Zou het toeval zijn dat men mij juist gisteren op mijn driehonderd en vijftigste verjaardag vroeg iets over vroeger te vertellen? Dit jaar staan pleinen, te weten dorpspleinen in de belangstelling. Van college dorpspleinen hoorde ik dat deze vraag hen ook al werd gesteld.
Iedere tijd heeft zijn eigenaardigheden, en wij dorpspleinen voelen ons gevleid door al deze aandacht. Bovendien hebben wij in ons lange leven veel gezien en meegemaakt. De eerste jaren vanaf 1640 waren wonderlijke jaren, waarin ik veel leerde.
De eikenboom
Zie je daar in het midden van mij die grote eik staan? Vóór deze stond daar een andere eik, een machtig grote. Toen ik nog maar enkele maanden oud was werd op diezelfde plaats een onooglijk eikenboompje geplant. Ik voelde mij beledigd dat er zon stokkerig armetierig boompje op mij geplant werd. In het begin hield ik dan ook mijn mond dicht als het ding tot mij sprak. Ik hield dit een jaar vol. Winter, voorjaar, zomer, verstreken. Toen in de herfst het boompje zo kaal als een luis werd lachte ik in mijn vuistje. Meedogenloos nam de wind het laatste blaadje mee. Het irriteerde mij dat het boompje even parmantig als altijd bleef staan. En deed alsof alles heel gewoon was.
Toen in het vroege voorjaar, voer er een trilling door het boompje. Het ritselde en ik hoorde zachte stemmen. Ik luisterde, ik keek en zag dat uit de dunne takjes kleine puntjes kwamen groeien die groter werden. Langzaam rolden ze zich open. Teer groene blaadjes, de randjes nog gekruld. Ze deinden met de takken mee op de wind. Ik vergat alles hield mijn adem in en fluisterde:boompje wat ben je mooi Hij lachte blij, boog sierlijk zijn kruintje en zei:dank u. Vanaf die tijd tutoyeerden we elkaar en sloten vriendschap voor het leven. Wat hadden we het gezellig. Lange gesprekken voerden we met elkaar over alles wat we hoorden, zagen en dachten.
Veel later gebeurde het erge. Het was in het jaar 1790. We waren beiden 150 jaar. Het eikenboompje was een geweldige eik geworden.Een prachtige boom. Een parasol voor mij tegen de felle zon in de hete zomers. De herfststormen loeiden weer over het land en deed de bomen schudden. Boven mij hoorde ik mijn vriend steunen en kraken. Toen hoorde ik hem mompelen: het is gedaan met mij. Ik raak uitgeput. Mijn wortels geven mij geen levenskracht meer, ze zijn te moe. Alstublieft smeekte ik:blijf staan! Blijf dicht bij mij het wordt zo eenzaam zonder jou Mijn vriend keek mij aan en zei:na mij zullen weer nieuwe bomen groeien. Je kent nu toch het wonder?
Ik was een meisje van een jaar of 8 toen ik van mijn oudste broer, die toen 23 was, het sprookjesboek van Grimm kreeg. Het was de 4e druk van de volledige uitgave van Grimm met prachtige illustraties van Anton Pieck. Ik vond het allereerst al geweldig dat ik zon prachtig dik boek kreeg. En al was ik nog erg jong voor de moeilijke taal, ik voelde al wel dat er veel meer werd verteld dan ik begreep. Mijn moeder vond het helemaal niks. Zij had een hekel aan sprookjes en vond het allemaal klinkklare onzin. Sprookjes vertelden leugens en al dat fantaseren was nergens goed voor. Ik moest mijn tijd er niet verdoen door ze te lezen. Het was een netelige kwestie voor mij want ik wilde ze graag lezen maar voelde mij niet happy als ik ze soms stiekem las.
Later begreep ik dat sprookjes oude volksverhalen zijn die mondeling werden doorverteld. Zij behoren tot een bepaalde cultuur. In die Volksverhalen zijn verborgen wijsheden te ontdekken. Ze staan vol tegenstellingen. In veel sprookjes wordt het goede beloond, het kwade gestraft. Dom staat tegenover slim. In sprookjes is veel, bijna alles mogelijk, tijd en ruimte kunnen vervagen. Boeken hebben altijd veel voor mij betekend en ik ben altijd zuinig op alle boeken. Dit sprookjesboek van mijn broer was toch van een andere orde. En toen mijn broer 2 jaren later verongelukte, was ik diep geschokt en werd het boek een kostbare, dierbare herinnering aan hem.
Inmiddels heeft de tijd het doen vergelen, maar het is nog wel geheel compleet. Het is gedrukt in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Op cursussen kreeg ik opdrachten om sprookjes te schrijven. In mijn achterhoofd speelde de herinneringen aan mijn broer, en het gekregen sprookjesboek, bewust of onbewust mee. In mijn volgende blog wil ik een vroeger geschreven sprookjesachtig verhaal weergeven. Het is een verhaal waarin een dorpsplein vertelt wat het in een lang leven meemaakte. Maar niet vóórdat ik heb verteld over "mijn sprokkjesboek.
Ik ben een vrouw van 74 jaar Sinds 1962 getrouwd met Gijs. Wij hebben samen 2 kinderen en evenveel kleinkinderen. De naam Matja is wellicht voorlopig mijn schuilnaam. De titel van mijn blog komt uit een gedichtje dat ik eerder maakte:
Luister wees stil Luister, zonder gehoor naar het eeuwige lied. Het vaart zonder melodie mee op de wind.
In het blog zal het gaan over van alles. Wat houdt mij zoal bezig? Over nu en over vroeger. Ik wil oude herinneringen en verhalen laten herleven. Ik hoop dat mensen mijn blog gaan lezen. Schrijven is mijn passie. ik doe het al jaar en dag. Mijn plan is regelmatig wat te plaatsen. Eén of meerdere malen per week.We zullen zien of het gaat lukken. Voor mijzelf is het een een ontdekkingsreis. Schrijven op SeniorenNet!