Busstation de Marnixstraat
Het volgende verhaal werd toegezonden en is van een chauffeur die onder de alias "Grashopper" schrijft:
De Marnixstraat
Lijn 80, na bijna een jaar had ik dan bijna een uur pauze. Normaal was het doorrijden of 10 minuutjes over.
Met
mijn geldbak,knip,kaartjes en broodtrommeltje loop ik met ferme passen
richting het verblijf. Ik loop naar de deur die toegang verschaft tot
de rust. Maar eerst moet ik een junk vriendelijk verzoeken aan de kant
te gaan. Nadat hij zijn folietje in elkaar heeft gevouwen en mij
vervloekt heeft maakt hij plaats. Ik steek de sleutel in het slot en
treedt binnen.
Het eerste wat opvalt is die muffe 'ouwe zolder'
lucht, stoffig en vermengt met de geur van uitwerpselen. Dat is een
tegenvaller. Ik besluit eerst even mijn blaas te legen, maar bij het
betreden van het toilet sta ik oog in oog met de overblijfselen van de
consumpties van mijn voorganger, die niet alleen de flora en fauna IN
de pot beheersen. Ik vraag me af of zijn voedsel wel dood was toen het
zijn slokdarm in ging. Ik duw de deur met mijn voet dicht, omdat ik
bang ben dat mijn handen eraf zullen rotten. De andere pot is schoner,
wel hangt er een lucht alsof er al in geen dertig jaar is door
getrokken. De tijd heeft stilgestaan, en dat is te zien aan de sporen
alhier. Ik was mijn handen en droog ze. Ik verzamel mijn spulletjes en
een hele berg met moed voor de volgende etappe.
Ik loop een
stukje verder en loop door het gangetje. Na een paar stappen kijk ik om
me heen. Rechts de kuil met daarachter de loketten. Daar is het leeg.
Ik loop er naar toe. De loketten getuigen van een bedrijvigheid uit een
ver verleden. Vroeger zaten hier dames die met hun zoete stem vroegen
"twee maal naar Zandvoort mevrouw, dat is dan vier gulden vijftig
alstublieft. Gaat Jantje ook naar het strand? Hoe oud is Jantje? Vier
jaar, zo dat is een grote jongen! Dan mag hij gratis me hoor!". -zucht-
die goeie ouwe tijd. Ik loop de ruimte in waar nu de rokers naartoe
verbannen zijn zo constateer ik. Jezus, denk ik bij mezelf dat
roken
.Vroeger zaten we gezellig met zijn allen bij mekaar en dan werd
er niet gezeken over roken of niet roken. Ik vervloek die verharde
maatschappij die dit heeft mee gebracht en meld aan mezelf dat er
tegenwoordig wel geen geld zal zijn voor goede afzuiginstallaties.
Zoals er nergens meer geld voor is.
Dan zie ik ze staan!
Gebroederlijk naast elkaar, waarschijnlijk vergeten in een voor velen
onbekend tijdperk. Ze kijken me aan. Ik doe een stap naar voren en
staar ernaar. Dan draai ik mijn hoofd en zie het weer voor me.
Kerstdagen in de Marnixstraat! De kerstversiering, de warmte en de
gezelligheid. Een stukje thuis voor de chauffeur die met de feestdagen
moest werken. En die dat eigenlijk wel graag deed. Ik haal diep adem en
ruik de geur van vers kerstbrood, heerlijke salades en andere verse
hapjes die het verblijf hier veraangenaamden. De kerstboom met zijn
lichtjes. Even kijk ik rond, want in mijn herinnering kom ik ook nog
-en wie zou het nog weten- de kerstpakketten tegen. Kerstpakketten van
de Marnixstraat, ja het is echt waar! Maar de enige dozen staan hier.
Ik voel de tranen achter mijn oogbollen opzwellen. Ik ruik de geur van
verse gezette koffie en zie de schalen met kerstkransjes staan. En met
oud en nieuw de oliebollen en appelflappen. Ik kijk weer terug naar de
dozen aan mijn voeten die niet alleen gevuld zijn met kerst artikelen,
maar vooral met herinneringen.
Ik loop de ruimte uit en kijk
even uit het raam naar de plek waar mijn bus staat. Mijn gasbus
eens
stonden hier die goeie ouwe Daf-diesels te knorren! Dat waren robuuste
bakken met hun Den-Oudsten opbouw. Betrouwbaar, zoals hun bestuurders.
Maar ook dat is niet meer. Ik besluit om niet te denken aan de
betrouwbaarheid van dat groene hok daarbuiten. Straks start hij niet
meer, gaat ie in protest omdat ik negatieve energie heb uit gestraald
of zo. Zit ik hier een paar uur vast voordat TSN komt,zo denk ik bij
mezelf.
