Welkom op mijn gedichten en verhalen blog Vrijwel twee wekelijks verschijnen op dit blog nieuwe gedichten, actuele snel sonnetten, en soms korte fictieverhalen.
In de rechterbovenhoek van rechterkolom staat - HET ARCHIEF - HIER KUNT U DE WEEK AANKLIKKEN EN DE VERHALEN OF GEDICHTEN LEZEN DIE IN DIE MAAND ZIJN GEPOST.
U kunt eveneens veel van mijn gedichten lezen op: www.gedichten.nl/schrijver/leonardo. Ik wens u veel leesplezier.
Het was bewolkt weer die
zaterdagmiddag. De lucht voelde warm en wat benauwd aan op het statige Zuid Franse
landgoed gelegen aan de rivier de Vidourle. Fraai gedekte lange tafels waren op
het grote gazon voor het oude monumentale landhuis neergezet. Een keur aan zomers
geklede gasten stond, veelal met een glas in de hand, gemoedelijk in kleine
groepjes met elkaar te praten, terwijl bedienend personeel van de landheer zich
met de grote barbecue en de tafelgerechten bezig hield. Er heerste een gemoedelijke ontspannen stemming
onder de vele aanwezigen welke een afspiegeling vormde van de notabelen uit de verschillende
omliggende dorpen. De enorme pan met paella was inmiddels door een tweetal
bedienden onder een grote appelboom op een driepoot met brander neergezet. De
inhoud dampte wat, terwijl de lucht van de paella zich langzaam over de gasten verspreidde.
Bij de barbecue was een kok inmiddels bezig de vele spiesjes met vlees, paprika
en chorizo te roosteren. De damp van zijn schroeiende worstjes steeg als een
dunne nevel recht tussen de boomtakken omhoog, de hemel tegemoet.
Zorg er wel voor dat ze niet te zwart
worden, René, zei een nogal met opzichtige
sierraden opgetuigde dame van middelbare leeftijd tegen de kok.
Daarom blijf ik de worstjes steeds keren,
madame la baronne. Het is mijn eer te na om een zwart geblakerd product af te leveren.
De dame, die de gastvrouw bleek te zijn, glimlachte slechts even goedkeurend, om
zich vervolgens weer onder de gasten
te begeven.
In de appelboom,
waaronder de pan met paella op een kleine driepoot met brander was neergezet,
staarde ondertussen een tweetal half gesloten ogen met belangstelling naar
hetgeen zich beneden op het grasgazon afspeelde.
is de hap al gereed, vroeg de oudste zoon
van het organiserende echtpaar van deze tuinparty aan de kok.
Ik denk dat het met een kleine vijf minuten
gereed is, meneer Joseph.
Moeten we ons zelf eigenlijk bedienen, of
wordt dat voor ons gedaan? Ik heb mama daar niets over horen mededelen.
Madame la baronne, uw moeder, heeft mij zojuist
medegedeeld dat er gewoon wordt uitgeserveerd, meneer. Na deze informatie liep
de zoon des huizes van de barbecue weg, bukte zich even onder de boom voor een
wat naar beneden hangende tak, en nam vervolgens naast een kennis aan de een
van de lange tafels plaats.
Aan de grote mobile bar
die men speciaal voor dit tuinfeest had gehuurd, was een overdaad aan gekoelde mix
dranken te bestellen waarbij vooral de koele mix van sinaasappelsap met passoã grote aftrek
vond. Niemand van de gasten, noch het bedienend
personeel, had overigens in de gaten dat de ongeveer anderhalf duim dikke laaghangende
groengele, bladerloze tak van de
appelboom, heel even bewoog. En dat terwijl het toch vrijwel windstil
was en geen enkele andere tak een beweging maakte. De bewuste bladerloze tak
was even in een rustig evenwicht, maar bewoog toen opeens weer. Niemand had
door dat de tak wat naar voren opschoof. Er kwamen mensen aanlopen die met hun
hoofden bijna de merkwaardige tak aanraakten. Deze liet zich na verloop van enige
tijd van betrekkelijke rust, opeens uiterst langzaam, steeds een klein stukje verder
naar voren zakken. De bedienden liepen steeds vlak onder de tak door maar
hadden nog steeds niets in de gaten. Ze schepten de borden voor de gasten vol
en deelden deze uit aan de mensen die aan de tafel hadden plaatsgenomen. Het
vuur van de gasbrander onder de grote pan werd op een laag pitje gedraaid zodra
iedereen van eten was voorzien. Van de tak, die voorzichtig weer enkele
centimeters naar beneden was opgeschoven, was alleen aan de flitsende gespleten
rode tong te zien dat het niet om een tak maar om een dier handelde. Er was eigenlijk veel te veel paella aangemaakt.
Toen elke gast zich had verzekerd van een maaltijd, al dan niet in combinatie
van worstjes van de barbecue, en sommigen zelfs tweemaal hadden opgeschept,
bleef er nog een aardig bergje paella in de grote paellapan over. Het restant werd
af en toe door de kok wat door elkaar geroerd maar bleef op een gegeven moment liggen
teneinde snel verder af te koelen. Het vuur onder de pan was inmiddels al
enkele minuten terug uitgedraaid.
Terwijl iedereen het glas
hief op de verjaardag van de gastheer, wat blijkbaar de reden voor de tuinparty
was, en een familielid van de jarige een korte toespraak hield, viel opeens met
een lichte plof een tak uit de appelboom op de paella in de pan. Door afwezigheid
van de kok die zich bij de barbecue had vervoegd alsmede de luidruchtigheid van
de gasten had niemand iets in de gaten. De
fraaie groengele tak van ongeveer anderhalve meter lengte schoof na zijn val razendsnel
onder de inmiddels al flink afgekoelde paella in de pan. Alleen de kop stak iets
uit het eten omhoog terwijl hij vanwege zijn kleur vrijwel niet in het gele rijstmengsel
opviel.
Wil er nog iemand wat eten, vroeg de
gastheer opeens met een glas wijn in de hand aan de aanwezigen. Enkele oudere dames
hadden zich de maaltijd reeds goed laten smaken maar wilden nog wel een restje
paella en een spies hebben. De pan met de paella werd opgetild en daarna met de
driepoot aan het eind van de tafel geplaatst.
Bedien
u dan zelf maar dames en heren, zei de gastvrouw terwijl ze samen met een
drietal dames met een bord in de hand van tafel opstond.
