De regering wil 800 miljoen bezuinigen op de AWBZ. Zij wil o.a. de AWBZ alleen nog toegankelijk maken voor de meest kwetsbaren in onze samenleving, zoals mensen met ernstig regieverlies of mensen met een ernstige, invaliderende aandoening of beperking. Daarbij wil men ook participatie als doelstelling uit de AWBZ schrappen. Per Saldo is geschokt over deze maatregelen. Deze ingreep raakt niet de kern van de kostenstijging en er wordt voorbijgegaan aan een hele grote groep mensen die het pgb keihard nodig hebben om te leven en te overleven!
Denk aan jongeren (al dan niet met een psychiatrische problematiek) die dagelijks begeleiding nodig hebben.
Denk ook aan gezinnen waar kinderen met forse beperkingen opgroeien, waarbij specifieke deskundigheid vereist is en ouders al jaren zwaar overbelast zijn. De inzet van het pgb is vaak plaatsgebonden en op speciale momenten van de dag. Hele gezinnen blijven overeind door deze begeleiding op maat. Dit zijn geen kinderen die intramuraal behoren te wonen, die horen thuis bij hun ouders!
Per Saldo verzet zich tegen de plannen van het kabinet. Daarom verzamelen wij voorbeelden en verhalen uit de praktijk waaruit blijkt dat de maatregelen onacceptabel zijn.
Op de homepage van Per Saldo (www.pgb.nl) kunnen budgethouders a.d.v. twee vragen aangeven wat deze plannen voor effect gaan hebben op hun leven.
08-07-2008, 19:50 geschreven door Webmaster Reacties (0)
29-06-2008
De jeugd heeft (is) de toekomst?
27-06-2008 ! UITKIJK
Eén op de drie kinderen van elf en twaalf jaar vertoont crimineel gedrag. Allochtone kinderen die hooguit eenvijfde van de kinderbevolking uitmaken, dragen voor 58 procent bij aan dat onrustbarende cijfer. Eén op de zes jongeren verlaat de school zonder een zogeheten 'startkwalificatie' die voldoende zou moeten zijn om redelijk mee te kunnen op de arbeidsmarkt. Eén op de twintig à dertig kinderen heeft ADHD, een nieuwerwetse 'hyperactieve kinderziekte' waar we twintig jaar geleden nog nooit van hadden gehoord. Als je toen druk was kreeg je gewoon een hengst voor je kop en was het gelijk afgelopen.
Een aanzienlijk en toenemend aantal kinderen zou nu een heuse 'autistische stoornis' hebben. Van de twaalfjarige meisjes is er één op de vijf te dik, van de jongens één op de zeven. Marokkaanse jongens lijden massaal aan schizofrenie. Andere kinderen hebben massaal last van woordblindheid. Er zitten jaarlijks vier- tot vijfduizend jonge jongeren gestraft en wel in een justitiële strafinrichting. De snelle stijging van het aantal jonge arbeidsgehandicapten met een levenslange Wajong-uitkering, past in dat patroon.
Als al die cijfers kloppen, dan stevent Nederland ook in economische zin op een ramp af. De AWBZ-zorgsector groeit niet zozeer snel door de vergrijzing, maar door het grote aantal jongeren dat 'zorgrugzakjes' en psychische ondersteuning krijgt. Een kind in een strafinrichting kost 250.000 euro per jaar. Wie door de school niet af te maken geen baan heeft, kost de samenleving per saldo handenvol geld. Als het waar is dat de jeugd niet alleen de toekomst heeft maar ook de toekomst vormt, dan ziet het er niet best uit. Maar: als dat linksige geitenwollensokken-geleuter allemaal waar is, hoe komt het dan? En is er nog wat aan te doen?
Een van de gangbare verklaringen luidt dat de samenleving 'zo veel complexer is geworden'. Daar hebben we dus niets aan. Iets tot 'complex' benoemen levert nog niet het begin van een verklaring, laat staan een oplossing. Als de samenleving complexer is geworden, dan was dat, mag je hopen, onderdeel van de 'progressieve' vooruitgang. Maar wat er allemaal aan onrustbarends over al die zieke, gehandicapte, criminele en tot werkloosheid gedoemde jongeren wordt gemeld, is met geen mogelijkheid als vooruitgang te bestempelen.
