Welkom op mijn gedichten en verhalen blog Vrijwel twee wekelijks verschijnen op dit blog nieuwe gedichten, actuele snel sonnetten, en soms korte fictieverhalen.
In de rechterbovenhoek van rechterkolom staat - HET ARCHIEF - HIER KUNT U DE WEEK AANKLIKKEN EN DE VERHALEN OF GEDICHTEN LEZEN DIE IN DIE MAAND ZIJN GEPOST.
U kunt eveneens veel van mijn gedichten lezen op: www.gedichten.nl/schrijver/leonardo. Ik wens u veel leesplezier.
Het was een gure voorjaarsdag toen een sjofel geklede
man van rond de vijftig jaar plaatsnam op en bankje in het park, juist
tegenover de grote vijver, waar eenden en ganzen in het water stukjes brood op
aten die door een klein meisje in het water werden gegooid.Toen het kind aan de hand van de moeder na
enkele minuten wegliep verscheen er opeens een tweede man bij het bankje.
Hee, kijk nou
eens, daar hebben we, Japie Dat is een hele tijd geleden, jongen. Waar ben jij
zo lang geweest? vroeg de eerste zwerver die Joop bleek te heten terwijl hij
wat aan de kant schoof om zijn vriend te laten plaats nemen.
Ach, overal en
nergens.
Maar wat zie
ik nou; je bent zeik nat
Ja, dat komt
door dat klote bruggetje. Ik liep te dromen en ik had een houtenkop van
gisterenavond. Ik heb het bruggetje gemist en ben toen naast het bruggetje in
het water gelazerd.
Ha ha ha, geen
betere manier om weer nuchter te worden alleen: je stinkt wel als een varken , man, zei Joop, de eerste
zwerver lachend.Ga een beetje van me
weg zitten anders stink ik straks ook zo naar dat kolere water van die vijver.
Ja, lach jij
maar. Ik zit hier verdomme kou te lijden.
Ja , dat zal
best. Wil je trouwens wat drinken of wat eten?
Als je een
slokkie hebt, nou graag dan, maar wel puur en zonder ijsblokkies.
Ha ha ha, trek
die natte zooi toch gewoon uit man. Niemand die het ziet. Dan kunnen die kleren
ook gelijk wat drogen.
Jij lult
makkelijk. Ik kan toch moeilijk hier in mijn blote reed gaan zitten, lijkt mij
zo. Als die wouten straks komen pakken ze me misschien nog op voor naaktlopen.
Ja, daar heb
je wel een punt mee, met die opmerking bedoel ik. Je moet hier tegenwoordig
verdomd goed uitkijken.
Zwerver Joop keek eens om zich heen en zag tot zijn
verwondering een paar grote stukken karton tussen de struiken liggen. Hij wees
er zijn vriend op die vervolgens zijn kleding uitging trekken.
De oplossing
van alle problemenligt, zoals altijd,
gewoon om de hoek niet waar.
Ja, maar het
is nu al vier uur. Ik krijg nu die kleren niet meer droog in dat schrale rot zonnetje.
Gewoon op het
gras leggen dan drogen ze vanzelf.
Verdomme wat
is het koud. Mn reed kleurt al blauw, dat voel ik. Zal toch maar zon stuk karton om me heen
slaan. Misschien helpt het iets tegen die rot kou.
Ja, doe dat.
Maar geef mij ook maar een klein stukkie karton dan kunnen we dat op de bank
leggen, om op te zitten.
Slaap jij hier
trouwens ook nog altijd; hier in het bos,
bedoel ik?
Nee zeg, ik
kijk wel lekker uit.Stikt hier ˈs avonds, als het donker
wordt, van de nichten. Van die engerds die in de bosjes lopen.
Ja, dat is
tegenwoordig inderdaad echt klote. Waar vind je nog nog een geschikt plekkie om
te pitten in een bos.Ik vraag me trouwens
af waar ik straks kan gaan liggen maffen met dat karton om me heen?
Ja, je zegt
het , dat is wel effe een probleem .Trouwens die wouten rijden hier
tegenwoordig ook veel rond. Op crossfietsen, wel te verstaan. Kunnen ze
gemakkelijker die nichten controleren heb ik van de week gehoord.Ze jagen die gasten compleet met stijve pik
het bos uit, de straat op, heb ik me laten vertellen.