Kom mensen, alles moet op, we gooien niets
weg zei de gastheer even later tegen de aanwezigen. Echter, op het moment dat de eerste schep in
de overgebleven paella werd gezet, schoot de vermeende tak die in het eten
verborgen zat met een geweldige snelheid omhoog. Als een Cobra bleef de geelgroene Toornslang een paar seconden op
zijn staart staan sissen terwijl de rode tong uit zijn bek flitste. De scherpe
puntige tanden staken in zijn geopende bek iets naar voren. Doch opeens vond
het serpent het kennelijk genoeg. Het schoot uit de pan vandaan op het gras en
verdween bliksemsnel onder hevig sissen
tussen de verschrikte gasten door richting de rodondendronstruiken die het park
deels omzoomden.
De algehele paniek die
was ontstaan na de verschijning van deze ongenode gast bedaarde na enige
minuten, vooral nadat enkele flauwgevallen dames door middel van vlugzout weer
bij hun positieven waren gebracht. Maar de lol van het feestje was voor de
meeste gasten wel over. Verschillende gasten verlieten na dit incident rap het
feestterrein. Slechts enkele dappere personen bleven achter. De enige die zich
na het incident met de toornslang uitstekend vermaakte was Boris, de Labrador Retriever,
van de gastvrouw en gastheer. Boris trok zich van de commotie helemaal niets
aan. Hij had lak aan een slang. Zeker als er zo een heerlijke overgebleven
maaltijd restte. Nee, Boris was niet bang voor een toornslang. Daarentegen at
Boris, boven op de tafel staande, op zijn gemak de overgebleven paella uit de
grote pan met mosselen en al op. De toornslang liet zich niet meer zien. Die
was zich waarschijnlijk evenals een aantal
gasten ook een ongeluk geschrokken.
Het was een gure voorjaarsdag toen een sjofel geklede
man van rond de vijftig jaar plaatsnam op en bankje in het park, juist
tegenover de grote vijver, waar eenden en ganzen in het water stukjes brood op
aten die door een klein meisje in het water werden gegooid.Toen het kind aan de hand van de moeder na
enkele minuten wegliep verscheen er opeens een tweede man bij het bankje.
Hee, kijk nou
eens, daar hebben we, Japie Dat is een hele tijd geleden, jongen. Waar ben jij
zo lang geweest? vroeg de eerste zwerver die Joop bleek te heten terwijl hij
wat aan de kant schoof om zijn vriend te laten plaats nemen.
Ach, overal en
nergens.
Maar wat zie
ik nou; je bent zeik nat
Ja, dat komt
door dat klote bruggetje. Ik liep te dromen en ik had een houtenkop van
gisterenavond. Ik heb het bruggetje gemist en ben toen naast het bruggetje in
het water gelazerd.
Ha ha ha, geen
betere manier om weer nuchter te worden alleen: je stinkt wel als een varken , man, zei Joop, de eerste
zwerver lachend.Ga een beetje van me
weg zitten anders stink ik straks ook zo naar dat kolere water van die vijver.
Ja, lach jij
maar. Ik zit hier verdomme kou te lijden.
Ja , dat zal
best. Wil je trouwens wat drinken of wat eten?
Als je een
slokkie hebt, nou graag dan, maar wel puur en zonder ijsblokkies.
Ha ha ha, trek
die natte zooi toch gewoon uit man. Niemand die het ziet. Dan kunnen die kleren
ook gelijk wat drogen.
Jij lult
makkelijk. Ik kan toch moeilijk hier in mijn blote reed gaan zitten, lijkt mij
zo. Als die wouten straks komen pakken ze me misschien nog op voor naaktlopen.
Ja, daar heb
je wel een punt mee, met die opmerking bedoel ik. Je moet hier tegenwoordig
verdomd goed uitkijken.
Zwerver Joop keek eens om zich heen en zag tot zijn
verwondering een paar grote stukken karton tussen de struiken liggen. Hij wees
er zijn vriend op die vervolgens zijn kleding uitging trekken.
De oplossing
van alle problemenligt, zoals altijd,
gewoon om de hoek niet waar.
Ja, maar het
is nu al vier uur. Ik krijg nu die kleren niet meer droog in dat schrale rot zonnetje.
Gewoon op het
gras leggen dan drogen ze vanzelf.
Verdomme wat
is het koud. Mn reed kleurt al blauw, dat voel ik. Zal toch maar zon stuk karton om me heen
slaan. Misschien helpt het iets tegen die rot kou.
Ja, doe dat.
Maar geef mij ook maar een klein stukkie karton dan kunnen we dat op de bank
leggen, om op te zitten.
Slaap jij hier
trouwens ook nog altijd; hier in het bos,
bedoel ik?
Nee zeg, ik
kijk wel lekker uit.Stikt hier ˈs avonds, als het donker
wordt, van de nichten. Van die engerds die in de bosjes lopen.
Ja, dat is
tegenwoordig inderdaad echt klote. Waar vind je nog nog een geschikt plekkie om
te pitten in een bos.Ik vraag me trouwens
af waar ik straks kan gaan liggen maffen met dat karton om me heen?
Ja, je zegt
het , dat is wel effe een probleem .Trouwens die wouten rijden hier
tegenwoordig ook veel rond. Op crossfietsen, wel te verstaan. Kunnen ze
gemakkelijker die nichten controleren heb ik van de week gehoord.Ze jagen die gasten compleet met stijve pik
het bos uit, de straat op, heb ik me laten vertellen.
Hoe
controleren ze dat dan, in dat bos bedoel ik?
Ha ha ha,
volgens mij kijken ze alleen of zon nicht met zn gulp open loopten of er wat uithangt...
Ja, lul jij maar. Belazer je zuster maar mij
niet. Jezus wat heb ik het koud. Vraag me af of het niet reeds rond het
vriespunt is.
Je zegt het Trouwens er ligt daar tussen
die kale struiken een oude pallet.We
zouden natuurlijk ook een vuurtje kunnen maken.Dan kunnen je kleren ook wat sneller drogen.
Ja , verdomd goed
idee zeg, alleen , heb jij dan vuur?
Ja hoor,
jongen, een complete plastic verpakking met aanstekers. Samen met dat flesje jenever en een zak met broodjes
gejat uit een supermarkt wagentje van zon bekakt oud wijf in die AH winkel
efkes verderop.
Dat heb je
dan goed gedaan, jongen. Die rijke stinkers missen zon aansteker toch niet en
wij zijn er gelukkig mee, niet waar?
Vervolgens werd de pallet uit de struiken gehaald waarna
Joop met een klein zakmesje er schilfers ging afsnijden om die, na enige
minuten prutsen, samen met een stuk karton aan te steken. Ze trapten de pallet in
kleine stukken die ze vervolgens op het brandende vuurtje legden.
Donders, dat
voelt heel wat beter aan dan die koude rot wind, vind je ook niet, Japie.Kom, laten we er om heen gaan zitten, dan
verwarmen we ons gelijk een beetje. Hier , leg die natte zooi maar vlak bij het
vuurtje, dan droogt het wat sneller.