Als we pogen de veronderstelde toegenomen complexheid van de Nederlandse samenleving handzaam te ontrafelen, dan komen er ruwweg drie factoren bovendrijven:
- Ten eerste is daar de toegenomen neiging van de overheid om de bevolking te pamperen, zowel qua zorg als inkomen. - Ten tweede was en is er een ongekende instroom van immigranten, voor een groot deel ongeletterden met een laag IQ die dikwijls voor Nederlandse begrippen hoogst gedateerde opvattingen meenamen. - Ten derde zijn er de afgelopen decennia in rap tempo 'progressieve' ideologische opvattingen over opvoeding en onderwijs zowel de gezinnen als de samenleving binnengeslopen.
Het ligt niet voor de hand dat een onevenredig groter deel van de kinderen in Nederland opeens ziek, gehandicapt, crimineel en onbruikbaar voor de arbeidsmarkt is geworden. En dus ligt het wel voor de hand de verklaring bij de gesignaleerde veranderingen te zoeken. Een overheid die de ouders en kinderen van Nederland overmatig pampert, neemt verantwoordelijkheid bij hen weg. Een overheid die rugzakjes en uitkeringen uitdeelt voor wie ziek of gehandicapt is, lokt zelf hoge cijfers voor ziekte en arbeidsgehandicaptheid uit.
De oververtegenwoordiging van immigrantenkinderen in de cijfers voor ziekte en handicaps, schooluitval en misdaad is een redelijk voorspelbaar gevolg van het desastreuse type immigratie dat onze overheid de afgelopen veertig jaar heeft bevorderd, uitgelokt of laten begaan. Daar is niet veel meer aan te doen, maar maakt het nog urgenter om nieuwe voorspelbare ellende te voorkomen. De (multi)culturele revolutie die de afgelopen decennia door opvoeding en onderwijs is gedenderd, heeft het er ook niet beter op gemaakt. De bewezen deugden rust, reinheid en regelmaat werden in een ontwrichtend tempo vervangen door het afzien van het stellen van regels, waardoor kinderen het vaak zonder ankers moeten stellen. Tegelijkertijd raakte het onderwijs ondergeschikt aan talrijke schadelijke links-ideologische experimenten.
Alleen pijnlijk zelfonderzoek en het lering trekken uit wat die zogenaamde complexere samenleving heeft opgeleverd, kunnen tot het begin van een oplossing leiden. En natuurlijk een daadkrachtige overheid. Maar dat laatste zal wel een wensdroom blijven zolang gevestigde oude partijen het voor het zeggen blijven houden.
29-06-2008, 16:37 geschreven door Webmaster Reacties (0)
21-06-2008
Autisme, geboortegewicht en vroeggeboorte
Autisme, geboortegewicht en vroeggeboorte
Een recent onderzoek wijst op het verband tussen autisme enerzijds en een laag geboortegewicht en of prematuriteit anderzijds. Om voorlopig nog onbekende redenen is dat verband niet hetzelfde bij jongens dan bij meisjes.
Een nieuwe link Autisme komt voor bij ongeveer 25 op de 10.000 mensen en 3 à 4 keer vaker bij jongens dan bij meisjes, vermoedelijk al vanaf de geboorte. Autisme komt meestal tot uiting rond de leeftijd van één à twee jaar. De aandoening gaat gepaard met een communicatiestoornis en een contactstoornis, maar autisme is nog altijd grotendeels een mysterieuze ziekte. Er zou sprake zijn van een genetische oorzaak, maar ook op dat vlak heerst er nog onduidelijkheid. Een recent onderzoek wijst op het verband tussen autisme en een laag geboortegewicht en of een vroeggeboorte. Die factoren zouden het risico op de aandoening verdubbelen.
Meisjes versus jongens Het verhoogde risico is niet hetzelfde bij jongens als bij meisjes. Autisme komt in het algemeen vaker voor bij jongens dan bij meisjes, maar het risico dat jongetjes lopen met een laag geboortegewicht (minder dan 2,5 kilo) is dubbel zo groot, terwijl het bij meisjes met een pluimgewicht drie keer zo groot is. Het ziet er naar uit dat de invloed van het geboortegewicht en de prematuriteit verschilt al naargelang het kind alleen aan autisme lijdt of ook met andere stoornissen kampt.
Een dubbel verband? Het onderzoek biedt evenwel geen verklaring voor het verband tussen enerzijds een laag geboortegewicht en vroeggeboorte en een verhoogd risico op autisme anderzijds. Maar een laag geboortegewicht en prematuriteit wijzen in elk geval op een minder goede ontwikkeling van de baby tijdens de zwangerschap. Rest de vraag of de verstoorde groei van de foetus voor neurologische problemen zorgt of de neurologische stoornis voor een laag geboortegewicht.