Hoe
controleren ze dat dan, in dat bos bedoel ik?
Ha ha ha,
volgens mij kijken ze alleen of zon nicht met zn gulp open loopten of er wat uithangt...
Ja, lul jij maar. Belazer je zuster maar mij
niet. Jezus wat heb ik het koud. Vraag me af of het niet reeds rond het
vriespunt is.
Je zegt het Trouwens er ligt daar tussen
die kale struiken een oude pallet.We
zouden natuurlijk ook een vuurtje kunnen maken.Dan kunnen je kleren ook wat sneller drogen.
Ja , verdomd goed
idee zeg, alleen , heb jij dan vuur?
Ja hoor,
jongen, een complete plastic verpakking met aanstekers. Samen met dat flesje jenever en een zak met broodjes
gejat uit een supermarkt wagentje van zon bekakt oud wijf in die AH winkel
efkes verderop.
Dat heb je
dan goed gedaan, jongen. Die rijke stinkers missen zon aansteker toch niet en
wij zijn er gelukkig mee, niet waar?
Vervolgens werd de pallet uit de struiken gehaald waarna
Joop met een klein zakmesje er schilfers ging afsnijden om die, na enige
minuten prutsen, samen met een stuk karton aan te steken. Ze trapten de pallet in
kleine stukken die ze vervolgens op het brandende vuurtje legden.
Donders, dat
voelt heel wat beter aan dan die koude rot wind, vind je ook niet, Japie.Kom, laten we er om heen gaan zitten, dan
verwarmen we ons gelijk een beetje. Hier , leg die natte zooi maar vlak bij het
vuurtje, dan droogt het wat sneller.
Terwijl ze een minuut of tien rond het hevig rokende
vuurtje waren gezetenzagen ze in de
verte twee agenten op zon soort van mountainbike aankomen.Het bleken een man en een vrouw te zijn. De
agenten reden het gras op, zetten de fietsen tegen de bank, en liepen vervolgens
op de twee zwervers toe.
Heren, u
bent in overtreding, zei de mannelijke agent op gewichtige toon terwijl hij
zijn opschrijfboekje met ballpoint tevoorschijn haalde. De vrouwelijk agent,
een nogal stevig type met heel kort geknipt haar en een brede kont, had inmiddels al snel enkele fotos met haar
mobieltje gemaakt.De twee zwervers
keken elkaar even aan maar zeiden niets.
Ik verzoek u
dat vuur gelijk uit te maken, te doven zo gezegd. Het is ten strengste verboden
om in het park vuur te maken, trouwens wat zijn jullie eigenlijk aan het doen? De
twee zwervers zeiden niets en haalden de schouders op. Is dit een vorm van
exhibitionisme watik voor me zie, of
zijn jullie met een vies spelletje bezig? glimlachte de agent wat
meewarig.Seks in het park is, zoals u
beiden vast wel weet, ook verboden.
Ach,
zodemieter toch op man, reageerde Japie terwijl hij het smerige karton wat
steviger om zich heen trok. Ik ben in het water gelazerd, vlak bij dat klote
bruggetje, daar wat verderop. Mag ik mezelf misschien even wat opwarmen en mijn
kleren drogen?! zei hij op nogal luide toon terwijl hij in zijn kartonnen
uitdossing op de agent toeliep, die vervolgens verschrikt, een paar stappen
achteruit deed.
Goed, zei de
vrouwelijke agent om ook een duid in het zakje te doen. Als u niet van plan
bent het vuur te doven dan doen wij dat en laten wij u naar het bureau
afvoeren. Daar praten we dan wel verder. Vervolgens trapten beide wetsdienaars
het kleine vuurtje uit en werd er een auto opgeroepen om de heren af te
voeren.Als u even uw armen uitsteekt
dan leg ik u de handboeien om, zei de agente tegen Japiedie daarop met een brede lach het karton liet
vallen en zich vervolgens in zijn volle naaktheid aan haar presenteerde.
Nou, wat vind
je er van, wijffie. Lekker lijf hè, en
dat voor een vent van vijf en vijftig jaar oud. Zo vind je ze, denk ik, niet bij jou op
bureau, zei Japie terwijl hij, voordat hij zijn armen naar achteren stak,
eerst even over de billen van de agente streek.Blijf verdomme met je gore poten van me af, lelijke viespeuk, of je
krijgt eerst een mep met de wapenstok.
