Psychiatrie informatie


Ieder uur een ander item uit 1.5: Kwaliteitscriteria


Categorieën
  • 0.1:Welkom (1)
  • 0.2:Hulp zoeken (1)
  • 0.2:Lotgenoten (1)
  • 0.3:Soorten hulp (1)
  • 0.4:Behandelingen (6)
  • 0.5:Hulpverleners (1)
  • 0.6:Informatie over (1)
  • 0.7:Bejegening (1)
  • 0.8:Rechten (8)
  • 0.9:PVP (1)
  • 1.0:Cliëntenraad (2)
  • 1.1:Betrokkenen (7)
  • 1.2:FVP (1)
  • 1.3:Familieraad (1)
  • 1.4:Triadekaart (1)
  • 1.5:Kwaliteitscriteria (6)
  • 1.6:Diagnose (3)
  • 1.7:Dubb. diagnose (1)
  • 1.8:Second opinion (1)
  • 1.9:Behandelplan (2)
  • 2.0:Signaleringsplan (1)
  • 2.1:Live Chart (1)
  • 2.2:Crisisplan (1)
  • 2.3:G Schema (1)
  • 2.4:Crisiskaart (1)
  • 2.5:Suïcidepreventie (1)
  • 2.6:Psychische pijn (1)
  • 2.7:Klachtrecht (3)
  • 2.8:Nazorg (1)
  • 3.0:Verslavingszorg (1)
  • 3.1:Beschermd wonen (1)
  • 3.2:DAC (1)
  • 3.3:Cursus-Opleiding-Baan (ex)cliënt (1)
  • 3.4:Cliëntenbelangen Organisaties (1)
  • 3.5:HKZ (1)
  • 3.6:Beroepscodes (1)
  • 3.7:Zorgverzekering (1)
  • 3.8:PGB (1)
  • 3.9:Nieuws (1)
  • 4.0:Links (7)

  • Zoeken in blog


    Zoeken met Google



    Mijn favorieten
  • seniorennet.nl
  • GGZ Routeplanner


  • Psychiatrie informatie biedt informatie voor cliënten & betrokkenen over de mogelijkheden binnen de GGZ Geestelijke Gezondheidszorg
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Links

    Films Psychiatrie 

     

    12 Monkeys

    A Streetcar Named Desire

    American Psycho

    Analyze This

    As Good as It Gets

    Awakenings

    Beautiful Mind

    Birdy

    David and Lisa

    De Smaak van Water

    Der krieger und die kaiserin

    Don Juan DeMarco

    Don't say a Word

    En Kærlighedshistorie

    Girl Interrupted

    Halloween

    Harvey

    I Am Sam

    I Never Promised You A Rosegarden

    K-Pax

    Loenatik de moevie

    Lost Highway

    L’adversaire

    Mad Love

    Matchstick Men

    Mr. Jones

    One flew over the cuckoo's nest

    Ordinary People

    Pauline & Paulette

    Primal Fear

    Quills

    Radio

    Rain Man

    Red Dragon

    Requiem for a dream

    Shine

    Sling Blade

    Spider

    The Luzhin defence

    The machinist

    The Virgin Suicides

    Van de Koele Meren des Doods

    Wilbur wants to kill himself

    Woman under the Influence

     

    Cursus (ex)Cliënt 

     

    Kijk hiervoor ook bij het

    Cliëntenbelangenbureau in je regio

     

    Databank Ervaringsdeskundigen

    St Door en Voor Rosmalen Landelijk

     

    Cliënten trainen Ambtenaren

    Door en Voor Rosmalen 

     

    Cliënten trainen hulpverleners

    Basisberaad Rotterdam 

    HEE team

    Kenniscentrum

     

    Herstellen doe je zelf

    Kenniscentrum

     

    Werken met eigen ervaring

    Regionaal Service Centrum M-Br 

     

    Werken met eigen ervaring

    Basisberaad Rotterdam  

    Opleiding (ex)Cliënt

     

    Begeleider GGZ (BGE)

    Academie voor Psychiatrie Amsterdam 

     

    Begeleider GGZ

    Zadkine Rotterdam

     

    Begeleider GGZ

    Utrecht

     

    Begeleider GGZ 

    Transitie Progamma Apeldoorn

     

    Training Cliënten Participatie

    Coöperatie Conquest 

     

    Cliënten Participatie Jeugd

    Coöperatie Conquest 

     

    Cliënten Participatie Plus

    Coöperatie Conquest 

     

    Coach-Ondersteuner Cliëntenraden

    Coöperatie Conquest 

     

    Ervaringsdeskundige

    Transitie Progamma Apeldoorn

     

    Ervaringsdeskundigheid

    Kenniscentrum 

    Ervaringsdeskundigheid

    Fontys 

     

    Ervaringsdeskundigheid

    Coöperatie Conquest 

     

    Ervaringsdeskundigheid

    IGPB 

     

    Ervaringsdeskundigheid

    Zorgbelang Groningen

     

    GGz Ervaringsagoog

    IGPB

     

    Kwaliteitstoetsen

    Coöperatie Conquest 

     

    Schrijf persoonlijke verhalen

    IGPB 

     

    Trainingsvaardigheden

    Coöperatie Conquest 

     

    Voorlichting, Info en Advies

    Coöperatie Conquest 

     

    Werken vanuit Hart en Ziel 

    Coöperatie Conquest 

    *

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:4.0:Links
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.LINKS

    Dubbele Diagnose - Verslaving & Psychische problemen   

     

    Expertisecentrum Dubbele Diagnose

    Netwerk TV Uitzending

    Altrecht Utrecht

    Bernard Lievegoed Bilthoven

    De Heen Halsteren

    Delta Poortugaal

    Dimence Zwolle

    Dijk en Duin Castricum

    GGZ Drenthe

    Kliniek Wolfheze

    Loodds Poortugaal

    Mentrum Amsterdam

    Novadic-Kentron Vught

    Palier

    Portaal 040 Eindhoven

    SolutionS

    Maatschappelijke Opvang 

     

    Federatie Opvang 

    Landelijke Vereniging Thuislozen

    Stichting Zwerjongeren Nederland

    Stichting Zwerf Net

     

    Centrum van dienstverlening R'dam

    De Binnenvest Leiden

    De Bocht Goirle

    De Cocon Hilversum

    De Jordaan Dordrecht

    De Noord-Hollandse Opvang

    De Regenboog Amsterdam

    Evangelisch begcentrum 't Harde

    Fier Fryslan Leeuwarden

    Huize Tichelaar Den Haag

    HVO Querido Amsterdam

    Iriszorg Gld, Overijssel, Flevoland

    Johanniter Opvang Bennekom

    Kessler Stichting Den Haag

    Koraal Groep N-B en Limburg

    Leger des Heils

    Leveste Drenthe

    MO 's-Hertogenbosch

    Neos regio Eindhoven

    Pension Maaszicht Rotterdam

    Pension Singelzicht Utrecht

    Perspektief Zuid Holland

    Rijnstad Arnhem

    SDTO Den Helder en omstreken

    SMO Breda eo.

    SMO Helmond e.o

    SMO Traverse Midden-Brabant

    SMO Verdihuis Brabant NO

    Stichting Door Vlissingen

    Stichting Exodus (ex-) gedetineerden

    Stichting Huis Groningen

    Stichting Iks Amersfoort

    Stichting Limor Noorden Overijsel Z-H

    Stichting MOV Limburg

    St Onder Een Dak Maassluis e.o

    Stichting Ontmoeting

    Stichting Oudezijds 100 Amsterdam

    Stichting Vluchtheuvel Hilversum

    Stichting Weerdsingel Utrecht

    Stichting Wende Den Haag eo

    Stichting Zuidwester Jeugd

    Tussenvoorziening Utrecht

    Volksbond Amsterdam

     

    Vrouwen Opvang

     

    Asja Leeuwarden

    Hera Gelderland

    Leveste Drenthe

    Ruchama Raalte

    XONAR Maastricht

    St Opvangcentrum Het Gooi

    Stichting Valkenhorst Breda

    St VBOK-huis Amersfoort

    Vrouwenopvang Amsterdam 

    Vrouwenopvang Overijssel

    Vrouwenopvang Utrecht

             Blijf van m'n Lijf

     

               Den Helder

               Dordrecht

               Zeeland

    Forensische Psychiatrie 

     

    Barentsz Den Dolder

    De Grote Beek Eindhoven

    De Kijvelanden Poortugaal

    De Singel A'dam Meijerskliniek Utrecht

    De Woenselse Poort

    De Waag

    FOBA  Amsterdam 

    GGZ Drenthe

    Groot Batelaar Arnhem

    Hoeve Boschoord

    Inforsa Amsterdam

    Rooyse Wissel Oostrum

    Oldenkotte Rekken

    Oostvaarderskliniek Almere

    Palier Den Haag

    Pieter Baan Centrum Utrecht

    Pompestichting Nijmegen

    Roosenburg Den Dolder

    Van de Hoeven Utrecht

    Van Mesdag Groningen

    Veldzicht

     

    Ned Inst Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP)

    Expertisecentrum Forensische Psychiatrie

    TBS & Forensische Psychiatrie

    Informatieve - & Diverse Sites

     

    Clientenrechten

    Crisiskaart provincie

    Digitaal Ziekenhuis

    Forensische Psychiatrie

    GGZ Richtlijnen

    Gids Zorgboerderijen

    Het Oude Gesticht

    Straatadvocaat GGZ

    Topklinische zorg

    Hulpgids

    Kies Beter

    Moeilijke mensen

    Per Saldo PGB

    PSY

    Psychowijzer

    Vriendendiensten

    Seksueel misdrijf Tip!

    Persoonlijk beeldverhaal gratis

    Vakvereniging Ervaringswerkers

    Librasol begeleide vakanties

    Communicatie arts & patiënt

    Wegwijzer klachtrecht

    Wegwijzer klacht indienen

    Tuchtcolleges Gezondheidszorg

    Zwarte lijst artsen

    *

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:4.0:Links
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.LINKS

    Jongerensites

     

    Jongeren & Familielid 

     

    Voor jongeren die een vader, moeder, broer of zus hebben

    met psychische problemen of een verslaving.

     

    Jeugdzorg

     

    Bureau Jeugdzorg

    De Windroos

    Jeugdhulpverlening

    Kopopouders

    Raak

    Leer- & Gedragsproblemen

    Seksueel misdrijf Tip!

    Advies & Klachtenbureau Jeugdzorg

    Steunpunt Benadeelden Bureau Jeugdzorg

    St Falende Jeugdhulpverlening Nld

    Stichting Voor Elkaar

    Samen opvoeden

    Stop kinder mishandeling

    Rimo Parkstad Heerlen eo.

    Kinder & Jeugdsychiatrie 

     

    Accare Assen

    Curium-LUMC Oegstgeest

    De Bascule A'dam

    De Jutters Den Haag

    Jeugdriagg N-H Zuid

    Karakter Ede

    Leo Kannerhuis Doorwerth

    Mutsaersst. N&M Limburg 

    Triversum Alkmaar

    Trivium Z-H Zuid

    RMPI Barendrecht  

    St Gereformeerd Jeugdwelzijn 

    Zonnehuizen

    Verslavingszorg

     

    Addiction Care Veldhoven

    Arta Lievegoed Landelijk

    Bouman GGZ Z-H

    Brijder NH & ZH

    Cascade Verslavingszorg

    Castle Craig Nederland

    Centrum Maliebaan Utrecht

    De Hoop Landelijk

    Emergis Zeeland 

    Hoog-Hullen Groningen

    Horeb Beekbergen

    IrisZorg Gelderland

    Jellinek A'dam

    Jellinek Mentrum Gooi & Vechtstreek  

    Jellinek Minnesota

    Mondriaan Zorggroep Limburg

    Novadic-Kentron Brabant

    Roder Consult

    Smith and Jones

    Solutions

    Tactus Gelderland Overijssel

    The Home Clinic

    Verslavingszorg N Nld

     

    Zelfhulp

     
     

    Familie en Betrokkenen

     

    Reageer (1)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:4.0:Links
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.LINKS
     

    Herstellingsoord

     

    Centrum voor Psychisch Herstel

    Centrum voor Psychisch Herstel NB

    Centrum voor Psychotherapie

    Meer informatie

    De Berkenhof

    De Gelderse Roos

    het Duinhuis ZH

    Folder cliënten Duinhuis

    Folder verwijzers Duinhuis

    Pastoraal Centrum Saron

    Velserpoort NH 

    Beschermd - Begeleid Wonen

     

    RIBW Alliantie

    Drenthe

    IJssel-Vecht

    Twente

    Arnhem & Veluwe Vallei

    Nijmegen en Rivierenland

    Oost-Veluwe

    Kwintes Zeist eo.

    SBW Utrecht eo.

    Cordaan PC-Hooft

    Volksbond Amsterdam

    HVO-Querido Amsterdam

    Gooi- en Vechtstreek

    KAM Haarlem eo.

    Zaanstreek Waterland & W-F

    Pameijer Rotterdam eo.

    PerspeKtief Rijswijk eo.

    Fonteynenburg Zoetermeer

    Anton Constandse Den Haag

    Midden-Brabant

    Mensana N & M Limburg

    Heuvelland en Maasvallei

    Wonen & Psychiatrie Terneuzen eo.

    Specialistische behandeling 

     

    ADHD volwassenen

    PsyQ Programma en Kenniscentrum

    Autisme                  

    Dr. Leo Kannerhuis

    Lentis Autismeteam N Nld

    Bipolaire stoornis 

    Altrecht Behandelcentrum

    Depressie           

    PsyQ Programma Depressie

    Eerste Psychose    

    Parnassia Centrum Eerste Psychose

    Eetstoornissen

    Accare

    Amarum

    Breburg Groep

    Human Concern

    Novarum

    Rintveld

    Triade LIGHT-House

    Ursula

    Ned Academie voor Eetstoornissen

    Kenniscentrum Eetstoornissen Ned

    Therapievormen eetstoornissen

    Getroffenen vervolging, oorlog, geweld

    Stichting Centrum '45

    Neuropsychiatrie

    Centrum voor Neuropsychiatrie

    Persoonlijkheidsproblematiek

    Brinkveld

    CSP Jelgersma

    De Gelderse Roos

    De Viersprong

    De Zwaluw & De Enk

    Mentrum

    PsyQ CPP

    Scelta

    Sinaï Centrum

    De Wende

    Psychosomatiek

    Eikenboom centrum Psychosomatiek

    Psychotrauma jeugd

    Rivierduinen Kinderen en Jeugd

     

     

     

     

    GGZ Instellingen 

     

    Landelijk

    De Hoop ggz

    Eleos Gereformeerde GGZ

    Lievegoed Zorggroep

    Psychoanalytisch Instituut

    Zonnehuizen

     

    Regionaal

    Lentis Groningen

    GGZ Friesland

    In de Bres Drachten

    GGZ Drenthe

    Dimence Deventer

    Mediant Enschede

    De Gelderse Roos

    GGNet Warnsveld

    GGZ Nijmegen

    Overwaal Lent

    Meerkanten Ermelo

    Pro Persona Wolfheze

    Altrecht Den Dolder

    RIAGG Amersfoort

    Symfora Amersfoort

    AMC De Meren

    Arkin Amsterdam

    GGZ Dijk en Duin

    GGZ Noord-Holland N

    GGZ inGeest Amsterdam

    GGZ-Centrum W-Friesland

    Inforsa

    Jellinek Mentrum

    Mentrum Amsterdam

    Sinaï Centrum

    Stichting Centrum '45

    De Grote Rivieren

    Delta Psychiatrisch Centrum

    GGZ Delfland

    Parnassia Den Haag

    PsyQ Den Haag

    PsyQbusiness

    RIAGG Rijnmond

    Rivierduinen

    Emergis Zeeland

    Bavo Europoort

    GGZ Eindhoven & Kempen

    GGZ Midden-Brabant

    GGZ Oost-Brabant

    GGZ Westelijk N Brabant

    De Viersprong Halsteren

    Reinier van Arkel Groep

    GGZ-Groep N & M Limburg

    Mondriaan Zorggroep

    Orbis GGZ Geleen

    RIAGG Maastricht

    RIAGG Zuid

    *

    Reageer (1)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:4.0:Links
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.LINKS

    Rechten

     

    BIG: Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg

    BOPZ: Wet Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen

    KLACHTRECHT: Wet klachtrecht cliënten zorgsector

    WGBO: Wet op de Geneeskundige Behandelings Overeenkomst

    WMCZ: Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen

    WMO: Wet Medisch-wetenschappelijk Onderzoek met Mensen

    Wet Verplichte Geestelijke Gezondheidszorg

    Regionaal Cliëntenbelangen Organisaties 

     

    GRONINGEN

    GGZ Cliëntenplatform

    Mee

    Klantenkrant

    FRIESLAND

    Steunpunt Aanzet

    DRENTE

    Informatie-& adviesbureau

    OVERIJSEL

    Focus Zwolle

    Informatiecentrum Almelo

    St. Cliënteninitiatieven

    Trimaran Hengelo

    FLEVOLAND

    STIP GGZ

    GELDERLAND

    Informatiecentrum Arnhem

    De Kentering Nijmegen

    Questi ggzoostveluwe

    UTRECHT

    Altrecht Infocentrum

    GGZ Wegwijzer

    Infocentrum Hilversum

    Steunpunt GGZ

    Stichting Wegwijs

    NOORD HOLLAND

    A'dams PC Platform

    CBB-KAM

    Cliëntenbond

    Cliënten Informatiepunt

    Informatiecentrum GGz

    Informatie Steunpunt

    Informentaal

    Netcliënten

    Psychotheek

    RCO De Hoofdzaak

    Steunpunt GGZ

    St. A'damse Vriendendiensten

    Taste

    ZUID HOLLAND

    Basisberaad Rijnmond

    Cliënten Belangen Bureau

    Denkraam Rijnmond

    Ggzplaza Rijnmond

    Haags Platform

    Informatiepunt Leiden

    Stichting Kompassie

    Zog midden holland

    Zon

    ZEELAND

    Cliëntenbelangenbureau

     

