Een blog in de categorie 'Andere' omdat het leven meer is dan poëzie alleen. Tadorna, want net als de bergeend voel ik mij thuis langs de kusten en riviermondingen van Hamburg tot Le Havre.
(*) Een parallellepipedum of balk is een veelvlak met 6 parallellogrammen als zijvlak, 8 hoekpunten en 12 ribben, waarvan alle overstaande vlakken evenwijdig en 2aan2 – gezien vanaf de buitenkant – elkaars spiegelbeeld zijn. De balk (rechthoekige zijden), kubus (vierkante zijden) en de romboëder (ruitvormige zijden) zijn alle specifieke gevallen van een parallellepipedum.
Een bijzondere eigenschap van het parallellepipedum is dat identieke exemplaren op elkaar aansluitend gestapeld kunnen worden, waarbij de combinatie ook weer een parallellepipedum kan zijn. Bij een balk geldt daarbij ook de praktische stapelbaarheid: het zwaartepunt van het geheel blijft boven een steunpunt.
(bron: Wikipedia)
Categorie:Poëzie
12-12-2020
Prieeltje 2
NESTJE IN HET GROEN
IK HEB DE RUST GEVONDEN
GEEF MIJ NOG EEN ZOEN
Categorie:Poëzie
10-12-2020
Spits 1
BERGEN
De spits is een vrachtschip waarvan de afmetingen zijn afgeleid van de maten van de sluizen en kanalen in Frankrijk. De Franse naam is péniche. Deze afmetingen van de kanalen werden in 1879 vastgelegd door minister van openbare werken Charles de Freycinet. De sluiskolken moesten minimaal 5,20 meter breed en 40 meter lang zijn. De minimale waterdiepte bedraagt 2,20 meter en de maximale doorvaarthoogte is 3,50 meter.
LOMA
Een spits kan maximaal zo'n 300 tot 400 ton vervoeren en heeft een maximale diepgang van gemiddeld 2,50 meter. Eigen gewicht bedraagt rond de 80 ton. Veel spitsen zijn 38,50 meter lang en 5,05 meter breed. Deze maten van de spits komen overeen met CEMT-klasse I.
PALOCLAU
De spits heeft als nadeel dat de vrachtcapaciteit beperkt is. Daar staat tegenover dat deze schepen op vrijwel alle Europese binnenwateren kunnen varen. Een ander nadeel is, dat als gevolg van de stompe voorsteven de snelheid laag is. Een uitspraak in de schipperswereld is dat in een spits geen gang te branden is. Ze zeggen ook wel: geladen niet vooruit en leeg niet achteruit te krijgen.
Beunschip LYDIA (70m x 6m) leeg op weg om te laden
TINA - PRAAG (Tsjechie) onderweg met lading aluminiumschroot
Categorie:Andere
12-04-2020
Boeddha
Zen
Leven is lijden
Langs het pad van verlichting
Komt de verlossing
Boeddha
Stil onder een boom
Verlicht de rust, hier en nu
De pijn van het zijn
Nirwana
Rimpels op de ruis
Van verre sterrenstelsels
Daarin kom ik thuis
Categorie:Poëzie
05-04-2020
74
Trein in Doorrit
Mist
Categorie:Actualiteit
03-04-2020
Corona
Lectuur in tijden van quarantaine:
In de romans van Nobelprijswinnaar Albert Camus wordt het absurde van de twintigste-eeuwse samenleving afgezet tegen een persoonlijke moraal van vriendschap en menselijkheid. Een of meer personages worden steevast door de loop van gebeurtenissen, nooit uit eigen vrije wil, schuldig aan een misdaad.
De pest is een kroniek van een stad in de greep van een dodelijke ziekte. In de kuststad Oran breekt plots en onverwacht de pest uit. De slachtoffers sterven een snelle en vreselijke dood, en als gevolg van de quarantaine worden de andere inwoners geplaagd door gevoelens van angst en claustrofobie. Elke persoon reageert verschillend op de dodelijke ziekte: sommigen leggen zich neer bij hun lot, anderen zoeken schuld en wraak. En een paar, onder wie de antiheld dokter Rieux, proberen kost wat kost de terreur te weerstaan. De pest is een meeslepende vertelling over moed en vastberadenheid en de broosheid van het menselijk bestaan.
Albert Camus (Mondovi, Frans-Algerije, 7 november 1913 – Villeblevin, 4 januari 1960) was een Frans filosoof, journalist en schrijver van romans, essays en toneelstukken. Hij ontving in 1957 de Nobelprijs voor de Literatuur.
Camus wordt vaak naast Jean-Paul Sartre en Simone de Beauvoir als een van de leidende figuren van het existentialisme beschouwd, maar hij weigerde het label 'existentialisme' pertinent. Zijn denken verschilt van dat van Sartre waar het de aard van het bestaan betreft: bij Camus staat het lichamelijke centraal, waar Sartre zich meer op het intellectuele bestaan toelegde.
RÉSUMÉ du roman:
(La Peste, publié en 1947, a reçu le prix des Critiques cette même année. Il appartient au cycle de la révolte rassemblant trois oeuvres de Camus, La Peste, L'Homme révolté et Les Justes qui ont permis en partie à son auteur de recevoir le prix Nobel de littérature en 1957.)
LES RATS
D'abord un, puis plusieurs rats meurent dans les bâtiments et dans la rue.
Premiers cas humains
Le concierge de l’immeuble du docteur Rieux est victime d’une étrange maladie dont il meurt en dépit des soins du médecin. Grand, employé de mairie, vient voir le docteur Rieux pour lui signaler que les rats meurent en très grand nombre. À la fin de la première partie, les autorités, après bien des hésitations, se décident à fermer la ville et à l’isoler pour empêcher la propagation de la maladie, qui a toutes les apparences de la peste. Le journaliste Rambert fait tout pour regagner Paris où se trouve sa compagne. Le malheur des habitants d’Oran semble réjouir Cottard qui en profite pour se livrer à des activités de trafic lucratives. Grand essaie d'écrire un livre.
ÉPIDÉMIE
Le père Paneloux voit dans l’épidémie tout ce qui suit, sauf une grâce qui permet aux hommes de faire des actes de charité. Dans la ville, avec l'arrivée de l’été, les morts se multiplient, mais les habitants s'habituent aux ravages de l’épidémie. À l’approche de l’automne, Rambert rejoint Rieux et Tarrou dans leur lutte acharnée contre la peste. Plus tard, on assiste à l’agonie d'un jeune enfant, une mort et une souffrance atroce qui provoquent chez Paneloux une prise de conscience et de foi plus forte que jamais. Tarrou et Rieux, qui luttent ensemble et sans relâche contre l’épidémie, décident de se reposer un peu et célèbrent leur amitié dans la scène du bain de mer.
FIN DE LA PESTE
En janvier, la peste régresse et le sérum développé par Castel se met curieusement à gagner une efficacité qu'il n'avait pas jusqu'alors. Tarrou, soigné par Rieux, devient l'une des dernières victimes de la peste ; il meurt après avoir longtemps lutté. Cottard, lui, devient fou et se met à tirer sur les passants depuis son appartement; il est arrêté puis incarcéré. Ce même jour, Rieux apprend que sa femme, partie se faire soigner hors d'Oran avant l'épidémie de peste, est décédée de la tuberculose. Lui qui a combattu la peste pendant presque une année, semble avoir tout perdu et apparaît à la fin comme un personnage lucide, conscient de tout le mal que la peste a fait.