Goh, wat een
lekker heet wijf ben jij zeg, heb ik altijd naar gezocht. Een lekkere meid die
een wapenstok gebruikt tijdens de seks.Het waren echter wel de laatste brutale woorden van de van kou rillende
Japie die, vervolgens na een paar minuten wachten, samen met zijn maat achter
in een politiebusje werd gestopt en naar een politiebureau in de stad werd
afgevoerd.Daar werd hij onder
begeleiding onder een douche gezet waarna hij een politieoverall kreeg
aangereikt om aan te trekken.
U bent
beiden gearresteerd voor respectievelijk: brandstichting in een park en het
veroorzaken van overlast, zei de wachtcommandant tegen hen. En meneer hier; hij wees op Japie, wordt ook
onzedelijk gedrag in het park ten laste gelegd. U wordt beiden ingesloten voor de nacht. De
rechtercommissaris beslist morgen over u. Daarna werden beide zwervers naar
een lekker verwarmde cel gebracht.
Jeetje , Joop,
wat hebben wij een mazzel. Het is hier net een hotel. Lekker warm en veel beter
dan buiten onder een afdakje op straat slapen, zei Japie.
Kunt u me om
halfzeven wekken, vroeg Joop beleefd, met een brede glimlach, aan de agent die hen in de cel stopte. En
morgen graag twee sneetjes bruinbrood metham en kaas en het eitje niet te hard gekookt als het even kan. En , o,
ja: liever thee in plaats van koffie. De agent gaf echter geen krimp. De man kon blijkbaar de humor van de
opmerking niet inzien.Hij verschoot
helemaal van kleur toen Japie er aan toevoegde: Je mag die lekkere blonde meid die mij
vanmiddag in het park liep op te geilen
best in onze cel brengen. Heeft dat wijffie eindelijk het genoegen een echte
vent te krijgen in plaats van die watjes waarmee ze nu waarschijnlijk omgaat.
Hierna viel de celdeur dicht en liep de agent die hen
insloot hoofdschuddend weg, om vervolgensweer op zijn plek gezeten in een schaterende lach uit te barsten.Je had eens moeten horen, zei hij tegen zijn
aanwezige collega,wat die ene
ventover onze Dolly durfde te zeggen.
De politieman hikte inmiddels van het lachen. Maar goed dat hij niet wist dat onze
Dolly een pot is. Ik wed dat je niet meer was bij gekomen van het lachen als
jij die opmerkingen ook had gehoord.
Het beest heeft
zich vandaag voor het eerst geroerd.
Zijn grauwende woorden
hebben ons in Europa de mond gesnoerd.
Op wie moeten we
ons thans met zn allen verlaten.
Een ding staat
sinds vandaag als een paal boven water.
Na Obama blijft Europa
zitten met een zeer kostbare kater.
De
eerste toespraak van de nieuwe president van de Verenigde Staten, Donald Trump,
heeft tot schrik en ongeloof in Europa geleid.Zijn toespraak was een afspiegeling van zijn verkiezingscampagne.
Protectie voor de eigen staat en eigen industrie, alsmede betalen als de VS
binnen Navo verband als militaire beschermer in Europa moet optreden.
Pierre, een voormalige 45
jarige ongehuwde man, woonachtig in het zuiden des land, had het geluk een
grote prijs te winnen in de Nederlandse staatsloterij. Voor zover we hebben
kunnen nagaan betrof het een bedrag van een twee miljoen gulden.Met zijn Jan Modaal inkomen dat hij verdiende
als magazijnmeester in een textielgroothandel was hij de koning te rijk toen
hij over dat bedrag kon beschikken. Het was een man die tot dan toe altijd
zuinig had geleefd. Geen dure vakanties boekte en er geen andere
geldverslindende hobbys op nahield, zodat hij maandelijks zelfs een klein
bedragje voor zijn oude dag apart kon leggen. Pierre was een slimme man betreffende
geldzaken. Hij wist bijna letterlijk van een dubbeltje een kwartje te maken.
