Bijna overal kun je meerkoeten vinden waar zoet water is. In beken, meren en plassen, rivieren, rietland en ruigte, moeras en oevers, park, tuin en in stedelijk gebied.
Meerkoeten eten vooral waterplanten en gras, maar als ze jongen hebben worden er ook allerlei waterdieren zoals slakken en visjes gevoerd en gegeten.
Door het zwarte verenkleed en de witte snavel en voorhoofdsschild is de meerkoet één van de makkelijkst te herkennen vogels. Het witte voorhoofdsschild is bij het mannetje groter dan bij het vrouwtje. In het voorjaar is het groter dan in het najaar. Adulten hebben een rode iris.
|