Het volgende verhaal werd toegezonden en is van een chauffeur die onder de alias "Grashopper" schrijft:
De Marnixstraat
Lijn 80, na bijna een jaar had ik dan bijna een uur pauze. Normaal was het doorrijden of 10 minuutjes over.
Met
mijn geldbak,knip,kaartjes en broodtrommeltje loop ik met ferme passen
richting het verblijf. Ik loop naar de deur die toegang verschaft tot
de rust. Maar eerst moet ik een junk vriendelijk verzoeken aan de kant
te gaan. Nadat hij zijn folietje in elkaar heeft gevouwen en mij
vervloekt heeft maakt hij plaats. Ik steek de sleutel in het slot en
treedt binnen.
Het eerste wat opvalt is die muffe 'ouwe zolder'
lucht, stoffig en vermengt met de geur van uitwerpselen. Dat is een
tegenvaller. Ik besluit eerst even mijn blaas te legen, maar bij het
betreden van het toilet sta ik oog in oog met de overblijfselen van de
consumpties van mijn voorganger, die niet alleen de flora en fauna IN
de pot beheersen. Ik vraag me af of zijn voedsel wel dood was toen het
zijn slokdarm in ging. Ik duw de deur met mijn voet dicht, omdat ik
bang ben dat mijn handen eraf zullen rotten. De andere pot is schoner,
wel hangt er een lucht alsof er al in geen dertig jaar is door
getrokken. De tijd heeft stilgestaan, en dat is te zien aan de sporen
alhier. Ik was mijn handen en droog ze. Ik verzamel mijn spulletjes en
een hele berg met moed voor de volgende etappe.
Ik loop een
stukje verder en loop door het gangetje. Na een paar stappen kijk ik om
me heen. Rechts de kuil met daarachter de loketten. Daar is het leeg.
Ik loop er naar toe. De loketten getuigen van een bedrijvigheid uit een
ver verleden. Vroeger zaten hier dames die met hun zoete stem vroegen
"twee maal naar Zandvoort mevrouw, dat is dan vier gulden vijftig
alstublieft. Gaat Jantje ook naar het strand? Hoe oud is Jantje? Vier
jaar, zo dat is een grote jongen! Dan mag hij gratis me hoor!". -zucht-
die goeie ouwe tijd. Ik loop de ruimte in waar nu de rokers naartoe
verbannen zijn zo constateer ik. Jezus, denk ik bij mezelf dat
roken .Vroeger zaten we gezellig met zijn allen bij mekaar en dan werd
er niet gezeken over roken of niet roken. Ik vervloek die verharde
maatschappij die dit heeft mee gebracht en meld aan mezelf dat er
tegenwoordig wel geen geld zal zijn voor goede afzuiginstallaties.
Zoals er nergens meer geld voor is.
Dan zie ik ze staan!
Gebroederlijk naast elkaar, waarschijnlijk vergeten in een voor velen
onbekend tijdperk. Ze kijken me aan. Ik doe een stap naar voren en
staar ernaar. Dan draai ik mijn hoofd en zie het weer voor me.
Kerstdagen in de Marnixstraat! De kerstversiering, de warmte en de
gezelligheid. Een stukje thuis voor de chauffeur die met de feestdagen
moest werken. En die dat eigenlijk wel graag deed. Ik haal diep adem en
ruik de geur van vers kerstbrood, heerlijke salades en andere verse
hapjes die het verblijf hier veraangenaamden. De kerstboom met zijn
lichtjes. Even kijk ik rond, want in mijn herinnering kom ik ook nog
-en wie zou het nog weten- de kerstpakketten tegen. Kerstpakketten van
de Marnixstraat, ja het is echt waar! Maar de enige dozen staan hier.
Ik voel de tranen achter mijn oogbollen opzwellen. Ik ruik de geur van
verse gezette koffie en zie de schalen met kerstkransjes staan. En met
oud en nieuw de oliebollen en appelflappen. Ik kijk weer terug naar de
dozen aan mijn voeten die niet alleen gevuld zijn met kerst artikelen,
maar vooral met herinneringen.
Ik loop de ruimte uit en kijk
even uit het raam naar de plek waar mijn bus staat. Mijn gasbus eens
stonden hier die goeie ouwe Daf-diesels te knorren! Dat waren robuuste
bakken met hun Den-Oudsten opbouw. Betrouwbaar, zoals hun bestuurders.
Maar ook dat is niet meer. Ik besluit om niet te denken aan de
betrouwbaarheid van dat groene hok daarbuiten. Straks start hij niet
meer, gaat ie in protest omdat ik negatieve energie heb uit gestraald
of zo. Zit ik hier een paar uur vast voordat TSN komt,zo denk ik bij
mezelf.
De betrouwbaarheid van de chauffeurs is door de
arbeidsdruk en verslechterde omstandigheden toch wel afgenomen en de
romantiek rondom het leven achter het stuur is ook weg. Net als hier
alle gezelligheid weg is. Achter me zie ik in de spiegeling de
televisie hangen. Met voetballen was het hier ook zo gezellig, zo...hoe
zal ik het zeggen...thuiskantine-achtig! En we zaten te kaarten en
vergaten soms onze tijd. De keuken aan mijn rechterhand is het bewijs
van die goeie ouwe tijd, maar is nu vervallen en staat op instorten. De
ijskast is vies en is waarschijnlijk al in geen jaren gebruikt. Even
wordt ik terug gefloten naar 2007 door een enorme ijzeren ring die met
vier bouten op het aanrechtblad is vast gepind. Om de inhoud van de
ijskast te verdedigen tegen al te hongerige magen? Dat meen je niet hè?
Ik draai me om. Even bewonder ik de prijzenkast en verwonder me erover
dat die nog niet geplunderd is.
Dan draai ik me langzaam om en
wil mijn spulletjes op één van de tafels leggen. Naast de twee krantjes
die er liggen, liggen er ook zwarte korreltjes. De volgende tafel dus
maar. Mijn eigen krantje maar uitgespreidt en spullen erop gezet. Ik
pak mijn chippas en doe een paar stappen. Het witte papier middenop de
koffiemachine vertelt me de gruwelijke waarheid: welkom in de keiharde
stuk bezuinigde wereld van ConneXXion. Ik loop richting de automaat.