    BRABANT

    EMO-C Borderlinecafé

    GRIP: Info-winkel

    Service Centrum

    Stichting Info-Méér

    St. Door en Voor

     

    LIMBURG

    Cliënten adviesbureau

    GGZ-Zorgvragers

    Informatiecentrum

    Info Mondriaan Zorggroep

    Infopunt

    Zelfhulpgroep fobieën

     

     

     

     

     

     

     

     

    Landelijk Cliëntenbelangen Organisaties 

     

    ADHD Stichting

    Angst, Dwang en Fobie Stichting

    Anoiksis

    Calaeidoscoop

    Cliëntenbond in de GGZ

    Cliëntondersteuning GGZ

    Depressie Centrum

    Impuls digitaal

    Kenniscentrum Zelfhulp en Ervaringsdeskundigheid

    Manisch-Depressieven & Betrokkenen

    Ned Vereniging voor Autisme

    Patiënt Vertrouwens Personen PVP

    Psychiatrie netwerk

    Stichting Anorexia Boulimia Nervosa

    Stichting Borderline

    Stichting Labyrint~In Perspectief

    Stichting Leven met Borderline

    Stichting Pandora

    Stichting Weerklank

    Stichting Zelfbeschadiging

    Stichting ZieZo eetstoornis

    Triade Borderline

    Vereniging Eetstoornis Net

    Ypsilon 

     

    Familie & Betrokkenen Organisaties 

     

    Familie Psy Patiënten Brabant

    Familieraden SLKF

    Familie van

    Familievertrouwenspersoon

    Labyrint in perspectief

    Ouders van Autisten

    Oudervereniging Balans

    Vrienden GGZ Friesland

    Overkoepelende Cliëntenbelangen Organisaties 

     

    Cliëntenbond in de ggz

    Landelijk Platform GGZ

    Patiënten Consumenten Federatie

    Voice Nederland

    Zorgbelang Nederland

    Trimbos Instituut

    GGZ Nederland

    Ministerie van VWS


    *

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:4.0:Links
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.LINKS

    Behandelingen

     

    Verbale therapie

     

    Lees hier de informatie over:

     

    Cliëntgerichte psychotherapie

    Cognitieve therapie

    Contextuele therapie

    Counseling

    Directieve therapie

    Gedragstherapie

    Groepspsychotherapie

    Kinder- en jeugdpsychotherapie

    Korte dynamische psychotherapie

    Korte eclectische psychotherapie

     

    Logotherapie en existentiële analyse

    Mindfulness 

    Neuro Linguïstisch Programmeren

    Oplossingsgerichte therapie

    Psychoanalyse en psychoanalytische

    psychotherapie

    Rationeel Emotieve Therapie

    Relatietherapie en gezinstherapie

    Speyertherapie

    Transactionele Analyse

    Voice Dialogue

     

    Nonverbale therapie

     

    Lees hier de informatie over:

     

    Acupunctuur

    EMDR 

    Hypnose 

    Psychodrama 

     

    Regressie therapie 

    Vaktherapie:

    Beeldende therapie 

    Danstherapie

    Dramatherapie

    Muziektherapie

    Psychomotorische therapie

     

    Lichaamsgerichte therapie

     

    Lees hier de informatie over:

     

    Bio-energetica

    Bondingtherapie

    Emotional FreedomTechniques

    Gestalttherapie

     

    Haptotherapie

    Neuropsyrurgie

    Pesso-psychotherapie

    Rebalancing

    Rebirthing

    Transpersoonlijke therapie

     

    Spirituele therapie

     

    Lees hier de informatie over:

     

    Aura- en chakratherapie

    Psychosynthese

    Reïncarnatietherapie

    Zijnsorientatie

     

    Alternatieve therapieën 

     

    Lees hier de informatie over:

     

    Autogene training

    Bach

    Biodanza

    Kinesiologie

    Mesologie

     

    Neuro Emotionele Integratie

    Reiki

    Shiatsu

    Simontontherapie

    Tibetaanse klankschalen

    Touch for Health

    Voetreflexologie

    Internetbehandeling

     

    Anna Zorg

    E-mental health

    Email psycholoog

    Grip op je dip

    Het Luisterend Oog

    Hulp & Advies online

    Hulpmix Tip!

    Interapy

    Internet hulpverlening

    Internet therapie

    Levante onlinetherapie

    Maatschappelijk Werk online

    Mailtherapie

    Online Pedagoog

    Online Psycholoog

    Online-psychologen

    Webzorg

    Zelfhulpcursus 

    Tijdens de Behandeling 

     

    Mogelijkheden

    Ondersteuning Cliënten 

    Ondersteuning Betrokkenen

    Clientenrechten

    GGZ Richtlijnen

    Meld je zorg  Tip!

    Omgaan met automutilatie 

    Second opinion

    KNMG Arts en klacht

    Wegwijzer klachtrecht

    Zorgbelang klacht

    Komen binnen de GGZ instelling op voor de belangen van de cliënt

     

    Patiënt Vertrouwens Persoon

    Cliëntvertrouwenspersoon RIBW

    Cliëntenraad LPR

    Komen binnen de GGZ instelling  op voor de belangen van familie en betrokkenen

     

    Familievertrouwenspersoon Familieraad

    Contact hulpverlener en familie

    Regeling GGZ & Betrokkenen

    *************************************

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:4.0:Links
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Evaluatie: gesprek waarin u beiden het verloop van de behandeling bespreekt

    Evaluatie

     

     

     

     

    Evaluatie: gesprek waarin u beiden het verloop van de behandeling bespreekt.

     

    Bij de tussentijdse evaluaties van de behandeling wordt het behandelplan ook getoetst aan de hand van uw meningen, opmerkingen en wensen. De behandelaar geeft u ruimte uw mening en wensen kenbaar te maken. 

     

    Het is aan te raden dat u zich voorbereidt op een evaluatie.

    Neem gerust een lijstje mee met aantekeningen, dit kan u helpen om structuur te geven aan deze evaluatie.

     

    Gebruik hiervoor de volgende punten

                                               

    Wat is er de afgelopen tijd bereikt

    ·         Wat ging goed

    ·         Wat ging niet goed

    ·         Wat zou ik anders willen

    ·         Vond ik de bejegening en de communicatie prettig, goed*

    ·         Medicatie: werking en evt. bijwerkingen van de medicijnen

    ·         Wat heb ik bereikt

    ·         Kloppen mijn doelen nog

    ·         Waar ik verder aan wil werken

    ·         Eventueel aanpassing behandelplan

    ·         Afspraak eerstvolgende evaluatie

    ·         Als het nodig is dat het plan wordt bijgesteld gebeurt dit met uw instemming 

     

    * een goede bejegening houdt in: gelijkwaardige houding, respectvolle benadering, voldoende tijd en aandacht, dat u en uw klachten serieus genomen worden etc.

     

     

    Frequentie en onderwerpen voor evaluaties

     

     

    Wanneer zou ik de behandeling willen beëindigen   (als wat is bereikt)

    Hoe zie ik de toekomst

     

     

     

    Afsluiting van de behandeling

     

    Bij de eindevaluatie van de behandeling, krijgt u van de behandelaar de ruimte uw mening, opmerkingen en wensen over de afsluiting kenbaar te maken.

    • Bent u van mening dat de behandeling dat de behandeling heeft bijgedragen aan het verminderen van de klachten waarvoor u in behandeling bent gekomen
    • Dat uw empowerment is vergroot, d.w.z. dat uw kracht en zelfredzaamheid zijn toegenomen.
    • Dat u in staat bent u zelfstandiger te handhaven op gebieden als wonen, werken, dagbesteding, financiën, relaties e.d.
    • Dat u mondiger en weerbaarder bent geworden, voor uzelf kunt opkomen en uw eigen beslissingen kunt nemen. 

     

    Nazorg

     

    In de nazorg biedt de behandelaar u, indien gewenst, begeleiding in de maatschappij zodat

    terugval, preventie van problemen en nieuwe hulpvragen worden gesignaleerd.

    De behandelaar informeert u over de keuzemogelijkheden aan nazorg. U krijgt de ruimte om

    uw wensen en verwachtingen over nazorg aan de behandelaar kenbaar te maken.

    Er worden heldere afspraken gemaakt tussen u en de behandelaar.

     

    Afspraken over nazorg



     

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:1.9:Behandelplan
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tips bij het indienen van een klacht

    Klacht indienen

     

     

     

     

    Een klacht is een gratis advies

     

    Andere cliënten profiteren daar ook van

     

     

     

    In het contact met de hulpverlener of in de organisatie van de zorg kan van alles misgaan.

    Het gaat om zaken die volgens u anders hadden moeten of kunnen verlopen.

    U kunt dit ook doen als u zich niet serieus genomen voelt of als u vindt dat de hulpverlening onvoldoende is. Of u bent u van mening dat u verkeerd of onzorgvuldig behandeld bent.

    Het is geen uiting van een moeilijke cliënt, maar het aangeven van de cliënt dat de hulp op deze manier averechts werkt, niet bijdraagt aan herstel.

     

    Iedere instelling hoort een klachtenreglement te hebben. Indien u in behandeling bent bij een onafhankelijk behandelaar die is aangesloten bij een overkoepelende belangen vereniging, dan kunt u ook hier uw klacht indienen.

     

    U heeft altijd het recht om een klacht in te dienen.

     

     

    De PVP voor ondersteuning en advies

    Een klacht met een hulpverlener bespreken is vaak moeilijk. Als u een klacht heeft vraag de pvp om advies en ondersteuning. De pvp is in dienst bij de landelijke Stichting Patiëntenvertrouwenspersoon en is onafhankelijk van de instelling. De pvp kan u informeren over de klachtenregeling en u helpen bij het indienen van een klacht, kan u helpen bij het schrijven van de brief. Hij/zij is een deskundige en bekijkt op welke wettelijke gronden uw klacht het best gebaseerd kan worden. Ook wanneer u gesepareerd bent, kunt u de pvp om advies vragen. Als het mogelijk is, kunt u de pvp zelf bellen, of een naastbetrokkene, medewerker van de afdeling of een medecliënt. Elders kunt u ondersteuning vragen bij de cliëntvertrouwenspersoon.

     

    Stichting Patiëntenvertrouwenspersoon

    F.C. Donderstraat 9, 3572 JA Utrecht

    tel 030 272 83 53/help desk 0900 444 88 88

    e-mail helpdesk@pvp.nl

     

     

    Door een slechte bejegening was het vertrouwen tussen de cliënt en de hulpverlener beschadigd. Zij vroeg de psychiater om verwijzing naar een andere hulpverlener. Hij vond dat niet nodig.

    Toen zij de pvp om hulp vroeg ging hij met haar mee naar de psychiater en werd verwijzing naar een andere hulpverlener toegestaan.

     

     

    Bespreek uw klacht eerst met uw hulpverlener.

    Door uw klacht te melden maakt u duidelijk dat er volgens u iets veranderd moet worden. Het is goed mogelijk dat de hulpverlener niet weet dat u niet tevreden bent, mogelijk is er sprake van een misverstand en kan dat in een gesprek opgelost worden. Bovendien krijgt dan de hulpverlener de kans verbetering te tonen.

     

    Blijf er niet mee lopen

    • Reageer zo snel mogelijk. Hoe langer u wacht, hoe moeilijker het vaak wordt.
    • Schrijf van tevoren voor uzelf op waarover u wilt praten
    • Bedenk van tevoren wat u met het gesprek wilt bereiken.
    • Neem iemand mee ter ondersteuning, wanneer u daar behoefte aan heeft.

     

    Reageert deze niet, dan zijn er de volgende mogelijkheden:

     

    • U kunt naar een meerdere van de hulpverlener gaan
    • naar de cliënten/bewoners/ familie/bezoekersraad
    • naar de klachtenfunctionaris/vertrouwenspersoon. Deze persoon is meestal in dienst van de instelling, is bedoeld om de drempel om een klacht in te dienen zoveel mogelijk te verlagen In veel gevallen kan een klachtenfunctionaris een  bemiddelende rol spelen tussen u en de hulpverlener
    • naar een klachtencommissie

     

    Klachtencommissie

    U kunt uw klacht ter beoordeling voorleggen aan de klachtencommissie. Elke instelling en iedere hulpverlener is volgens de Wet Klachtrecht Cliënten Zorginstellingen en de wet Bijzondere Opneming in Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ), verplicht om een klachtenreglement en een klachtencommissie te hebben of bij een overkoepelende klachtencommissie te zijn aangesloten. In het reglement staat vermeld hoe de klachtencommissie uw klacht behandelt. De klacht kan elke hulpverlener en alle andere medewerkers van de instelling betreffen.

    In theorie is er sprake van een onafhankelijke klachtencommissie, in de praktijk blijkt soms dus formeel niet strikt onafhankelijk, maar stelt zich wel onafhankelijk op

     

     

    Wie kan een klacht indienen?

    • u kunt zelf een klacht indienen
    • partner
    • ouders, broer, zus of kind
    • familie in de tweede graad
    • mentor of curator
    • een medecliënt
    • u kunt u iemand machtigen om dit namens u te doen.  
    • ook nabestaanden 

     

     

    Mogelijke procedure (kan per instelling verschillen)

     

     

    Stappen voor het indienen van een klacht

    Er zijn geen kosten verbonden aan deze klachtenbehandeling.

    Stuur een brief met daarin uw klacht naar de Klachtencommissie waarin u vermeld:

     

    • Over wie u een klacht heeft
    • Een korte en duidelijke omschrijving van de gebeurtenis of de beslissing waarover u klaagt
    • Wat uw bezwaren zijn tegen die gebeurtenis of beslissing.
    • Uw handtekening zal worden gevraagd. Zodoende geeft u de klachtencommissie toestemming voor inzage in uw dossier. Dit is nodig om uw klacht te kunnen onderzoeken.

     

     

    Binnen enkele werkdagen ontvangt u van de klachtencommissie een bevestiging van ontvangst van uw brief.

     

    De hulpverlener tegen wie u een klacht heeft ingediend (de aangeklaagde), krijgt een kopie van uw brief en wordt gevraagd om daarop te reageren.

    U krijgt een afschrift van deze reactie.

     

    De klachtencommissie kan besluiten uw klacht niet in behandeling te nemen.

    Dan ontvangt u daarover bericht

     

     

    Inzage dossier

    Vraag samen met de pvp voor u de klacht indient, of voor de hoorzitting om inzage in uw dossier.

    U kunt dan samen, over de gebeurtenis betreffende uw klacht, lezen wat de hulpverlener hierover vermeld heeft in uw dossier. U bent dan op de hoogte van wat de klachtencommissie later voor waar zal aannemen. Vraag zonodig om een kopie van dit deel van uw dossier. 

    U heeft ook het recht uw mening, visie toe te voegen in uw dossier. 

     

     

    Verloop van de klachtbehandeling

    De klachtencommissie onderzoekt uw klacht en kan voorstellen om te bemiddelen, met het doel het vertrouwen van u in hulpverlener en instelling te herstellen.

    Als u dit niet wilt maar direct behandeling van uw klacht door de commissie wilt, kunt u dat al aangeven in uw klachtbrief.

    • U kunt toestemming geven voor de bemiddeling.
    • Na de bemiddeling kunt u aangeven of naar uw mening de klacht is afgehandeld.
    • U kunt toestemming geven voor de bemiddeling maar dit leidt niet tot een bevredigend resultaat.
    • U wilt geen bemiddeling.

     

     

    Verwijs tijdens de hoorzitting

    naar de wettelijke verplichtingen

    van de hulpverlener

     

    Deze kunt u vinden in 

    Rechten - Arts & klacht - Beroepscodes

     

     

    De hoorzitting

    Daarna volgt een hoorzitting waar beide partijen mondeling hun standpunt kunnen toelichten.

     

    • De klachtencommissie zal u vragen uw klacht mondeling toe te lichten. U kunt iemand meenemen naar dit gesprek, bijvoorbeeld de pvp.
    • Degene tegen wie uw klacht is gericht, wordt ook gevraagd een toelichting te geven. Hij/zij kan ook iemand meenemen ter ondersteuning.
    • Houd er rekening mee dat dit in veel gevallen uw hoofdbehandelaar, psychiater kan zijn, terwijl dit niet wenselijk is.

     

    Beslissing over uw klacht

    Heeft u een klacht ingediend, dan beslist de klachtencommissie binnen zes weken na indiening van uw klacht.

     

    Er zijn dan drie mogelijkheden:

    • Uw klacht is gegrond: de klachtencommissie geeft u gelijk
    • Uw klacht is gedeeltelijk gegrond: de klachtencommissie geeft u op sommige punten gelijk en op andere punten niet
    • Uw klacht is ongegrond: de klachtencommissie geeft u niet gelijk.