Terwijl ze een minuut of tien rond het hevig rokende
vuurtje waren gezetenzagen ze in de
verte twee agenten op zon soort van mountainbike aankomen.Het bleken een man en een vrouw te zijn. De
agenten reden het gras op, zetten de fietsen tegen de bank, en liepen vervolgens
op de twee zwervers toe.
Heren, u
bent in overtreding, zei de mannelijke agent op gewichtige toon terwijl hij
zijn opschrijfboekje met ballpoint tevoorschijn haalde. De vrouwelijk agent,
een nogal stevig type met heel kort geknipt haar en een brede kont, had inmiddels al snel enkele fotos met haar
mobieltje gemaakt.De twee zwervers
keken elkaar even aan maar zeiden niets.
Ik verzoek u
dat vuur gelijk uit te maken, te doven zo gezegd. Het is ten strengste verboden
om in het park vuur te maken, trouwens wat zijn jullie eigenlijk aan het doen? De
twee zwervers zeiden niets en haalden de schouders op. Is dit een vorm van
exhibitionisme watik voor me zie, of
zijn jullie met een vies spelletje bezig? glimlachte de agent wat
meewarig.Seks in het park is, zoals u
beiden vast wel weet, ook verboden.
Ach,
zodemieter toch op man, reageerde Japie terwijl hij het smerige karton wat
steviger om zich heen trok. Ik ben in het water gelazerd, vlak bij dat klote
bruggetje, daar wat verderop. Mag ik mezelf misschien even wat opwarmen en mijn
kleren drogen?! zei hij op nogal luide toon terwijl hij in zijn kartonnen
uitdossing op de agent toeliep, die vervolgens verschrikt, een paar stappen
achteruit deed.
Goed, zei de
vrouwelijke agent om ook een duid in het zakje te doen. Als u niet van plan
bent het vuur te doven dan doen wij dat en laten wij u naar het bureau
afvoeren. Daar praten we dan wel verder. Vervolgens trapten beide wetsdienaars
het kleine vuurtje uit en werd er een auto opgeroepen om de heren af te
voeren.Als u even uw armen uitsteekt
dan leg ik u de handboeien om, zei de agente tegen Japiedie daarop met een brede lach het karton liet
vallen en zich vervolgens in zijn volle naaktheid aan haar presenteerde.
Nou, wat vind
je er van, wijffie. Lekker lijf hè, en
dat voor een vent van vijf en vijftig jaar oud. Zo vind je ze, denk ik, niet bij jou op
bureau, zei Japie terwijl hij, voordat hij zijn armen naar achteren stak,
eerst even over de billen van de agente streek.Blijf verdomme met je gore poten van me af, lelijke viespeuk, of je
krijgt eerst een mep met de wapenstok.
Goh, wat een
lekker heet wijf ben jij zeg, heb ik altijd naar gezocht. Een lekkere meid die
een wapenstok gebruikt tijdens de seks.Het waren echter wel de laatste brutale woorden van de van kou rillende
Japie die, vervolgens na een paar minuten wachten, samen met zijn maat achter
in een politiebusje werd gestopt en naar een politiebureau in de stad werd
afgevoerd.Daar werd hij onder
begeleiding onder een douche gezet waarna hij een politieoverall kreeg
aangereikt om aan te trekken.
U bent
beiden gearresteerd voor respectievelijk: brandstichting in een park en het
veroorzaken van overlast, zei de wachtcommandant tegen hen. En meneer hier; hij wees op Japie, wordt ook
onzedelijk gedrag in het park ten laste gelegd. U wordt beiden ingesloten voor de nacht. De
rechtercommissaris beslist morgen over u. Daarna werden beide zwervers naar
een lekker verwarmde cel gebracht.
Jeetje , Joop,
wat hebben wij een mazzel. Het is hier net een hotel. Lekker warm en veel beter
dan buiten onder een afdakje op straat slapen, zei Japie.
Kunt u me om
halfzeven wekken, vroeg Joop beleefd, met een brede glimlach, aan de agent die hen in de cel stopte. En
morgen graag twee sneetjes bruinbrood metham en kaas en het eitje niet te hard gekookt als het even kan. En , o,
ja: liever thee in plaats van koffie. De agent gaf echter geen krimp. De man kon blijkbaar de humor van de
opmerking niet inzien.Hij verschoot
helemaal van kleur toen Japie er aan toevoegde: Je mag die lekkere blonde meid die mij
vanmiddag in het park liep op te geilen
best in onze cel brengen. Heeft dat wijffie eindelijk het genoegen een echte
vent te krijgen in plaats van die watjes waarmee ze nu waarschijnlijk omgaat.
Hierna viel de celdeur dicht en liep de agent die hen
insloot hoofdschuddend weg, om vervolgensweer op zijn plek gezeten in een schaterende lach uit te barsten.Je had eens moeten horen, zei hij tegen zijn
aanwezige collega,wat die ene
ventover onze Dolly durfde te zeggen.
De politieman hikte inmiddels van het lachen. Maar goed dat hij niet wist dat onze
Dolly een pot is. Ik wed dat je niet meer was bij gekomen van het lachen als
jij die opmerkingen ook had gehoord.
Het beest heeft
zich vandaag voor het eerst geroerd.
Zijn grauwende woorden
hebben ons in Europa de mond gesnoerd.
Op wie moeten we
ons thans met zn allen verlaten.
Een ding staat
sinds vandaag als een paal boven water.
Na Obama blijft Europa
zitten met een zeer kostbare kater.
De
eerste toespraak van de nieuwe president van de Verenigde Staten, Donald Trump,
heeft tot schrik en ongeloof in Europa geleid.Zijn toespraak was een afspiegeling van zijn verkiezingscampagne.
Protectie voor de eigen staat en eigen industrie, alsmede betalen als de VS
binnen Navo verband als militaire beschermer in Europa moet optreden.
Pierre, een voormalige 45
jarige ongehuwde man, woonachtig in het zuiden des land, had het geluk een
grote prijs te winnen in de Nederlandse staatsloterij. Voor zover we hebben
kunnen nagaan betrof het een bedrag van een twee miljoen gulden.Met zijn Jan Modaal inkomen dat hij verdiende
als magazijnmeester in een textielgroothandel was hij de koning te rijk toen
hij over dat bedrag kon beschikken. Het was een man die tot dan toe altijd
zuinig had geleefd. Geen dure vakanties boekte en er geen andere
geldverslindende hobbys op nahield, zodat hij maandelijks zelfs een klein
bedragje voor zijn oude dag apart kon leggen. Pierre was een slimme man betreffende
geldzaken. Hij wist bijna letterlijk van een dubbeltje een kwartje te maken.