Autisme herkennen Zonder conclusies te bieden, biedt de studie nieuwe mogelijkheden. Zo kan men kinderen die vroegtijdig geboren worden of een laag geboortegewicht hebben beter volgen om zo een eventuele ontwikkelingsstoornis zo vroeg mogelijk op te sporen. De kinderen moeten opnieuw onderzocht en gevolgd worden op de leeftijd van 18, 24 en 30 maanden, net zoals kinderen met een familielid dat autisme heeft. Hoe vroeger de ziekte behandeld wordt, hoe beter de gezondheid van het kind zal evolueren.
Zwanger en... ontspannen De publicatie van de onderzoeksresultaten is een aanleiding om het grote publiek er nog eens op te wijzen dat er geen wonderrecept is voor een perfect gezonde baby, maar dat men wel een aantal eenvoudige regels moet respecteren om de risico's te beperken. Niet roken, geen alcohol, infecties vermijden, gezond eten, voldoende slapen, voldoende (gematigde) lichaamsbeweging nemen en angst en stress vermijden. Het zijn regels voor alle aanstaande mama's, ook al leveren ze geen garantie op een baby in perfecte gezondheid.
21-06-2008, 01:45 geschreven door Webmaster Reacties (8)
14-06-2008
De invloed van depressieve moeders met en zonder antisociaal gedrag
Kinderen wier moeder zowel depressief is als antisociaal gedrag vertoont, lopen meer risico zelf gedragsproblemen te ontwikkelen dan kinderen van depressieve moeders zonder antisociaal probleemgedrag.
De onderzoekers analyseerden gegevens van 1106 families. Hierbij werd gekeken naar de mate van depressiviteit en antisociaal gedrag bij de moeder en werd informatie over het gedrag van het kind (toen hij/zij tussen de vijf en zeven jaar oud was) via de moeder en leerkrachten verkregen.
In het geval er bij de moeder sprake is van zowel een depressie als antisociaal gedrag, laten kinderen significant meer antisociaal en probleemgedrag zien dan wanneer er alleen sprake is van depressiviteit bij de moeder. De eerste groep kinderen blijken vaker moeders met alcoholproblemen te hebben en krijgen vaker te maken met lichamelijke mishandeling en huiselijk geweld. Deze factoren zijn mogelijke verklaringen voor het verhoogde risico dat deze kinderen lopen om zelf probleemgedrag te ontwikkelen. (The American Journal of Psychiatry, juni 2006 )
08-06-2008, 21:28 geschreven door Webmaster Reacties (0)
29-05-2008
Ernstig agressief gedrag bij basisschoolkinderen is goed aan te pakken
28-05-2008
Programma Alternatieve Denkstrategieën zeer succesvol
Ernstig agressief gedrag bij basisschoolkinderen is goed aan te pakken
Het Programma Alternatieve Denkstrategieën (PAD) vermindert ernstige agressie bij zes- en zevenjarige jongens in het gewoon en speciaal basisonderwijs. Jongens vertonen na twee jaar minder agressie en ervaren minder agressieve gedachten. Met dit programma kunnen scholen het sociaal gedrag en sociaal inzicht van (zeer) agressieve kinderen dus aanzienlijk verbeteren. Dit stellen Jos Louwe en Kees van Overveld op grond van hun onderzoek naar de effectiviteit van het PAD-leerplan. Zij promoveren beiden op maandag 2 juni aan de Universiteit Utrecht.
Louwe en Van Overveld onderzochten 11 scholen (PAD-scholen) (en 21 controlescholen) die het PAD-leerplan minstens drie jaar volledig zelfstandig en als routinematige aanpak toepassen. Meer dan 100 kinderen met ernstige gedragsproblematiek in het basis- en speciaal onderwijs werden twee jaar lang gevolgd. Al aan het einde van het eerste jaar rapporteren de leraren uit het gewoon en het speciaal basisonderwijs minder agressieve gedragingen en na twee jaar zijn de resultaten nog positiever. Ook lijkt het sociaal inzicht van de leerlingen toe te nemen, ze geven aan in probleemsituaties anders te zullen reageren.