     

     

    Als de behandeling van uw klacht langer duurt, is de klachtencommissie verplicht te vertellen waarom dit zo is en wanneer u de beslissing te horen krijgt.

     

    • De klachtencommissie laat u en aangeklaagde schriftelijk weten van haar oordeel en naar de Raad van Bestuur/ directie. Als iemand anders namens u de klacht heeft ingediend, krijgt deze ook een afschrift toegestuurd.
    • Na het besluit van de klachtencommissie hoort de Raad van Bestuur / Directie u binnen een maand te laten weten of er maatregelen worden genomen en zo ja, welke.
    • Wanneer de klachtencommissie uw klacht gegrond verklaart, wordt de beslissing waartegen uw klacht is gericht geheel of gedeeltelijk gewijzigd.
    • De klachtencommissie kan de hulpverlener opdragen binnen een bepaalde termijn een andere beslissing te nemen of een andere handeling te verrichten.
    • De klachtencommissie stuurt een afschrift van haar besluit naar u, naar degene tegen wie uw klacht is gericht, naar de Raad van Bestuur en de Inspecteur voor de Gezondheidszorg. Als iemand anders namens u de klacht heeft ingediend, krijgt deze ook een afschrift toegestuurd.

     

    De klachtencommissie kan zelf geen maatregelen treffen. Wel kan zij aan de hulpverlener of de instelling aanbevelingen doen over hoe uw klacht opgelost kan worden, en/of in de toekomst kan worden voorkomen. De hulpverlener of instelling moet binnen een maand schriftelijk laten weten of en hoe de aanbevelingen worden overgenomen. Hiervan krijgt u een afschrift. Er is geen wettelijke verplichting om de aanbevelingen van de klachtencommissie te volgen.

     

     

    Verslag van de Klachtencommissie

    De klachtencommissie brengt elk jaar een verslag uit van haar werkzaamheden voor de Raad van Bestuur en aan de Inspecteur voor de Gezondheidszorg gestuurd.

     

     

    Klacht ongegrond

    Als uw klacht ongegrond wordt verklaard, dan moet u zich neerleggen bij het oordeel van de klachtencommissie. Er is geen beroepsmogelijkheid. Bent u het niet eens met het besluit van de klachtencommissie, dan is er de mogelijk uw klacht in te dienen bij het Medisch Tuchtcollege.

     

     

    Bopz klacht ongegrond

    Dan kunt u uw klacht aan de rechter voorleggen, daarbij kunt u vragen de beslissing waartegen de klacht gericht is te schorsen. Wanneer u uw klacht aan de rechter voorlegt, kunt u ook een verzoek tot schadevergoeding indienen.

    Wanneer u uw klacht aan de rechtbank voorlegt, kunt u gratis hulp krijgen van een advocaat.

     

     

    Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

    U kunt zelf, of als partner, ouders, wettelijk vertegenwoordiger of andere rechtstreeks belanghebbende schriftelijk ook een klacht indienen bij het Regionaal Tuchtcollege.

    U kunt ook iemand machtigen om namens u een klacht in te dienen.

    De betreffende hulpverlener is verplicht zich in het BIG-register in te schrijven. 

     

    Het tuchtrecht is vooral gericht op het handhaven van de normen en het handhaven van de kwaliteitsmaatstaven die in een bepaalde beroepsgroep gelden. Wanneer bijvoorbeeld een arts zijn werk niet volgens deze maatstaven uitvoert, kan een tuchtcollege bindende maatregelen opleggen.

    Deze zijn: een waarschuwing, berisping, geldboete (vervalt aan de staat), schorsing en gedeeltelijke of gehele ontzegging het beroep uit te oefenen. Het tuchtcollege biedt echter voor u persoonlijk geen oplossing. Dat sluit niet uit dat u een gegrondverklaring van de klacht en het treffen van een maatregel door het tuchtcollege kunt ervaren als genoegdoening.

    Ook in deze procedure vindt hoor en wederhoor plaats.

    U kunt geen schadevergoeding toegewezen krijgen door het tuchtcollege.

    De tijd van de gehele procedure kan oplopen van een half jaar tot een jaar of langer.

    U kunt zich laten bijstaan door bijvoorbeeld een familielid. Er zijn geen kosten verbonden aan deze klachtenbehandeling. Door u zelf ingeschakelde juridische bijstand of deskundigheid komt wel voor uw rekening.

     

    Zowel klager als aangeklaagde kunnen tegen de uitspraak in beroep gaan bij het Centraal Tuchtcollege voor de gezondheidszorg.

    Het IKG Zorgbelang kan u vooraf ondersteunen en adviseren.

    Tel: 0900 - 243 70 70 



     

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:2.7:Klachtrecht
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Arts & omgaan met een klacht

    Omgaan met incidenten, fouten en klachten:

    wat mag van artsen worden verwacht?

     

     

     

    April 2007

     

    Samenvatting

    Het is belangrijk dat artsen bereid zijn van incidenten, fouten en klachten te leren.

     

    1. Inleiding

    De laatste jaren is steeds meer de nadruk komen te liggen op het belang van een veilige gezondheidszorg, waarin hulpverleners en zorginstellingen zich transparant en toetsbaar opstellen. In dat kader wordt in toenemende mate verwacht dat er vanuit de zorg open en eerlijk wordt omgegaan met incidenten, fouten en klachten. Dit is een belangrijke maatschappelijke ontwikkeling, waaraan artsen en hun organisaties zoveel mogelijk tegemoet moeten komen.

    De KNMG acht het haar verantwoordelijkheid om een op openheid en toetsbaarheid gebaseerde professionele houding van artsen zoveel mogelijk te bevorderen. Met het onderhavige standpunt wil de KNMG verduidelijken wat met betrekking tot het omgaan met incidenten, fouten en klachten in de gezondheidszorg van artsen mag worden verwacht.1 In alle gevallen is het uitgangspunt dat artsen bereid zijn om van incidenten, fouten en klachten te leren.

    In het KNMG-Kwaliteitsmanifest uit 2003 wordt met betrekking tot het omgaan met klachten en fouten opgemerkt dat artsen zich toetsbaar opstellen en dat zij met patiënten open over klachten en fouten spreken (zie bijlage 1). Dit sluit aan bij de gedragsregels van de KNMG en ook bij de in 2003 herziene Nederlandse artseneed.

    Gedragsregel I.6 van de KNMG bepaalt dat de arts bereid is zich te verantwoorden en zich toetsbaar op te stellen. In de Nederlandse artseneed wordt dit als volgt geformuleerd: “Ik zal mij open en toetsbaar opstellen”. Het gaat daarbij zowel om het nemen van verantwoordelijkheid als om het afleggen van verantwoording.2 Aan incidenten en klachten kunnen verschillende oorzaken ten grondslag liggen. Deze oorzaken bevinden zich niet altijd binnen de invloedssfeer van individuele artsen. In een aantal gevallen is dat echter wel zo, en dan is het zowel voor artsen als patiënten belangrijk te weten op welke wijze de algemene KNMG-gedragsregel over toetsbaarheid en het afleggen van verantwoording moet worden geoperationaliseerd.

     

    Over deelaspecten van de hiervoor genoemde problematiek heeft de KNMG de afgelopen jaren een aantal standpunten en richtlijnen ontwikkeld. Vermeldenswaard zijn:

    • het KNMG-standpunt uit 2005 over het functioneren van individuele artsen, in welk standpunt ervoor gepleit wordt dat alle artsen deelnemen aan regelmatige evaluatiegesprekken;

    • de uitkomsten van voortdurend overleg tussen de KNMG en aansprakelijkheidsverzekeraars over de ruimte voor artsen om open en eerlijk met patiënten over fouten te kunnen praten;

    • het begin 2007 tot stand gekomen Beleidsdocument veilig melden, waarin onder meer wordt aangegeven hoe artsen en andere hulpverleners dienen om te gaan met het melden van incidenten in de zorg. Deze standpunten en richtlijnen hebben reeds op tal van plaatsen geleid tot aanpassing van beleid. Met de onderhavige tekst beoogt de KNMG de implementatie van de inhoud van de eerdere standpunten verder te bevorderen. Het is van belang dat aan de in dit standpunt verwoorde opvattingen en handelingsopties ruime aandacht wordt besteed in de medische (vervolg) opleidingen. De KNMG zal dit op de geëigende plaatsen aankaarten, onder meer bij het Disciplineoverlegorgaan Medische Wetenschappen van de VSNU.

    1 Deze tekst loopt vooruit op een nog nader uit te werken standpunt van de KNMG op het thema ‘arts en patiëntveiligheid’, in welk standpunt ook aandacht zal worden besteed aan organisatie- en omgevingsfactoren.

    2 Zie in algemene zin hierover het KNMG-manifest ‘Medische professionaliteit’ uit 2007 (§ 2.4 en 2.5).

     

    2. De arts en het melden van incidenten

    De opvatting dat het melden en analyseren van incidenten in de zorg zinvol is wordt breed gedeeld. Door de meldingen komt informatie beschikbaar die een belangrijke rol kan spelen bij het verbeteren van de kwaliteit/veiligheid van de zorg. Van doorslaggevend belang voor het welslagen van meldingssystemen is het bestaan van een veiligheidscultuur binnen instellingen. In een dergelijke open cultuur zijn artsen en andere hulpverleners zich bewust van het risicovolle karakter van het eigen handelen en zijn zij bereid incidenten en bijna-incidenten te melden en te bespreken, om daarvan te leren. Er wordt in brede kring voor gepleit de omschrijving van de te melden gebeurtenissen zo ruim mogelijk te maken (‘alles wat niet de bedoeling is’). Dat vloeit voort uit de gedachte dat naarmate er meer gemeld wordt, betere mogelijkheden ontstaan om voor de patiëntveiligheid relevante informatie boven tafel te krijgen. De te melden incidenten omvatten om die reden dan niet alleen gebeurtenissen die daadwerkelijk tot schade aan de patiënt hebben geleid, maar ook de zogenaamde ‘near misses’. Op artsen en andere hulpverleners rust veelal een meldingsplicht, op basis van arbeids- of toelatingsovereenkomst. Veel belangrijker dan een meldingsplicht in juridische zin is er een morele plicht om te melden. Voorop moet staan de door de

    hulpverlener gevoelde bereidheid om te melden. Cultuur en beroepsattitude zijn veel belangrijker dan een meer formele regeling van de meldplicht. Het behoort anno 2007 tot de professionele verantwoordelijkheid van de arts om incidenten te melden op de wijze die binnen zijn/haar instelling is afgesproken. Het mede door de KNMG onderschreven Beleidsdocument Veilig Melden bevat de spelregels voor meldingssystemen in zorginstellingen.

     

    Wat mag van de arts worden verwacht:

    De arts meldt incidenten op de wijze die binnen zijn/haar instelling of

    samenwerkingsverband gebruikelijk is.

    Nadere informatie:  Beleidsdocument veilig melden, februari 2007

     

     

    3. De arts en openheid over fouten

    De praktijk leert dat hulpverleners lang niet in alle gevallen voldoende openheid naar de patiënt betrachten. Hiervoor bestaan uiteenlopende redenen, zoals schuldgevoelens, gebrekkige zelfreflectie, te veel distantie, angst voor reputatieschade of juridische gevolgen e.d.. Daar staat tegenover dat patiënten eerlijkheid en openheid juist verlangen en zeer waarderen. In gedragsregels van hulpverleners en beleidsstandpunten en richtlijnen van brancheorganisaties wordt het belang van openheid steeds meer geaccentueerd.

    Ook in de medische opleidingen wordt in toenemende mate het belang van openheid over fouten benadrukt.

     

    Het behoort tot de professionele verantwoordelijkheid van hulpverleners om te voorkomen dat patiënten worden geschaad en om reeds ontstane schade zoveel mogelijk te beperken. Door de patiënt niet of niet tijdig over fouten te informeren kan schade ontstaan of verergeren en neemt de kans op escalatie in de arts-patiëntrelatie toe. De in 2004 tot stand gekomen Klachtenrichtlijn Gezondheidszorg bepaalt: "Ingeval sprake is van een fout of een complicatie, bespreekt de zorgverlener dit uit zichzelf met de cliënt". Daarbij gaat het om incidenten die voor de patiënt merkbaar zijn of waarvan de gevolgen mogelijk later nog aan het licht kunnen treden. Open met patiënten praten over fouten is belangrijk en noodzakelijk, evenals het uitspreken van excuses of een spijtbetuiging (zie nader bijlage 2). Polisvoorwaarden van aansprakelijkheidsverzekering staan daaraan niet in de weg, zolang de arts bij de feiten blijft. Daartegen zal de verzekeraar geen bezwaar hebben. Dat kan anders liggen als de zorgverlener speculatieve of onjuiste uitspraken doet. Aan te bevelen is dat de arts zich over een eventueel recht op schadevergoeding nooit uitlaat.

    De algemene ervaring is dat fouten of mislukkingen waarover de arts open met de patiënt praat, door veel patiënten worden geaccepteerd. Het gevoel of het feit dat de arts informatie heeft achterhouden, levert bij de patiënt doorgaans meer achterdocht en aanleiding tot het indienen van een klacht op dan een behandeling die niet het beoogde resultaat heeft gehad. In het algemeen zullen informatie en openheid het vertrouwen binnen de arts-patiënt-relatie bevorderen. Tijdig openheid betrachten jegens de patiënt zal niet alle klachten kunnen voorkomen, maar zal het aantal klachten en procedures zeker doen afnemen. Daarnaast is van belang dat juist ook in het geval van fouten aan de betreffende patiënt zo nodig schadebeperkende of –herstellende zorg wordt aangeboden. Naast fouten kunnen zich in de praktijk van de zorg complicaties voordoen.

    Anders dan bij fouten, is er in het geval van complicaties geen sprake van verwijtbaar handelen. Ook over complicaties behoort evenwel eerlijk en open met patiënten gesproken te worden.

     

    Wat mag van de arts worden verwacht:

     

    De arts bespreekt fouten en complicaties uit zichzelf met de patiënt en is daarover open en eerlijk.

    Nadere informatie: J Legemaate, JJE van Everdingen, J Kievit, JWM Stappers, Openheid over fouten

    in de gezondheidszorg. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2007; 151: 319-322.

     

    4. De arts en omgaan met klachten

    Het klachtrecht van de patiënt is een belangrijk onderdeel van diens rechtspositie.

    Patiënten die een klacht willen indienen hebben daarvoor verschillende mogelijkheden, afhankelijk van wat de patiënt met zijn klacht wil bereiken.

    Onderzoek wijst uit dat patiënten laagdrempelige vormen van klachtenopvang prefereren boven formele procedures. Ook is uit onderzoek bekend dat patiënten door het indienen van een klacht vooral willen bereiken dat toekomstige patiënten niet met dezelfde fout worden geconfronteerd. Deze onderzoeksbevindingen pleiten voor het stimuleren van laagdrempelige klachtenvoorzieningen en een proactieve houding van artsen met betrekking tot klachten. Van belang is dat artsen en andere hulpverleners een klimaat bevorderen waarin de patiënt zich vrij voelt om klachten te uiten en te bespreken. De arts is bereid tot een open gesprek hierover met de patiënt en informeert deze zo nodig over andere mogelijkheden en procedures om een klacht in te dienen.

    De ervaring leert dat een terughoudende of zelfs defensieve houding van artsen ten aanzien van patiënten die een klacht (willen) uiten, nogal eens formaliserend en escalerend werkt. Het indienen van een formele klacht (tuchtcollege, schadeclaim, verzoek aan de officier van justitie om de arts strafrechtelijk te vervolgen) hangt vaker samen met teleurstelling van de klager over de houding en reactie van de arts dan met de inhoud van de klacht. Hier liggen veel mogelijkheden voor artsen om onnodige formalisering van klachten te voorkomen. Dat is winst voor zowel artsen als patiënten.

     

    Wat mag van de arts worden verwacht:

    De arts bevordert een klimaat waarin patiënten zich vrij voelen klachten te uiten en gaat op een zorgvuldige wijze met klachten om.

    Nadere informatie:  Klachtenrichtlijn gezondheidszorg 2004

     

     

    5. De arts en de evaluatie van zijn/haar handelen

    Uitgangspunt van het KNMG-Kwaliteitsmanifest 2003 is -zoals gezegd- dat elke arts zich open en toetsbaar moet opstellen. Dit houdt onder meer in “dat hij/zij bereid is tot reguliere gesprekken (…) over zijn/haar functioneren” (p. 33). In het kader van samenwerkingsverbanden van artsen moet ruimte bestaan voor intercollegiale toetsing, beoordelingsprocedures en evaluatiegesprekken. Binnen de medische beroepsgroep wordt veel aandacht besteed aan de kwaliteit van de verleende zorg. Dit gebeurt door middel van een breed scala van activiteiten: opleidingseisen, visitatie en andere vormen van intercollegiale toetsing, (her)registratie, richtlijnen e.d. In het kader van deze kwaliteitssystemen komt ook het functioneren van individuele artsen aan de orde, maar de genoemde kwaliteitssystemen zijn daarop niet primair gericht.

