HET OPONTHOUD
Dit verhaal zou overal kunnen afspelen. Het is geen bijzonder verhaal, het is zelfs gewoon te noemen. Hoe vaak zal het nog gebeuren dat twee mensen elkaar ontmoeten op deze terloopse wijze. Zonder verwachtingen, zonder illusies, zelfs zonder de hoop dat deze ontmoeting tot wat leiden zal. Misschien is het voorbeschikt.. Met wat geloof en goede wil zijn gebeurtenissen wel voorbeschikt te noemen. Mochten ze tot niets leiden dan is de vraag of het een zinvolle belevenis was.
Maar moet het leven wel zin hebben
Dit is een vraag waarover de vrouw in dit verhaal vaak over had nagedacht en al een voorlopige conclusie had getrokken. Zelfs nadenken over de zin van het leven was doelloos. Wij verpakken onze hunkeringen en verlangens immer in iets wat het de moeite waard zou maken, ten laatste. Een lauwe rechtvaardiging voor het armzalige dagelijkse leven. Bang als we zijn voor de consequenties die we moeten trekken als het leven zinloos mocht zijn. De strop is nooit ver weg.. De donkere rivier lonkt bij avondgedachten.. Het perron van de metro is maar smal..
Zo stapte deze vrouw, die ik Janna wil noemen, op een koele herfstmorgen uit de trein die haar naar Brussel had gebracht. Na veel overwegingen en talloze brieven hadden twee mensen besloten elkaar daar te ontmoeten. Zij hadden elkaar nooit gezien, nooit aangeraakt, alleen hun gedachten hadden elkaar gevonden.
Jannas gevoel van verwachting voerde een strijd met haar immer cynische idee dat het kon tegenvallen. Zij besefte wel dat dit wederzijds kon zijn. Het was niet langer mogelijk voor haar om nog onbekommerd en spontaan te zijn. Even stond zij stil bij de vraag of dit een gemis was of juist een verworvenheid van het verstand. Maken de belevenissen van de vele jaren iemand wel wijzer of brengen ze alleen meer angst. Dat was moeilijk te zeggen, bedacht ze, toen ze over de Quade Orseilles liep die haar naar het centrum van Brussel voerde.
Brussel is een Grande dame, waar nog steeds leven inzat, een mooie niet te temmen stad waar men respect voor moest koesteren. Druk was het in de straten. De mensen die langs haar liepen keken haar soms aan, voor een moment, op weg naar een doel waar zij slechts naar kon gissen. Naar hun werk? Naar een rendez-vous zoals zij zich had voorgenomen? Misschien kon men het aan haar zien, proefde men haar onzekerheid. Maar mensen zijn minder met anderen bezig dan met zichzelf en daarin was troost te vinden. Het was prettig onopvallend en anoniem te zijn en op deze wijze als vanzelf in de massa op te gaan. Janna sloeg de hoek om van de Rue de la Concorde op weg naar de plaats van ontmoeting, het Cafe Rossignol.
Mrs.G.
|