Een goed stadsgedicht herkent u meteen. Het heeft een rake titel, opent gevat, en in het beste geval hangt het in de weg aan de onderkant van een enorme brug. Het is grappig, maar niet overdreven. En het verrast -op de valreep stelt het dan toch nog iets zoals bijvoorbeeld de ellendige vraag: Vervoert dit schip niet erg rustig de tijd die U hier zo dringend staat te verliezen? Stijn Vranken
Een goed stadsgedicht
herkent u meteen.
Het heeft een rake titel,
opent gevat,
en in het beste geval
hangt het in de weg
aan de onderkant van
een enorme brug.
Het is grappig,
maar niet overdreven.
En het verrast
-op de valreep
stelt het dan toch nog iets
zoals bijvoorbeeld
de ellendige vraag:
Vervoert dit schip
niet erg rustig de tijd
die U hier zo dringend
staat te verliezen?
Stijn Vranken
Hier grepen wij het leven Met beide handen, Kinderen op de fiets, en renden Een blokje om, langs paadjes Stil en smal, van kleine landerijen. De horizon bleef mooi dichtbij: Hij hoorde bij de straat Waar ook de zomer was, Hij stopte bij de beek Vol zon en jonge visjes, Het gras kon nergens groener zijn. En ook de tijd Zou thuis zijn Voor het donker wordt, Alleen wisten wij niet Dat dit niet zo zou blijven.
Hier grepen wij het leven
Met beide handen,
Kinderen op de fiets, en renden
Een blokje om, langs paadjes Stil en smal, van kleine landerijen.
De horizon bleef mooi dichtbij:
Hij hoorde bij de straat
Waar ook de zomer was,
Hij stopte bij de beek
Vol zon en jonge visjes,
Het gras kon nergens groener zijn.
En ook de tijd
Zou thuis zijn
Voor het donker wordt,
Alleen wisten wij niet
Dat dit niet zo zou blijven.