Vignet Jeugdzorg
Archieffoto ANP Photo
APELDOORN - Ruim 500 mensen hebben gereageerd op onze oproep over ervaringen met jeugdzorg. Juk of steun, was de vraag die we stelden. Bijna iedereen spreekt van een juk.
Morgen meer over dit onderwerp in de Stentor
Jeugdzorg scoort een laag rapportcijfer in de reacties. Het gemiddelde cijfer is een 3. "Het lijkt wel of de hulpverlener de familie eerder als tegenstander ziet dan als medestander."
Het advies van onze lezers: toon meer begrip, schrijf ouders niet te snel af, haal kinderen niet te snel uit huis, bekijk veel zorgvuldiger wat het probleem is en los dat zoveel mogelijk op in eigen huis.
We zijn overspoeld met dramatische verhalen, van soms vele pagina's lang. Vaak persoonlijke verhalen die uiting geven aan onbegrip, van woede en frustratie over wat er gebeurde nadat jeugdzorg over de vloer kwam.
Van alle mensen die reageerden hebben er bijna 150 de moeite genomen een vragenformulier in te vullen om hun mening met naam en toenaam gefundeerd te geven. Wat opvalt is dat de klachten van al die verschillende mensen, van vaders en moeders, tot vrienden, buren, familieleden, kinderen, grootouders en zelfs hulpverleners en onderwijskrachten erg op elkaar lijken. Drie thema's springen er uit: communicatie, waarheidsvinding en de begeleiding.
De overheersende mening is dat jeugdzorg vooral beter moet luisteren, fatsoenlijker met mensen moet omgaan, persoonlijker, transparanter, medemenselijker moet zijn. De mensen missen begrip, vriendelijkheid, respect en goede uitleg over wat er gebeurt.
Naast communicatie, is waarheidsvinding een heet hangijzer. Dan gaat het over de feiten en de controle daarop. De opdracht in de reacties luidt dat de feiten beter gecontroleerd moeten worden, standpunten beter onderbouwd, dat jeugdzorg minder snel moet oordelen en zorgvuldiger onderzoek moet doen.
"Ze hebben gelijk een oordeel klaar zo gauw je binnenkomt en als er eenmaal iets op papier staat, krijg je het niet meer uit het dossier", is een veelgehoorde reactie. " De mening van een hulpverlener moet een indicatie zijn voor grondige observatie en geen oordeel", wordt gezegd. En: "Om een roddel kan je je kinderen kwijtraken", komt ook regelmatig terug.
Van de mensen die het formulier invulden, is de grootste groep (36) in aanraking gekomen met jeugdzorg nadat ze zelf om hulp vroegen. Verder bestaat een grote groep (29) uit mensen die na een scheiding in contact kwamen met jeugdzorg, gevolgd door pleegouders (14), mensen die in de jeugdzorg werken (13) en grootouders (9).
De Tweede Kamer is van mening dat jeugdzorg 'grote en aanhoudende' problemen kent en heeft daarom een parlementaire werkgroep aan het werk gezet om te kijken hoe het verder moet. Deze werkgroep praat maandag ook met vertegenwoordigers van jongeren, (ex)cliënten en ouders. In maart presenteert minister Rouvoet van Jeugd en Gezin zijn plannen met de jeugdzorg. De Kamer wil die plannen dan toetsen op basis van de bevindingen van de werkgroep.
Morgen meer over dit onderwerp in de Stentor
Jeugdzorg scoort een laag rapportcijfer in de reacties. Het gemiddelde cijfer is een 3. "Het lijkt wel of de hulpverlener de familie eerder als tegenstander ziet dan als medestander."
Het advies van onze lezers: toon meer begrip, schrijf ouders niet te snel af, haal kinderen niet te snel uit huis, bekijk veel zorgvuldiger wat het probleem is en los dat zoveel mogelijk op in eigen huis.
We zijn overspoeld met dramatische verhalen, van soms vele pagina's lang. Vaak persoonlijke verhalen die uiting geven aan onbegrip, van woede en frustratie over wat er gebeurde nadat jeugdzorg over de vloer kwam.
Van alle mensen die reageerden hebben er bijna 150 de moeite genomen een vragenformulier in te vullen om hun mening met naam en toenaam gefundeerd te geven. Wat opvalt is dat de klachten van al die verschillende mensen, van vaders en moeders, tot vrienden, buren, familieleden, kinderen, grootouders en zelfs hulpverleners en onderwijskrachten erg op elkaar lijken. Drie thema's springen er uit: communicatie, waarheidsvinding en de begeleiding.
De overheersende mening is dat jeugdzorg vooral beter moet luisteren, fatsoenlijker met mensen moet omgaan, persoonlijker, transparanter, medemenselijker moet zijn. De mensen missen begrip, vriendelijkheid, respect en goede uitleg over wat er gebeurt.
Naast communicatie, is waarheidsvinding een heet hangijzer. Dan gaat het over de feiten en de controle daarop. De opdracht in de reacties luidt dat de feiten beter gecontroleerd moeten worden, standpunten beter onderbouwd, dat jeugdzorg minder snel moet oordelen en zorgvuldiger onderzoek moet doen.
"Ze hebben gelijk een oordeel klaar zo gauw je binnenkomt en als er eenmaal iets op papier staat, krijg je het niet meer uit het dossier", is een veelgehoorde reactie. " De mening van een hulpverlener moet een indicatie zijn voor grondige observatie en geen oordeel", wordt gezegd. En: "Om een roddel kan je je kinderen kwijtraken", komt ook regelmatig terug.
Van de mensen die het formulier invulden, is de grootste groep (36) in aanraking gekomen met jeugdzorg nadat ze zelf om hulp vroegen. Verder bestaat een grote groep (29) uit mensen die na een scheiding in contact kwamen met jeugdzorg, gevolgd door pleegouders (14), mensen die in de jeugdzorg werken (13) en grootouders (9).
De Tweede Kamer is van mening dat jeugdzorg 'grote en aanhoudende' problemen kent en heeft daarom een parlementaire werkgroep aan het werk gezet om te kijken hoe het verder moet. Deze werkgroep praat maandag ook met vertegenwoordigers van jongeren, (ex)cliënten en ouders. In maart presenteert minister Rouvoet van Jeugd en Gezin zijn plannen met de jeugdzorg. De Kamer wil die plannen dan toetsen op basis van de bevindingen van de werkgroep.
Morgen meer over dit onderwerp in de Stentor
http://www.destentor.nl/algemeen/binnenland/6199358/Peiling-de-Stentor-Klant-vraagt-meer-begrip-jeugdzorg.ece