    De vraag hoe het functioneren van individuele artsen getoetst kan worden, wordt wel in toenemende mate gesteld, maar een hierop gerichte methodiek is nog niet breed geïmplementeerd. Ook binnen de medische beroepsgroep kunnen periodieke gesprekken over het individueel functioneren een belangrijke bijdrage leveren aan de kwaliteit van zorg. De KNMG is dan ook van mening dat artsen die werkzaam zijn in de individuele patiëntenzorg dergelijke evaluatiegesprekken moeten houden. In het nadere KNMG-standpunt ‘Het functioneren van de indivuduele arts’ uit 2005 worden de grote lijnen geschetst van een systeem voor het bespreken en evalueren van individueel functioneren. Een dergelijke methodiek vormt een wenselijke en noodzakelijke aanvulling op de reeds bestaande kwaliteitssystemen voor medisch handelen. Het is van belang dat in alle sectoren van de zorg evaluatiegesprekken (kunnen) worden gevoerd.

    Uiteraard vereist dit de aanwezigheid binnen de instelling of structuur waarin de arts werkzaam is van een op het voeren van evaluatiegesprekken gericht systeem. Dat kan een individuele arts niet zelf realiseren. In verschillende sectoren zijn op dit gebied ontwikkelingen gaande. Een goed voorbeeld is het project ‘Individueel Functioneren Medisch Specialisten’ (IFMS) van de Orde van Medisch Specialisten. Onder regie van de commissie-IFMS wordt in een aantal ziekenhuizen geëxperimenteerd met verschillende systemen voor het voeren van evaluatiegesprekken.

     

    Wat mag van de arts worden verwacht:

     

    De arts neemt deel aan regelmatige evaluatiegesprekken over zijn/haar individueel functioneren.

    Nadere informatie:  KNMG-standpunt ‘Het functioneren van de individuele arts’

    Utrecht, juli 2005

     

    6. De arts en het functioneren van collega’s

    In het Kwaliteitsmanifest 2003 is gesteld dat er tussen collega’s over (vermeende) fouten en disfunctioneren moet worden gesproken: “Een arts die bemerkt dat een collega niet juist handelt en schade of risico’s voor patiënten veroorzaakt, behoort dit bespreekbaar te maken. Het negeren van dergelijke situaties is ongepast” (Kwaliteitsmanifest, p. 33). Collega’s van een arts, die bemerken dat betrokkene onverantwoorde zorg biedt en daardoor (mogelijke) risico’s of schade voor patiënten veroorzaakt, hebben de verantwoordelijkheid daarop te reageren. Te denken valt aan leden van dezelfde huisartsengroep, maatschap, vakgroep, medische staf of ander samenwerkingsverband. De groep heeft een collectieve verantwoordelijkheid voor het goed functioneren van elk individueel lid. Wordt opgemerkt dat één van de groepsleden niet goed functioneert, dan behoren zijn/haar collega’s dit bespreekbaar te maken. Dit vraagt om een actieve houding van artsen die een dergelijke probleem signaleren. Het is niet aanvaardbaar ter zake een “conspiracy of silence” te laten bestaan. Huisartsengroepen, maatschappen, vakgroepen, medische staven en andere samenwerkings-verbanden van artsen behoren daarover duidelijke afspraken te maken. Hierdoor wordt het makkelijker om met een collega over zijn of haar functioneren in gesprek te gaan en wordt voorkomen dat deze stap pas gezet wordt als het eigenlijk al te laat is.

    Niet alleen als er sprake is van disfunctioneren mag onder meer van de directe collega’s van de arts worden verwacht dat zij het mogelijke doen om het disfunctioneren bespreekbaar te maken en de arts in kwestie ertoe te bewegen een verbetertraject in te gaan. Ook in eerdere fasen, wanneer er aanwijzingen zijn dat de door een arts verleende zorg tekortschiet maar wellicht nog niet van disfunctioneren gesproken kan worden zal reeds actie moeten worden ondernomen.

    Voorkomen is beter dan genezen.

     

    Wat mag van de arts worden verwacht:

     

    De arts die bemerkt dat een collega schade of risico’s voor patiënten veroorzaakt, onderneemt stappen om dit probleem te verhelpen.

    Nadere informatie:  KNMG-standpunt ‘Het functioneren van de individuele arts’

    Utrecht, juli 2005

    4 Het KNMG-Kwaliteitsmanifest 2003 omschrijft disfunctioneren als volgt: “een structurele situatie van onverantwoorde zorg waarin een patiënt wordt geschaad of het risico loopt te worden geschaad, en waarbij de betreffende arts niet (meer) in staat of bereid is zelf de problemen op te lossen”.

     

     

    Bijlage 1 – Kwaliteitsmanifest 2003 van de KNMG, onderdeel 6

    (omgaan met klachten en fouten)

     

    6. Omgaan met klachten en fouten

     

    Niet alleen de medische beroepsgroep als zodanig stelt zich toetsbaar op, maar

    ook individuele artsen: opdat zij door anderen beoordeeld kunnen worden, zowel in de context van hun professionele omgeving als in relatie met de patiënt. Dat houdt onder meer in dat artsen met patiënten open over klachten en fouten (kunnen) praten.

    De juridische context is zodanig dat openheid wordt gestimuleerd, gericht op het voorkomen van klachten en fouten.

     

    De algemene ervaring is dat fouten of mislukkingen waarover de arts open met de patiënt praat, door veel patiënten worden geaccepteerd. Het gevoel of het feit dat de arts informatie heeft achterhouden, levert bij de patiënt doorgaans meer achterdocht en boosheid op dan een behandeling die niet het beoogde resultaat heeft gehad. In het algemeen zullen informatie en openheid het vertrouwen binnen de arts-patiënt-relatie bevorderen. Tijdig openheid betrachten jegens de patiënt zal niet alle klachten en klachtenprocedures kunnen voorkomen, maar zal het aantal klachten en procedures zeker doen afnemen. Bekend is dat patiënten verhoudingsgewijs veel klagen over problemen inzake bejegening en communicatie.

    Onder artsen bestaat ten aanzien van openheid inzake klachten en fouten nog steeds terughoudendheid. Dit hangt in belangrijke mate samen met de door artsen ervaren juridisering.

    De KNMG heeft in het licht van de juridisering in de afgelopen jaren begrip voor de aarzelingen van artsen, maar meent evenwel dat een proactieve houding de voorkeur verdient boven een defensieve. Een defensieve reactie vergroot het risico op escalatie. In een open gesprek tussen arts en patiënt over fouten en klachten kan centraal staan dat de arts anders had moeten handelen, maar in bepaalde gevallen ook dat de patiënt inziet dat niet van een fout maar van een complicatie moet worden gesproken.

    Belangrijk is dat de juridische context zo wordt ingericht dat artsen worden gestimuleerd om over complicaties, klachten en fouten open met patiënten te praten. Dan ontstaan mogelijkheden om op systematische wijze van klachten en fouten te leren (Chief Medical Officer, 2003). Aansprakelijkheidsverzekeraars mogen openheid inzake fouten niet verbieden of ontmoedigen. Patiënten moeten goede informatie krijgen over de mogelijkheden om klachten in te dienen, en over de beperkingen van klachtenprocedures. Niet zelden zijn patiënten achteraf teleurgesteld over een procedure, omdat zij daarvan onjuiste verwachtingen hadden. De evaluatie van de Wet Klachtrecht leert dat patiënten laagdrempelige vormen van klachtenopvang prefereren boven formele procedures. Laagdrempelige klachtenvoorzieningen moeten daarom worden gestimuleerd.

     

    Bij klachtenafhandeling gaat het ook om preventie: een klacht is een gratis advies.

    Een toetsbare opstelling van de arts houdt in dat hij/ zij bereid is tot reguliere gesprekken met afdelingshoofd, maatschapsvoorzitter, stafvoorzitter en/of, instellingsmanagement/ werkgever over zijn/ haar functioneren (zie ook thema 4 van dit manifest). Ook behoort er tussen collega’s over (vermeende) fouten of disfunctioneren te worden gesproken. Een arts die bemerkt dat een collega niet juist handelt en schade of risico’s voor patiënten veroorzaakt, behoort dit bespreekbaar te maken. Het negeren van dergelijke situaties is ongepast. Huisartsenpraktijken, maatschappen, medische staven en andere samenwerkingsverbanden van artsen behoren daarover afspraken te maken, waar nodig in overleg met het management van de instelling.

     

    Aanbevelingen

    • Artsen praten met patiënten open over klachten en fouten. Het beleid moet erop zijn gericht om op systematische wijze van klachten en fouten te leren;

    • Het beleid van de overheid zou gericht moeten zijn op een krachtige stimulans van laagdrempelige klachtvoorzieningen. Ook moet de informatie aan patiënten over de mogelijkheden en beperkingen van de verschillende klachtenprocedures (klachtencommissie, tuchtrechter, civiele rechter) worden uitgebreid;

    • Samenwerkingsverbanden van artsen maken afspraken over de beoordeling van individueel functioneren, zowel in reguliere situaties als in gevallen van disfunctioneren.

    De KNMG zal hiertoe samen met de federatiepartners een, waar nodig op specifieke situaties toegesneden, modelregeling ontwikkelen.

     

    Bijlage 2 – Openheid over fouten: aanbevelingen voor artsen

    (Tabel overgenomen uit J Legemaate, JJE van Everdingen, J Kievit, JWM Stappers,

    Openheid over fouten in de gezondheidszorg. Nederlands Tijdschrift voor

    Geneeskunde 2007; 151: 319-322)

     

    Aanbevelingen voor het omgaan met fouten in de gezondheidszorg

    - Beoordeel naar aanleiding van een incident (= een onbedoelde gebeurtenis) of het gaat om een fout, dat wil zeggen verwijtbaar handelen van een hulpverlener of de zorginstelling. Vermijd het gebruik van het woord “fout” in gevallen waarin er geen verwijtbaar handelen is of lijkt te zijn.

    - Neem in het geval van een fout zelf het initiatief en benader de patiënt. Stel dit niet uit, want dan wordt het steeds moeilijker.

    - Wees alert op het fenomeen dat na een fout de patiënt en zijn of haar naasten meer aandacht behoeven en niet minder en dat zowel patiënten als hulpverleners in zo'n situatie de neiging hebben juist afstand te creëren.

    - Laat zien dat u de verantwoordelijkheid neemt. Geef de fout toe en betuig spijt of maak excuses. Vermijd een afstandelijke houding of een defensieve reactie, maar trek ook niet te snel het boetekleed aan.

    - Draai niet om de feiten heen. Geef de patiënt duidelijke informatie en vermijd speculaties.

    Geef aan of er sprake is van nader onderzoek, en zo ja, op welke termijn daarvan resultaten zijn te verwachten.

    - Geef de patiënt de gelegenheid zijn verhaal te doen. Nodig de patiënt uit tot het stellen van vragen en geef hem de toelichting die hij behoeft. Maak duidelijk dat de patiënt desgewenst op een later moment opnieuw vragen kan stellen en informatie kan krijgen, tot wie hij zich dan kan wenden en hoe.

    - Laat u niet uit over aansprakelijkheid en schadevergoeding en voorkom dat u op dat punt verkeerde verwachtingen wekt. Verwijs de patiënt desgevraagd naar de persoon of de instantie waar de patiënt een claim kan indienen.

    - Maak duidelijk dat er alles aan gedaan zal worden om te voorkomen dat andere patiënten de dupe worden van dezelfde fout.

    - Informeer de patiënt nadien over maatregelen die naar aanleiding van de fout zijn getroffen.




     

    Reageer (1)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:2.7:Klachtrecht
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Klachtrecht

    Klachtrecht

     

     

     

    Wat houdt de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ) in?

    Deze wet bevat uitgangspunten waaraan alle klachtenprocedures van zorgverleners en hulpverleners moeten voldoen.

     

    Zo moeten zorgaanbieders volgens deze wet:

     

    Ø       een klachtenregeling hebben;

    Ø       een klachtencommissie instellen.

     

     

    Klachtencommissie

    Iedere hulpverlener en instelling moet een klachtencommissie hebben van tenminste drie leden.

    Vrij gevestigde hulpverleners moeten zich bij een klachtenregeling hebben aangesloten.

    Vaak is dit via een beroepsvereniging geregeld.

     

     

    Klachtenregeling

    De voorzitter van de klachtencommissie mag niet in dienst zijn bij de instelling, of voor de hulpverlener werken. De klachtencommissie moet haar werkwijze vastleggen in een reglement.

    Ook moet iedere zorginstelling een klachtenregeling opstellen en die onder de aandacht brengen van de cliënt. U leest daarin hoe u een klacht kunt indienen, en hoe uw klacht wordt behandeld.

     

      

    Klachtencommissies zijn op grond van de WKCZ verplicht om:

    ernstige klachten direct te melden bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), en niet eerst bij de zorgaanbieder;

    na te gaan wat een zorgaanbieder met een klacht doet;

    een jaarverslag te sturen aan de IGZ.

     

     

    Ondersteuning bij klacht

     

    De PVP voor ondersteuning en advies

    Een klacht met een hulpverlener bespreken is vaak moeilijk. Als u een klacht heeft vraag de pvp om advies en ondersteuning. De pvp is in dienst bij de landelijke Stichting Patiëntenvertrouwenspersoon en is onafhankelijk van de instelling. De pvp kan u informeren over de klachtenregeling en u helpen bij het indienen van een klacht, kan u helpen bij het schrijven van de brief. Hij/zij is een deskundige en bekijkt op welke wettelijke gronden uw klacht het best gebaseerd kan worden. Ook wanneer u gesepareerd bent, kunt u de pvp om advies vragen. Als het mogelijk is, kunt u de pvp zelf bellen, of een naastbetrokkene, medewerker van de afdeling of een medecliënt. Elders kunt u ondersteuning vragen bij de cliëntvertrouwenspersoon.

     

    Stichting Patiëntenvertrouwenspersoon

    F.C. Donderstraat 9, 3572 JA Utrecht

    tel 030 272 83 53/help desk 0900 444 88 88

    e-mail helpdesk@pvp.nl

     

     

    Zorgbelang Nederland

    Heeft u een klacht over de gezondheidszorg? Is er iets mis gegaan in de zorgverlening en u weet niet wat u moet doen? De afdeling informatie en klachtenopvang van uw Zorgbelangorganisatie kan u helpen. Zij bieden u informatie over de gezondheidszorg. Daarnaast adviseert en ondersteunt zij u kosteloos bij het indienen van uw klacht. 

     

    U kunt op verschillende manieren met de afdeling informatie en klachtenopvang in contact komen.

    Zo kunt u doormiddel van dit formulier uw klacht aan ons doorgeven.

     

          De Zorgbelangorganisatie in uw regio neemt dan contact met u op.

     

    Vindt u het prettiger om uw ervaring telefonisch door te geven? Dan kunt u uw ervaring ook telefonisch melden bij de afdeling informatie en klachtenopvang van de Zorgbelangorganisatie in uw buurt.

    Zoek de gegevens van uw Zorgbelangorganisatie of bel met 0900 - 243 70 70 (€ 0,10 per minuut). U wordt dan automatisch doorverbonden met de juiste Zorgbelangorganisatie.

    Meer informatie over de dienstverlening van de afdeling informatie en klachtenopvang vindt u bij informatie en klachtenopvang


    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:2.7:Klachtrecht
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ziektebeelden

     

    ADD

    ADHD


     

    Angststoornissen


    Bindingsangst

    Claustrofobie

    Gegeneraliseerde angststoornis

    Hoogtevrees

    Obsessief-compulsieve stoornis

    Paniekstoornis

    Pleinvrees

    Posttraumatische stress-stoornis (PTSS)

    Smetvrees

    Sociale fobie

    Somatoforme stoornissen 

    Somatisatie en hypochondrie

    Specifieke fobie

    Verlatingsangst




    Autismespectrum stoornissen

    Autistische stoornis

    Desintegratiestoornis van de kinderleeftijd

    Pervasive Developmental Disorders (PDD-NOS)

    De directe familie van PDD-NOS

    Stoornis van Asperger

    Stoornis van Rett

     

     

    Bipolaire stoornis

    Burnout

    CD en ODD

    Conduct disorder (CD)

    Oppositioneel-opstandige gedragsstoornis (ODD)

    Depressie

    Dissociatieve identiteitsstoornis (DIS)

    Dysthymie

     

     

    Eetstoornissen

    Anorexia Nervosa

    Boulimia Nervosa

    Binge Eating Disorder BED (eetbuistoornis)

    Orthorexia

     

     

    Persoonlijkheidsstoornissen

    Afhankelijke PS

    Antisociale PS 

    Borderline PS

    Dwangmatige PS

    Narcistische PS

    Ontwijkende PS

    Paranoïde PS

    Schizoïde PS

    Schizotypische PS            

    Theatrale PS         

     

     

    Premenstrueel Syndroom (PMS)

    Psychiatrische stoornissen in kraambed

    Schizofrenie

    Slaapstoornissen

    Verslaving




     

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (5 Stemmen)
    Categorie:1.6:Diagnose
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De psychiatrische diagnose volgens de DSM-IV-TR


    De psychiatrische diagnose volgens de DSM-IV-TR

     

     

     

    Bekwaam

    De diagnostische categorieën criteria en beschrijvingen kunnen alleen goed toegepast worden door diegenen die voldoende opleiding en ervaring hebben in het stellen van een psychiatrische diagnose.

    Het is van groot belang dat de DSM-IV niet op een mechanische wijze gebruikt wordt door onervaren en niet opgeleide personen. De diagnostische criteria zijn bedoeld als richtlijnen bij de beoordeling, en niet om gebruikt te worden als een soort kookboek. Een classificatie is alleen betrouwbaar te maken als de beoordelaar deze kan afwegen tegen zijn professionele ervaring.