Die mentaliteit kwam hem goed van pas toen hij dat miljoen won. Dankzij goed
uitgekiende beleggingen wist hij in tien jaar tijd het bedrag zelfs meer dan te
verdubbelen. Als hij niet hoefde te werken zat hij achter de computer en was hij met geldzaken bezig, terwijl hij gewoon in
zijn sobere levensstijl bleef volharden.
Tijdens een uitstapje
naar Amsterdam ontmoette hij in een café een aardige jongedame, Ria geheten, waarmee het gelijk klikte. Al na twee weken
trok ze bij hem in. Een leuke, zij het wel wat geraffineerde, Amsterdamsemeid.De
twee waren niet meer uit elkaars gezelschap te scheiden. Ik sprak ze af en toe
wel eens, zo op straat of bij de melkwagen, die toen nog aan de deur kwam. Het
was een vriendelijk, doch apart stel mensen die in hun straat echt opvielen
door hun spontane levenswijze. Rijkdom was hen weliswaar niet echt aan te zien,
maar Ria had zon blik van uiterste geraffineerdheid in haar ogen. Bij zon
vrouw gaan bij mij meestal verschillende alarmbellen in mijn hoofd rinkelen,
maar bij Pierre kennelijk niet. Hij was gewoon smoorverliefd op haar. Ria was
weliswaar een aantrekkelijke, redelijk welbespraakte vrouw, maar ze had de blik
van een haai Voor de buurt leken ze echter voor elkaar geschapen en wij verheugden
ons met zon vlotte nieuwe buurvrouw. Totdat er plotseling een verandering kwam
in hun woon en leefsituatie. Een plaatselijke
makelaar plantte op een maandagmorgen plotseling een bord ,,te koop,, in de
tuin van hun fraaie woning en al enkele weken later het was toen nog de
gouden tijd in de huizenverkoop, was hun woning verkocht aan een stel mensen
uit Utrecht. Pierre vertelde me dat ze
een ,,Manoir,, uit de negentiende eeuw hadden gekocht in het zuidwesten van
Frankrijk. Ze zaten, vertelde hij, al ruim twee weken op Franse les om te taal
te leren. Het droomhuis hadden ze gekocht via de bemiddeling van een in
Frankrijk wonende en werkende Nederlandse makelaar Het was een prachthuis
beweerde Pierre.
We kunnen er zo in trekken Leonardo, alles
is prachtig van binnen, terwijl het renoveren pas is gedaan door de vorige
eigenaar. Dus omstreeks april vertrokken ze naar Frankrijk om hun droomhuis te
betrekken.
Ze waren werkelijk de
koning te rijk.Het object dat ze hadden
gekocht had een 11 hectare groot park om
het huis heen liggen waarop nog een tweetal grote hangars stonden die als
garages en paardenboxen dienst hadden gedaan bij de vroegere eigenaars. Een
fraai zwembad van 15 x 5 meter was achter het huis gelegen. Natuurlijk moesten
er rijpaarden komen en werden er een dure autos voor zowel Ria als voor Pierre
aangeschaft. Nadat ze een paar maanden in hun nieuwe woning verbleven en Ria
een leuk baantje in de horeca afdeling van de plaatselijke tennisclub had weten te bemachtigen, voltrok zich
langzaam aan bij Pierre een soort van metamorfose. Hij stond voorheen altijd
punctueel om zes uur s morgens naast zijn bed,maar nu was hij er niet meer uit te krijgen. Dat kwam ook deels omdat
hij het vertikte te gaan werken. Hij had nu toch geld. Werken was voor de
domme, vertelde hij altijd aan een ieder die hem in zijn stulpje bezocht. Als hij dan uiteindelijk opstond leek het wel
of hij een ander mens was geworden. Hij werd
vlotter in de omgang en keek er plotseling niet meer van op als Ria weer een
paar pakken geld stond uit te geven aan allerlei luxe voorwerpen, die ze wel
heel listig op haar eigennaam zette. Ria
was een genie als het op geld uitgeven aankwam. De altijd zo bedachtzame en rustige Pierre
controleerde hun uitgaven nauwelijks en had het gedrag van een ,, big spender,,
aangenomen, zodat Ria, die er toch ook wat van kon als het op geld uitgeven
aankwam, zelfs meerdere malen zelf op de rem moest gaan staan om Pierre te
beletten al te gekke aankopen te doen.
Pierre en Ria hadden hun
fraaie Manoir vier maanden na het tekenen van het koopcontract betrokken.Ze werden al snel lid van de Nederlandse club
in Angoulême,
speelden eveneens ook al snel golf op de peperdure golf en country club in deze
streek en werden eveneens snel ingelijfd in het kleine, elitaire internationale
groepje mensen die in dat gebied woonden
en net als zij, een groot huis met veel land en veel geld bezaten. Pierre en
Ria veranderden met de dag. Toen wij ze eens opzochten hadden ze net een
kleine, tweepersoons Bell helikopter gekocht om te kunnen shoppen en om naar de
golfclub te kunnen gaan vliegen. Dit vervoermiddel was erg populair in de
kringen waar zij zich in bewogen en je moest natuurlijk wel meedoen, wilde je
er bij horen. Als dat maar goed gaat dachten wij toen bij ons zelf. Hoe is het
mogelijk dat geld mensen zo totaal kan veranderen. Ze waren niet meer de Pierre
en Ria die wij kenden van vroeger uit onze straat, maar gewoon een stel rijke
arrogante patsers geworden.Zelfs hun
taalgebruik hadden ze aangepast. Nederland was voor hen nu een brug te ver. Daar kwamen ze niet meer. Ze behoorden nu tot
de ,,beau monde,, en Frankrijk was nu voorgoed hun thuisland. Ria kleedde zich naar de laatste mode, met
uitzondering van de dagen dat ze op de golfclub werkte. Dat werken was niet
echt nodig hoor, vertelde ze altijd aan een ieder die er om vroeg, maar ze vond
het gewoon leuk een doel in het leven te hebben. Voorwaar een prima idee leek
het ons toen. Maar telkens als we het stel in Frankrijk ontmoette kregen we de
indruk dat Ria de geldbuidel beheerde en Pierre steeds meer naar haar
,,mondaine,, pijpen danste.Ik
vertrouwde haar niet, ze was aardig tegen ons, maar ik had de indruk dat ze
steeds toneel speelde in haar eigen gecreëerde toneelstuk.