Die mentaliteit kwam hem goed van pas toen hij dat miljoen won. Dankzij goed
uitgekiende beleggingen wist hij in tien jaar tijd het bedrag zelfs meer dan te
verdubbelen. Als hij niet hoefde te werken zat hij achter de computer en was hij met geldzaken bezig, terwijl hij gewoon in
zijn sobere levensstijl bleef volharden.
Tijdens een uitstapje
naar Amsterdam ontmoette hij in een café een aardige jongedame, Ria geheten, waarmee het gelijk klikte. Al na twee weken
trok ze bij hem in. Een leuke, zij het wel wat geraffineerde, Amsterdamsemeid.De
twee waren niet meer uit elkaars gezelschap te scheiden. Ik sprak ze af en toe
wel eens, zo op straat of bij de melkwagen, die toen nog aan de deur kwam. Het
was een vriendelijk, doch apart stel mensen die in hun straat echt opvielen
door hun spontane levenswijze. Rijkdom was hen weliswaar niet echt aan te zien,
maar Ria had zon blik van uiterste geraffineerdheid in haar ogen. Bij zon
vrouw gaan bij mij meestal verschillende alarmbellen in mijn hoofd rinkelen,
maar bij Pierre kennelijk niet. Hij was gewoon smoorverliefd op haar. Ria was
weliswaar een aantrekkelijke, redelijk welbespraakte vrouw, maar ze had de blik
van een haai Voor de buurt leken ze echter voor elkaar geschapen en wij verheugden
ons met zon vlotte nieuwe buurvrouw. Totdat er plotseling een verandering kwam
in hun woon en leefsituatie. Een plaatselijke
makelaar plantte op een maandagmorgen plotseling een bord ,,te koop,, in de
tuin van hun fraaie woning en al enkele weken later het was toen nog de
gouden tijd in de huizenverkoop, was hun woning verkocht aan een stel mensen
uit Utrecht. Pierre vertelde me dat ze
een ,,Manoir,, uit de negentiende eeuw hadden gekocht in het zuidwesten van
Frankrijk. Ze zaten, vertelde hij, al ruim twee weken op Franse les om te taal
te leren. Het droomhuis hadden ze gekocht via de bemiddeling van een in
Frankrijk wonende en werkende Nederlandse makelaar Het was een prachthuis
beweerde Pierre.
We kunnen er zo in trekken Leonardo, alles
is prachtig van binnen, terwijl het renoveren pas is gedaan door de vorige
eigenaar. Dus omstreeks april vertrokken ze naar Frankrijk om hun droomhuis te
betrekken.
Ze waren werkelijk de
koning te rijk.Het object dat ze hadden
gekocht had een 11 hectare groot park om
het huis heen liggen waarop nog een tweetal grote hangars stonden die als
garages en paardenboxen dienst hadden gedaan bij de vroegere eigenaars. Een
fraai zwembad van 15 x 5 meter was achter het huis gelegen. Natuurlijk moesten
er rijpaarden komen en werden er een dure autos voor zowel Ria als voor Pierre
aangeschaft. Nadat ze een paar maanden in hun nieuwe woning verbleven en Ria
een leuk baantje in de horeca afdeling van de plaatselijke tennisclub had weten te bemachtigen, voltrok zich
langzaam aan bij Pierre een soort van metamorfose. Hij stond voorheen altijd
punctueel om zes uur s morgens naast zijn bed,maar nu was hij er niet meer uit te krijgen. Dat kwam ook deels omdat
hij het vertikte te gaan werken. Hij had nu toch geld. Werken was voor de
domme, vertelde hij altijd aan een ieder die hem in zijn stulpje bezocht. Als hij dan uiteindelijk opstond leek het wel
of hij een ander mens was geworden. Hij werd
vlotter in de omgang en keek er plotseling niet meer van op als Ria weer een
paar pakken geld stond uit te geven aan allerlei luxe voorwerpen, die ze wel
heel listig op haar eigennaam zette. Ria
was een genie als het op geld uitgeven aankwam. De altijd zo bedachtzame en rustige Pierre
controleerde hun uitgaven nauwelijks en had het gedrag van een ,, big spender,,
aangenomen, zodat Ria, die er toch ook wat van kon als het op geld uitgeven
aankwam, zelfs meerdere malen zelf op de rem moest gaan staan om Pierre te
beletten al te gekke aankopen te doen.