De betrouwbaarheid van de chauffeurs is door de
arbeidsdruk en verslechterde omstandigheden toch wel afgenomen en de
romantiek rondom het leven achter het stuur is ook weg. Net als hier
alle gezelligheid weg is. Achter me zie ik in de spiegeling de
televisie hangen. Met voetballen was het hier ook zo gezellig, zo...hoe
zal ik het zeggen...thuiskantine-achtig! En we zaten te kaarten en
vergaten soms onze tijd. De keuken aan mijn rechterhand is het bewijs
van die goeie ouwe tijd, maar is nu vervallen en staat op instorten. De
ijskast is vies en is waarschijnlijk al in geen jaren gebruikt. Even
wordt ik terug gefloten naar 2007 door een enorme ijzeren ring die met
vier bouten op het aanrechtblad is vast gepind. Om de inhoud van de
ijskast te verdedigen tegen al te hongerige magen? Dat meen je niet hè?
Ik draai me om. Even bewonder ik de prijzenkast en verwonder me erover
dat die nog niet geplunderd is.
Dan draai ik me langzaam om en
wil mijn spulletjes op één van de tafels leggen. Naast de twee krantjes
die er liggen, liggen er ook zwarte korreltjes. De volgende tafel dus
maar. Mijn eigen krantje maar uitgespreidt en spullen erop gezet. Ik
pak mijn chippas en doe een paar stappen. Het witte papier middenop de
koffiemachine vertelt me de gruwelijke waarheid: welkom in de keiharde
stuk bezuinigde wereld van ConneXXion. Ik loop richting de automaat.
"Ja
muizen, uiteraard" mompel ik in mijzelf. Verder staan er nog wat
verwensingen en teksten op van collega's en hun ongenoegen. Links van
mij staat een ouderwets koffiezetapparaat. "Mmm een ouderwets bakkie".
Op de potjes met suiker staat de tekst "HLM WAPO". Ik bedenk me dat het
of van een goede collega is of van bijvoorbeeld MS, het apparaat was te
simpel om uit de keuken bij Heddema te komen. Ik schenk een bakkie in
en de geur verraad de leeftijd van de koffie. Ik neem een zipje en
verbrand mijn bekkie. De smaak valt wel mee. Ik loop richting de tafel
en ga zitten. Ik heb een brok in mijn strot, sluit mijn ogen en zie de
weldagen van het OV. Toen het hier een komen en gaan van chauffeurs en
reizigers was. Druk, oke, maar zeker gezellig. Honderdduizend keer
beter dan nu. Ik zucht en een traan rolt over mijn wang en tikt op het
krantje. Nostalgie: je hebt er geen reet aan maar het geeft soms zo een
goed gevoel.
Ik doe mijn ogen open omdat ik geritsel hoor. Ik
kijk op en zie twee tafels verder een klein grijs muisje dat het zware
nieuws tot zich neemt. Ik glimlach en ben blij dat tenminste één van
ons zich amuseert. Dan glimlach ik nog breder omdat ik even moet denken
aan mijn maatje Michel en aan Liza. Wat zullen die op gekeken hebben
toen ze oog in oog stonden met dit grijze wezentje. Ik kijk opzij naar
de prikborden. Daar hangen gebroederlijk naast elkaar de twee brieven
van mijn collegas gericht aan de directie. Niet aan Testa of één van
de zijn voorgangers, maar een omhoog gevallen brok manager, zoals ze
dat tegenwoordig noemen. Alleen binnen gehengeld om megawinsten te
garanderen. En dat ten koste van alles en iedereen. Een niets ontziende
moordmachine die alleen maar voor het grote geld gaat.
Buiten
achter het hok staat een groep erg luidruchtige allochtonen. Ze
schreeuwen naar elkaar en proberen het hok een paar meter op te
schuiven, zo aan het bonken en trillen te horen. Ik gniffel en sneer
"dat is Hollandse bouwstijl, dat kennen jullie niet".
Mijn eetlust
is totaal verstiert. Ik pak mijn spullen en terwijl de muis een veilig
heenkomen zoekt achter de DE automaat stap ik naar buiten. Ik trek de
deur achter me dicht en realiseer me dat ik de tevens de deur sluit van
een voorbij tijdperk. Een tijdperk waarin chauffeur en reiziger
centraal stonden. Een tijdperk vol gezelligheid en saamhorigheid. Een
tijd.....Maar het lijkt alsof de dood hier al jaren geleden heeft toe
geslagen en al het leven hier heeft uit deze plek heeft gezogen. Veel
te vroeg kwam er een einde aan het goede leven hier op deze plek. En
daarna heeft de tand des tijds de edele taak op zich genomen alle
sporen uit het verleden te wissen. Terwijl ik achter het stuur van mijn
heerlijk koele bus ga zitten en mijn broodje eet, staan de tranen in
mijn ogen. Na drie kwartier buiten in het zonnetje en in de bus te
hebben vertoefd start ik de bus. De reizigers stappen in, ik stempel
ouderwets de strippenkaarten (nog wel) en sluit de deuren. Ik besluit
mijn verdriet op papier te zetten
of in de computer.
En ik rij een nieuwe toekomst in......en of ik daar over dertig jaar ook nog over schrijf?
"Grashopper"
(24 juni 2007) ----------------------------------------------------------------------------------------------------------
|