Toen tante Truus in hotel Tulp haar kamer betrad en zij zag dat er tralies voor de ramen waren op de 3e verdieping voelde ze duidelijk nattigheid.
Waar ben ik nu weer in beland .. ik keerde me om en probeerde met de afgepakte sleutel de deur weer te openen maar er zat geen beweging in. Vaag hoorde ik iemand snel weglopen en in de verte hoorde ik een sirene dichterbij komen.
Wat gaan we nu krijgen?
Ik bonkte zo hard ik kon op de deur en riep.. laat me er uit. Laat me er onmiddellijk uit!
Een hele tijd was er diepe stilte toen hoorde ik gestommel en zware voetstappen dichterbij komen. Een sleutel werd in het slot gestoken en de deur ging voorzichtig open, een man van middelbare leeftijd met een bril en een baardje stak zijn hoofd om de hoek en zei... dag mevrouw.. mag ik even binnenkomen? ik keek verbaasd naar en zei.. komt u maar binnen. Vlug stapte hij naar binnen en achter hem kwamen onmiddellijk 2 forse figuren met een witte kiel achter hem de kamer binnen.
Daar keek ik wel vreemd van op en ik zei.. wat is dit? Wat heeft dit betekenen?
Geruststellend legde het mollige mannetje een vlezig handje op de mijne en zei.. wees maar gerust tante Truus, ik ben Paul Wegenbree, uw vriendelijke psychiater. Ik hoorde dat u een noodgeval bent.
|