"Ja
muizen, uiteraard" mompel ik in mijzelf. Verder staan er nog wat
verwensingen en teksten op van collega's en hun ongenoegen. Links van
mij staat een ouderwets koffiezetapparaat. "Mmm een ouderwets bakkie".
Op de potjes met suiker staat de tekst "HLM WAPO". Ik bedenk me dat het
of van een goede collega is of van bijvoorbeeld MS, het apparaat was te
simpel om uit de keuken bij Heddema te komen. Ik schenk een bakkie in
en de geur verraad de leeftijd van de koffie. Ik neem een zipje en
verbrand mijn bekkie. De smaak valt wel mee. Ik loop richting de tafel
en ga zitten. Ik heb een brok in mijn strot, sluit mijn ogen en zie de
weldagen van het OV. Toen het hier een komen en gaan van chauffeurs en
reizigers was. Druk, oke, maar zeker gezellig. Honderdduizend keer
beter dan nu. Ik zucht en een traan rolt over mijn wang en tikt op het
krantje. Nostalgie: je hebt er geen reet aan maar het geeft soms zo een
goed gevoel.
Ik doe mijn ogen open omdat ik geritsel hoor. Ik
kijk op en zie twee tafels verder een klein grijs muisje dat het zware
nieuws tot zich neemt. Ik glimlach en ben blij dat tenminste één van
ons zich amuseert. Dan glimlach ik nog breder omdat ik even moet denken
aan mijn maatje Michel en aan Liza. Wat zullen die op gekeken hebben
toen ze oog in oog stonden met dit grijze wezentje. Ik kijk opzij naar
de prikborden. Daar hangen gebroederlijk naast elkaar de twee brieven
van mijn collegas gericht aan de directie. Niet aan Testa of één van
de zijn voorgangers, maar een omhoog gevallen brok manager, zoals ze
dat tegenwoordig noemen. Alleen binnen gehengeld om megawinsten te
garanderen. En dat ten koste van alles en iedereen. Een niets ontziende
moordmachine die alleen maar voor het grote geld gaat.
Buiten
achter het hok staat een groep erg luidruchtige allochtonen. Ze
schreeuwen naar elkaar en proberen het hok een paar meter op te
schuiven, zo aan het bonken en trillen te horen. Ik gniffel en sneer
"dat is Hollandse bouwstijl, dat kennen jullie niet".
Mijn eetlust
is totaal verstiert. Ik pak mijn spullen en terwijl de muis een veilig
heenkomen zoekt achter de DE automaat stap ik naar buiten. Ik trek de
deur achter me dicht en realiseer me dat ik de tevens de deur sluit van
een voorbij tijdperk. Een tijdperk waarin chauffeur en reiziger
centraal stonden. Een tijdperk vol gezelligheid en saamhorigheid. Een
tijd.....Maar het lijkt alsof de dood hier al jaren geleden heeft toe
geslagen en al het leven hier heeft uit deze plek heeft gezogen. Veel
te vroeg kwam er een einde aan het goede leven hier op deze plek. En
daarna heeft de tand des tijds de edele taak op zich genomen alle
sporen uit het verleden te wissen. Terwijl ik achter het stuur van mijn
heerlijk koele bus ga zitten en mijn broodje eet, staan de tranen in
mijn ogen. Na drie kwartier buiten in het zonnetje en in de bus te
hebben vertoefd start ik de bus. De reizigers stappen in, ik stempel
ouderwets de strippenkaarten (nog wel) en sluit de deuren. Ik besluit
mijn verdriet op papier te zetten of in de computer.
En ik rij een nieuwe toekomst in......en of ik daar over dertig jaar ook nog over schrijf?
"Grashopper"
(24 juni 2007) ----------------------------------------------------------------------------------------------------------
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen) Categorie:Het leven van een buschauffeur Tags:busstation, Marnixstraat, marktwerking, Testa
Waarom is de bus zo laat?
Chauffeur, waarom is de bus zo laat?
Zaterdag
19 mei 2007 - Een vroege dienst op lijn BBA 120 en BBA 126 (BBA Utrecht
Noordwest). Dat moet toch een makkie zijn. Immers nagenoeg geen
vrachtverkeer, geen files en veel mensen weg omdat er
Hemelsvaart-Pinksteren vakantie is.
Maar toch... Op
de borden hing al één aanschrijving dat er een braderie zou worden
gehouden in Zuilen op een doorgaande weg van Maarsen naar Utrecht
station, visa versa, Of we maar even wilden omrijden. Uit de kranten
moesten vernemen dat ook de NS de verbinding Utrecht - Amsterdam dit
weekend met bussen wenste te rijden ivm met werkzaamheden aan het spoor.
Wat wij niet hadden meegekregen was dat op de routes ons nog méér narigheid te wachten stond...
In
Abcoude was er een soort van Paarden concours aan de gang. Honderden
paardentrailers en trekkers aan de ene kant van de toegangsweg van en
naar Abcoude, en tribunes, wedstrijdvelden en veel publiek, aan de
andere kant van de weg. De uitgeladen paarden én het daarbij
behorende voetvolk moest allemaal van de ene kant van de weg naar de
andere kant. Verkeersregelaars hadden meer aandacht voor de paarden dan
voor het overige verkeer, en dat werd dus stevig wachten.
In
Loenen a/d vecht was er een soort van cultuur evenement aan de gang.
Hartstikke vol (ik kon niet eens op de bushalte komen) en daardoor weer
de nodige vertraging. Het volgende gehucht is dan Nieuwersluis, normaal
de rust zelve, maar nu stond daar ook alles vast op de 'brede brug'
naast restaurant : het stoute soldaatje". Niemand die aan de kant wil
als de bus er aankomt, en ja dan sta je tegenover elkaar en moeten er
uiteindelijk toch wat 'luxe' wagens achteruit. Wederom opbouw van
vertraging.
In Breukelen aangekomen - het volgende dorp -was er op zaterdag ook een evenement aan de gang plus een extra markt. Een gigantische bende was het daar. Toen ik eindelijk op de halte Breukelen Markt was
aangekomen zag ik dat ik inmiddels zoveel vertraging had opgelopen dat
ik eigenlijk op deze tijd al op Utrecht station had moeten staan!
Nog was het leed niet geleden, want nu ging ik richting Zuilen - waar de Braderie aan de gang was. Voor
de Braderie is een straat naar links en dan kun je in een grote boog om
de doorgaande weg heenrijden. Alleen al het verkeer van en naar de
Braderie wilde dat ook! En verkeer dat naarstig op zoek was naar een
parkeerplek, In en uitparkeren en de bus stond maar geduldig te
wachten. Je kunt geen kant op, dus wat kan je anders?
Bijna een
half uur later dan de bedoeling was kwam ik uiteindelijk op Utrecht
station aan op een tijd dat ik eigenlijk al weer vertrokken had moeten
zijn. Maar dat ging even niet door omdat er nog steeds geen toiletten
of koffie-automaten in de bus zitten, en mijn wettelijk toegestane
maximale rijtijd erop zat. Even pauze dus.
Natuurlijk vertrek je
door dit alles weer te laat, en krijg je de intelligente vraag van de
passagiers:"Chauffeur, waarom is de bus zo laat? En als je dan het
hele bovenstaande verhaal aan iedere passagier die vraagt waarom de bus
zo laat is, moet gaan vertellen, dan wordt het steeds later, dan kan ik
verzekeren! Dus maar vertellen dat het erg druk is onderweg met veel
activiteiten en dat het daardoor wat later is geworden, met de excuses
van het bedrijf...
En, dan waren er ook nog mensen die probeerden
met Treinkaartjes de bus in te komen en zo doorlopen en hoogst
verontwaardig waren dat ze fors in de buidel moesten tasten om toch met
deze bus te mogen rijden. NS was (wederom) zo handig geen mensen neer
te zetten voor NS passagiers die (gratis) met het vervangend voer mee
konden rijden. Géén hond die wist waar dat vervangend vervoer dan te
vinden was en dus kwam men in grote getale naar Lijn 120 Utrecht -
Amsterdam. Het koste mij weer de nodige discussies en tijd voordat ik
uiteindelijk weg kon rijden. Echt, een lekker dagje...!
De moraal van dit verhaal:
Weten
wat je op een dag te wachten staat is essentieel voor een goede uitvoer
van je dienst en voor de juiste informatie aan de passagiers. Maar ook
gemeenten en dorpen zouden (beter) moeten communiceren met de OV
bedrijven die door hun grondgebied heenkomen. Het is prachtig om
allerlei activiteiten te ontwikkelen, maar tref dan wel maatregelen
waardoor het OV zo min mogelijk wordt gehinderd. Zet meer
verkeer regelaars in. En voor NS heb ik eigenlijk geen goede woorden
over. Zij leren het nooit en ze zullen nooit de passagiers naar het
vervangend vervoer verwijzen. Echt een schande eigenlijk!
Als buschauffeur word je vaak voor voldongen feiten gesteld en zie maar dat je er weer uitkomt! Dat
is ook een deel van je vak, je moet zelf (vaak) in situaties
beslissingen nemen. Het gaat met name de gevestigde garde goed af, maar
begrijp je nu waarom de animo om buschauffeur te worden sterk aan het
afnemen is?
Buschauffeur is een verantwoordelijk beroep dat
veel, erg veel van je vraagt. Je moet een brede rug hebben en over veel
improvisatie talent beschikken, en die eigenschappen schijnen steeds
minder mensen te (willen) hebben. Vandaag was gewoon een dag als
anderen. Maar in het leven van een buschauffeur is er geen enkele
(werk)dag gelijk als aan een andere dag!
Peter. (19 mei 2007) ---------------------------------------------------------------------------------------------------------
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Categorie:Het leven van een buschauffeur Tags:Buschauffeur, evenementen, chaos, improviseren
Praten met oud-buschauffeur Melis Verhoef
Het
tweede deel van een interview met oud-buschauffeur Melis Verhoef. Hij
was op 6 september 1987 de gast in het programma Praten met een
Ridderkerker van Radio Ridderkerk.
Het werk in de fabriek
lag me niet zo, ik had geen zin om mijn leven lang het raam uit te
kijken en buiten de zon te zien schijnen. Ik nam rijlessen in Rotterdam
en ben in 1923 naar de RAGOM, de Ridderkerkse Auto Garage Omnibus
Maatschappij, gegaan. Intussen was ik in 1927 getrouwd met Ingetje
Slingeland. Ik trouwde op latere leeftijd omdat ik vrijstelling van
militaire dienst kon krijgen als ik vijf jaar voor mijn moeder, die
weduwe was, zou zorgen en dat heb ik toen gedaan.
De RAGOM had
twee Spijkers, een Nederlandse bus die met drie man aangeslingerd moest
worden. Als je geen collegas in de buurt had vroeg je aan een paar
klanten om even te helpen. De richtingaanwijzer was een plankje met een
rood rondje waarvoor je aan een touwtje moest trekken om hem uit te
steken. Ze werden ook wel lollys genoemd. We hadden ook nog een stuk
of zeven Fords.De passagiers zaten recht tegenover elkaar met hun
ruggen naar de straat en bij een scherpe bocht belandde er wel eens
iemand bij een ander op schoot. Daar schijnen zelfs nog huwelijken uit
voort gekomen te zijn.
De lijn begon boven aan de stoep op het
dorp waar ook een garage voor vier wagens was. De eindhalte in
Rotterdam was op de Groote Markt. Een van de routes was door de donkere
hoek, langs de Kerkedijk en dan de Varkenoordseweg uit. De Groote Markt
was een plein waar de schepen onderdoor voeren. Daar waren allerlei
koffiehuizen en ook de drukkerij van de Maasbode. Speenhof, de zanger,
woonde daar ook. Er was ook een duikerpakkenzaak van Polak. Een
retourtje Ridderkerk-Rotterdam kostte vijfenzestig cent. In de
crisistijd konden de mensen dat niet meer betalen en was er nauwelijks
omzet. Toen heeft Groenenboom, die eigenaar van de RAGOM was, besloten
om de prijs te verlagen naar een kwartje voor een retourtje. Tot ver in
1945 is er voor die prijs gereden.
Privé-chauffeur Waar
nu de ZABO is stond een boerderij van Groeneboom en daar vandaan
vertrok je s morgens om zes uur. Als je geluk had was je om zeven uur
s avonds klaar. Het gebeurde wel dat je een lekke band had en als er
dan veel mannen aan boord waren zei je; jongens, licht de bus even op
dan zet ik er zo de krik onder. Ik verdiende toen achttien gulden per
week plus twee procent van de inkomsten. Zwart rijden was er toen nog
niet bij, de mensen hadden daar nog geen weet van.
Tussendoor
ben ik ook nog privé chauffeur van Gerrit Groenenboom geweest. We reden
markten af en in de winter naar pulpverkopingen, want Groenenboom was
ook een handelaar die een stuk of acht boerderijen had in Mill en
IJsselstein en hier in Ridderkerk. Daar zaten mensen op die eigenaar
geweest waren maar in de crisistijd failliet gegaan waren, die de
boerderij pachtten. Gerrit kocht bietenpulp in Engeland en hier bij de
suikerfabrieken en verkocht het weer als veevoer. Ik reed hem heel
Vlaanderen door om dat te verkopen. En als de schepen binnen liepen
gingen we ook kijken of de pulp watervrij was. Anders ging het rotten.
Tourchauffeur In
1934 is de RAGOM overgenomen door de heer Ravestein en om een
faillissement te vermijden is in de oorlog de Twee Provinciën ontstaan
uit een aantal door de heer Ravestein overgenomen vervoersbedrijven
o.a. Rederij op de Lek, Ringelberg die afgebrand was, Blommers die op
Zwijndrecht, Groote Lindt en Heerjansdam reed, Dirkzwager uit
Barendrecht Smidshoek. De meeste hadden soms maar één of anderhalve bus
rijden.
Na de oorlog ben ik ook tourchauffeur geweest bij de
Twee Provinciën. Wij reden door heel Europa en ik heb veel gereden op
Oostenrijk, Italië en Frankrijk. Toen ik ouder werd en er veel nieuwe
jonge chauffeurs kwamen, hebben ze mij controleur gemaakt. Dat is een
zwarte plek in mijn leven. Ik had er de pest in. Ik heb er mijn best
voor gedaan, maar het was niks voor mij. Toen ik 67 was ben ik eruit
gegaan maar later hadden ze mij toch weer nodig als chauffeur en heb ik
ook nog alle haltepalen en abris in orde gemaakt en heb ik de vijftig
jaren vol gemaakt als garagechef.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Categorie:Het leven van een buschauffeur Tags:RAGOM, tourchauffeur, buschauffeur
De weg kwijt....
Op het station in Woerden kwam ik aan als lijn 143 en ging verder als lijn 12 (stadsrit). Er zit 12 minuten tussen en dus moest ik even wachten. Druk was het niet en dus raakte ik wat in gesprek met passagiers. De
laatste passagier die buiten stond, maakte een vertwijfelde indruk, net
alsof hij - een oudere man - niet goed wist of hij nu zou instappen, of
buiten zou blijven staan. Enigzins afwachtend, en inschattend keek hij me aan.
"Chauffeur, stopt u op elke halte", vroeg hij aan mij? "Nou,
meneer als er mensen uit willen, of als er mensen staan te wachten op
een halte dan stop ik inderdaad op elke halte!, zei ik. "Vanacht heb ik wel 3 uur staan wachten op een halte", zei hij enigzins verontwaardigd, "maar er is geen bus geweest!" "En waar was dat meneer", vroeg ik?
Nu kwam er zweet op zijn voorhoofd te staan, en zijn handen begonnen lichtjes te trillen. "Ik ben heel zenuwachtig........ik weet niet meer waar dat was..........net wist ik het nog, maar nu niet meer...". Deze man leed aan een soort van geheugenverlies, zo was mijn inschatting en zat daar erg mee.
"Maar meneer, waar wilt u naar toe", vroeg ik hem? "Naar huis natuurlijk, naar huis......waar zou ik anders naar toe moeten?" "Maar eh, waar staat dat huis dan?", probeerde ik weer. "In Woerden......maar ik weet niet meer waar....ik kan er niets aan doen, maar ik weet niet waar dat huis staat!" Hij werd een beetje panisch en dus probeerde ik hem te kalmeren door rustig op hem in te spreken.
"Heeft
u niets bij u, in uw zakken of in uw portemonnee waarop staat waar u
woont, een rijbewijs of een bankplaatje, bibliotheekplaatje of wat dan
ook", vroeg ik hem? Hij betaste al zijn zakken, maar er zat niets in waaruit bleek waar hij woonde en ook zijn portemonnee was akelig leeg. "Het
wordt zo wel moeilijk meneer om u te helpen", zei ik tegen hem. "Ik wil
u graag verder helpen, maar als u niet weet waar u naar toe wilt dan
wordt het wat lastig.." "ja, ja.....ik begrijp het", zij de man, en sloeg zijn ogen neer.
Ik
had erg met de man te doen, hij was duidelijk de weg kwijt, en mijn 12
minuten waren al lang verstreken en ik moest hoog nodig weg. Naast me
stond een klein taxibusje en ik wenkte de chauffeur daarvan en vertelde
wat er aan de hand was. "Kan jij niet even met die meneer praten",
vroeg ik hem. "Ik moet weg, en wellicht herinnert hij zich direkt wel
weer waar zijn huis staat en kun jij hem verder helpen".
Gelukkig naam deze chauffeur de man mee naar zijn bus en kon ik mijn rit verder rijden.
Zulk
soort gevallen als hierboven, maakt iedere chauffeur wel eens mee.
Normaal - als het druk - is hebben geen tijd voor dit soort dingen.
Normaal zitten we in de vertraging in de spits en is het jachten en
jagen. Normaal kunnen we geen enkele service verlenen, zelfs niet het
opzoeken van een vertrektijd, omdat we altijd tot op de seconde de
uitgemolken rijtijden moeten proberen te halen. Nu - in de
zomerdienstroosters - is er wat meer tijd en zie je gewoon dat je met
wat meer tijd en aandacht voor elkaar, ook nog iets méér kan
betekenen in deze maatschappij.
Openbaar vervoer was vroeger méér dan alleen het vervoeren van mensen, het was ook een sociaal gebeuren. De chauffeur als vraagbaak en servicemedewerker in het gehele OV proces. Het sociale nu, is vér te zoeken. Wat
overblijft - met dank aan de marktwerking en de openbare aanbestedingen
in het OV - is 'bulk'transport van mensen in overvolle bussen op
nauwelijks te realiseren tijden met - daardoor - gespannen personeel
die nauwelijks nog service KUNNEN verlenen...
En dat vind ik een hele slechte ontwikkelling!
Peter, Juli 2005 -----------------------------------------------------------------------------------------------------------
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 2/5 - (4 Stemmen) Categorie:Het leven van een buschauffeur Tags:openbaar vervoer, OV, service, woerden, marktwerking
22-01-2010
84, een zege of een tragedie?
84,
een zege, of een tragedie?
Het is onwezenlijk stil, als wij tegen half elf,
bepakt en bezakt, het zorgcentrum in Amstelveen binnengaan. Slechts een paar
bezoekers en nog minder bewoners zitten in de centrale hal. Er is geen muziek,
de enorme grote digitale TV staat niet aan en ook het restaurant is gesloten.
Er heerst, zoals als altijd, een bedompte sfeer.
We lopen alle gangen door en nemen de lift naar de 2e etage. Daar stappen we
uit en zijn dan waar we wezen willen. Op de gang komen we gelijk al het
afdelingshoofd tegen, voor wie ik onwijs veel respect heb!
"We zijn u moeder niet vergeten hoor vanmorgen", zegt ze ongevraagd,
"we stonden om half zeven al bij haar bed te zingen, en daar was ze nogal
verbaasd over". Mijn moeder wordt vandaag 84 jaar. Geboren als vijfde, en
laatste, dochter van een hardwerkend gezin in 1926.
Na een moeilijke jeugd, verloor mijn moeder in de oorlog in één week haar vader
bij een bombardement op de hoogovens waar hij werkte, en haar oudste zus aan de
ziekte difterie. Een jaar later werd ze gescheiden van haar vriendje, die te
werk werd gesteld door de Duitsers in Berlijn, en pas 2,5 jaar later
terugkeerde, meer dood dan levend. In 1947 trouwde ze met elkaar en kende
gelukkige tijden in de eerste jaren van hun huwelijk.
Mijn moeder was een jaar of 42 toen zij vreselijk veel pijn kreeg in haar
ledematen. Dokters mochten er niet aan te pas komen want die wisten het toch
niet. Het ging van kwaad tot erger, en op het laatst kwam ze deur niet meer
uit. Pas toen ik uit militaire dienst kwam in 1972 en inmiddels een andere
dokter had genomen, en deze bij toeval eens langskwam voor mij, zag hij de
staat waarin mijn moeder verkeerde en werd zij gelijk doorverwezen naar het
ziekenhuis. Ze heeft daar toen 6 maanden gelegen. Ze had al die jaren een
vrouwenziekte gehad: osteomalacie, oftewel botontkalking, waardoor botten
breken. Dat moet ongelooflijk pijnlijk zijn geweest.
Een jaar hierna kon ze weer gewoon lopen zonder pijn. Ze verhuisde kort daarna
naar Zaandam, waar mijn vader - als medewerker van Albert Heijn - een woning
kon krijgen, weg uit Amsterdam. Ze hebben daar 17 jaar gelukkig gewoond totdat
mijn vader een hersenbloeding kreeg en binnen 14 dagen overleed. Alweer een
tragisch moment voor mijn moeder, die weduwe werd, nu al weer 17 jaar
geleden. Ze kan zich met hulp aardig redden, tot ze bijna 4 jaar geleden
tijdens het douchen kwam te vallen, en ze weg raakte. Toen ze weer bijkwam had
ze enorm veel pijn en wist zich half kruipend over de vloer naar de telefoon te
bewegen, en belde de buurman. Die had ook een sleutel en stond binnen een
minuut bij haar binnen, en reageerde alert, belde de ambulance en mijn moeder
werd afgevoerd naar het ziekenhuis in Zaandam.
Een lange periode van ellende brak er voor haar aan, want ze moest in een gips
harnas, om botten weer te laten herstellen, en ze was er toen erg slecht aan
toe. De familie vreesde toen voor haar leven. Na een paar maanden kwam ze er
weer bovenop, en mocht ze wat revalideren. Dat ging steeds beter en dus werd ze
te goed, en te duur, voor een ziekenhuis, en werd er naar een zorgcentrum
gezocht. Binnen een maand lukte dat en begin april werd ze geplaatst in het
Zonnehuis in Amstelveen. Aanvankelijk was mijn moeder geestelijk nog wel goed,
en was ze ook wel content met haar bestaan daar. Na een maand of twee kreeg ze
een eigen kamer, uitkijkend over een prachtige tuin. Dat duurde nog geen jaar
want toen ging alles plat wegen een uitbreiding van het tehuis, en werden alle
bewoners van die vleugel overgebracht naar een dependance, die in mijn ogen,
niet in de schaduw kan staan van het 'echte' zonnehuis,
Allemaal aan elkaar geschakelde containers, geen enkele vriendelijkheid in het
'gebouw', alles van kil metaal, niets warms, zoals thuis...
Hier zit ze nu bijna twee jaar. vorig jaar november kwam ze te vallen en brak
haar heup. Na de operatie had ze ook geestelijk weer een klap gekregen en
werden de conversaties steeds moeilijker. Bewoners waar ze regelmatig contact
mee had, en wel eens bij elkaar op de kamer kwamen, zijn inmiddels overleden.
In het begin deed haar dat nog veel. Nu is ook dat proces over. Afgelopen
zaterdagavond werden bewoners die dat wilde vervoerd naar een optreden in een
ander tehuis in Amstelveen. Ook haar medebewoonster/ vriendin ging daar naar
toe.
Afgelopen maandag kwam haar medebewoonster te overlijden. Natuurlijk keek mijn
moeder er van op, maar het deed haar verder niets (meer...)
Die oudere mensen zijn heel erg hard tegen elkaar. Hard en morbide. Zo zaten ze
aan tafel te praten, en vroegen zich af wie de volgende zou zijn die dood zou
gaan. Mijn moeder zei direct dat zij nu aan beurt was..
Ja, wanneer het leven zo weinig meer te bieden heeft, en je als persoon niet
meer toegankelijk bent voor prikkels van buitenaf, en je bovendien qua gezondheid
achteruit holt en je jezelf steeds beroerder gaat voelen, dan kan de dood op
enig moment een verlossing zijn.
Maar, zover was het vandaag nog niet! Mijn moeder werd vandaag 84 jaar,
voorwaar een hele leeftijd! We overlaadde haar met cadeautjes en lekker
taartjes, en ze vond al die aandacht heel leuk, maar morgen is het weer een
'gewone' dag. Een dag waar geen eind aan lijkt te komen, een inhoudsloze dag,
een dag zonder enig perspectief.
De moraal
van dit verhaal:
Naar mate we ouder worden gaan we allemaal denken wat we nog graag voor leuks
zouden willen doen. Als je - zoals ik - al 43 jaar aan het werken bent (en nog
6 jaar 'mag') dan denk je toch wel eens: "Is het nou niet eens genoeg al
dat werken?"
In wat voor conditie zijn we straks als we 65 jaar oud zijn, hebben we dan nog
tijd, geld en zin om te doen wat ons nu zo leuk lijkt te zijn. (b.v. om met een
campertje lekker Europa verkennen of zoiets)
Wanneer de kans zich voordoet moet je pakken wat je pakken kan, dat is altijd
al ons motto geweest, alleen er moeten wel kansen - blijven - komen, én je
gezondheid moet je niet in de steek laten natuurlijk. En eerlijk gezegd - als
chronisch zieke - maak ik me daar wel eens zorgen over.
De volgende vraag is natuurlijk of we een lang leven, of een volwaardig leven
willen nastreven, en in hoeverre we daar nog zelf de regie over kunnen voeren?
Een wilsbeschikking over wat je absoluut wel en absoluut niet wil, lijkt dus
niet onverstandig om op te laten stellen, op een moment dat je nog 100% in orde
bent.
84 jaar, ik vind het een hele leeftijd en geweldig dat een mens zo oud kan
worden, maar als ik de droefheid en de treurnis meemaak in zo'n tehuis met
allemaal oude mensen in diverse stadia van levensontbinding, dan denk ik toch,
nou, nee van mij hoeft dat niet. Kijk dood gaan we allemaal, maar de manier
waarop, zou je wel zelf moeten kunnen bepalen, zeker wanneer het leven
uitzichtloos is en mensen klaar zijn met leven.
Wie heeft dan het recht om het leven maar eindeloos - en zonder noodzaak - op
te rekken?
84 jaar worden, prachtig als je dat lukt in redelijke staat, verschrikkelijk
als je - zoals mijn moeder - het verplicht moet ondergaan in een proces van
totale geestelijke en lichamelijke aftakeling en/of ontmanteling.
Ja, het ouder worden heeft heel wat om het leven...
Vrij zijn om te doen en te laten wat je wil, is een utopie. Wie kan nou doen en laten wat hij wil, zonder de belangen van anderen daarmee te schaden? Dan moet je haast wel op een onbewoond eiland leven, toch?
Vrijheid, is een groot goed. Vrij zijn om je mening te uiten, te zeggen of te schrijven wat je wil zonder daarvoor opgepakt te worden, dat is echte vrijheid!
Vrij zijn om te bepalen welk geloof je wil belijden, of juist helemaal geen geloof willen hebben, ook dat is echte vrijheid.
Vrij zijn om je sexuele voorkeur kenbaar te maken, en er naar te leven, dat is echte vrijheid
En ook vrij zijn om te gaan en te staan waar je wil, te wonen en te werken waar je wil, het zijn allemaal zaken die in heel veel landen gereguleerd worden door Overheden, op straffe van repressieve vervolging, en lange gevangenisstraffen.
De meeste Nederlanders, en zij die hier later zijn komen wonen, zijn groot gebracht met onze vrijheden, met onze manier van leven. We weten niet anders en dus vinden wij het gewoon. Steeds minder mensen beseffen dat vrijheid niet is komen aanwaaien. Tegenover vrijheid moet namelijk ook tolerantie staan. Pas als we allemaal de tolerantie kunnen opbrengen om ook elkaars vrijheid te accepteren, zal vrijheid voor ons allen min of meer gelijk zijn.
Het kan nooit zo zijn dat een bevolkingsgroep meer vrijheid heeft dan een andere bevolkingsgroep. Bij vrijheid hoort ook gelijkwaardigheid en respect voor elkaar.
Eigenlijk zou iedereen vrijheid moeten verdienen, en er mee leren omgaan, in plaats het zo maar - zonder tegenprestatie - in de schoot geworpen te krijgen.
De Nederlandse politiek heeft na de Tweede Wereldoorlog een sterke stempel gezet om Nederland liberaal, vrij te maken. Dat is aardig gelukt, maar - in mijn optiek - ook aardig mislukt. De Vrijheid is te ver doorgeschoten. Steeds meer mensen claimen nu vrijheden als verworven rechten en willen er niets meer tegenover stellen.
De vrijheid die wij kennen is niet meer evenwichtig, maar juist volledig uit balans geslagen. De ene groep werk zich een slag in de rondte om het hoofd boven tafel te houden, terwijl de ander groep rovend en bedreigend de maatschappij aan het ontwrichten is. 'TOP' mannen slurpen bonussen op - gewoon omdat ze hun werk doen zoals dat moet - terwijl in verzorgingstehuizen de oudjes letterlijk worden wegbezuinigd, tot het moment dat ze een deksel op hun neus krijgen.
Er zijn te veel regeltjes gekomen, gemaakt door te veel ambtenaren, en er is steeds minder controle op al die regeltjes. Door de regelgeving komen steeds meer mensen klem te zitten en voelen zich niet meer zo vrij. Ze zien hoe langer hoe meer mensen om zich heen die zich steeds minder iets van de regelgeving aantrekken. Het begin van de chaos - veroorzaakt door een doorgeschoten vrijheid zonder verplichtingen - zie je dan ontstaan.
Er ontstaat dan een vacuüm van onvrede en wijzen naar elkaar. En als bestaande politieke groeperingen en partijen daar niet afdoende op reageren, dan komt er een moment dat er een partij als die van Wilders naar boven komt drijven. Het is niet zonder slag of stoot gegaan, dat kun je niet zeggen, maar toch, Wilders krijgt steeds meer aanhangers, gewoon omdat een steeds grotere groep in Nederland zich beknot voelt in zijn vrijheid, en in het gevoel van Nederlander te zijn.
Wilders gebruikt zijn vrijheid van spreken juist als een tegenwicht, zoals andere groeperingen hun vrijheid van handelen ook gebruiken, om hun belangen en/of ideeën zeker te stellen. Beide partijen gaan daarbij regelmatig tot aan het randje en er soms wel eens overheen. Tolerantie tussen de kemphanen zou dan het toverwoord moeten zijn. Helaas gaat dat niet altijd op.
Nu is er dus een rechtszaak begonnen die maanden gaat duren, en waarin Wilders wordt aangeklaagd wegens het haatzaaien en beledigen van de Islam. Of het verstandig is dat dit een strafrechtelijk proces gaat worden, weiger ik te betwijfelen. Elke keer als de rechtszaak weer een dag gaat opspelen, zal heel Nederland, maar ook de hele internationale pers er bovenop gaan zitten, en zal Wilders alle aandacht, gratis en voor niets kunnen krijgen, en hij zal daar tactisch gebruik van maken.
Uiteindelijk zal Wilders als mentale overwinnaar uit de bus komen. Misschien zal hij niet meer mogen zeggen wat hij gezegd heeft, maar voor het zover is, heeft hij zijn boodschap al zo ver kunnen verkondigen voor een groot en pluriform gehoor, dat hij daar zeker zijn voordeel mee kan doen. Vooral in een nieuw verkiezingsjaar.
Vrijheid is dus meer dan een woord. Vrijheid is het begrip vrijheid goed interpreteren en beseffen dat we - net als bij het kaartspel - ons kunnen overspelen, en dan glipt de vrijheid weer uit onze hand...
Je vrij voelen is wat anders dan om ook écht vrij te zijn!
Ja, hoe kom je erop? Dat zal ik proberen uit te leggen. Onlangs reden mijn vrouw en ik naar een soort van wereldwinkel, waar men tweede hands goederen aan de achterdeur gratis en voor niets kan afstaan, en aan de andere kant komen er dan klanten en die kunnen voor hele zachte prijsjes, soms hele leuke dingen kopen.
Ik had toen een stoel nodig voor naast het bed, om de kleren overheen te leggen als je gaat slapen. De oude stoel die ik daarvoor gebruikte was zo slecht geworden, dat hij met de vuilnisman was meegegaan. Een nieuwe stoel kopen alleen voor die functie vond ik onzin, en dus gingen we naar het kringloopcentrum. Dat is vlakbij ons in de buurt en gevestigd op een industrie terrein. Er stonden twee busje huisraad uit te laden.
Via een trap bereikte we de entree, en ondanks het grote oppervlak van de hal, boeven en beneden, stond de hele ruimte tjokvol met spullen. Je kunt het zo gek niet bedenken, of het was wel aanwezig. Wat echt slecht is wordt niet meer aangeboden, maar wat er staat is ook niet altijd meer zo fris. Toch, als je een smalle beurs hebt, of je hebt weinig over voor huisraad, dan kun je hier best wel slagen.
Binnen werken mensen die op enig moment ooit 'knel' hebben gezeten, of een lichte handicap hebben. Ze zijn heel trots met hun baan, en dat geeft veel vreugde om dat te aanschouwen. Het meeste wat daar staat komt van particulieren. Van mensen die gewoon van hun spullen af willen. Zonder dat ze daar nog geld voor willen hebben. En van mensen die zijn overleden en waar de kinderen ook niet meer van weten wat ze met de oude huisraad van Pa of moe heen moeten. En dus komt het kringloopcentrum in beeld.
En zo kwam ik dan op de titel "leven na de dood".
Alles waar wij in ons aardse bestaan zoveel aan gaan hechten, je persoonlijke spulletjes, het is feitelijk voor niemand meer iets waard als we er niet meer zijn, toch? Alle hebzucht, en het verlangen om steeds maar weer te consumeren, eindigt abrupt als we een deksel op onze neus krijgen, en dan blijft er een hoop rommel over, waar niemand mee weet wat er hij er mee aan moet. En alles wat we ooit belangrijk vonden in ons leven wordt zo maar gedumpd. Wegwezen, net zoals wijzelf natuurlijk..
In dat licht bezien past enige rationaliteit in het leven. Er zijn maar weinig mensen die rationeel leven, dingen doen die echt belangrijk zijn en zich regelmatig afvragen of het wel nodig is wat ze gaan kopen, of gaan doen. Meestal lopen mensen blind achter elkaar aan, volgen de laatste mode of trends, want van 'meedoen' wordt je gelukkig..
Na veel omzwervingen vond ik een rieten stoel, die in goede staat verkeerde en betaalde de enorme prijs van 3 euro!
De spullen van een ander, komen zo toch nog goed terecht, en er zijn mensen die er nog een boterham aan verdienen ook. Ja een kringloopcentrum kan een nuttige bijdrage hebben in een moderne maatschappij.
Het zal zo'n 5 jaar zijn geleden dat ik van de huisarts te horen kreeg dat ik na hoge bloeddruk, ook nog diabetes erbij had gekregen.Wel even schrikken in het begin, want wist ik eigenlijk veel wat diabetes was. Ik had mij daar eerlijk gezegd nog nooit zo in verdiept. Waarom zou ik ook?
Via de Huisarts en het almachtige internet (Google) was ik snel heel veel wijzer! In het begin ging het nog makkelijk af met pilletjes, maar al snel bleek dat het niet voldoende was om mijn bloedsuikerspiegel op orde te houden, ook werd ik steeds vaker moe, ongelooflijk moe! Zo moe dat wat je aan het doen bent, je feitelijk niet veel langer kan volhouden, en je hele lichaam SCHREEUWT dan om rust! Even liggen en wegzakken in een ongelooflijke diepe - maar ook korte - slaap, doet dan wonderen. In 2008 begon ik met spuiten van insuline wat in het begin best wel even wennen was. Het instellen duurde bijna 4 maanden, maar ik begon er al snel aan te wennen. Toch zijn er dagen bij - nog steeds - dat het echt hartstikke goed gaat, dan voel ik mij toppie, maar er volgen ook altijd dagen dat ik een diep dal zit, een echte dip, weer die vervelende moeheid, die zo maar op komt dagen.
Niet meer te combineren
In combinatie met mijn beroep als buschauffeur is dat natuurlijk op enig moment spaak gaan lopen. Al dat wisselende werk, op wisselende tijden, gebroken diensten, het sloopte mij echt helemaal tot op de botten. Ook al had ik twee jaar geleden een voorstel van de huisarts om mij gedeeltelijk te laten afkeuren resoluut van de hand gewezen, ik begreep heel goed dat ik iets moest gaan ondernemen om 'gewoon' te kunnen blijven doorwerken. In goed overleg met mijn werkgever, de huisarts en de Internist, werd ik doorgestuurd naar de Arbo arts en samen kwamen we er uit.
Aangepaste diensten alleen mogelijk bij een sociale werkgever!
Sinds een jaar draai ik alleen late diensten, die in principe na 16:00 uur beginnen. Ik kom dan wel laat thuis (altijd 's nachts) maar kan wel gewoon goed mijn nachtrust nemen en gereguleerd (op vaste tijden) mijn 14 pillen per dag slikken en en twee keer per dag insuline prikken) Op deze wijze - en met medewerking van mijn werkgever - red ik het aardig, al kunnen er altijd Dip periodes ontstaan!
Je kunt 'gewoon' leven met diabetes, maar het vergt wel heel veel aanpassingen aan je dagelijkse levenspatroon, je voeding en het bewegen. Voorkomen is dan ook het beste wat je kunt doen, maar ja als je het eenmaal hebt, dan ben je daar doorgaans te laat mee...
Al bijna 40 jaar beroepschauffeur, eerst op de vrachtwagen, de laatste 30 jaar op de bus, bijna 25 jaar in het streekvervoer, en daarvoor 5 jaar op de touringcar door Europa gereden. Nog steeds ga ik met plezier naar mijn werk, alhoewel de arbeidsomstandigheden steeds minder worden. De stress wordt heftiger, de werkdruk neemt toe, de meeste mensen hebben (of krijgen) een kort lontje, en de hele maatschappij wordt een stuk zakelijker. De smeuïgheid gaat er zo langzamerhand een beetje af.
Toen ik nog op de vrachtwagen reed waren weken van tussen de 60 - 80 uur werken 'heel gewoon'. Er was altijd werk, en je kon altijd rijden. Ook doorwerken op je vrije dag was geen probleem. Het kon allemaal in die tijd en het mocht ook allemaal. Tegenwoordig is het chauffeursberoep bedolven onder regeltjes, verordeningen, bepalingen, diploma's, certificaten en ga zo maar door. Alles is strak gereguleerd. Voor de veiligheid zegt men dan..
Ondanks de strenge regulering liggen er nog steeds dagelijks vele vrachtwagens op zijn kant. Je kunt je afvragen of door al die regelzucht het wel echt veel veiliger is geworden op onze Nederlandse wegen. En laten we ook niet vergeten dat heel veel ongelukken gebeuren omdat beroepschauffeurs geconfronteerd worden met asociale 'medeweggebruikers' die geen flauw benul hebben wat voor zicht een beroepschauffeur heeft, noch de minste notie hebben van een remweg van een trucker of een buschauffeur.
Buschauffeurs Het is apart slag volk. Onderling kunnen we het over het algemeen wel goed vinden. En toch is het een zwaar beroep. Zowel geestelijk als fysiek moet je goed in je vel steken. Constant wisselende diensten, elke dag verschillende opstap tijden en afstaptijden, het gaat op enig moment aan je knagen, meestal als je wat ouder begint te worden. En het legt natuurlijk ook zijn beslag op je sociale leven.
Aan de steeds grijzer wordende 'koppies' op de werkvloer te zien, lijkt het dat de jongere generatie er niet zoveel zin meer in heeft om onder die condities nog buschauffeur te willen worden. Rijden op zo'n mooie grote bus, dat lijkt ze wel wat, maar dan ook op al die rare tijden, 's nachts en in het weekend, nee dat ziet de nieuwe generatie zo niet zitten. Eigenlijk hebben ze best wel een beetje gelijk!
Ik doe het al zoveel jaar en ben er een beetje aangewend geraakt, maar echt wennen doet het nooit. Het blijft altijd beslag leggen op je hele leven, elke dag weer. Het is geen 8 - 5 baan, en het weekend vrij. Bepaald niet! Afspraken maken met familie,vrienden en kennissen, moet altijd ver van te voren gepland worden. Warm eten, doe je vaak in je uppie, als je 's avonds moet beginnen, omdat de rest van de familie dan nog niet thuis is, en ga zo maar door.
Maar stel dat ik nu nog een jonge kerel zou zijn van 25 - 30 jaar, zou ik dan weer voor de bus kiezen? Nee, ik denk het niet. Maar de vraag komt dan wel gelijk bij me op, "maar ja wat dan wel?"
Ik ben inmiddels aardig gegroeid in de Internetwereld en schrijf alleen heel lang stukjes en artikelen die me recht uit het hart komen, en dat vind ik echt leuk. Ook beheer ik een OV NIEUWS FORUM voor de vakbond FNV BONDGENOTEN, al bijna 6 jaar. Ik ben een soort freelance (non-profit) journalist geworden en dat was eigenlijk - achteraf gezien - een baan waar ik me veelmeer in thuis had gevoeld.
Ik ga proberen hier dagelijks wat neer te zetten, wie weet vind ik lezers op mijn pad die het leuk vind om mijn beslommeringen te lezen.