Er gingen zon twee jaren
voorbij. We waren hen alweer zowat vergeten toen we op een morgen plotseling een
brief van Pierre ontvingen uit Nederland... Pierre
had de brief met de hand geschreven. Het was een droevig verhaal. Ria was bij
hem weg en het mooie huis was verkocht. Hij was blut. Geld was opgeraakt aan
hun extravagante wijze van leven. Ria
had intussen een andere rijke, dit maal Engelse patser ontmoet en had hem van
de ene in de andere dag voor haar nieuwe rijke vlam ingeruild. Ze was
plotseling niet meer verliefd en hield ook niet meer van hem had ze hem gezegd.Ze had hem helemaal kaal geplukt, zodat hij
als een droevige kale haan op hangende pootjes naar Nederland was terug
gekeerd. Nu woonde hij tijdelijk bij zijn oude moeder van 87 jaar en moest van
de bijstand leven.
Ik moest er eigenlijk
hard om lachen, ook al was het nog zon triest verhaal.De sukkel. Zo heb je miljoenen en zo ben je
ze in ruim twee en een half jaar weer kwijt. Hoe blind en dom kan een mens
zijn. Nu moest hij proberen weer een baantje in Nederland te vinden om opnieuw
met een Jan Modaal Salaris zich in leven te houden. Ik wenste hem in gedachten sterkte, terwijl
het beeld van zijn arrogante tronie en zijn opschepperij met zijn huis, land en
helikopter me weer even haarscherp voor de geest kwam.
Cest la vie, Pierre,
dacht ik bij mijzelf, terwijl ik mij een kopje thee inschonk en mijn beschuitje
op at.
Nederland werd in de
twintiger jaren van de een en twintigste eeuw getroffen door drie grote rampen
te weten;De desastreuze natte zomers,
een volledig ingestorte economie en vooral; de strenge islamitische
overheersing.Het is nu al weer het
tweede jaar dat de IS kalifaatvlag van Abur Bakr-Al-Bagdadi in Den Haag wappert
boven het paleis Noordeinde.Eigenlijk
is het een paar jaar geleden zonder slag of stoot verlopen voor de moordende horden
uit het Midden-Oosten.Nadat ze eerst al
rap geheel Zuid-Europa hadden veroverd, de paus met zijn horde soepjurken uit
het Vaticaan de Middellandse Zee in hadden gedreven, veroverde hun
zusterorganisatie Boko Haram in
sneltreinvaartSpanje.Samen met een grote schare Moren, aangevuld
met juist bekeerde zwarte Afrikaners, werd Spanje in drie weken onder de voet
had gelopen.Intussen was de hoofdmacht
van de moordende moslims doorgestoten via Oostenrijk naar Duitsland. De
Oostenrijkers zijn een gek volk. Ze bejubelden en verwelkomden zelfs de
terugkeer van de haatzaaiende en moordende islamitische benden alsof ze sinds de vroegere
middeleeuwen nooit meer weg waren geweest.
De Duitsers waren toch
anders. Sommigen hadden zelfs echt verzet geboden, maar na vele reeksen
gruwelijke strafrechtelijke executies waren ook zelfs de meest strijdvaardige
Duitsers voor de islamitische overmacht gezwicht.Met Nederland kende men helemaal geen pardon.
De slappe Links-Liberale Nederlandse regering die sinds 2015 continu aan de
macht was, had zich- traditioneel - al na de eerste schermutselingen direct zonder
slag of stoot, met de handen in de lucht, overgegeven. Een landje vol verwijfde lafaards met een
grote bek, vonden de moslims. Veel
geschreeuw, met de vinger altijd gelijk naar anderen wijzen, maar verder een volk zonder ruggengraat.Het was ze trouwens in de Lage Landen
helemaal nogal gemakkelijk gemaakt vanwege de al aanwezige vijfde colonne van
Marokkanen en Turken van de derde generatie die al in die landen aanwezig was
en rap hadden ingezien wie de sterkste in hun tweede vaderland zou worden.
De voormalige Nederlandse
regeringsleiders moesten op het binnenhof in Den Haag de macht overdragen aan geselecteerde
jongeren uit de Haagse Schilderswijk. Knullen die al tijdens het slappe Nederlandse regiem naar Syrië waren
vertrokken en thans weer waren teruggekeerd. Jongemannen die al op jeugdige
leeftijd met de IS heulden. Het
voormalige Nederland werd thans geregeerd door een jong viermanschap onder
leiding van Mohamed Jakül. Een negenentwintig jarige etnische Irakees
wiens ouders al sinds de zeventiger jaren van de vorige eeuw als vluchtelingen
in Nederland woonden.Jakül was een
echte misdadiger. Een man die sinds de vlucht naar Argentinië van de
voormalige Nederlandse Koninklijke familie, alsmede
na de overname van de macht in de Lage Landen, zichzelf tot onderkoning van
Nederland, namens de IS, had gekroond. Hun Arabisch islamitische kalifaatwens
was thans bijna vervult. Nog even en dan
beheersten ze geheel Europa.Engeland
was de laatste stap die nog moest worden gezet. Hun eigen islamitische
ondergrondse strijdkrachten waren in dat laatste door hen fel begeerde deel van
voormalig Europa al druk bezig met een bloedige ondergrondse terreur. Het grootste deel van de vroegere Europese
landen was thans reeds in hun handen. Eurabia
was nu de naam voor het gehate Europa. Meteen na de val van de Europese landen was
overal de sharia ingevoerd. De strenge islamitische wetten die
lijfstraffen, verminkingen, moord en doodslag goedkeurde.
Overal op de straten
patrouilleerden in het zwart geklede soldaten. Mannen met geweren en dolken.
Hun hoofden bedekt met een zwarte muts, tulband en doeken die het gezicht
vrijwel onherkenbaar bedekte.Elke man
die wat betekende droeg een lange Dubai Abaya die tot aan de grond reikte.Dagelijks waren er in de grote steden
openbare executies.Moorden op mensen
die zich niet tot het islamitische geloof wilden bekeren. Onthoofdingen, waar
de rest van de bevolking, verplicht naar diende te komen kijken.Het waren meestal mannen, vrouwen en
kinderen. Meestal waren de slachtoffers
eerst al wekenlang gemarteld. Een bezigheid die soms het avondvermaak van de
bezetters vormde. Soms werd een gehele familie tegelijk terecht gesteld. Het
bloedige gebeuren trok meestal ook vele honderden islamitische toeschouwers.
Het waren uiteindelijk de enige
verzetjes die de bevolking restte. Bioscoop, theaters, sportstadions, café en
restaurantswaren al maanden gesloten.