PAD-leerplan De Nederlandse versie van het in de VS ontwikkelde PATHS-curriculum is op veel scholen in het primair onderwijs ingevoerd. Het programma bestaat uit een serie lessen en oefeningen voor de leerlingen, gebaseerd op vier belangrijke pijlers: zelfbeeld, zelfcontrole, emoties en het oplossen van problemen. Docenten leren de kinderen om in allerlei dagelijkse situaties zelfstandig moreel verantwoordelijke afwegingen te maken. Ook zijn er huiswerkopdracht opgenomen om de toepassing van de geleerde kennis en vaardigheden buiten de schoolsituatie te bevorderen. Voor de ouders is er informatiemateriaal en zijn er informatiebijeenkomsten op school.
Invloed rol leraar en school De mate waarin het leerplan is ingebed in de organisatie en de cultuur van de school is sterk van invloed op de resultaten. Vooral de tevredenheid en de verwachtingen van de leraren over PAD maken een groot verschil; de meest tevreden leraren behalen ook de beste resul¬taten. Bovendien is er minder agressie in de klas als docenten ook tijdens de reguliere lesuren hun leerlingen stimuleren om de geleerde kennis en vaardigheden toe te passen. Het reserveren van taakuren voor de zorgcoördinator en het laten volgen van een PAD-cursus door alle leraren draagt ook bij aan de effectiviteit van de aanpak.
Problemen op latere leeftijd Ernstige agressie op jonge leeftijd voorspelt problemen op latere leeftijd, en agressief gedrag van leerlingen is voor veel leraren in de dagelijkse praktijk moeilijk te veranderen en lastig te hanteren. Het onderzoek en de resultaten op het gebied van agressievermindering wordt daarom door de onderzoekers als een doorbraak beschouwd. Niet eerder kon de effectiviteit van enige schoolteamgerelateerde, algemene aanpak worden aangetoond op ernstige agressiviteit van kinderen.
Promotie Kees van Overveld en Jos Louwe promoveren respectievelijk op maandag 2 juni 2008, om 10:30 uur en 11:15 uur, Academiegebouw, Domplein 29, Utrecht. Proefschrift: A PATHS-way to reduce aggression. The effectiveness of the Dutch translation of the PATHS-curriculum on boys with severe behaviour problems in schools for primary education and in schools for special education in the Netherlands. Promotoren: prof.dr. B. Orobio de Castro en prof.dr. W. Koops.
29-05-2008, 20:15 geschreven door Webmaster Reacties (903)
25-05-2008
Autisme wordt in dit boek beschreven vanuit ontwikkelings-, neurologische- en biologische hoek
Autisme - medisch & educatief
Peeters, T.
Autisme wordt in dit boek beschreven vanuit ontwikkelings-, neurologische- en biologische hoek. Lichamelijke afwijkingen, hulpmiddelen en medicatie komen ook aan bod. In het educatieve deel staat het zoeken naar visuele communicatie centraal, omdat personen met autisme niet in woorden maar in beelden denken. Dan volgt het streven naar zo groot mogelijke zelfstandigheid, aangepast werk en georganiseerde vrije tijd. Er blijkt behoefte aan bijzondere opvoeding en begeleiding; samenwerking tussen neurologen en opvoedkundigen is noodzakelijk. Verder is duidelijk dat hulpverleners geschoold en begeleid moeten worden. De schrijvers zijn beiden in België werkzaam op het gebied van autisme. Dit boek is verplichte lectuur voor ieder die iets met autisme te maken heeft, vooral omdat het de kloof probeert te overbruggen tussen theoretisch begrijpen en de dagelijkse praktijk.
25-05-2008, 22:25 geschreven door Webmaster Reacties (0)
16-05-2008
Kinderen met dyscalculie
A. Desoete, T. Braams
Kinderen met dyscalculie
Niet iedereen leert even makkelijk rekenen. Ook volwassenen met een goede opleiding kunnen van eenvoudige sommetjes in de war raken. Dit boek over dyscalculie (rekenstoornis) is een hulpmiddel bij het leren rekenen en de begeleiding van leerlingen.
In dit boek bespreken de auteurs de soorten reken-stoornissen die kinderen kunnen hebben en hoe deze rekenproblemen kunnen worden onderzocht. Kinderen met dyscalculie hebben vaak een flinke weerzin tegen rekenen. Het is belangrijk dat het rekenen voor hen weer leuk wordt. Er worden veel tips en adviezen gegeven, en rekenmaterialen genoemd die goed inzetbaar zijn. Zowel voor ouders als voor docenten is dit een bruikbaar en praktisch boek.
