Hoofdstuk 5
Alida pakte haar kanten zakdoekje en wreef even in haar linkeroog
om een traan weg te pinken. Wat hoorde ze zojuist? Zij kon haar oortjes met de geërfde diamanten oorbellen van groothertogin Amira niet geloven. Wat speelde hier zich eigenlijk af achter haar rug en onder haar ogen? Sofietje? De vamp van paleize Stokkerstoren? Dat had zij niet achter het slome blonde wicht gezocht.
Hoe had zij zich zo kunnen vergissen. En dan Orlando.. wie dacht hij dan wel wie hij was.? Als hij hem niet voor enige jaren had had ingehuurd als beginnende voetlakei was er niets van die jongen terecht gekomen en was zijn armoedige familie aan de geeuwhonger gestorven. De vrijheden die hij zich hier dacht te kunnen veroorloven! Daar moest subiet een einde aan komen.
Orlando, zo sprak de prinses zacht maar dwingend.. ga jij maar even naar de bijkeukens.. ik spreek je later wel. Orlando zag aan haar stalen blik dat het deze keer menes was en dat er met de prinses niet langer te spotten viel.
Vervolgens sprak Alida tegen Sofietje. Voortaan ga jij de kok maar helpen als hulpmeid 3e klasse. Verdwijn uit mijn ogen! En zij gebaarde naar de gebeeldhouwde eikenhouten deur. Sofietje verdween met een geknikt hoofd.
Een moment keek ze naar George. Ze had het eventjes leuk gevonden dat hij langs kwam maar eigenlijk was het maar een sukkel was al zag hij er best smakelijk uit en hij had er talent voor om zich in de nesten te werken, nergens wat van te snappen en overal een zootje van te maken. Die roddel had haar al lang bereikt. Als zij hem eens goed bekeek zag ze ook wel aan zijn postuur dat hij graag een biertje lustte. Jaja.
Had zij wat aan zo'n vent al was het dan een prins? Niets, was haar eigen antwoord. Alida stond op en gebaarde naar George, schiet een beetje op met je bier.
Ik heb het druk.
|