Pierre en Ria hadden hun
fraaie Manoir vier maanden na het tekenen van het koopcontract betrokken.Ze werden al snel lid van de Nederlandse club
in Angoulême,
speelden eveneens ook al snel golf op de peperdure golf en country club in deze
streek en werden eveneens snel ingelijfd in het kleine, elitaire internationale
groepje mensen die in dat gebied woonden
en net als zij, een groot huis met veel land en veel geld bezaten. Pierre en
Ria veranderden met de dag. Toen wij ze eens opzochten hadden ze net een
kleine, tweepersoons Bell helikopter gekocht om te kunnen shoppen en om naar de
golfclub te kunnen gaan vliegen. Dit vervoermiddel was erg populair in de
kringen waar zij zich in bewogen en je moest natuurlijk wel meedoen, wilde je
er bij horen. Als dat maar goed gaat dachten wij toen bij ons zelf. Hoe is het
mogelijk dat geld mensen zo totaal kan veranderen. Ze waren niet meer de Pierre
en Ria die wij kenden van vroeger uit onze straat, maar gewoon een stel rijke
arrogante patsers geworden.Zelfs hun
taalgebruik hadden ze aangepast. Nederland was voor hen nu een brug te ver. Daar kwamen ze niet meer. Ze behoorden nu tot
de ,,beau monde,, en Frankrijk was nu voorgoed hun thuisland. Ria kleedde zich naar de laatste mode, met
uitzondering van de dagen dat ze op de golfclub werkte. Dat werken was niet
echt nodig hoor, vertelde ze altijd aan een ieder die er om vroeg, maar ze vond
het gewoon leuk een doel in het leven te hebben. Voorwaar een prima idee leek
het ons toen. Maar telkens als we het stel in Frankrijk ontmoette kregen we de
indruk dat Ria de geldbuidel beheerde en Pierre steeds meer naar haar
,,mondaine,, pijpen danste.Ik
vertrouwde haar niet, ze was aardig tegen ons, maar ik had de indruk dat ze
steeds toneel speelde in haar eigen gecreëerde toneelstuk.
Er gingen zon twee jaren
voorbij. We waren hen alweer zowat vergeten toen we op een morgen plotseling een
brief van Pierre ontvingen uit Nederland... Pierre
had de brief met de hand geschreven. Het was een droevig verhaal. Ria was bij
hem weg en het mooie huis was verkocht. Hij was blut. Geld was opgeraakt aan
hun extravagante wijze van leven. Ria
had intussen een andere rijke, dit maal Engelse patser ontmoet en had hem van
de ene in de andere dag voor haar nieuwe rijke vlam ingeruild. Ze was
plotseling niet meer verliefd en hield ook niet meer van hem had ze hem gezegd.Ze had hem helemaal kaal geplukt, zodat hij
als een droevige kale haan op hangende pootjes naar Nederland was terug
gekeerd. Nu woonde hij tijdelijk bij zijn oude moeder van 87 jaar en moest van
de bijstand leven.
Ik moest er eigenlijk
hard om lachen, ook al was het nog zon triest verhaal.De sukkel. Zo heb je miljoenen en zo ben je
ze in ruim twee en een half jaar weer kwijt. Hoe blind en dom kan een mens
zijn. Nu moest hij proberen weer een baantje in Nederland te vinden om opnieuw
met een Jan Modaal Salaris zich in leven te houden. Ik wenste hem in gedachten sterkte, terwijl
het beeld van zijn arrogante tronie en zijn opschepperij met zijn huis, land en
helikopter me weer even haarscherp voor de geest kwam.
Cest la vie, Pierre,
dacht ik bij mijzelf, terwijl ik mij een kopje thee inschonk en mijn beschuitje
op at.
Nederland werd in de
twintiger jaren van de een en twintigste eeuw getroffen door drie grote rampen
te weten;De desastreuze natte zomers,
een volledig ingestorte economie en vooral; de strenge islamitische
overheersing.Het is nu al weer het
tweede jaar dat de IS kalifaatvlag van Abur Bakr-Al-Bagdadi in Den Haag wappert
boven het paleis Noordeinde.Eigenlijk
is het een paar jaar geleden zonder slag of stoot verlopen voor de moordende horden
uit het Midden-Oosten.Nadat ze eerst al
rap geheel Zuid-Europa hadden veroverd, de paus met zijn horde soepjurken uit
het Vaticaan de Middellandse Zee in hadden gedreven, veroverde hun
zusterorganisatie Boko Haram in
sneltreinvaartSpanje.Samen met een grote schare Moren, aangevuld
met juist bekeerde zwarte Afrikaners, werd Spanje in drie weken onder de voet
had gelopen.Intussen was de hoofdmacht
van de moordende moslims doorgestoten via Oostenrijk naar Duitsland. De
Oostenrijkers zijn een gek volk. Ze bejubelden en verwelkomden zelfs de
terugkeer van de haatzaaiende en moordende islamitische benden alsof ze sinds de vroegere
middeleeuwen nooit meer weg waren geweest.