Over de auteur(s): Annemie Desoete, orthopedagoog, is docent aan de universiteit Gent. Zij publiceert veel over rekenen en dyscalculie. Tom Braams is zelfstandig gevestigd psycholoog. Hij is gespecialiseerd in dyslexie en dyscalculie en schreef meerdere boeken over dyslexie.
16-05-2008, 20:02 geschreven door Webmaster Reacties (0)
10-05-2008
De nieuwste inzichten ADHD
Cursus ADHD diagnostiek bij kinderen (nieuw)
De nieuwste inzichten
Iedereen weet tegenwoordig wat ADHD is. Door ondermeer de media aandacht van de afgelopen jaren is de term ADHD opgenomen in het dagelijks taalgebruik. Om hierbij als hulpverlener staande te blijven is het noodzakelijk om op de hoogte te zijn van de meeste recente ontwikkelingen op dit gebied.
docenten
Dr. Ariane Tjeenk-Kalff, GZ-psycholoog en neuropsycholoog, gedragstherapeut i.o., werkzaam bij de Bascule, centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie te Amsterdam. Drs. Annebeth Post Uiterweer, GZ-psycholoog en neuropsycholoog werkzaam bij MoleMann Mental Health Clinics te Rotterdam.
doelgroep
(GZ)-psychologen en orthopedagogen, werkzaam bij Bureau Jeugdzorg, de jeugd-GGZ, en de kinderpsychiatrie.
voorkennis
Verwacht wordt dat de deelnemers bekend zijn met psychologische diagnostiek zowel praktisch als theoretisch.
doelstelling
Na afloop van de cursus beschikken de deelnemers over state-of-the-art kennis met betrekking tot diagnostiek van ADHD. Zij zijn in staat om de (differentiaal) diagnose te stellen, gebruik makend van een breed denkkader rondom de diagnose ADHD.
inhoud
Alle relevante thema's, vanaf de intake tot en met de adviesfase, komen in de cursus aan bod:
het betrekken van de school bij de onderzoeks- en adviesfase;
het betrekken van het systeem/ culturele aspecten;
de vertaalslag naar een behandelplan, kennis over verschillende behandelmethodes.
werkwijze
Theoretische inleiding door de docenten, op een interactieve wijze en aan de hand van onderwerpen uit de literatuur. Oefenen met diagnostische instrumenten. Casuïstiekbespreking, ook van door de deelnemers ingebrachte casus.
literatuur
De deelnemers krijgen voorafgaand aan de cursus een aantal artikelen ter bestudering toegestuurd. Tijdens de dag ontvangen zij een uitgebreide reader.
Het is een offer dat maar weinigen bereid zijn te brengen: je mooie Oisterwijkse huis te koop zetten om in Haaren het leven van onbekenden een stukje beter te maken. Toch is dat precies wat Nelleke Timmermans en haar man hebben gedaan.
Een grote stap, maar een logische zet vanuit het werk dat ze altijd voor de GGZ hebben gedaan. Vinden ze zelf. "In mijn werk ga ik veel om met kinderen met ADHD en autisme", zegt Timmermans. "Voor die kinderen is het belangrijk om op een gestructureerde wijze en in een veilige sfeer een ontspannen tijd te hebben. En voor hun ouders, broertjes en zusjes, is het belangrijk om eens in de zoveel tijd even de accu op te laden. En dat kan vanaf deze week bij Villa Papillon."
De logeeraanvragen komen al binnen, al opent het logeerhuis Villa Papillon pas officieel op 15 mei, mét hapjes en drankjes, de deuren aan de Langeweg 34. In het huis kunnen kinderen van 4 tot en met 14 jaar met autisme en ADHD het hele weekend logeren. "De ouders hebben dan even een adempauze", zegt Timmermans. "Want hoeveel je ook van je kind houdt; soms is een adempauze broodnodig. De speciale aandacht geven die je kind nodig heeft, is een taak die veel tijd opslokt."
De voormalige basisschool waar Timmermans nog elke dag aan het verbouwen is, wordt speciaal ingericht voor de kinderen. "Met zes slaapkamers, want je zet natuurlijk niet de kinderen bij elkaar 0p één kamer", zegt ze. "Daarnaast hebben we een paar door de wol geverfde medewerkers die met de kinderen gaan werken. Want naast ontspanning willen we ze ook vaardigheden leren: zoals het op een sociale manier met elkaar omgaan. Kinderen logeren idealiter ook één keer per maand in dezelfde groep. Zo kunnen ze ook nog vriendjes maken."