Televisie kijken kon nog maar alleen naar de door de bezetters goedgekeurde
programmas. Lezen van andere lectuur dan de Koran was verboden. Wie bij
huiszoeking werd betrapt op het lezen of in bezit hebben van niet goedgekeurde
lectuur of boeken werd de ogen uit gestoken.De economie was inmiddels volledig kapot. Op de dam in Amsterdam was het
grote oorlogsmonument voor de gevallenen zwart gespoten.De IS vlaggen wapperden van alle officiële
gebouwen.
Honderden bedrijven waren
reeds stil gevallen. Gebouwen waren geplunderd of stonden leeg.Dag en nacht hoorde men schotenwisselingen en
geschreeuw van de in zwarte gewaden rondzwervende Arabische haakneuzen. Er was zowat niets meer te koop in de door
jeugdige Syrische geitenneukers leeggeroofde winkels waarvan de uitbaters
inmiddels al waren onthoofd.Veel jonge
gezinnen moesten hun moeder missen. Die
was soms uit huis gesleurd om in een staatsbordeel als hoer voor de bezetters
op te treden. Dat zelfde lot kende vele jonge meisjes. Vrouwen die zich op
straat begaven zonder volledige bedekking door middel van een boerka, konden
rekenen op een zelfde lot. Jonge meisjes
en alle overige jonge vruchtbare vrouwen moesten verplicht besneden
worden.Voormalige abortis klinieken
dienden thans als besnijdeniscentra. Lange rijen volledig bedekte Hollandse
vrouwen stonden dagelijks te wachten om deze clitorale ingreep te ondergaan.Veel Arabische strijders hadden zich twee of
meer jonge Hollandse vrouwen toegeëigend ter bevrediging van hun lusten. De
vrouwen werden over het algemeen slecht en zeer wreed behandeld.Alsof ze ingehuurde hoeren waren. Hollandse
mannen waren er niet zo veel meer. De meeste waren; of vermoord, of
gedeporteerd naar de binnenlanden van Syrië en Irak. Om daar als kanonnenvoer
te dienen in de niet aflatende strijd tegen hun aartsvijanden Israël en Iran.
Gruwel heerste in dat deel van de wereld, waar de lucht bezwangerd was door de
geur van bloed, cordiet en verrotting.De
Arabische woestijnen lagen bezaaid met vernielde tanks, vrachtautos en ander
oorlogsmateriaal.Het gele zand van de
woestijn was soms roodgekleurd van het bloed terwijl duizenden lijken in de
hitte van de woestijn lagen weg te rotten.Natuurlijk waren er ook nog
steeds in de Lage Landen schermutselingen met kleine groepjes Hollanders die
ondergronds de strijd tegen de Arabische overweldigers bleven voortzetten. Soms
sneuvelden er enkele IS strijders in zulke gevechten die steevastmet onthoofding van onschuldige bewoners
eindigden, als wraak acties, voor de dood van hun strijdmakkers.
Ik draaide me in mijn
slaap om in bed en schrok opeens wakker. Ergens hoorde ik opeens een geluid.
Als door een wesp gestoken schoot ikin
bed omhoog en dwaalde mijn blik naar de
slaapkamerdeur waar ik een schaduw van een persoon in een lang donker gewaad meende
te ontwaarden. In een flitsende reactie trok ik het laadje van het nachtkastje
open, greep de kolf van de 22 Beretta die ik altijd voor noodgevallen heb klaar
liggen, laadde razendsnel door, richtte en schoot. De harde scherpe knal van de Beretta deed me
mijn gedachten opeens weer ordenenKalk
vloog van de deurpost af op de grond.
Wat doe je nou, schreeuwde mijn echtgenote
ontdaan naast me in bed.Ze trok gelijk
aan het koord om het plafondlicht aan te doen. Het licht flitste aan waarna ik
zag dat ik op de nieuwe jurk van mijn echtgenote had geschoten die op een
knaapje aan de deurpost was opgehangen. Een klein gaatje ter hoogte van het
middenrif liet zien waar mijn schot doel had getroffen. Ik zuchtte. Viel met
het zweet op mijn gezicht achterover met mijn hoofd op het klamme kussen. Het
pistool viel uit mijn hand op de grond. Ik had een gruwelijk nachtmerrie gehad.
Alles was gelukkig toch alleen maar een droom geweest.
De gure noordenwind
huilde om het huis heen en deed de luiken kreunen in hun scharnieren.
Atmosferische drukverschillen zorgden er voor dat de grote ramen van de
woonkamer af en toe zelfs wat bewogen. Het stormde en sneeuwde die middag. De sneeuw
viel overigens al ruim een uur lang in
een gestaag tempo naar beneden, maar werd thans opgejaagd door de verraderlijk
draaiende wind hetgeen tot resultaat had, dat er zich rap een laagje van enkele
centimeters op de grond had gevormd.Ik
had het geluk gehad om juist voor de neervallende sneeuw, de honden uit te
kunnen laten in het om onze woning heen liggende stuk weiland. De snijdende
koude noordenwind deed me buiten rillen terwijl mijn toch dikke lerenjas die me
toch goed tegen de kou diende te beschermen zelfs onvoldoende bescherming
bood.Het leek buiten wel een Siberisch
landschap. De temperatuur was in enkele dagen van plus tien graden naar min
negen graden gedaald. Weer dat je op deze breedte van Frankrijk eigenlijk niet
zou verwachten, maar met die gedachten had de natuur niets te maken, zo bleek
vandaag maar weer.De honden hadden
nergens last van, naar het scheen. Ze renden en blaften en roken belangstellend
aan elk hekpaaltje.Na enkele minuten
kou lijden vond ik het wel genoeg. Ik riep de dames naar me toe en daalde met de
hondendames de heuvel af naar ons gerieflijk warme woning.
Met een
glas cognac in mijn hand staarde ik enkele minuten later naar buiten en liet onwillekeurig
mijn gedachten wat afdwalen. Het was de eerste echte koude winter sinds vele
jaren die we hier, in ons zuidelijke deel van Frankrijk meemaakten. En dat,
terwijl de Franse meteo-dienst, toch op de televisie dit noodweer niet had voorspeld.
Wel dat het kouder zou worden, en af en toe zelfs een sneeuwvlokje zou kunnen
vallen, maar ze repten zich niet over dit stormachtige koude rotweer. Met een
zakdoek veegde ik de inmiddels wat beslagen onderste ruiten van de salon wat
droog. Enkele bewegende lichtflitsen in de verte deden me opkijken. De
lichtflitsen gaven aan dat er toch nog een auto probeerde de gladde besneeuwde
weg te berijden die op zon honderd vijftig meter voor ons huis liep. Een
gevaarlijke rit, dacht ik bij mijzelf.