De Duitsers waren toch
anders. Sommigen hadden zelfs echt verzet geboden, maar na vele reeksen
gruwelijke strafrechtelijke executies waren ook zelfs de meest strijdvaardige
Duitsers voor de islamitische overmacht gezwicht.Met Nederland kende men helemaal geen pardon.
De slappe Links-Liberale Nederlandse regering die sinds 2015 continu aan de
macht was, had zich- traditioneel - al na de eerste schermutselingen direct zonder
slag of stoot, met de handen in de lucht, overgegeven. Een landje vol verwijfde lafaards met een
grote bek, vonden de moslims. Veel
geschreeuw, met de vinger altijd gelijk naar anderen wijzen, maar verder een volk zonder ruggengraat.Het was ze trouwens in de Lage Landen
helemaal nogal gemakkelijk gemaakt vanwege de al aanwezige vijfde colonne van
Marokkanen en Turken van de derde generatie die al in die landen aanwezig was
en rap hadden ingezien wie de sterkste in hun tweede vaderland zou worden.
De voormalige Nederlandse
regeringsleiders moesten op het binnenhof in Den Haag de macht overdragen aan geselecteerde
jongeren uit de Haagse Schilderswijk. Knullen die al tijdens het slappe Nederlandse regiem naar Syrië waren
vertrokken en thans weer waren teruggekeerd. Jongemannen die al op jeugdige
leeftijd met de IS heulden. Het
voormalige Nederland werd thans geregeerd door een jong viermanschap onder
leiding van Mohamed Jakül. Een negenentwintig jarige etnische Irakees
wiens ouders al sinds de zeventiger jaren van de vorige eeuw als vluchtelingen
in Nederland woonden.Jakül was een
echte misdadiger. Een man die sinds de vlucht naar Argentinië van de
voormalige Nederlandse Koninklijke familie, alsmede
na de overname van de macht in de Lage Landen, zichzelf tot onderkoning van
Nederland, namens de IS, had gekroond. Hun Arabisch islamitische kalifaatwens
was thans bijna vervult. Nog even en dan
beheersten ze geheel Europa.Engeland
was de laatste stap die nog moest worden gezet. Hun eigen islamitische
ondergrondse strijdkrachten waren in dat laatste door hen fel begeerde deel van
voormalig Europa al druk bezig met een bloedige ondergrondse terreur. Het grootste deel van de vroegere Europese
landen was thans reeds in hun handen. Eurabia
was nu de naam voor het gehate Europa. Meteen na de val van de Europese landen was
overal de sharia ingevoerd. De strenge islamitische wetten die
lijfstraffen, verminkingen, moord en doodslag goedkeurde.
Overal op de straten
patrouilleerden in het zwart geklede soldaten. Mannen met geweren en dolken.
Hun hoofden bedekt met een zwarte muts, tulband en doeken die het gezicht
vrijwel onherkenbaar bedekte.Elke man
die wat betekende droeg een lange Dubai Abaya die tot aan de grond reikte.Dagelijks waren er in de grote steden
openbare executies.Moorden op mensen
die zich niet tot het islamitische geloof wilden bekeren. Onthoofdingen, waar
de rest van de bevolking, verplicht naar diende te komen kijken.Het waren meestal mannen, vrouwen en
kinderen. Meestal waren de slachtoffers
eerst al wekenlang gemarteld. Een bezigheid die soms het avondvermaak van de
bezetters vormde. Soms werd een gehele familie tegelijk terecht gesteld. Het
bloedige gebeuren trok meestal ook vele honderden islamitische toeschouwers.
Het waren uiteindelijk de enige
verzetjes die de bevolking restte. Bioscoop, theaters, sportstadions, café en
restaurantswaren al maanden gesloten.