Het bijzondere aan Villa Papillon is volgens Timmermans 'dat het een sfeervolle en huiselijke woning is'. Timmermans: "Vroeger was de woning een lagere school maar die is omgetoverd tot een privé-gedeelte voor mijn man en drie kinderen. Daaraan vast zit het logeerhuis Villa Papillon." Bang dat ze niet meer aan haar privé-leven toe komt, is Timmermans geenszins. "We zorgen voor goede medewerkers die ook het reilen en zeilen kennen", zegt ze. "We hebben daarvoor dan ook mensen benaderd die we al goed kennen."
De Villa moet een logeerplek worden voor kinderen uit heel het land; de keuze is op Haaren gevallen omdat daar de beste locatie voor Papillon te vinden was. "Al zullen we natuurlijk wel in de omgeving onze uitstapjes met de kinderen plannen", zegt Timmermans. "Ik kende Haaren natuurlijk wel als buurdorp, maar hadden we bijvoorbeeld in de buurt van Tilburg een huis gevonden dan zaten we nu daar. Het gaat er vooral om dat er een logeerhuis ís: we willen toch een landelijke functie vervullen." Terwijl de eerste logeerplekken van de Villa al geboekt zijn, kijkt het echtpaar Timmermans nog om zich heen voor enkele 'vrienden'. "Mensen die willen kunnen 'Vrienden van Papillon' worden", zegt Timmermans. "De logeerkosten van de kinderen worden gedekt vanuit hun persoonsgebonden budget, maar voor de aanschaf van meubilair en dergelijk kunnen we nog alle steun gebruiken die er is."
Door het toenemen van de diagnostische mogelijkheden worden bij kinderen steeds vaker aangeboren syndromen gevonden als oorzaak van leer-en gedragsstoornissen.
Bij het opzetten van een handelingsplan voor deze kinderen kan kennis van de bij een bepaald syndroom behorende specifieke lichamelijke beperking en leer- en gedragskenmerken behulpzaam zijn.
Overleg hierover van intern begeleider, schoolarts, schoolmaatschappelijk werkende en orthopedagoog kan het vervaardigen van een handelingsplan vergemakkelijken.
Als uitgangspunt van dit overleg zijn van een aantal syndromen resumés uit de medische vakliteratuur gemaakt: Neurofibromatose (ziekte von Recklinghausen), Foetaal Alcohol Syndroom (FAS) en Dystrophia Myotonica (ziekte van Steinert).
08-05-2008, 13:14 geschreven door Webmaster Reacties (11)
29-04-2008
Mijn kind heeft gedragsproblemen, daardoor gaat het op school en thuis steeds minder goed
Mijn kind is lastig en druk, hij is hyperactief en impulsief, mogelijk heeft hij ADHD
Mijn kind is opstandig en vertoont ontremd gedrag, mogelijk heeft hij ODD-CD.
Mijn kind heeft concentratieproblemen, mogelijk ADD of ADHD
Mijn kind heeft problemen in de sociaal emotionele ontwikkeling. Hij heeft last van faalangst, scheidingsangst, hechtingsproblemen en een slechte sociale weerbaarheid.
Mijn kind heeft last van depressies.
Mijn kind loopt steeds verder achter op school en hij is toch niet dom.
gedragsproblemen Hoe kan ik mijn kind helpen?
Het zou zo fantastisch zijn als:
Mijn kind rustiger is en eens nadenkt vóórdat hij iets zegt of doet.
Mijn kind minder opstandig is en zich ook kan aanpassen aan zijn omgeving.
Mijn kind zich beter kan concentreren.
Mijn kind minder angstig is en zich beter staande kan houden in sociale contacten.
Mijn kind over de hele linie lekker in zijn vel zit.
29-04-2008, 13:18 geschreven door Webmaster Reacties (0)
27-04-2008
Hoe ge ik om met opvoedproblemen in de klas?
Hoe ga ik om met opvoedproblemen in de klas?
Behandeling van hechtingsproblematiek moet in het gezin plaatsvinden. Daar moet gewerkt worden aan het herstel van de band tussen ouders en kind. Als de behandeling succesvol is dan zal dat zeker in de klas te merken zijn. Anderzijds zal het bieden van veiligheid en structuur in de klas de behandeling thuis natuurlijk sterk ondersteunen.
Voor leerkrachten die te maken krijgen met - meer of minder - onveilig gehechte kinderen op school (en die zal je elk jaar wel tegenkomen) wil ik hier kort een aantal kenmerken en tips geven om ze in de benadering van deze kinderen te ondersteunen.