Niet alleen om met al die sneeuw met de auto omhoog te komen, maar vooral ook
om straks weer af te dalen op die gladde weg. Ik zag in mijn gedachten die auto
al van de weg glijden in een van de vele haarspeldbochten en in een greppel ofin een ravijn naast de weg terechtkomen.
Gelukkig waren het maar dromerige gedachten en gespeend vanactuele realiteit, maar toch: zoiets zou uiteindelijk
zomaar kunnen gebeuren onder deze bare winterse omstandigheden.
Ik
wendde me van het raam af en nam plaats in een van de grote lederen fauteuils. Het
was lekker warm in de salon. De twee grote houtkachels verspreidden een
weldadig aanvoelende warmte op mijn lijf welk gevoel van heerlijke behaaglijke huiselijkheid
nog extra werd versterkt door het goudkleurige weldadige vocht in mijn glas.
Niet dat ik een echte drinker ben, dat in het geheel niet, maar op die koude middag in februari liet ik me dit verwarmende
godendrankje goed smaken. In de verte zag ik, vanuit mijn zetel, weer een auto
zich een weg banen door de sneeuw die op sommige plaatsen al tot grillige mini sneeuwduinen
was opgewaaid. Nu moet u als lezer weten
dat onze Franse woning op een flinke heuvel lag waardoor we vanuit onze salon
een groot deel van het omliggende heuvellandschap konden overzien.Maar dat lukte niet op die februari middag. Sneeuw
en grauwheid kenmerkten de omgeving waardoor er van een wijds uitzicht geen
sprake was.De op zon honderd vijftig
meter afstand voor onze tuin lopende doorgaande weg was net nog vaag zichtbaar.
Ik had
medelijden met de vele witte Charolais koeien die nog steeds in die koude en
sneeuw op het land waren. Ze konden er overigens best wel tegen zei een buurman
ooit tegen mij, maar ik kon mij echt niet goed voorstellen dat die beesten het
prettig vonden in die sneeuw. Ze stonden met zˈn allen bij het grote metalen toegangshek, met de koppen wat gebogen en de
billen in de wind, onbeweeglijk in de kou te staan. Zelfs de uitgeschudde baal
hooi die de boer bij het hek had neergegooid lieten ze gedurende het sneeuwen met
rust.Rotleven hebben die beesten, dacht
ik bij mijzelf. Het werd inmiddels snel
donker. Slechts met enige moeite lukte het mij om nog enkele meters voor me uit
te kijken.De weg was al niet meer te
onderscheiden in het donker. Uiteindelijk stond ik op uit mijn luie
comfortabele zetel, zette mijn lege glas op het bijzettafeltje en legde
mijn krant in de fauteuil neer. Een heerlijke geur van gebraad trof mijn
neus. De geur kwam vanuit de keuken de salon binnen en bracht mijn dromerige
gedachten weer rap terug naar het heden. De tafel moest nog worden gedekt, een
taak die ik op me had genomen. Hoever ben je met het tafeldekken? riep mijn
echtgenote even later vanuit de keuken.
Ben bijna klaar met tafeldekken, riep ik
terug.Moest ik me warempel nog haastten
ook. Buiten was het inmiddels volledig donker geworden. Ik kreeg de indruk dat
het sneeuwen was gestopt, doch de wind huilde nog steeds onverkort om het huis.
Ik liep de naar beneden wegdraaiende stenen trap af naar de kelder om een
passende fles rode wijn op te halen, waarna ik bij terugkomst in de kamer een
laatste blik in het donker naar buiten wierp, alvorens de fles wijn open te
trekken en deze te laten chambreren alvorens de wijn straks bij de maaltijd te
nuttigen.
Winter
in Frankrijk. Elk jaar weer anders en nooit volgens afspraak te plannen op de
tijd dat het jou het beste uitkomt.De bizarre,
grillige Franse natuur , doet gewoon wat ze zelf wil. Daar kun je niet anders
dan je eigen bij neerleggen, alhoewel ik toen wel hoopte op betere en
vooral warmere dagen.
De heer en mevrouw de Groot woonden in een rustige straat in
Zaandam Meneer de Groot was al dertig jaar langwerkzaam als boekhouder bij een lokaal automobielbedrijf. De
kinderenwaren reeds de deur uit en de Groot en zijn echtgenote leefden een
sober en kalm leven. Ze luisterden graag naar klassieke muziek, keken getweeën
vaak naar een detective serie op de televisie en genoten in hun knusse huisje
elke nacht van een weldadige nachtrust. Een unicum in een stad die dag en nacht
geteisterd wordt door onverwachte herrie en verkeerslawaai.Maar op een dag was er duidelijk sprake van
een verandering in hun kalme rustige bestaan. Ze werden toen plotseling des
morgens gewekt door het geronk en gedreun van machines voor hun huisdeur. Het echtpaar draaide zich een paar maal om in
bed, probeerde de slaap opnieuw te vatten doch dat wilde niet meer lukken.
Toen de heer de
Groot zich voldoende had geërgerd aan de rot herrie voor zijn huis, met een
boos gezicht uit bed stapte en de gordijnen van de slaapkamer open rukte teneinde
zich van de oorzaak van het geluidoverlast op de hoogte te stellen, zag hij tot
zijn verbazing een grote gele shovel van een plaatselijke aannemer voor zijn
tuinhekje staan. De machinist van de machine was bezig voor hun huis de
straatklinkers uit het wegdek te halen.
Krijg nou wat,
zei hij terwijl hij een snelle blik op de klok wierp die op de spiegeltafel in
de slaapkamer stond en zeven uur aan gaf. Zijn echtgenote uitte meteen met een
geagiteerde kreet haar ongenoegen over de herrie buiten en het openen van de gordijnen.
Doe die rot
gordijnen dicht en hou als je belieft je kop, Koos. Laat mij nog effe slapen! Ze
trok een kussen over haar hoofd en probeerde vervolgens de slaap weer te
vatten.
Koos liep mokkend door de slaapkamer. Het was verdomme pas zeven uur en nog wat schemerig
buiten.
Verkwisting van
overheidsgeld is het, zeg ik je, orakelde Koos tegen zijn echtgenote Ans die
zich inmiddels weer had omgedraaid en nu ook de dekens over haar hoofd had
getrokken. Koos liep de slaapkamer uit en begaf zich naar beneden om een ketel
water op te warmen. Intussen waste hij zich even snel in de badkamer en rilde
bij de aanraking van het koude water. Toen de fluitketel aangaf dat het
theewater gereed was hoorde hij buiten opeens een geluid dat hij nog niet
eerder had waargenomen. Een soort gedreun dat herinneringen in hem opriep over
een documentaire over berggorillas in Kenia. Een documentaire die hij toen
samen met Ans voor de buis had zitten bekijken. Maar nu hoorde hij dat zelfde
soort apengeluid op straat, bij hem voor de deur, notabene Koos trok de
gordijnen van de .woonkamer open en staarde naar buiten.