     

    De DSM is gebaseerd op consensus van Amerikaanse psychiaters. Om de 5 à 10 jaar wordt tijdens een grote vergadering besloten of diagnoses worden gewijzigd, of verwijderd, of dat nieuwe diagnoses worden toegevoegd. Dat leidt dan weer tot een nieuwe versie van het handboek.

    In de gespecialiseerde GGZ in Nederland wordt de DSM in de dagelijkse praktijk ook vrijwel standaard gebruikt voor het stellen van diagnoses.

     

    Meerdere dimensies (assen)

    De stoornissen worden onderverdeel in meerdere dimensies, die in de DSM assen worden genoemd. Bij het stellen van de diagnose wordt per cliënt informatie verzameld op 5 assen:

     

    As I:  Klinische syndromen

    Hierbij gaat het om omschreven symptomen die in een bepaalde ernst en duur aanwezig moeten zijn. Alle stoornissen die tot nu toe zijn beschreven in het jaarboek behoren tot deze as.

     

    As II:  Persoonlijkheidsstoornissen

    Hierbij gaat het om stoornissen in de persoonlijkheid. Deze zijn nog niet uitgebreid aan de orde geweest in het jaarboek. Wel wordt naar persoonlijkheidsstoornissen verwezen in de subrubriek Comorbiditeit (het verschijnsel dat iemand aan meerdere chronische ziektes tegelijk lijdt).

     

    As III: Lichamelijke toestand

    Hier worden lichamelijke ziekten, aandoeningen of handicaps beschreven die van belang kunnen zijn voor de psychische stoornis en de behandeling. Dit wordt ook beschreven in subrubriek Comorbiditeit (het verschijnsel dat iemand aan meerdere chronische ziektes tegelijk lijdt).

     

    As IV: Psychosociale problemen

    Hier gaat het om negatieve levensgebeurtenissen, huisvestingsproblemen, economische problemen, studie- of werkproblemen, problemen in gezin of familie. Deze komen aan de orde in subrubriek

    Hoe vaak en bij wie.

     

    As V: Globale beoordeling van het functioneren

    Het functioneren op verschillende levensgebieden wordt globaal beoordeeld met 1 cijfer.

    De hoofdstukindeling van het jaarboek is gebaseerd op de eerste 2 assen. De informatie die valt onder de overige assen wordt verspreid over de hoofdstukken beschreven.

     

    Categoriaal en niet dimensionaal

    De DSM is vooral categoriaal opgebouwd: de diagnoses worden opgevat als elkaar uitsluitende catgorieën. Voordeel is dat over categorieën eenvoudig te communiceren is. Nadeel is dat de psychische problemen minder genuanceerd en gedetailleerd beschreven worden, dan mogelijk zou zijn in een dimensioneel systeem.

    Probleem van de categoriale benadering is dat veel cliënten in de praktijk niet voldoen aan de strenge criteria van de verschillende stoornissen. Daarom zijn veel diagnoses in de DSM-IV veel globaler omschreven: mensen hoeven slechts aan een beperkt aantal van een lange lijst met symptomen te voldoen om de diagnose te kunnen krijgen. Dat betekent dat 2 mensen met volstrekt verschillende symptomen wel dezelfde diagnose kunnen krijgen. Anders gezegd: de diagnoses zijn vrij breed omschreven, en bevatten vaak verschillende subtypen.

    Voor mensen die onder geen enkele diagnose vallen, zijn er restcategorieën gemaakt.

    Deze zijn te herkennen aan de toevoeging NOS (Not Otherwise Specified), of in het Nederlands NAO (Niet Anderszins Omschreven).

     

    Overlap en bijkomende stoornissen (comorbiditeit)

    Door het assensysteem in de DSM is het mogelijk dat iemand als diagnose zowel een as I als een as II stoornis krijgt. Voor meerdere stoornissen op as I is minder ruimte in de DSM. In de praktijk levert dat problemen op, omdat bijvoorbeeld angststoornissen vaak samenhangen met alcoholmisbruik en afhankelijkheid. Voor de behandeling van mensen met zo'n dubbele diagnose is het stellen van beide diagnoses van groot belang.

    De categoriale indeling van de DSM - en daarmee de hoofdstukindeling in dit jaarboek - suggereert dat de as I stoornissen elkaar uitsluiten. In werkelijkheid zijn bijkomende stoornissen eerder regel dan uitzondering. Om die reden wordt in subrubriek Comorbiditeit van ieder hoofdstuk aandacht besteed aan bijkomende psychische stoornissen (zowel op as I als as II) en lichamelijke aandoeningen (as III).

     

     

    Onderzoek Trimbos-Instituut naar zogenoemde ‘voordeuren’ van GGZ

     

    Uit dit onderzoek komt naar voren dat de protocollen vaak per instelling verschillen

    Een algemeen gegeven is wel het door veld en overheid in 1997 vastgestelde ‘modelprotocol’ Indicatiestelling in de GGZ. Dit protocol maakt onderscheid tussen langdurende zorg op basis van een meervoudige hulpvraag (traject II) en kortdurende zorg (traject I).

    De Trimbos-studie naar de voordeuren van de GGZ geeft aan dat de meeste instellingen de indicatiestelling volgens het eerdergenoemde ‘modelprotocol’ hebben gerealiseerd. Dat wil zeggen dat er een multidisciplinair ‘voordeurteam’ is gevormd dat de hulpvraag in ontvangst neemt.

    Hierna volgt een intakegesprek met de hulpvrager door een lid van het voordeurteam, waarbij onder meer de diagnose wordt gesteld. (We hopen dat het hier gaat om een mogelijk voorlopige diagnose)

    De voordeurteams zijn multidisciplinair en bestaan meestal uit psychiater en psychotherapeut, soms aangevuld met psycholoog en sociaal psychiatrisch verpleegkundige. De hulpverleners in het voordeurteam zijn meestal tevens werkzaam in een behandelteam.

    Zelfstandig gevestigde psychiaters, psychologen en psychotherapeuten zullen naar hen verwezen patiënten zelf diagnosticeren. Het Trimbosonderzoek geeft aan dat zij dit bijna steeds doen in één of meer face to face intakegesprekken.

    Voor het stellen van de diagnose kan zowel bij vrijgevestigde therapeuten als in instellingen gebruik worden gemaakt van interviewinstrumenten. Over de mate waarin dit het geval is, zijn geen gegevens voorhanden.

     

    Twijfelt u aan de diagnose of aan de voorgestelde behandeling, dan kan dat aanleiding zijn voor een zogenaamde second opinion. Dit betekent dat u een tweede hulpverlener vraagt om een mening over de diagnose.

     


     

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (4 Stemmen)
    Categorie:1.6:Diagnose
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het stellen van een diagnose


    Diagnose

     

     

     

     

    Bij psychische problemen is niet altijd snel of eenvoudig vast te stellen wat iemand heeft.

    Een diagnose wordt te vaak zonder deugdelijk psychologisch en psychiatrisch onderzoek gesteld. Bij het stellen van een diagnose is het van belang dat de cliënt en zijn omgeving zo veel mogelijk informatie geven. Kleine details kunnen van belang zijn.

     

    Een voorlopige diagnose kan in de meeste gevallen binnen drie maanden gesteld worden.

    Dit is van belang, omdat een goede behandeling altijd gebaseerd is op een (eventueel voorlopige) diagnose. In sommige gevallen kan het (maximaal) een half jaar duren voor een diagnose met zekerheid kan worden gesteld en dan nog kan ze later worden bijgesteld. Veel familieleden en cliënten hechten sterk aan een diagnose, omdat het houvast geeft. Toch kan men, juist voor hen, het belang ervan ook relativeren.

     

    Het is immers het belangrijkst hoe het met de cliënt gaat

    Als het goed gaat en hij reageert goed op de behandeling, dan heeft het etiketje veel minder waarde. Bijvoorbeeld een depressie bij ouderen. Veel ouderen rouwen om verloren vrienden of ze zijn eenzaam.

    Bij complexe problemen zoals borderline of manisch - depressieve stoornis is het stellen van een diagnose een taak voor soms meerdere specialisten en kost het tijd.

    De keuze van de behandeling en de effectiviteit van de ingezette behandeling moet tussentijds worden geëvalueerd.

     

    Hoe betrouwbaar en geldig is een psychiatrische diagnose?

    Als iemand met een titel een witte jas aan heeft betekend dat niet dat hij altijd gelijk heeft.

    Een psychiatrische diagnose is niet te bewijzen met objectief onderzoek dmv. een hersenscan, röntgenfoto, urinetest, of welk lichamelijk of psychologisch onderzoek dan ook.  Het simuleren van diagnosen is dan ook niet moeilijk. Dat betekent dat op grond van een diagnose vrijwel niets te voorspellen valt over prognose of aangewezen therapie. Gaandeweg de behandeling is het niet ongewoon dat een cliënt meerdere verschillende diagnosen krijgt. Een belastend stempel wordt dan vervangen door een gunstiger etiket bv: eerst heb je een persoonlijkheidsstoornis, gaat het op den duur beter dan is het bv. ineens een stemmingsstoornis etc.

     

    Het beste voor de cliënt is in een gelijkwaardige relatie; een aangenomen veronderstelling die leidt tot een gezamenlijke zoektocht naar een diagnose en behandeling, in plaats van iets dat eenzijdig wordt opgelegd. Een psychiatrische diagnose is zeer belastend voor de cliënt en vaak negatief beladen. Hulpverleners moeten ook zeker oog hebben voor de bijwerkingen van een diagnose zoals bv. verliesverwerking.

    Een diagnose verwijst altijd naar een individuele afwijking, ongeacht de, mede mogelijk oorzakelijke, problemen ook in de omgeving. Arbeidsproblemen, relatieproblemen, verliesverwerking of trauma worden gemakkelijk over het hoofd gezien als men alleen maar bv. de stemming van de depressieve ‘cliënt’ behandelt. Dan worden problemen, uit het verleden en heden, in de omgeving van de cliënt vertaald in een medische diagnose en worden medisch behandeld. Een diagnose is vaak te vermijden bij vrijgevestigde psychologen en het algemeen maatschappelijk werk. Tegenwoordig kunt u met een Persoongebonden Budget (PGB) een begeleider inhuren op uw eigen voorwaarden.

    Een voorwaarde kan dan zijn dat diagnose achterwege blijft.

     

    Psychische klachten met een lichamelijke oorzaak

    De meeste psychische klachten worden veroorzaakt door ingrijpende gebeurtenissen of psychische ziektes. Een klein percentage van de psychische klachten heeft een puur lichamelijke oorzaak. Een tumor in de hersenen kan bijvoorbeeld een depressie veroorzaken; na een auto-ongeluk met hersenletsel kan een karakterverandering optreden.

    Een lichamelijke oorzaak van psychische klachten is niet altijd meteen te achterhalen.

    Om het verband vast te stellen is uitgebreid onderzoek nodig.

     

    Diagnostiek is geen eenmalige vaststelling 

    Wat er met een patiënt aan de hand is, is een zich herhalende activiteit, die steeds nieuwe informatie op kan leveren. Dit kan leiden tot een aanpassing of bijstelling van een eerder opgestelde werkhypothese en van een eerder geformuleerd behandelplan.

     

    Het is belangrijk dat het contact met de cliënt plaats vindt in een open sfeer. Daarmee wordt de cliënt op zijn gemak gesteld, zodat de noodzakelijke, soms ook pijnlijke informatie kan worden verzameld. De diagnostische evaluatie moet per individu op maat worden gesneden, rekening houdend met persoonlijke ontwikkeling (biografie), culturele achtergrond, etniciteit, gender, seksuele oriëntatie, familie- of gezinsstructuur, religiositeit en spiritualiteit, sociale klasse, en met de fysieke en sociale omgeving. Ook verdient het aanbeveling waar mogelijk gezins- of familieleden, of andere belangrijke anderen, bij de diagnostiek te betrekken. Ten eerste in verband met het verkrijgen van gegevens met betrekking tot de voorgeschiedenis, en ten tweede om een beeld te krijgen van hun ervaringen (positieve en negatieve) met de cliënt in het recente verleden. 

     

     

    Psychische klachten grijpen vaak sterk in het dage­lijks leven in en kunnen het zelfvertrouwen van cliënten sterk onder­mijnen. Door onbegrip en door eigen of andermans schaamte over de klachten, zullen cliënten hun klachten, en met name hun suïcidale klachten, vaak niet uiten.

     

    De herkenning van klachten door hulpverleners is in de ogen van cliënten vaak een probleem. Hulpverleners hebben soms moeite met het duiden van de klachten, vooral als cliënten deze niet volgens de boek­jes presenteren of zelf geen inzicht hebben in hun problemen. Voor cliënten is het belangrijk dat hulpverleners meer doorvragen naar klachten en de gevolgen, en initiatief nemen om iets aan de klachten te (laten) doen.

     

     

    Tijdens de diagnostische fase is het belangrijk dat

    • Cliënten hun eigen verhaal kunnen vertellen en er niet uitsluitend naar klachten en symptomen wordt gekeken; de gevolgen van de klachten voor verscheidene levensgebieden, zoals werk en relatie, besproken worden.                                           
    • De diagnose gedeeld wordt door de cliënt en de hulpverlener. Hiervoor is het nodig dat de diagnose duidelijk wordt verteld en toegelicht en dat men uitgelegd krijgt welke klachten er allemaal bij kunnen horen. Verder is het belangrijk dat de cliënt zelf kan vertellen wat zijn beeld van een diagnose is;
    • Bij een verschil van mening over de diagnose ieders visie ter tafel komt en dat daaruit toch gezamenlijke afspraken voortkomen.
    • Cliënten de diagnose kunnen toetsen door middel van bijvoorbeeld een second opinion of contact met lotgenoten­organisaties of door objectieve voorlichting over de stoornis.

     

     

    Als er in de ogen van hulpverleners sprake is van een diagnose dan moet dit expliciet met de cliënt besproken worden. Het stellen van de diagnose en het praten over de diagnose kan een belangrijke eerste stap zijn in de opbouw van een goede werkrelatie van cliënt en hulpverlener.

    Zij dienen cliënten als de diagnose gesteld is, te wijzen op het bestaan van lotgenotenorganisaties en cliëntenverenigingen.

     

     

    Hulpverleners kunnen cliënten ondersteunen door aandacht te schenken aan de individuele beleving van de problemen, door begrip te tonen voor de door cliënten ervaren lijdensdruk en door onzekerheid over de juistheid van de hulpvraag weg te nemen. Zij moeten alert zijn op signalen van cliënten en doorvragen naar aanwezige doodswensen - ook na de intake



     

    Reageer (1)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (7 Stemmen)
    Categorie:1.6:Diagnose
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Behandelplan / Begeleidingsplan

    Het Behandelplan / Begeleidingsplan

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Samen Deskundig

    Samen werken aan Herstel

     

     

     

     

    U bent doorverwezen naar een vrijgevestigde hulpverlener of een instelling voor de Geestelijke Gezondheidszorg (GGz).

    Tijdens één of meerdere intakegesprekken bespreekt u met een behandelaar de (mogelijke) diagnose, die na  psychologisch / psychiatrisch onderzoek gesteld is en de behandeling of begeleiding die u nodig heeft . Het is belangrijk dat duidelijk wordt wat uw probleem is. 

    Een diagnose kan gesteld worden door een psychiater, en/of een ervaren psycholoog. Niet door een arts-asistent (arts in opleiding tot psychiater) of door basisartsen, deze zijn niet gespecialiseerd, zij hebben alleen de medicijnenstudie afgerond.

     

    Belangrijk is dat de hulpvraag duidelijk wordt en het hulpaanbod.

    Ter voorkoming van een langdurige en moeizame weg of erger nog, een levenslange ggz-problematiek met langdurige maatschappelijke uitschakeling als gevolg.

    Vervolgens hoe dit het beste kan worden aangepakt, en aan welke behandeldoelen er gezamenlijk gewerkt wordt. De afspraken die hierover gemaakt worden zullen voor u worden vastgelegd in een behandelplan, volgens de Wet Geneeskundige Behandel Overeenkomst (WGBO) 


    Behandelplan?

    Het komt regelmatig voor dat cliënten niet weten of ze een behandelplan / begeleidingsplan hebben, terwijl dit de start is van de behandeling.

    De hulpverlener heeft dan zelf een behandelplan opgesteld, waarvan hij denkt dat de problemen zijn (diagnose), of er is helemaal geen behandelplan.

    Vraag de hulpverlener om samen met u een behandelplan op te stellen, zie dit niet als een gunst van de hulpverlener maar als een wettelijk recht van de cliënt.

    Een behandelplan geeft u meer zicht op uw eigen situatie en de behandeling. Als verbetering van uw situatie uitblijft kan de behandeling ook eerder aangepast of gewijzigd worden.

     

     

    Samen met uw behandelaar gaat u dit plan opstellen

    Als u samen de juiste invulling hiervan hebt gevonden kan het plan ondertekend worden.

    U krijgt hiervan een kopie. Zo wordt het plan een overeenkomst tussen u beiden.

    U kunt altijd nog terugkomen op uw instemming of wijzigingen aanbrengen als dat nodig is.

    Om een goede samenwerking te bevorderen rondom het behandelplan kunt u deze handleiding als hulpmiddel gebruiken om samen met uw behandelaar de behandeling vorm te geven.

     

    Maak gerust aantekeningen

    U kunt bij ieder contact aantekeningen maken als u dat wenst. Noteer in ieder geval de afspraken die gemaakt worden.

