Ja lieve en trouwe lezertjes,
Daar liep ik dan, laat in de middag over de Meuseboulevard met een bleek zonnetje achter me en op zoek naar een goedkoop hotel wat niet al te ordinair was tegelijkerijd.
Lastig zoeken, maar mijn roodgeruite koffertje met twee kleine krassende wieltjes volgde mij braaf en op gepaste afstand. In de verte zag ik het silhouet van het hotel waar ik op zoek naar was, hotel Tulp. Ik liep door de draaideur met mijn koffertje en kwam binnen in de soiree.
Achter de balie stond een lange slungel met een slecht zittend donker kostuum.
Een goede dag, sprak hij, waarmee kan ik u van dienst zijn?
Wat dacht jezelf sprak ik op een wat snauwende toon want ik had een hele boulevard afgelopen en was wat uit mijn humeur. Ik sta hier met een koffertje.. waarom zou ik hier binnenstappen denk je.
De jongen verbleekte, hij werd schijnbaar zelden onheus bejegend en deed een stap naar achteren. ik wilde aleen maar, hij was aan het stotteren..
Jaja, sprak ik... ik zoek een rustige kamer hier en vlug een beetje. De jongen drukte op een koperen belletje en er verscheen een nog jonger exemplaar van het mannelijk ras maar wel met een wat gespierder uiterlijk.
Breng mevrouw zo snel mogelijk naar kamer 42 op de 3e verdieping. De jongen keek even naar me en had al zijn oordeel klaar, een gek oud wijf, maar pakte wel mijn koffer op en ging mij voor op de trap. Op de lift stond een bordje. Lift is kapot.
Een slecht teken.
Hijgend boven gekomen stak de jongen een grote sleutel in het sleutelgat van kamer 42 en draaide zich naar mij om met zijn hand uitgestoken die ik negeerde. Wel griste ik de sleutel uit zijn andere hand. Zo vlug mogelijk liep ik de kamer binnen en deed de deur dicht. Ik keek de kamer in.
Voor de ramen zaten dikke tralies.
|