Tante Truus opende onder het toeziend oog van de beveiligende beambte van Zonnegloren de haar overreikte brief.
Daarin stond...
*
Hoi die Truus,
Ik sta al tijden met mijn koffertje klaar. Wanneer kom je mij nou eens halen? Het is hier verschrikkelijk, het halve gebouw is leeg en ik ben verplaatst naar boven. Volgens mij spookt het hier. Gisteren hoorde ik veel herrie op de verdieping boven mij. Daar wonen de zware gevallen zoals de broeder mij vertelde. Je weet wel van die mannen met maskers op die in het verleden enge dingen gedaan hebben. Broeder Bob vertelde vanmorgen dat ze gisteren een verdwaalde verwarde vrouw gevonden hadden die helemaal van streek was. Er kwam weinig zinnigs uit qua woorden. De leiding is er zelfs bij geweest om haar te kalmeren, ze was haar hoed kwijt en heur haar zat helemaal in de war. Na een kopje thee hebben ze haar maar in een taxi gepropt nadat ze in haar tas een adres gevonden hadden.
Kom mij nou snel halen Truus, het eten is ook zo flauw , ze zijn zuinig met kruiden en zout. En die thee is altijd slap.
via de lift die mij wat krakkemikkerig leek bereikte ik de 32e verdieping. Daar aangekomen was er een deur die ik niet open kreeg. Ook niet met pushen. Wat bleek.. ik had daar een toegangscode nodig om deze klaarblijkelijk gesloten afdeling te betreden. Ik tuurde door de donkere ruit en zag een soort van holle gang die zich eindeloos leek uit te strekken met geheimzinnige schaduwpartijen. Onwillekeurig dacht ik even aan de horrorfilm "the Shining" die jaren geleden zo'n succes had gehad.
Wat kon ik doen? Niets dus, op dat moment en opnieuw betrad ik de lift en ging weer met horten en stoten naar beneden. Daar zat de gezellige veiligheidsman nog achter de balie en lachte mij weer vriendelijk toe. Het blijkt dat ik een code moest hebben, zei ik wat onhebbelijk. Want daar houdt ik niet van ...ergens voor niks naar toe te gaan en weer om te moeten keren.
Wilt u soms een gezellig kopje koffie, sprak de beveiliger.. u ziet er wat verhit uit en ik heb nog niemand gezien of gesproken vandaag. Gaat u maar gezellig hier in dit hoekje zitten dan schenk ik u zo een gezellig kopje in, wilt u suiker of melk, of beide?
Ik ging wat knorrig op het aftandse retrostoeltje in schel oranje zitten wat hij me toeschoof en zei, ja graag, want een gratis kop koffie slaat ik nooit af natuurlijk. Alsublieft, zei de veiligheidsman. Dat is gezellig zo, laat het u maar smaken. Heb ik u al verteld over mijn eksterogen? Nee zei ik en verslikte me in mijn eerste slok toen hij een groot behaard been op de balie legde. Kijk, zei hij, daar zitten ze, en ze steken me. De eksterogen keken me wat loensend aan.....
Daar werd zelfs tante Truus even stil van. Snel keek ik naar de honkbalknuppel die uitnodigend op enige actie stond te wachten maar ik bedacht onmiddellijk dat hij toch niet hard zou kunnen lopen op zo'n vreselijke voet.
O ja zei de beveiliger. Er was nog post voor u gekomen. Kijkt u maar.. gericht aan tante Truus.
Een beetje bibberig pakte ik de gelige met hanenpoten beschreven envelop aan.
Het was een mistige oktobermorgen met een wat onheilspellende sfeer in het donkere Stokkerbaksebos toen er bij het ochendgloren een zwarte diligence stopte op de open plek die uitkeek op de Donatorivier. De wagen kwam met een schok tot stilstand, en de koetsier stapte snel van de bok af en kalmeerde de paarden. Met een buiging maakte hij de deur van de koets open en daar kwam prins George uit in vol ornaat met zijn zwarte cape, hoge hoed en witte handschoentjes.
Achter hem kwamen zijn wat bejaarde secondanten moeizaam het wankele trapje af. Een van hen droeg een mahoniehouten kistje met zwaar koper beslag dat hij zorgzaam vasthield.
Vanaf de weg die langs de rivier lag kwam een man op een bakfiets. Hij zag er minder stijlvol uit dan de prins maar Orlando was er klaar voor. Hij zou die George wel eens een lesje leren.. Uiteindelijk was hij degene die diep hield van Sofie en liefde overwint alles had hij wel eens ergens gelezen.
Zo schavuit, riep de prins, zijt gij er klaar voor? Jazekers, zei Orlando, kom maar op met je koperen pistooltje, en hij griste het wapen uit het blauw fluwelen foudraal wat die ene secondant zojuist had geopend.
Hij liep meteen tien stappen vooruit zonder op de prins te letten, draaide zich om en schoot uit volle kracht. He dat was gek .. waar was George gebleven? Maar er had een kreet geklonken en er was een secondant zojuist ter aarde gestort. Een plasje bloed sijpelde als een beekje langs zijn wildlederen laarzen en er klonk nu een zacht gekreun dat langzaam wegebde.
Prins George kwam van onder het eikenbosje uit waar hij zich had verscholen op groezelige knieen aankruipen en riep om een ambulance. Help! Maar zijn stem klonk hol en stierf langzaam weg in de ochtendnevel. Orlando stapte met een zwaai op zijn fiets en maakte zich snel uit de voeten, richting Stokkershoven en richting warme havermoutpap, want die had hij wel verdiend vond hij.
Onderwijl had prinses Alida, na lang nadenken, een thema bedacht voor het feest. Een brandweerfeest moest het worden! Met demonstraties en spuitgasten en vuurwerk. Dat was pas leuk!
eindelijk, na veel wikken en wegen en ander gezeur, kon ik mij er toe brengen om Let eens te bezoeken in haar huidige toestand.
Dus, afgelopen zondag stond ik op de stoep bij huize Zonnegloren met een afgeprijsd bloemetje van AH want ik wilde ook niet overdrijven.
Ik vervoegde mij bij de receptie...en een vriendelijke man van een gerenommeerd veiligheids bedrijf stond mij te woord. Ik zag wel een honkbalknuppel staan achter de balie. Voor noodgevallen begreep ik bij navraag. Daarna vroeg ik waar ik heen moest om op de 32e etage te komen bij kamer 13 waar Let onvrijwillig huisde.
De veiligheidsmeneer zei mij dat Let geluk had gehad want de helft van de bewoners van onderliggende etages waren wegens het onveilige planfondsituaties overgebracht naar containerwoningen achter Zonnegloren naast de afvalcontainers. Maar let zat er nog.
Dus nam ik in de hal de lift naar de 32e verdieping.