Precies voor zijn laag geknipte ligusterhaag die hun
voortuin markeerde van die van de buren stond een soort vierkante open kist op
het trottoir te trillen. De kast liet om zeven uur in de ochtend een dreunend harde
bonk, bonk, bonk, van een basedrum horen. Het werk van de stratenmakers kon
kennelijk alleen op het ritme van de, kennelijk van die berggorillas afgeleide
,,Hip Hop herrie,, plaatsvinden
Koos !
schreeuwde Ans vanaf de bovenverdieping naar hem. Laat ze die rotherrie
zachter zetten. Ik word hier verdomme helemaal gek van. Het is nondesju, nog
maar zeven uur. Zijn die gasten nu helemaal van de pot gerukt!
Koos zette zijn
net ingeschonken kopje thee neer, trok zijn tot op de knieën afzakkende
pantalon op, trok de riem strakker aan en liep aldus in pantalon met daarover
zijn pyjamajasje naar buiten teneinde de heren stratenmakers te verzoeken wat minder
herrie te maken.
Toen hij de
voordeur open deed viel zijn mond gelijk van verbazing open. Een drietal langharige
jonge stratenmakers, gekleed in merkwaardige kleurrijke kleding, stond op het
ritme van de basedrums te shaken op het trottoir. Ze hadden alle drie een soort
rood/geel/groene muts op hun hoofd. Ze droegen een gekleurd hemd, een
jeanspantalon en zwarte hoge werkschoenen.
De straat lag
reeds een paar meter open. Een oudere stratenmaker, een man van inde vijftig
jaar, was als enige druk aan het werk om straatstenen in het zand te leggen. De
andere drie waren duidelijk van Antilliaanse of Jamaicaanse afkomst. Donkere
koppen die een sigaret of, te ruiken aan de lucht om hen heen, al zo vroeg in
de morgen een jointje rookten. Hun lichamen bewogen zich ritmisch, op de plaats
staande, heen en weer terwijl ze hun ogen gesloten hielden.
Hé, stelletje eikels ,
krijg ik nu eindelijk nog wat zand of moet ik het verdomme zelf gaan halen, schreeuwde
de stratenmaker op het openliggende deel van de straat tegen het dansende
drietal.
Yes mon, riep
een van de drieling op het trottoir, terwijl hij zich moeizaam bukte om de
omgevallen kruiwagen te vatten. Hetgeen pas na enkele pogingen lukte. Hij liep
er waggelend mee weg naar de verder gelegen zandbult. Er kwamen wat meer
omwonenden op het geluid af. Sommige mensen raakten met de stratenmaker in het
zand in een felle discussie verwikkeld.
Sorry mensen, jullie
hebben gewoon gelijk. Ik stoor me ook aan die herrie maar ik kan er ook niets
aan doen dat de gemeente me deze drie eikels heeft meegegeven. Als u klachten
heeft moet u maar even naar openbare werken van de gemeente Zaandam bellen. Dan
wordt het misschien opgelost en krijg ik misschien ook echt personeel om me te
helpen in plaats van deze gestoorde 'rastafari' gasten.
Er was intussen
wat meer verkeersherrie bijgekomen. Mensen startten hun auto om naar hun werk
te vertrekken hetgeen voor de dansers aanleiding was het geluid van de radio
nog wat harder te zetten.
Het lijkt
verdomme wel of we hier in die rottige Paradiso jointtempel in Amsterdam zitten
in plaats van in Zaandam. Schreeuwde een buurman van Koos boven de tering herrie
uit. Terwijl de discussie tussen
bewoners, stratenmaker en de drie niet aanspreekbare hulpen van de stratenmaker
hoog opliep en de radio wisselend uit en aan was gezet doorbuurtbewoners en het
dansende trio, kwam de opzichter van de gemeente een kijkje nemen.De man kwam precies op het goed moment. Juist
op tijd om te zien dat een van de dansers met een halfvolle kruiwagen met zand
moeizaam aan kwam zwingen. Hij was inmiddels kennelijk niet meer instaat om
rechtuit te lopen en zijn kruiwagen slingerde van links naar rechts. Hij moest
het zand bij de stratenmaker neer kiepen maar dat was duidelijk teveel
gevraagd. De man had uiteindelijk al reeds tien stappen gelopen en was al zichtbaar
moe, leek het wel. Hij zette opeens met een plof de kruiwagen neer, graaide in
de jaszak van zijn jeansjack en haalde er een nieuwe joint uit. Die had hij
kennelijk reeds in zijn zak in voorraad. De man stak de joint in de mond, stak
hem aan en inhaleerde toen diep. Yea , I like this mon,orakelde hij vervolgens in zijn Jamaicaans
dialect. Hij pakte kordaat de kruiwagen weer op en kieperde vervolgens de
voorraad zand gewoon op het trottoir, precies voor het tuinhekje en het tuinpad
van Koos.
Hé , klootzak,
wat doe je nou, tierde Koos. Dat zand moet
je niet bij mij neer donderen maar daar verder op, bij je chef, daar in het
midden van de straat, stomme Rasta eikel, schreeuwde Koos boos uit. Zijn
gramschap was natuurlijk wel terecht net als de verontwaardiging van de stratenmaker
die zich in het zand van het openliggende wegdek op de knieën zat te ergeren. De gemeentelijke opzichter had inmiddels
genoeg gezien en gehoord.Hij liep terug
naar zijn auto waarna na enig heen en weer bellen de drie nietsnutten werden afgevoerd.
Ze bleken in het kader van een werkproject voor voormalige toegelaten asielzoekers
als hulpjes te zijn aangesteld door de gemeente. Werken wilden en konden ze
niet. Blowen echter des te meer.
Het is, zoals ik
steeds zeg, mensen. Verkwisting van overheidsgeld is het, zeg ik je, zei Koos,
nog altijd boos over de verstoring van zijn ochtendrust, tegen de nog aanwezige
belangstellenden die echter hun schouders ophaalden en vervolgens hun huizen
weer binnen traden.
Ik ben Leo, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Leonardo.
Ik ben een man en woon in (Nederland) en mijn beroep is N.v.T.
Ik ben geboren op 00/00/0000 en ben nu dus 2024 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Schrijven, Lezen, Tuinieren, Hengelsport, Mijn honden, Sport liefhebber, .
Al een aantal jaren schrijf ik korte verhalen en gedichten. Ik publiceer ook op enkele schrijverssites onder verschillende schrijversnamen. Buiten het dichtwerk ben ik thans eveneens bezig met het voltooien van een tweetal thrillers.