Vergeet je niet de overhemden te halen? roep ik naar Gijs. Ja, komt goed! Tot vanavond.
Gijs trekt de deur achter zich dicht.
Ik neem Judith op mijn arm. En ik loop met haar naar het raam.
Samen zwaaien we Gijs uit.
Gijs zwaait terug. Met in zijn hand een appel.
Die is precies op als hij bij de trein is.
Ik loop met Judith naar het andere raam.
Het is nog vroeg. Maar het is toch al druk op de dijk.
Het is vandaag veilingdag. En dat zorgt voor drukte.
Judith wijst naar het huis aan de overkant.
Ja, daar woont tante Corrie, zeg ik.
Vanmiddag gaan we er even naar toe.
Ik woon weer op mijn oude stekkie. Op mijn geboortegrond.
We hebben een jaar geleden dit huisje gekocht. Het staat recht tegenover mijn ouderlijk huis. Het is een vrijstaand huisje. Je kunt er helemaal omheen lopen.
De wieg van Gijs stond in de stad.
Hij droomde altijd van het boerenleven.
En nu waait het ineens in zijn mond. Hij heeft meteen klompen gekocht.
Hij loopt nu dikwijls op zijn klompen rond het huis, vaak zonder sokken.
Om het compleet te maken, heeft Gijs ook een pijp aangeschaft.
Hij gaat er helemaal voor.
Het zijn vooral de weekeinden dat we ervan genieten.
Maar niet eens ieder weekeind. Want Gijs volgt ook nog een cursus.
Voor Judith is het wonen hier een waar feest.
Gijs wandelt vaak met haar over het braakliggend land. Het veld staat vol met wilde planten en struiken.
Vooral de hoge distels hebben haar volle belangstelling.
Ze blijft eromheen lopen en raakt niet uitgekeken.
En niet te vergeten: de zandbak waar zij nu in kan spelen.
In het zonnetje geniet ze van de taartjes die ze bakt.
Er wonen geen kinderen van haar leeftijd aan de dijk.
Maar dat geeft niet. Ze kan uitwijken naar de overkant.
Daar woont tante Corrie. Daar heten zeven kinderen haar welkom.
Weliswaar ouder. Maar wie wil er nu niet verwend worden?
Anton, de baby, is al weer 2 maanden.
Hij lijkt van slapen zijn hobby te maken.
Hij slaapt onverstoorbaar door alles heen.
Ook als hij buiten in de kinderwagen staat.
Anton is een modelbaby! Alles gaat volgens het boekje bij hem.
Een makkelijker baby is er niet.
Als Gijs uit het zicht is, ga ik aan het werk.
Judith wil mij altijd helpen.
Ze heeft veel te vertellen en kletst honderduit.
Vanmiddag gaat zij een paar uurtjes naar tante Corrie.
En dat vindt zij altijd heerlijk!
De dag gaat snel voorbij.
Tegen de avond brengt een nichtje Judith terug naar huis.
Haar snoepreisje naar tante Corrie zit er weer op.
Het loopt al tegen zessen. Gijs kan nu ieder moment thuiskomen.
Judith ziet hem al aankomen. Daar komt Papa aan, roept ze.
Als Gijs nog maar net binnen is, zegt hij: Ik heb de overhemden
in de trein laten liggen.
Voor ik commentaar kan geven, gaat hij verder:
Maar misschien vind ik ze wel terug.
Ik kijk hem ongelovig aan en zeg:
Vergeet dat maar. Die zijn allang meegenomen.
Ik ben direct teruggegaan naar het loket.
De trein rijdt straks om 7 uur weer langs vanuit Dordrecht.
Maar dan zonder passagiers."
Ik kijk Gijs vragend aan. Dan gaan ze seinen dat die trein moet stoppen.
Misschien liggen ze er nog wel in.
Gijs blijft hoopvol! Nou, ik geloof er niets van, zeg ik. Je weet het nooit, antwoordt Gijs. En daar valt niets op af te dingen.
Ach, mijn bril is nu eenmaal wat minder roze gekleurd dan die van Gijs
Het komt vast goed, zegt Gijs nog eens ten overvloede.
Een half uurtje later gaat Gijs terug naar het station.
Het is inmiddels donker geworden.
De trein kan zo langsrijden. Gijs meldt zich aan het loket.
De stationschef die beloofde de trein aan te houden, komt al aanlopen.
Hij pakt een rode lantaarn en zegt: kom maar mee.
De trein is in de verte al zichtbaar.
De stationschef maakt grote zwaaibewegingen met de rode lamp.
Het is een vreemd gebeuren. De machinist verwacht dit helemaal niet.
Maar het rondzwaaien blijft niet onopgemerkt.
Het beoogde effect wordt bereikt.
Want de boemeltrein komt, hortend en stotend, tot stilstand.
De machinist stapt verwonderd uit. Maar het verhaal wordt hem snel duidelijk.
De stationschef zoekt mee, met behulp van de rode lamp.
Want de trein is niet verlicht.
Gijs loopt meteen naar de plaats waar hij heeft gezeten.
Hij voelt met zijn hand boven in het bagagenet.
Hier zouden ze moeten liggen, als het goed is.
En daar liggen ze ook. Zo voor het grijpen.
Onbegrijpelijk dat ze niet zijn meegenomen!
Gijs telt de overhemden. Het zijn er nog steeds zes.
Gelukkig! Alle overhemden zijn er nog.
Ook de drie die hij mee zou brengen voor de man van Corrie.
Als Gijs even later thuiskomt , roept hij in de deuropening:
Ze zijn terecht hoor. Alle zes.
Ik ben stomverbaasd. Ik kijk in de zak. Ja, het klopt.
Hoe bestaat het! Wat aardig van die stationschef , zeg ik.
Ik zei het je toch, zegt Gijs.
Tja, daar valt niets tegen in te brengen.
Reacties op bericht (2)
28-02-2014
MEEOPDEWIND
Ja daar waren heel blij mee.
Het was een heel bedrag. Zeker toen!
Ik ben nog wat onzeker met de technische kant van Seniorennnet.
Maar het went al een beetje.
Dank voor de reactie. Een fijne avond. Ga nu naar jouw blog. Groetjes
28-02-2014 om 17:11
geschreven door LEA 39
26-02-2014
Goedenavond Matja
Even bijgelezen over Gijs en zijn vergeten overhemden. Dankzij de goedwillende stationschef heeft hij ze weer terug gekregen.nog een gezellige avond en alvast een fijne donderdag
Ik ben een vrouw van 74 jaar Sinds 1962 getrouwd met Gijs. Wij hebben samen 2 kinderen en evenveel kleinkinderen. De naam Matja is wellicht voorlopig mijn schuilnaam. De titel van mijn blog komt uit een gedichtje dat ik eerder maakte:
Luister wees stil Luister, zonder gehoor naar het eeuwige lied. Het vaart zonder melodie mee op de wind.
In het blog zal het gaan over van alles. Wat houdt mij zoal bezig? Over nu en over vroeger. Ik wil oude herinneringen en verhalen laten herleven. Ik hoop dat mensen mijn blog gaan lezen. Schrijven is mijn passie. ik doe het al jaar en dag. Mijn plan is regelmatig wat te plaatsen. Eén of meerdere malen per week.We zullen zien of het gaat lukken. Voor mijzelf is het een een ontdekkingsreis. Schrijven op SeniorenNet!