
    • 14/07-20/07 2008
    • 07/07-13/07 2008
    • 23/06-29/06 2008
    • 16/06-22/06 2008
    • 09/06-15/06 2008
    • 02/06-08/06 2008
    • 26/05-01/06 2008
    • 19/05-25/05 2008
    • 12/05-18/05 2008
    • 05/05-11/05 2008
    • 28/04-04/05 2008
    • 21/04-27/04 2008



      Gastenboek

      Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


      Blog als favoriet !

      Mijn favorieten
    • seniorennet.nl
    • Hechtingsprobleem (Forum)
    • Hechtingsproblemen (Startpagina)
    • Hechting (Forum)

    • Zoeken met Google



      Nieuws Nederlands Dagblad
    • Rijkswaterstaat: kom niet via de snelweg naar Groningen
    • Staatssecretaris raakt Kamer met verhaal van eigen aanrandingen
    • Omstreden kandidaat-minister van Trump trekt zich terug
    • Reuters: Brussel opent volgend jaar onderzoek naar Amazon
    • Politie waarschuwt honderdvijftig bezitters van kinderporno. Waarom niet direct arresteren?
    • Bedrijfsleven pleit voor eenvoudigere regels energiebesparing
    • Europese beurzen eindigen hoger na kwartaalcijfers Nvidia
    • Discussie over gebruik ICBM bij aanval op Oekraïne
    • Prins Jaime, Nederlands toponderhandelaar op de klimaattop, vindt medestanders in de paus en China
    • Volkswagen-medewerkers overwegen waarschuwingsstakingen

      Gastenboek
    • Service Provider
    • qzyfffff
    • cadwangy3
    • Four big strongman for seconds kill huang zhan FMVP Kevin Durant 74% probability
    • Atlantic Drugstore Reviews LarRepe

      Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek




      Blog tegen de regels? Meld het ons!
      Gratis blog op http://blog.seniorennet.nl - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jou eigen blog!