Hallo lieve lezers
Na een paar uur vertraging en na een zoekactie met een hashhond op de airport bij de koffers kon ik eindelijk op de trein naar mijn woonplaats stappen. Chantal kon me niet afhalen want die had nog een dingetje te doen maar ze was wel thuis toen ik met de Ubertaxi aankwam.
Daarna ben ik op het logeerbed in het logeerkamertje geploft met me jetlag en probeerde een paar uur te slapen... maar dat lukt niet echt want Wodan zit voor het voorraam op de vensterbank van de doorzonwoning te keffen tegen alles wat langsloopt.
Blij keek hij ook niet toen ik met me koffers eindelijk arriveerde. Kijk Wodan, zei Chantal nog, daar heb je Truus maar Wodan trok meteen zijn lip op en ging daarna met zijn rug naar mij toe zitten.. Dat belooft nog wat.. dat oppassen.
Afijn, ik lag daar gebroken op de patchworkdeken en keek om me heen in dat logeer kamertje.
Dat was duidelijk niet het pronkwerk van een binnenhuisarchitect geweest, dat zag ik nog met een slaperig oog. De wanden waren tot de nok toe gevuld met Chantal d'r antiek. Nooit zag ik eerder zo'n verzameling oprechte kitsch. Hoe krijgt ze het bij elkaar gezocht. Maar het was wel lastig manoeuvreren in dat kamertje, bedacht ik. Dat porselein klettert daar zo naar beneden. Voor het venster hingen wat wollige grijze gordijnen die beslist alle zonnestralen zouden tegenhouden en het rook er bedompt.
De logeerpartij kon beginnen.
|