Televisie kijken kon nog maar alleen naar de door de bezetters goedgekeurde
programmas. Lezen van andere lectuur dan de Koran was verboden. Wie bij
huiszoeking werd betrapt op het lezen of in bezit hebben van niet goedgekeurde
lectuur of boeken werd de ogen uit gestoken.De economie was inmiddels volledig kapot. Op de dam in Amsterdam was het
grote oorlogsmonument voor de gevallenen zwart gespoten.De IS vlaggen wapperden van alle officiële
gebouwen.
Honderden bedrijven waren
reeds stil gevallen. Gebouwen waren geplunderd of stonden leeg.Dag en nacht hoorde men schotenwisselingen en
geschreeuw van de in zwarte gewaden rondzwervende Arabische haakneuzen. Er was zowat niets meer te koop in de door
jeugdige Syrische geitenneukers leeggeroofde winkels waarvan de uitbaters
inmiddels al waren onthoofd.Veel jonge
gezinnen moesten hun moeder missen. Die
was soms uit huis gesleurd om in een staatsbordeel als hoer voor de bezetters
op te treden. Dat zelfde lot kende vele jonge meisjes. Vrouwen die zich op
straat begaven zonder volledige bedekking door middel van een boerka, konden
rekenen op een zelfde lot. Jonge meisjes
en alle overige jonge vruchtbare vrouwen moesten verplicht besneden
worden.Voormalige abortis klinieken
dienden thans als besnijdeniscentra. Lange rijen volledig bedekte Hollandse
vrouwen stonden dagelijks te wachten om deze clitorale ingreep te ondergaan.Veel Arabische strijders hadden zich twee of
meer jonge Hollandse vrouwen toegeëigend ter bevrediging van hun lusten. De
vrouwen werden over het algemeen slecht en zeer wreed behandeld.Alsof ze ingehuurde hoeren waren. Hollandse
mannen waren er niet zo veel meer. De meeste waren; of vermoord, of
gedeporteerd naar de binnenlanden van Syrië en Irak. Om daar als kanonnenvoer
te dienen in de niet aflatende strijd tegen hun aartsvijanden Israël en Iran.
Gruwel heerste in dat deel van de wereld, waar de lucht bezwangerd was door de
geur van bloed, cordiet en verrotting.De
Arabische woestijnen lagen bezaaid met vernielde tanks, vrachtautos en ander
oorlogsmateriaal.Het gele zand van de
woestijn was soms roodgekleurd van het bloed terwijl duizenden lijken in de
hitte van de woestijn lagen weg te rotten.Natuurlijk waren er ook nog
steeds in de Lage Landen schermutselingen met kleine groepjes Hollanders die
ondergronds de strijd tegen de Arabische overweldigers bleven voortzetten. Soms
sneuvelden er enkele IS strijders in zulke gevechten die steevastmet onthoofding van onschuldige bewoners
eindigden, als wraak acties, voor de dood van hun strijdmakkers.
Ik draaide me in mijn
slaap om in bed en schrok opeens wakker. Ergens hoorde ik opeens een geluid.
Als door een wesp gestoken schoot ikin
bed omhoog en dwaalde mijn blik naar de
slaapkamerdeur waar ik een schaduw van een persoon in een lang donker gewaad meende
te ontwaarden. In een flitsende reactie trok ik het laadje van het nachtkastje
open, greep de kolf van de 22 Beretta die ik altijd voor noodgevallen heb klaar
liggen, laadde razendsnel door, richtte en schoot. De harde scherpe knal van de Beretta deed me
mijn gedachten opeens weer ordenenKalk
vloog van de deurpost af op de grond.
Wat doe je nou, schreeuwde mijn echtgenote
ontdaan naast me in bed.Ze trok gelijk
aan het koord om het plafondlicht aan te doen. Het licht flitste aan waarna ik
zag dat ik op de nieuwe jurk van mijn echtgenote had geschoten die op een
knaapje aan de deurpost was opgehangen. Een klein gaatje ter hoogte van het
middenrif liet zien waar mijn schot doel had getroffen. Ik zuchtte. Viel met
het zweet op mijn gezicht achterover met mijn hoofd op het klamme kussen. Het
pistool viel uit mijn hand op de grond. