Hoe kunnen gemeenten de jeugdzorg het beste organiseren? Loes, het zogenoemde opvoedloket van Enschede, vindt ook in buurgemeenten steeds vruchtbaarder grond.
Wij doen telkens weer ons best om plannen dicht bij de ouders te krijgen, zegt Pim van Hulst, senior adviseur maatschappelijke ontwikkeling in Enschede. Dat is de grootste uitdaging. Altijd vanuit de ouders denken en laten zien dat je er bent. Wij doen bijvoorbeeld peilingen om te zien hoe het met onze naamsbekendheid is gesteld. Om die te vergroten proberen we steeds meer burgers via de website en de media te interesseren voor onze dienstverlening.
De ervaringen in Enschede zijn extra relevant geworden. Het demissionaire kabinet Balkenende IV adviseert dat gemeenten een sleutelrol moeten spelen in de jeugdzorg. Hulp bij opvoedingsvragen, of aan kinderen die worden verwaarloosd, kan volgens het kabinet veel beter worden georganiseerd op het lokale niveau. De provincie moet buitenspel staan, want de jeugdzorg is momenteel te bureaucratisch.
Wachttijden
Dat vind ik ook, meldt Van Hulst. Die wachttijden zijn een probleem. Een maand is al lang voor een kind met problemen. De crux is het constante indiceren; er moet altijd weer een nieuwe indicatie worden gemaakt om de hulpverlening te verantwoorden. Dit terwijl wij ad rem willen reageren om zo veel problemen te kunnen voorkomen.
De toekomst van de jeugdzorg ligt vooral bij de gemeentelijke centra voor Jeugd en Gezin, hoopt ook Van Hulst. Het indiceren van de hulpvraag wordt dan gedaan door een gemeenteambtenaar. Deze bepaalt welke pedagogische hulp een kind nodig heeft. Lichte hulp gebeurt meteen en ter plekke; zwaardere hulp blijft bij de Bureaus Jeugdzorg. Onze mensen kunnen al heel veel doen, maar in zwaardere gevallen zijn de lijnen met onze backoffice erg kort.
Kleine gemeenten
Minister André Rouvoet van Jeugd en Gezin vindt niet alle gemeenten groot genoeg om de jeugdzorg te kunnen aanbieden. Daarom is een regionale samenwerking nodig, vindt Rouvoet. Gedwongen hulp, bepaald door de raad voor de kinderbescherming of een Bureau Jeugdzorg moet buiten de centra voor Jeugd en Gezin. Gelukkig is Rouvoet op dit punt voorzichtig. Zeker de gedwongen hulpverlening moet niet aan Loes worden gekoppeld. Wij willen laagdrempelig zijn en een positieve uitstraling hebben.
Naast Enschede zijn er nog zes Twentse gemeenten bezig met een soortgelijk loket. Ook hun onderlinge samenwerking krijgt steeds meer vorm. Het gaat om zeven van de veertien gemeenten in de regio, maar ook in de rest van Nederland ziet Van Hulst een steeds grotere interesse in het loket.
Daarnaast horen de medewerkers ook positieve geluiden aan de balie. Na anderhalf jaar kent de helft van Enschede ons loket en de reacties zijn vaak positief. Wij krijgen ook meer grootouders met vragen aan het loket, die hun rol proberen te vinden in de opvoeding van hun kleinkinderen. Er wordt gedacht over een Loes-loket voor pubers. Ook deze groep moet geen drempel zien om hulp te vragen. Het is helemaal niet gek soms om hulp of advies te vragen.
http://www.gemeente.nu/web/Actueel/Actueel-home/Artikel/Nieuw-opvoedloket-wint-terrein-in-jeugdzorg.htm
|