     

     

    Belangrijk voor het Behandelplan

    Niet alleen de diagnose is doel van de behandeling, ook het sociaal maatschappelijk functioneren is van belang. Dit voorkomt dat stabilisatie niet het doel is maar dat rehabilitatie het einddoel is van de behandeling.

     

    Gezondheid is niet alleen de afwezigheid van ziekte,

    maar een toestand van lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welbevinden.

     

     

     

    Lichamelijke functioneren

    Lichamelijk functioneren: fysieke gesteldheid en zelfzorg

     

     

    Psychisch functioneren

    Psychische klachten, eventueel psychiatrisch ziektebeeld en/of verslavingsgedrag

     

     

    Sociaal functioneren

    Relatie binnen de omgeving waaronder gezin, familie, maatschappelijk gedrag en/of justitie

     

    Dagbesteding

    werk, hobby's, studie, activiteiten

     

     

    Huisvesting

    huidige woonsituatie

     

     

    Financiën

    financiële situatie zoals inkomsten, uitgaven, schulden, bestedingspatroon

     

     

    Zingeving

    datgene wat motiveert om te leven, bv. een levens- of geloofsovertuiging

     

     

    Hulpvraag

    Waar hebt u naar aanleiding van deze klachten behoefte aan.

    Wat verwacht u daarbij van de behandelaar. Psychologische test?

     

     

    Doel

    Wat wilt u bereiken, nu en in de nabije toekomst?

     

     

    Middelen

    Hebt u een idee hoe u uw doel zou kunnen bereiken?

    Denk hierbij vooral ook aan de dingen waar u goed in bent.

    Waar denkt u uw sterke kanten in te kunnen zetten in dit behandelproces?

     

      

    Het voorgaande zal in het eerstvolgende gesprek met uw behandelaar aan bod komen.

    Hierdoor krijgt u samen ideeën waaraan gewerkt moet worden.

                                     

    Wat zijn de behandelmogelijkheden

    De mogelijkheden voor uw behandeling worden door de behandelaar uitgelegd en beschreven in een folder uitgereikt.

     

    Ø       Keuze man / vrouw

    Ø       Individuele therapie 

    Ø       Deeltijdtherapie (in groepsverband)

    Ø       Beeldende, creatieve therapie  

    Ø       Ergotherapie

    Ø       Psychiater

    Ø       Psycholoog

    Ø       Psychotherapeut

    Ø       Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige SPV

             etc.

     

     

    U heeft recht op deskundige hulp

    Het komt regelmatig voor in GGZ instellingen dat u bij ambulante hulp, individuele hulp of in groepstherapie, niet de hulp krijgt van de daarvoor bevoegde psychotherapeuten maar van daarin niet gespecialiseerde verpleegkundigen.

    Het behoeft geen uitleg dat deze begeleiding ten koste gaat van uw welzijn & herstel en van de kwaliteit van verantwoorde zorg. Informeer hiernaar voor u aan de behandeling begint, of tijdens uw behandeling.

     

     

    Keuzes maken

    Samen met de behandelaar maakt u een keuze uit de mogelijkheden.

    Zo kunt u samen komen tot een passend behandeladvies.

    U kunt natuurlijk om bedenktijd vragen of met anderen overleggen voor u beslist.

    Vraag dan uw behandelaar naar internetsites, lotgenotencontact of cliëntenorganisaties.

    U kunt ook een second opinion (tweede mening) aan een andere dan uw eigen behandelaar vragen.

    Als het contact naar uw mening niet goed verloopt breng dat dan gerust ter sprake, het kan het verloop van uw behandeling ten goede komen als u dit tijdig aangeeft. Dit komt vaker voor, samen kan dan gezocht worden naar een oplossing.

     

    Afspraken

    Samen bent u nu gekomen tot een keuze hoe verder te werken aan de doelen zoals u die in eerst instantie zelf hebt omschreven en zoals deze nu zijn geformuleerd.

    Deze afspraken komen terug in uw behandelplan in de vorm van de volgende punten:

     

     

    Doel(en) op korte termijn

     

     

    Doel(en) op lange termijn

     

      

    Hoe deze doelen te bereiken

     

      

    Wie doet wat

     

      

    Hoe vindt de behandeling plaats en hoe vaak

     

     

    Eventueel medicijnen, dosering (bij)werking, bijsluiter

    Kan ik dit medicijn gebruiken samen met andere medicijnen die ik al heb?

     

    Naam

    Dosis

    Dosering

     

    Wanneer u beiden tot overeenstemming bent gekomen wordt het behandelplan ondertekend.

    U krijgt hiervan een kopie. Hierdoor kunnen we nu spreken van een overeenkomst.

    De afspraken liggen voor beiden vast maar u kunt altijd nog wijzigingen aanbrengen.

    Nu moeten er afspraken gemaakt worden wanneer er contact tussen u beiden zal zijn en wanneer er geëvalueerd wordt over het proces en de doelen.

     

     

    Frequentie individuele contacten

    Eindverantwoordelijke psychiater dr. ......................, .... x per .........

    Behandelaar ................. functie .........................., .... x per .........

     

     

    Termijn en data voor evaluatie

    1 x per .........

    dd: ..............

     

     

     

    Behandelplan   datum:

     

     

    Klachten:

     

    Doelen op korte termijn:

     

    Doelen op lange termijn:

     

    Behandeling:

     

    Medicijnen:

     

    Frequentie behandeling:

     

    Evaluaties:

     

    Bereikte doelen:

     

    Nazorg:

     

     

     

    Nazorg

    In de nazorg biedt de behandelaar u, indien gewenst, begeleiding in de maatschappij zodat terugval, preventie van problemen en nieuwe hulpvragen worden gesignaleerd.

    De behandelaar informeert u over de keuzemogelijkheden aan nazorg. U krijgt de ruimte om uw wensen en verwachtingen over nazorg aan de behandelaar kenbaar te maken.

    Er worden heldere afspraken gemaakt tussen u en de behandelaar.

     

    Afspraken over nazorg

     

     

     

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:1.9:Behandelplan
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Beroepscodes

    Beroepscodes

     

     

     

     

    (van Dale: Geheel van ongeschreven regels waaraan de beroepsbeoefenaar zich moet houden bij de uitoefening van zijn beroep.) 

     

     

    Een beroepscode is een samenhangend geheel van principes en regels met betrekking tot de uitoefening van het beroep. Een bekend voorbeeld van een beroepscode is de eed van Hippocrates die medici afleggen wanneer ze hun beroep gaan uitoefenen:

     

    Ik zal mijn vermogens gebruiken om zieken naar beste weten en oordeel te helpen; ik zal me onthouden van het schaden en tekort doen van wie ook. Wat ik zie en hoor, hetzij beroepshalve of persoonlijk, en wat niet verder mag worden verteld zal ik geheim houden en aan niemand meedelen.

     

     

    Ethiek en Beroepshouding in de zorg

     

     

    Beroepsethiek

     

     

    Beroepsethiek is een tak van de ethiek of moraalfilosofie en heeft betrekking op de algemeen aanvaarde norm voor het professioneel handelen.

     

     

    Formele en informele beroepsethiek

    Ethiek gaat over plichten, of over wat je behoort te doen, en bestaan uit principes en regels die je nodig hebt om goed en kwaad van elkaar te kunnen onderscheiden. Je kunt in de beroepsethiek een onderscheid maken tussen een formele beroepsethiek middels de beroepscode zoals de wet en formele uitspraken waarin de waarden en doelen van het beroep zijn vastgelegd. Deze beroepscode beschrijft bijvoorbeeld wat er van de professionele zorgverlening mag worden verwacht en helpt de verzorgende en verplegende bij het nemen van ethisch verantwoorde beslissingen.

     

    Anderzijds is er ook een informele beroepsethiek, deze bestaat uit ongeschreven regels voor het beroepsmatig handelen. Ze zijn algemeen aanvaard en komen bijvoorbeeld tot uiting in het handelen van de zorgverlener. Door het goedkeuren of afkeuren van collega’s wordt duidelijk wat er van de ander ‘verwacht’ wordt en deze regels nageleefd worden. Men kan bij deze ongeschreven regels dingen bedenken als dat men vaardig blijft ook na diplomering, dat de zorgvrager op de eerste plaats komt, over machtsverhoudingen onderling en in relatie tot zorgvrager en zorgverlener en over loyaliteit jegens elkaar en tot slot over je (professionele) houding naar collegae en zorgvragers.

     

    De informele beroepsethiek kan eigen gemaakt worden op twee manieren, namelijk door zelfkennis en praktische kennis van zaken. De eerste, zelfkennis heeft te maken met openstaan voor jezelf, inzicht hebben in innerlijke processen en de mogelijkheid aangrijpen tot zelf ontplooiing te komen. Kennis van zaken opdoen doe je op door middel van intuïtie, oppikken van traditie, autoriteit en door ervaring.

     

    Uit Wikipedia

     

     

    Beroepscodes:

     

    Psychiater

     

    Psycholoog

     

    Psychotherapeut

     

    Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundigen

     

    Verpleegkundigen en Verzorgenden

     


     

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:3.6:Beroepscodes
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector

    HKZ - Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector

     

     

     

     

    De organisatie HKZ

    De stichting Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector (HKZ) is in 1994 opgericht. Initiatiefnemers waren de brancheorganisaties van patiënten/consumenten, zorgaanbieders en zorgverzekeraars. De drie partijen besloten hiertoe tijdens de Leidschendamconferentie van 1990. Daar stelden ze gezamenlijk de noodzaak vast van samenhangend kwaliteitsbeleid en kwaliteitsborging in de zorg.

     

    De Kwaliteitswet Zorginstellingen verplicht instellingen om 'verantwoorde zorg' te leveren. HKZ zorgt ervoor dat kwaliteit genormeerd en toetsbaar wordt. En stelt zorginstellingen daarmee in staat om hun aanbod voortdurend te verbeteren.

    Het doel van HKZ is harmonisatie van kwaliteitsbeoordeling in zorg en welzijn. Opdat kwaliteit in de verschillende sectoren op dezelfde manier beoordeeld wordt.

    Optimale transparantie van kwaliteit kan bereikt worden door certificatie. HKZ ontwikkelt daar samen met de belanghebbende partijen de normen voor. Er zijn normenstelsels (certificatieschema's) ontwikkeld voor diverse sectoren in zorg en welzijn.

    De certificatieschema's hebben allemaal dezelfde basis: het HKZ Harmonisatiemodel.

    Het cliëntperspectief staat in dit model principieel centraal.

     

    Het HKZ Keurmerk

    Het HKZ Keurmerk heeft betrekking op het kwaliteitsmanagementsysteem van de organisatie. Zo'n systeem heeft een organisatie nodig om kwaliteit goed te kunnen managen. Het HKZ keurmerk maakt zichtbaar dat het kwaliteitsmanagementsysteem voldoet aan eisen die vanuit de sector zelf, door financiers, patiënten/consumenten en de overheid worden gesteld. Dit is vastgesteld door een onafhankelijke certificatie-instelling.

    Het keurmerk biedt een basisgarantie voor kwaliteit. De gecertificeerde instelling heeft het werk zodanig georganiseerd, dat aan alle voorwaarden is voldaan om optimale zorg te kunnen leveren. Het perspectief van de cliënt is daarbij altijd het vertrekpunt.

    Het HKZ Keurmerk betekent dat een organisatie:

    - De zaken intern goed op orde heeft

    - De klant principieel centraal stelt

    - Betrouwbare resultaten kan presenteren

    - Voortdurend werkt aan het verbeteren van de zorg- en dienstverlening

     

    De HKZ-systematiek is bijzonder in de volgende opzichten:

    • Een samenhangende benadering: alle processen in de zorgorganisatie zijn in hun samenhang genormeerd, met de nadruk op het primaire proces. De effectiviteit van de totale organisatie wordt dus beoordeeld bij certificatie.

    • Een breed draagvlak: HKZ-normen worden ontwikkeld door de belanghebbende partijen zelf. Daardoor beschikken de normen over een breed draagvlak.

    • Openbaarheid: De HKZ-normen zijn openbaar en worden regelmatig geactualiseerd.

    • Normontwikkeling en toetsing vinden strikt gescheiden plaats en staan beide onder formeel toezicht (RvA)

    • Toetsing voor het HKZ keurmerk is geen momentopname. Om het certificaat te behouden, laat een instelling zich jaarlijks extern en onafhankelijk toetsen.

     

    HKZ-normen

    Kwaliteit is geen toeval, maar een beredeneerd, georganiseerd en beheerst resultaat. Het is het vermogen om aan de verwachtingen en behoeften van de cliënten te voldoen.

    Een kwaliteitsmanagementsysteem is een hulpmiddel voor het management om processen te beheersen en om de kwaliteit van een organisatie op systematische wijze te sturen. Het doel is de kwaliteit van de zorgverlening te verbeteren (met als gevolg tevreden klanten) én ook de interne organisatie. De eigen processen van de organisatie zijn hierbij het uitgangspunt.

     

    HKZ-normen

    Om het HKZ Keurmerk te verkrijgen moet het kwaliteitsmanagementsysteem voldoen aan de

    HKZ-normen. Deze normen hebben de internationaal erkende ISO 9001:2000-normen als basis en omvatten daarnaast branchespecifieke eisen. Iedere branche heeft een eigen set normen (certificatieschema). De HKZ-normen hebben betrekking op zowel de kwaliteit van het zorgproces als op de organisatorische kwaliteit. Ze stellen eisen aan het primaire proces: intake/indicatie, de uitvoering van de diensten en evaluatie/nazorg. Daarnaast moeten ook de ondersteunende processen, zoals personeelsbeleid, diensten door derden, et cetera aan specifieke eisen voldoen. Het Harmonisatiemodel wordt bij de invulling van de normen als uitgangspunt genomen.

     

    Cliëntveiligheid

    HKZ vindt dat cliëntveiligheid een integraal onderdeel behoort te zijn van kwaliteit. Echter, niet iedere organisatie heeft een werkend kwaliteitsmanagementsysteem. Daarom ontwikkelt HKZ, mede op verzoek van de Inspectie en VWS, een aparte norm voor het toetsen van een veiligheidsmanagementsysteem. Deze norm richt zich op het in kaart brengen van de risico’s in de processen van zorg- en dienstverlening én op individueel cliëntniveau en op het reduceren van deze risico’s. De voor de ziekenhuizen ontwikkelde NTA (Nederlands Technische Afspraak) vormt input voor de norm.

    Cliëntveiligheid kan in de toekomst apart gecertificeerd te worden. Daarnaast wordt cliëntveiligheid met de vernieuwde norm onderdeel van (opstap)certificatie van het kwaliteitsmanagementsysteem.

     

    Hoe gaat certificatie in z’n werk?

    Certificatie is tweeledig.Ten eerste wordt nagegaan wat er in de organisatie is afgesproken en hoe het mogelijk wordt gemaakt dat iedereen de afspraken kan nakomen (bijvoorbeeld door middel van werkinstructies/procedures en opleiding/training).

    Ten tweede wordt gecheckt (o.a. door steekproeven in dossiers en interviews met uitvoerende medewerkers) of de afspraken ook worden nagekomen.

    Certificatie vereist dus een gedocumenteerd en geïmplementeerd kwaliteitsmanagementsysteem. De organisatie mag (behalve op kritische onderdelen) verbeterpunten hebben.

    Bij goedkeuring wordt een certificaat afgegeven dat drie jaar geldig is. Tussentijds wordt de organisatie minimaal jaarlijks getoetst. Daarbij moet men aantonen dat het kwaliteitssysteem onderhouden en verbeterd wordt.

     

    Is certificatie verplicht?

    Wettelijk gezien niet. De Kwaliteitswet Zorginstellingen stelt wel het hebben van een kwaliteitssysteem verplicht. Daarin moeten de resultaten van overleg met alle belanghebbenden tot uiting komen.

    De laatste jaren signaleert HKZ de trend dat de Inspectie en de zorgverzekeraars meer waarde aan het HKZ-keurmerk gaan hechten.

    Biedt het HKZ-keurmerk een garantie voor goede zorg?

    Het keurmerk biedt een basisgarantie voor kwaliteit. De gecertificeerde instelling heeft het werk zodanig georganiseerd, dat aan alle voorwaarden is voldaan om optimale zorg te kunnen leveren. Het perspectief van de cliënt is daarbij altijd het vertrekpunt.

     

    Wat levert een certificaat de zorginstelling op?

    Uit onafhankelijk onderzoek blijkt dat gecertificeerde instellingen veel profijt hebben van hun certificaat. Het levert hun waardering op van verzekeraars, patiënten-/consumentenorganisaties en samenwerkingspartners. Sommige verzekeraars werken zelfs al met een preferred providership voor gecertificeerde organisaties.

    De gecertificeerde organisatie wordt transparanter en werkt efficiënter. Cliënten worden helder en tijdig geïnformeerd. Hun wensen en behoeften zijn goed in beeld. Medewerkers zijn goed opgeleid en gemotiveerd voor hun werk. Fouten worden sneller ontdekt en beter voorkomen.

    De instelling kan zich met een certificaat positief onderscheiden in een markt waarin zich steeds meer nieuwe aanbieders aandienen. Naar de overheid toe kan men met het certificaat aantonen dat iwordt voldaan aan de wettelijke verplichting om 'verantwoorde zorg' te leveren. Tevens voldoet men aan de internationale standaard ISO-9001.