Als er sprake is van een hechtingsprobleem dan is er bij het kind veel wantrouwen naar volwassenen en er is angst om gekwetst te worden. Het kind schrikt terug voor het praten over gevoelens, voor het maken van contact.
Ook kan het zijn dat het gedrag van het kind bij jou negatieve emoties oproept omdat het kind je kwetst of omdat je je, door wat hij zegt of doet, afgewezen voelt.
Probeer te voorkomen dat je het gedrag ervaart als tegen jou, als persoon, gericht maar zie het gedrag als voortkomend uit handhavingpatronen.
Plaats in de klas
Probeer bedreigende situaties te voorkomen of te verminderen, zodat het kind zich beter kan ontspannen en daardoor meer gewenst gedrag kan laten zien.
Houd hem dicht bij je, bijvoorbeeld naast je
Zet hem in de buurt van rustige kinderen
Geef hem een eigen tafel en stoel (bijvoorbeeld met een sticker erop)
Plaats zo mogelijk geen kinderen achter hem (bijvoorbeeld met zijn rug richting muur)
Contact
Het is heel belangrijk dat het onveilig gehechte kind zich begrepen voelt en dat het ervaart gehoord te worden. Positieve interactie met hem is dan ook essentieel. Schenk hem vertrouwen, opdat hij ook vertrouwen in zichzelf kan krijgen.
Wijs het kind niet af als persoon, maar benoem zijn ongewenste gedrag en bied daarvoor een alternatief aan. Bouw een relatie met hem op en versterk die. Geef hem het gevoel: jij bent belangrijk voor mij. Ik wil dat het goed gaat met ons en dat jij je prettig voelt in de klas.
Verwoord dit bijvoorbeeld door:
Ik wil je helpen, daar ben ik voor
Grote mensen zijn er om kinderen te helpen met groot groeien, dus roep maar als je me nodig hebt
Je hoeft niet alles te kunnen of alleen te doen
Het is belangrijk om actief naar het kind te luisteren en zijn gevoelens te verwoorden. Als het hoort dat het best bang, boos of verdrietig mag zijn, voelt het zich begrepen en zal de spanning van hem af vallen.
Je vindt het moeilijk hè
Je wilt het zo graag goed doen en dan lukt het toch niet, ook niet als je zo je best doet
Je hoeft nog niet alles te kunnen, grote mensen kunnen ook niet alles
Vertel ook de andere kinderen waarom het kind soms moeilijk doet, bijvoorbeeld: Hij vindt het erg spannend en wordt daardoor druk en giechelig.
Leren
Probeer het leren voor het kind weer leuk te maken door:
Lage eisen te stellen (onder zijn niveau)
Veel complimenten te geven
Waar mogelijk visuele ondersteuning te bieden
Zitten en bewegen af te wisselen (zoals bij heel jonge kleuters)
Bij overgangssituaties te helpen, zodat hij niet overspoeld wordt
Eventueel een beloningsysteem in te voeren (uiteraard met opdrachtjes die haalbaar voor hem zijn)
Extra leuke taakjes te geven (bijvoorbeeld planten water geven e.d.)
Zijn gevoelens te verwoorden
Actief naar hem te luisteren
Probeer de dag altijd positief af te sluiten met het kind, zo mogelijk met hem alleen. Het ging goed met ons hè. Fijn dat je morgen weer komt.
Het kan nodig zijn hulp te vragen van iemand die jouw aanpak observeert en je zonodig coacht in deze benadering. Schakel daar een VIB-er (video-interactie-begeleider) voor in met ervaring op het gebied van hechting of informeer bij mij over de mogelijkheden!
Als we leerkrachten, die te maken hebben met problematische onveilig gehechte kinderen, begeleiden of coachen horen we van hen vaak terug dat deze manier van werken ook voor de andere kinderen goed werkt. Vaak ontstaat er veel meer rust en een beter werkklimaat in de klas en dit is logisch. Immers; een onveilig gehecht kind heeft behoefte aan een klimaat van veiligheid en geborgenheid en hebben niet alle kinderen behoefte aan een dergelijk klimaat?
27-04-2008, 13:55 geschreven door Webmaster Reacties (0)
23-04-2008
Tijdens de schoolloopbaan kunnen zich velerlei problemen voordoen
Tijdens de schoolloopbaan kunnen zich velerlei problemen voordoen. Dit kunnen leerproblemen zijn zoals dyslexie, dyscalculie of de manier van leren is bijvoorbeeld niet effectief. Ook kunnen er gedragsproblemen zijn waardoor een leerling niet functioneert. De psychologen en pedagogen van Geldergroep kunnen met behulp van tests en gesprekken achterhalen waar de oorzaak van de problemen ligt en daaraan adviezen koppelen om de problemen aan te pakken.
Hierin zijn de volgende diensten te onderscheiden;
Onderzoek naar hoogbegaafdheid Dit onderzoek richt zich op de vraag of er sprake is van hoogbegaafdheid en op specifieke vragen die daaruit voort kunnen vloeien t.a.v. het functioneren op school en in sociaal opzicht. In het onderzoek wordt daarom niet alleen aandacht besteed aan de verstandelijke capaciteiten maar ook aan welbevinden, sociaal-emotioneel functioneren en werkhouding.
Uitgebreid onderzoek dyslexie Dyslexie is een stoornis in het lezen en spellen. Deze stoornis kan iemand ernstig belemmeren in zijn school en beroepscarrière. Het onderzoek naar dyslexie is gericht op verstandelijke capaciteiten, schoolvorderingen, leervoorwaarden en sociaal-emotioneel functioneren. Daarnaast worden de mogelijkheden onderzocht van behandeling en/of dispensatie voor examens.
Basisonderzoek dyslexie In tegenstelling tot een uitgebreid onderzoek is er geen behoefte aan een verslag, nagesprek en handelingsplan, maar kan volstaan worden met een dyslexie verklaring. Bij de prijsstelling is ervan uit gegaan dat er geen onderdelen door school worden afgenomen.
Aanvullingen op basisonderzoek dyslexie Afhankelijk van de vraag kunnen aan het basisonderzoek een of meerdere modulen toegevoegd worden die deel uitmaken van het uitgebreid onderzoek. Er is keuze uit drie modulen: een nagesprek, een verslag, een handelingsplan. Ons secretariaat kan u over de prijzen informeren.
Onderzoek dyscalculie Dyscalculie is een stoornis die rekenproblemen veroorzaakt. Onderzoek naar dyscalculie is gericht op verstandelijke capaciteiten waarbij de nadruk ligt op ruimtelijk inzicht. Op het gebied van schoolvorderingen wordt vooral gekeken naar de rekenvoorwaarden en de technische rekenvaardigheden. Er worden adviezen gegeven over behandelmethoden.
Uitgebreid onderzoek leerproblemen Vraagstellingen kunnen zeer divers zijn, maar hebben altijd betrekking op een probleem op het gebied van het schoolse leren, waarvoor een verklaring wordt gezocht en waarbij een advies wordt gevraagd voor (be)handeling. Vraagstelling kan mede betrekking hebben op eventuele doorverwijzing naar speciaal onderwijs.
Beperkt onderzoek leerproblemen Het verschil met een uitgebreid onderzoek is dat het een enkelvoudige en minder complexe vraag betreft, waarbij niet alle aspecten onderzocht hoeven te worden. Ook de rapportage is minder uitgebreid.
Uitgebreid psychologisch/pedagogisch onderzoek Uitgebreid psychologisch/ pedagogisch onderzoek. Het onderzoek richt zich op onderzoek en advisering op velerlei gebied. Gedacht kan worden aan o.a. studieproblemen, problemen in de werksituatie, relatieproblemen, opvoedingsvragen, persoonlijke problemen e.d.
Beperkt psychologisch/pedagogisch onderzoek Dit onderzoek is geïndiceerd wanneer er al een zeker beeld van het probleem bestaat uit bijv. eerder onderzoek of observatie en aanvullend onderzoek gewenst is op een enkel psychologisch of pedagogisch aspect.
Psychologisch/pedagogisch begeleidingsgesprek Leermoeilijkheden en psychosociale problemen op school of thuis kunnen aanleiding zijn één of meerdere gesprekken aan te gaan met een externe deskundige. In een aantal gevallen blijft dit beperkt tot een enkel adviesgesprek, in ander gevallen kan er sprake zijn van begeleiding gedurende meerdere gesprekken.
Mogelijk raakt u door het lezen van de beschreven dienstverlening geïnteresseerd. Wij kunnen u in een gesprek adviseren in welke vorm de dienstverlening het best antwoord geeft op uw vraag. Naast deze standaardproducten leveren wij vanzelfsprekend eveneens graag maatwerk.