     

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:3.5:HKZ
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cliëntenbelangenorganisaties

    Cliëntenbelangenorganisaties

     

     

     

     

    Landelijk Platform GGz

     

    Dé koepel in de ggz

     

    Het Landelijk Platform GGz is een koepel van 20 cliënten- en familieorganisaties in de geestelijke gezondheidszorg. Het Platform behartigt de belangen van alle mensen, jong en oud, met psychische problemen en hun familie.

    Lees verder

     

     

     

    Zorgbelang Nederland

     

    Wat doen ze?

    Bij een Zorgbelangorganisatie zijn gemiddeld 80 tot 400 patiënten- en consumentenorganisaties per regio aangesloten. Om goed op de hoogte te zijn van de wensen, vragen en klachten van burgers onderhoudt een Zorgbelangorganisatie intensief contact met die lidorganisaties. Ook richt zij zich rechtstreeks tot de regionale patiënten en consumenten door bijvoorbeeld meldweken rond een bepaald thema te organiseren.

     

    Taken

    Zorgbelangorganisaties zijn actief binnen zorg en welzijn.

    Het takenpakket van een Zorgbelangorganisatie bestaat uit de volgende onderdelen:

    • belangenbehartiging en beïnvloeding van zorg- en welzijnsbeleid
    • het geven van informatie en voorlichting aan burgers over de zorg en het zorgaanbod in de regio
    • het registreren van klachten en het bieden van ondersteuning bij klachtmeldingen
    • bevordering van de kwaliteit van zorg door het doen van onderzoek en het maken van verbeterafspraken.
    • ondersteunen van lidorganisaties bij verschillende activiteiten, zoals bijvoorbeeld het organiseren van bijeenkomsten en cursussen.

    Zorgbelangorganisaties zijn opgericht om de samenhang tussen alle zorg- en welzijnsvoorzieningen in de regio te bevorderen.

    Zij doen dat namens alle burgers. Daarnaast geven ze informatie over het regionale zorgaanbod.

    Door hun werkzaamheden wordt bewerkstelligd dat mensen, ondanks ziekte, ouderdom of handicap, goede keuzes kunnen maken over noodzakelijke zorg.

     

    Zo zijn er ook in iedere provincie cliënten belangenbureaus, platforms, bonden etc.

    Ze hebben allemaal gemeen dat ze opkomen voor de belangen van de cliënt in de geestelijke gezondheidszorg, de maatschappelijke opvang en de verslavingszorg, en anderen die daar op een of andere manier bij betrokkenen zijn. Ook werken zij aan vernieuwing van de zorg en verbetering van participatie van cliënten in de zorg, opvang en samenleving.

    Je kunt er met al je vragen en problemen terecht.

     

     

     

    Ervaringen van patiënten zijn een goudmijn

     

    Stille kennis moet beter benut worden

     

    Onder de achterban van patiënten- en cliëntenorganisaties bestaat een grote stille kennis over de gezondheidszorg, ook op het gebied van de ggz. Als artsen, zorgverzekeraars en overheid die kennis beter benutten, wordt zorg beter en misschien ook wel goedkoper. Deze conclusie komt naar voren uit een groot onderzoek dat het Julius Centrum van het UMC deed naar de maatschappelijke meerwaarde van patiënten- en gehandicaptenorganisaties in Nederland die van het Fonds PGO overheidssubsidie ontvangen.

     

    Stille kennis benutten

    De uitdaging is om de ‘stille kennis’ manifest te maken zodat de cliëntenorganisaties daarmee de boer op kunnen; bij artsenorganisaties om professionele zorgstandaarden te formuleren, bij zorgverzekeraars om de zorginkoop te beïnvloeden, bij politici om wetgeving aan te passen en bij de media om aandacht van het grote publiek te vragen.

     

    Rendement

    Het rendement van cliëntenorganisaties is hoog; tezamen bereiken zij via websites en folders bijna 9,7 miljoen leden en niet-leden (cijfers 2005). Er is echter nog steeds een grote stille kennis aanwezig die door beleidsmakers onvoldoende benut wordt. Bovendien leeft bij alle partijen (cliëntenorganisaties, beleidsmakers, zorgaanbieders én zorgverzekeraars) de wens om van de koepels van cliëntenorganisaties een stevige derde partij te maken. Daarvoor moeten deze organisaties hun werkwijze professionaliseren, zo luidt een aanbeveling in het onderzoeksrapport. En daarvoor is meer overheidssubsidie nodig, vooral op structurele basis.

     

    In het onderzoek is de ggz-cliëntenbeweging meegewogen. Zo hebben o.a. Anoiksis, Balans, VMBD, Impuls en Pandora meegewerkt. Het rapport werd op 28 mei j.l. door onderzoeksleider Guus Schrijvers overhandigd aan de voorzitter van het Fonds PGO, drs. Ferdinand Clevers

     

    Bron: Platform ggz



     

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:3.4:Cliëntenbelangen Organisaties
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cursus - Opleiding - Baan (ex)Cliënt

    Cursus - Opleiding - Baan

     

     

     

     

    Het beroep ERVARINGSDESKUNDIGE

     

    Instellingen ontwikkelen steeds meer inzicht in het belang van het inzetten van ervaringsdeskundigen.

    Functiebeschrijvingen, takenpakketten en opleidingseisen voor ervaringsdeskundigen zijn nog in ontwikkeling.

     

     

    Rolmodel

    Een onderzoek brengt een aantal voordelen van de inzet van begeleiders met ervaringsdeskundigheid voor cliënten aan het licht.  Zoals een goede bejegening naar de cliënt, gelijkwaardiger contact, meer inlevingsvermogen en een positie als rolmodel. Voor de BGE’ers biedt het werk economische zelfstandigheid (betaalde baan), veel voldoening en een nieuwe stap in hun eigen herstelproces. Minder duidelijk is wat de invloed van BGE’ers is op de houding van teamleden en op het herstelproces van cliënten.

     

    Functie:

    Begeleider geestelijke gezondheidszorg met ervaringsdeskundigheid (BGE)

     

    Databank Ervaringsdeskundigen

    St Door en Voor Rosmalen Landelijk

     

     

     

    Cursus:

     

     

    Kijk hiervoor ook bij het Cliëntenbelangenbureau in je regioCu

     

    Cliënten trainen Ambtenaren

    Door en Voor Rosmalensus (

    Cliënten trainen hulpverleners

    Basisberaad Rotterdam

     

    De cursus ‘Werken met eigen ervaring’

     

    Je eigen ervaringen inzetten

    Mensen die psychiatrische- of verslavingsproblemen hebben gehad, staan voor de taak hun leven weer vorm en inhoud te geven naar hun mogelijkheden en wensen. De weg naar herstel is er één van vallen en opstaan en verloopt voor een ieder anders. Gedurende het herstelproces ontwikkelen mensen een eigen deskundigheid over hun leven. Ze leren wat wel werkt en wat niet, wat ze op verschillende momenten nodig hebben en vinden manieren om zich staande te houden in het leven. Sommige personen willen deze verworven deskundigheid later actief inzetten in (vrijwilligers)werk. Er komt echter nog al wat bij kijken om eigen ervaringen functioneel in te zetten. Daarom heeft het Basisberaad Rijnmond in samenwerking met St. Rehabilitatie ‘92 de cursus ‘Werken met eigen ervaring’ ontwikkeld. Het doel van de cursus is: de eigen ervaringen in het kader van herstellen te leren gebruiken in activiteiten met en voor cliënten.

     

    De cursus

    De cursus is ontwikkeld door een groep van ervaringsdeskundigen en leert de deelnemers hun eigen ervaringen te gebruiken om anderen te ondersteunen. Het geleerde kan in verschillende functies ingezet worden. Hierbij kan gedacht worden aan individuele advisering (consulentfunctie), het geven van voorlichting of trainingen, het deelnemen aan een cliëntenraad of het opzetten van cliëntgestuurde initiatieven.

     

    De cursus is opgebouwd uit drie blokken van in totaal 12 lessen die zijn opgenomen in het werkboek dat cursisten bij de cursus krijgen. In het eerste blok staat ‘het eigen verhaal’ centraal. De deelnemers wisselen onderling hun ervaringen als cliënt uit om ervaringskennis op te bouwen. Het tweede blok is gericht op werksituaties. Voor de lessen in dit blok zijn ervaringsdeskundige gastdocenten uitgenodigd om iets over hun werk te vertellen. In het derde blok worden vaardigheden geoefend die nodig zijn om te werken met eigen ervaringen.

     

    Voorafgaand aan de cursus hebben de belangstellenden een gesprek met één van de docenten waarin verwachtingen en wensen worden besproken en gekeken wordt of de cursus geschikt is voor de persoon. Tijdens de cursus wordt, indien gewenst, persoonlijke ondersteuning geboden om eventuele problemen met de cursus op te lossen. Deelnemers ontvangen aan het eind een certificaat als zij voldoende aanwezig zijn geweest (80%) en voldaan hebben aan de opdrachten. De cursus wordt gegeven door twee ervaringsdeskundige docenten.

     

    Praktische zaken

    De cursus bestaat uit 12 lessen van 3 uur die iedere week en soms om de week plaatsvinden. Met voorbereidingstijd en tijd voor opdrachten meegerekend moeten de deelnemers rekenen op een investering van ongeveer 8 uur per week.

    De groep bestaat uit minimaal 8 en maximaal 12 cursisten.

    Bij voldoende belangstelling start in april 2008 in Rotterdam een nieuwe cursus, de lessen zijn steeds op de vrijdag van 10.00-13.00 uur.

    Er zijn voor de deelnemers geen kosten aan de cursus verbonden, reiskosten komen echter wel voor eigen rekening.

     

    Geïnteresseerd?

    Heb je interesse voor de cursus of wil je meer weten? Neem dan contact op met Astrid van Bruggen bij het Basisberaad Rijnmond, tel. 010 - 466 59 62 of stuur een e-mail naar: a.vanbruggen@basisberaad.nl

     

     

     

    Opleidingen:

     

     

    Begeleider GGZ (BGE)

    Academie voor Psychiatrie A'dam 

     

    Begeleider GGZ

    Zadkine Rotterdam

     

    Begeleider GGZ

    Utrecht

     

    Begeleider GGZ 

    Transitie Progamma Apeldoorn

     

    Training Cliënten Participatie

    Coöperatie Conquest 

     

    Cliënten Participatie Jeugd

    Coöperatie Conquest 

     

    Cliënten Participatie Plus

    Coöperatie Conquest 

     

    Coach-Ondersteuner Cliëntenraden

    Coöperatie Conquest 

     

    Ervaringsdeskundige

    Transitie Progamma Apeldoorn

     

    Ervaringsdeskundigheid

    Kenniscentrum 

    Ervaringsdeskundigheid

    Fontys 

     

    Ervaringsdeskundigheid

    Coöperatie Conquest 

     

    Ervaringsdeskundigheid

    IGPB 

     

    Ervaringsdeskundigheid

    Zorgbelang Groningen

     

    GGz Ervaringsagoog

    IGPB

     

    Kwaliteitstoetsen

    Coöperatie Conquest 

     

    Schrijf persoonlijke verhalen

    IGPB 

     

    Trainingsvaardigheden

    Coöperatie Conquest 

     

    Voorlichting, Info en Advies

    Coöperatie Conquest 

     

    Werken vanuit Hart en Ziel 

    Coöperatie Conquest 

     

     

    BGE -  Begeleider GGz met Ervaringsdeskundigheid

     

    De geschiedenis van de opleiding SPW-BGE 4   (Zadkine Rotterdam)

     

     

    Maatwektraject begeleider GGz met ervaringsdeskundigheid

     

    Wat doe je als begeleider GGz met ervaringsdeskundigheid?

    Als begeleider GGz werk je in de geestelijke gezondheidszorg.

    Daar begeleid je mensen met langdurige en ernstige psychische problemen:

    • in het dagelijks leven;
    • in het omgaan met anderen en
    • in het (opnieuw) innemen van een betekenisvolle plek in de samenleving.

    Samen met de cliënt zoekt de begeleider naar wensen en doelen op levensterreinen als wonen, werken, leren, vrijetijdsbesteding en sociale contacten. Hierbij is het uitgangspunt dat de cliënt zoveel mogelijk de regie houdt over zijn eigen leven en waar nodig gesteund wordt door zijn omgeving. Zijn wensen, doelen, mogelijkheden en de kracht van het eigen herstelproces staan centraal. Je werkt samen in een team met collega’s en onderhoudt contacten met familie, vrienden en professionele ondersteuners van andere organisaties.

     

    Wat houdt de opleiding BGE in?

    Deze opleiding BGE is gericht op (aspirant-)deelnemers die zelf ervaring hebben opgedaan als cliënt in de geestelijke gezondheidszorg. Zij kunnen in combinatie met deze beroepsopleiding hun ervaringskennis ontwikkelen tot ervaringsdeskundigheid. De opleiding is een beroepsbegeleidende opleiding, wat wil zeggen een dag per week naar school en negentien klokuren per week beroepspraktijkvorming (bpv). De bpv kan alleen plaatsvinden in een door de OVDB (landelijk kwaliteitsorgaan) erkende werk- of stageplek.

    De BGE-opleiding is als volgt ingedeeld:

     

    Programma BGE voortraject (ongeveer zes maanden)

    Belangrijke onderdelen tijdens het voortraject zijn:

    kennismaking met beroep, werkveld, groepsgenoten en jezelf als toekomstig beroepskracht;

    onderzoeken van eerder opgedane kennis, vaardigheden en inzicht (portfolio, assessment);

    onderzoeken en oefenen van startvaardigheden (communicatieve en leervaardigheden);

    opstellen individueel leerplan met afspraken over leerdoelen en toetsing.

     

    Programma BGE middentraject (eerste opleidingsperiode - twaalf maanden)

    Het middentraject vormt het centrale deel van de opleiding en bestaat uit een aanbod van agogische vakkennis, vaardigheidstraining en theorie in combinatie met eigen praktijkinbreng vanuit de stage.

    Belangrijke onderdelen zijn reflectieve vaardigheden, ontwikkeling beroepshouding, beroepsethiek, ontwikkeling van werkrelatie met cliënten, professioneel omgaan met eigen ervaringen, methodisch werken, werken met individuen en groepen, rehabilitatiebenadering, betekenis herstel en presentie, maken van een begeleidingsplan, gespreksvaardigheden, presentatie en profilering, psychopathologie, cliëntenadvisering en -participatie, etc.

    Via de vijftien tweewekelijkse supervisiegesprekken leer je praktijkervaringen te verbinden met je eigen levenservaring en deze te ontwikkelen tot ervaringsdeskundigheid die je professioneel in kunt zetten. Je leert reflecteren op je eigen leren en functioneren in het werk en in de opleiding en ontwikkelt daarmee samenhangende persoonlijke leerdoelen.

     

    Programma BGE eindtraject (tweede opleidingsperiode - ongeveer zes maanden)

    Het eindtraject heeft het karakter van een individueel traject waarin gewerkt wordt aan verdieping en het onderzoeken van de individuele mogelijkheden tot doorstroming naar werk en eventueel vervolgonderwijs. 

    Individuele studie- en loopbaanbegeleiding wordt geboden in de vorm van een aantal consultgesprekken. Iedere deelnemer heeft tijdens de opleiding een persoonlijke coach die vanuit de opleiding ook het contact met de praktijkinstelling onderhoudt.

    De opleiding werkt met compentiegericht onderwijs en is sterk praktijkgericht. De leerstof is onderverdeeld in deelkwalificaties en wordt tussentijds op school en in de praktijkinstelling getoetst.

    De opleiding kwalificeert op SPW4-niveau en je kunt kiezen voor een afstudeerrichting Woonbegeleiding of Activiteitenbegeleiding. Voor de diplomering  moet je kunnen aantonen dat je kunt voldoen aan de competenties die van een beginnend beroepskracht worden verwacht.

     

    Wanneer kun je met de opleiding starten? 

    De opleiding start in september van het schooljaar. De opleidingsdag is op donderdag of vrijdag.

    Je kunt met de opleiding beginnen als je kunt aantonen aan de volgende criteria te voldoen:

    • een diploma vmbo in de theoretische leerweg, de kaderberoepsgerichte leerweg of de gemengde leerweg. Hoewel de opleiding geen eisen stelt aan het profiel worden de sectoren zorg en welzijn sterk aanbevolen;
    • minimaal diploma vbo met drie vakken op c-niveau, waaronder Nederlands (overige vakken minimaal op b-niveau);
    • of diploma mavo of overgangsbewijs van 3 naar 4 havo of vwo;
    • relevante werkervaring in de praktijk van de GGz;
    • eigen ervaring als cliënt van een GGz-instelling;
    • minimum leeftijd 18 jaar.

     

    Toelating wordt pas definitief na een intakegesprek en het inleveren van de noodzakelijke documenten. Voor degenen die onvoldoende vooropleiding hebben om met een beroepsbegeleidende leerweg te starten, kan Zadkine in sommige gevallen dispensatie en ondersteuning verlenen. Wordt niet voldaan aan bovengenoemde voorwaarden, dan moet rekening worden gehouden met een langere opleidingsduur.

    Veel aspirant-deelnemers hebben nog geen arbeidscontract. Zij zullen hun uitkerende instantie tijdig moeten betrekken bij hun plannen, dat wil zeggen toestemming vragen voor het volgen van de opleiding en meestal ook ondersteuning vragen bij de financiering.

     

    Wat kun je met je diploma?

    Met het diploma kun je onder andere werken bij instellingen voor beschermd wonen, dagactiviteitencentra, rehabilitatiecentra,  beschermd/begeleid werken, verslavingszorg, maatschappelijke opvang, ACT-teams, cliëntenorganisaties, etc.

    Bijzonder aan de begeleider GGz is dat deze zelf ervaring heeft opgedaan als cliënt in de GGz. Tijdens de opleiding heeft hij geleerd deze ervaring op een professionele wijze in te zetten in begeleidingsrelaties. Daardoor heeft hij een meerwaarde in het groeiende aantal GGz-functies, waarin deze ervaringsdeskundigheid als een kwaliteit wordt beschouwd.

    De behaalde competenties op het gebied van ervaringsdeskundigheid worden weergegeven in een bijlage bij het reguliere SPW4 diploma.

     

    Wat kost de opleiding?

    Je dient met de volgende kosten rekening te houden:

    • Lesgeld dat jaarlijks wordt vastgesteld door het ministerie van OCW 
    • Bijdrage voor leer- en hulpmiddelen, dit is een vaste bijdrage voor onder meer verzekeringen en lesmaterialen die jaarlijks opnieuw wordt vastgesteld
    • Aanschaf leerboeken en eventuele reiskosten

     

    Deelnemers van een beroepsbegeleidende opleiding komen niet in aanmerking voor studiefinanciering. Deelnemers met een arbeidscontract kunnen hun werkgever aanspreken op een bijdrage in de financiering van de opleiding. Bent je afhankelijk van een uitkerende instantie, neem dan zo snel mogelijk contact op om hun medewerking te vragen bij het realiseren van uw werk- en scholingsplannen. Wij adviseren je om in een zo vroeg mogelijk stadium te informeren naar de mogelijkheden tot ondersteuning en het aanvragen van financiering van de opleiding (bijvoorbeeld via aanvragen IRO. Daaraan voorafgaand of tegelijkertijd kunt je je bij ons melden om een afspraak maken voor een aanmeldingsgesprek of een oriënterend gesprek.

     

    Zadkine Rotterdam

    010-243 34 99

    bge@zadkine.nl

    Aparte website voor instellingen en geïnteresseerden

    Het maatwerktraject BGE heeft meer (achtergrond)informatie online beschikbaar als elektronische nieuwsbrief.



     

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:3.3:Cursus-Opleiding-Baan (ex)cliënt
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag Activiteiten Centrum

    DAC - Dag Activiteiten Centrum

     

     

     

     

    Ontmoeting

    Een DAC is een ontmoetingsplek en biedt mensen met een psychiatrische en/of psychosociale achtergrond, op vrijwillige basis, gelegenheid hun dag op een aangename en zinvolle wijze door te brengen. Belangrijke doelen zijn het bevorderen van sociale contacten, het ondersteunen bij het opbouwen van een dagritme en het aanbieden van steun bij het zoeken naar een passende dagbesteding.

     

     

    Allereerst is er de ontmoetingsruimte waar u terecht kunt voor een praatje met andere bezoekers, de inloopfunctie erg belangrijk. Ook kunt u hier iets eten en drinken. Tevens is er de mogelijkheid om in een ongedwongen sfeer mee te doen aan een activiteit, zoals tekenen, bloemschikken, darten maar ook muziek maken, internetten en uitstapjes. 

     

     

    U kunt vaardigheden aanleren of een hobby ontwikkelen. Er is de mogelijkheid voor spontane activiteiten zoals kaarten, puzzelen, tafeltennissen en biljarten. Ook kun je rustig een krant of tijdschrift lezen. Regelmatig worden activiteiten georganiseerd waaraan iedereen kan deelnemen, zoals bloemschikken, video, biljarten, bowlen, zwemmen, uitstapjes en museumbezoek.

    De inloopvoorzieningen bevatten naast ontmoetingsactiviteiten ook activiteiten gericht op scholing, werkprojecten, arbeidsrehabilitatie en trajectbegeleiding.

    Een DAC kan een organisatie zijn die helpt bij herstel en bij integratie in de samenleving.

     

     

    Het DAC heeft meestal een weekprogramma waarbij elk dagdeel verschillende activiteiten kent.

    Er zijn activiteiten in cursusvorm, andere zijn meer vrijblijvend.

    De bezoekers worden zoveel mogelijk bij activiteiten betrokken, als deelnemer en zo mogelijk als medeorganisator. In overleg met de medewerkers kunnen zij ook zelf nieuwe activiteiten organiseren.

     

     

    Er wordt ook veel werk verricht door bezoekers die zich hiervoor vrijwillig hebben aangemeld. Hierbij kunt u denken aan bijvoorbeeld; barwerkzaamheden, het registreren van in- en uitgaande bezoekers en het aannemen van de telefoon.

     

     

    Verder kunt u ‘werken aan werk’ door middel van een leerwerktraject als voorbereiding op vrijwilligerswerk of betaald werk. U kunt dan bijvoorbeeld werken in de houtwerkplaats, de winkel, de keuken of productiewerk doen. 

     

     

     

    Medezeggenschap

    Het is belangrijk om zoveel mogelijk samenspraak en samenwerking met de bezoekers te hebben, over zaken die binnen het dac georganiseerd worden.

    Tijdens de bezoekersraad is er de mogelijkheid om mee te denken over zaken die spelen binnen een DAC. Deze bezoekersvergadering vindt maandelijks plaats.

     

    Huisregels

    Om voor een goede sfeer te zorgen en de veiligheid te handhaven, zijn er een aantal huisregels opgesteld. Bijvoorbeeld: alcohol, drugs en agressie zijn taboe. Ook het bezorgen van overlast aan andere bezoekers en medewerkers wordt niet getolereerd.

     

     

    Reageer (1)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (5 Stemmen)
    Categorie:3.2:DAC
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Beschermend - Begeleid Wonen

    RIBW - Beschermende Woonvormen

     

     

     

     

    Beschermd wonen

     

    Als de overstap van een behandelomgeving (bijvoorbeeld een psychiatrisch ziekenhuis of kliniek voor verslaving) naar zelfstandig wonen te groot is kan er voor het beschermd wonen als tussenstap gekozen worden. Vanuit de veiligheid van zo'n beschermende woonvorm kunt u, in overleg met uw persoonlijk begeleider, samen vaststellen hoe u het aan gaat pakken om weer een eigen plek te krijgen. Hoe lang dat duurt, bepaalt u zelf. Anderen zien de beschermende woonvorm als ondersteuning waar ze veel langer gebruik van willen maken, de hulp is niet beperkt in tijd.

    Een RIBW biedt mensen met een psychische beperking een zo gewoon mogelijke plek in de samenleving met ondersteuning bij het wonen, de dagbesteding, de stap tot vrijwilligerswerk, de reguliere arbeidsmarkt en bij de vrijetijdsbesteding, zodat mensen naar tevredenheid en met succes kunnen deelnemen aan de samenleving.

     

    In een beschermende woonvorm heeft u een eigen zitslaapkamer, naar eigen smaak in te richten, en gebruik van een gemeenschappelijke woonkamer, keuken, sanitair en voorzieningen als berging, tuin, etc .

    Alle beschermende woonvormen vindt u in woonwijken. Dat betekent dichtbij voorzieningen als winkels, openbaar vervoer, apotheek en huisarts, buurthuizen, etc.

    U heeft een eigen voordeur met een sleutel en ook uw eigen kamer kunt u afsluiten. Begeleiders bellen aan en gebruiken slechts in noodgevallen een loper. Er zijn geen bezoekuren of tijdstippen waarop u 'binnen' moet zijn. Wanneer u met anderen samenwoont is wel van belang, dat er rekening wordt gehouden met huisgenoten. Regelmatig is er een huiskameroverleg, waarin zaken die de groep bewoners betreffen, worden besproken en waar afspraken worden gemaakt. Ook heeft een beschermende woonvorm een cliëntenraad, die opkomt voor de belangen van de bewoners tijdens regelmatig overleg met de directie.

     

     

    Een beschermende woonvorm bestaat uit een aantal huizen waar diverse woongroepen gehuisvest zijn. De woongroepen verschillen in groepsgrootte en zelfstandigheid en varieert van dagelijks 1 of 2 uur begeleiding tot 24 uur per etmaal aanwezigheid en begeleiding.

     

    Er zijn ook mogelijkheden om in een eenpersoonswooneenheid beschermd te wonen.

     

     

    Begeleid Zelfstandig Wonen (Ambulant)

    De RIBW biedt ook hulp aan huis voor mensen die zelfstandig (gaan) wonen en begeleiding en advies vragen omdat zo lang mogelijk te kunnen blijven doen. Een vaste begeleider komt op afspraak bij u thuis en bespreekt met u waar u hulp bij nodig heeft en hoe dat georganiseerd gaat worden.

    Wanneer u tussen de afspraken door behoefte heeft aan overleg, kunt u altijd contact opnemen met het team van waaruit de hulp geregeld is. De frequentie van de huisbezoeken kan variëren van 1 keer per 2 weken tot enkele keren per week. Doorgaans duurt een huisbezoek een uur.

    De onderwerpen waar de begeleiding zich op richt is afhankelijk van de wens van de cliënt.

     

     

     

    Begeleiding

    Uitgangspunt voor de begeleiding is, dat u daar waar nodig hulp krijgt.

    Dus niet te weinig, maar ook niet te veel.

    Ook speelt de begeleiding in op wisselingen in uw situatie. Wat de ene week wel lukt, valt u de andere keer zwaar. De begeleiding past zich hier zoveel mogelijk flexibel bij aan.

     

    • Hulp bij zelfverzorging. Hierbij moet u denken aan persoonlijke hygiëne, onderhoud van eigen kamer en kleding.
    • Praktische (huishoudelijke) vaardigheden als wassen, koken, inkopen doen.
    • Plannen en uitvoeren van schoonmaakwerkzaamheden.
    • Bankzaken regelen.
    • Budgetteren.
    • Beheren van medicijnen.
    • Hulp bij dagelijkse structuur. Het gaat hierbij om dag- en nachtritme waardoor uw stabiliteit behouden blijft.
    • Hulp bij omgaan met publieke instellingen, bijvoorbeeld uitkeringsinstanties, bewindvoerders, etc.
    • Bemiddeling en/of overleg met instellingen waar u specialistische hulp van ontvangt, bijvoorbeeld de psychiater van een polikliniek.
    • Leren van sociale vaardigheden; uw eigen mening verwoorden, een meningsverschil uitpraten, met afspraken omgaan.
    • Hulp bij het omgaan met de beperkingen die u ondervindt vanwege uw psychische handicap.
    • Hulp bij het leggen van contacten, opbouwen van vriendschappen.
    • Hulp bij het regelen en vasthouden van activiteiten op het gebied van werk, opleiding en vrije tijd.

     

    Het kan zijn dat de begeleiding de vorm heeft van ondersteuning en advies. Daarnaast kan het accent liggen op het u aanleren van nieuwe vaardigheden (bijvoorbeeld uw persoonlijke administratie zelfstandig doen). Soms is het noodzakelijk dat zaken vóór u worden gedaan, omdat het voor u (nog) niet mogelijk is het zelfstandig te doen. In dat geval wordt er gezocht naar oplossingen om het tekort op te vangen.

     

     

    Persoonlijk begeleider

    De bewoner krijgt een persoonlijk begeleider. Samen stellen zij een begeleidingsplan op.

    Uitgangspunten daarbij zijn de wensen en de behoeften van de bewoner, de mogelijkheden van de RIBW en de beschikbare indicatie.

    Iedere bewoner heeft zijn of haar eigen wensen en behoeften ten aanzien van de begeleiding. Daarom worden met iedereen apart afspraken gemaakt over de aard en de hoeveelheid begeleiding, maar ook over de doelstelling van de begeleiding en manier waarop de begeleiding geboden zal worden.

    Zowel u als uw persoonlijk begeleider hebben een begeleidingsplan in bezit. Per afgesproken periode worden de afspraken met u samen doorgesproken en zo nodig bijgesteld.

     

     

    Groepsgerichte begeleiding

    De groepsgerichte begeleiding richt zich op de verzorging van de huishouding, voeding en de hygiëne in huis. Per groep wordt besproken waar de wensen en behoeften uit bestaan. 

    Er wordt aandacht geschonken aan de afspraken die tussen de bewoners onderling gemaakt (moeten) worden.

     

     

    Dagbesteding en werken            

    Dagbesteding is een belangrijk aandachtspunt in de begeleiding van de RIBW’s. Een goede dagstructuur geeft immers invulling aan het dagelijks leven en voorziet in mogelijkheden voor sociale contacten. De begeleiders stimuleren en begeleiden de bewoners zoveel mogelijk bij het zoeken naar dagbesteding binnen de algemene voorzieningen. Ook begeleiding naar (vrijwilligers)werk behoort voor een deel van de bewoners tot de mogelijkheden.

    Daarnaast zijn er speciale dagbestedingvoorzieningen voor mensen met een psychiatrische achtergrond. Zoals daar zijn de dagactiviteitencentra en verschillende werkprojecten.

    De begeleiding van de dagactiviteitencentra en de verschillende werkprojecten is veelal vraaggestuurd en gericht op de persoonlijke ontwikkeling van de cliënt. Dit is per individu verschillend. Juist omdat er geen behandelsignatuur is, wordt de verantwoordelijkheid voor het reilen en zeilen binnen deze voorzieningen vaak gedeeld. Tegelijk wordt een grote mate van saamhorigheid gecreëerd.

     

    Relaties en sociale netwerken

    Mensen met een psychiatrische achtergrond hebben veelal een beperkt sociaal netwerk. Het gevaar van vereenzaming is groot. In de begeleiding binnen het beschermd en begeleid zelfstandig wonen wordt daarom geprobeerd de contacten met andere mensen (weer) tot stand te brengen. Veel bewoners hebben intensief onderling contact.

    De omgang met lotgenoten kan in belangrijke mate bijdragen aan de acceptatie van de situatie waarin mensen verkeren. Ook het aanhalen of herstellen van het contact met familieleden of bekenden is van belang. Begeleiders van de RIBW’s bieden hierbij ondersteuning op basis van de persoonlijke wensen van de bewoners. Ook als het gaat om vragen over intieme, persoonlijke relaties of seksuele contacten.

    Vanuit het beschermd en begeleid zelfstandig wonen zijn de laatste jaren verschillende initiatieven genomen. Om zodoende bij te dragen aan de vorming van sociale contacten buiten het eigen kringetje. Voorbeelden zijn inloopmogelijkheden in of nabij beschermende woonvormen. Ook vriendendiensten, waarbij cliënten gekoppeld worden aan vrijwilligers die hen begeleiden bij recreatieve en sociale activiteiten, zijn nog steeds in opkomst. Daarnaast zijn er speciale bureaus opgericht die cliënten bemiddelen bij het vinden van een relatie of vriendschap.

     

     

    Criteria

    Om bewoner te kunnen worden van de RIBW is er een indicatie nodig door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ).

    Verschillende instanties/hulpverleners kunnen u verwijzen.

    Uw aanmelding wordt beoordeeld door een regionale indicatiecommissie. Hierin zitten mensen van een Algemeen psychiatrisch ziekenhuis, een GGZ-centrum en vaak ook zorgverzekeraars. Deze commissie bepaalt of u geschikt bent voor beschermd wonen.

     

     

    De kosten

    Het beschermd wonen wordt door de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) betaald. U betaalt hiervoor ook een eigen bijdrage. De hoogte van deze bijdrage is afhankelijk van uw inkomen of uitkering. De zorgverzekeraar stelt de eigen bijdrage vast aan de hand van een inkomensonderzoek. De folder 'Eigen bijdrage AWBZ', verkrijgbaar bij uw zorgverzekeraar, geeft hierover meer informatie.

     

    Ambulante woonbegeleiding

    Aan de ambulante woonbegeleiding zijn voor u geen kosten verbonden.

     

     

    Meer informatie over de diverse specialismen van de RIBW's kunt u lezen op de site van  RIBW Alliantie

     

     

    Vestigingen Regio

     

     

     

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:3.1:Beschermd wonen
    Share on Facebook


    Rondvraag / Poll
    U bezoekt deze site voor informatie over de GGZ, u bent ... (bedankt voor het invullen!)
    cliënt
    familie / betrokkene
    hulpverlener
    Bekijk resultaat


    De cliënt wordt behandeld als een uniek persoon met een eigen leven, niet als iemand met een stoornis. De cliënt wordt als een mondig en serieus te nemen persoon gezien. De cliënt wordt vriendelijk en correct bejegend en te woord gestaan.

    E-mail

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in het gastenboek


    Laatste commentaren
  • moncler (linmei49)
        op Behandelingen
  • cadwangy3 (cadwangy3)
        op Nazorg
  • buy viagra online illegal (Eftefeevisola)
        op Budgetregeling
  • whats a good personal loan website (Zheglovisola)
        op Budgetregeling
  • instalment loans (Zheglovisola)
        op Budgetregeling
  • viagra cheap mastercard jelly (Pashaisola)
        op Budgetregeling
  • viagra sale cheap uk (Pashaisola)
        op Budgetregeling
  • Fitness Omni (samsam)
        op Behandelingen
  • Fitness Omni (samsam)
        op Behandelingen
  • Fitness Omni (samsam45)
        op Behandelingen

  • Blog als favoriet !

    Startpagina !




    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.nl - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jou eigen blog!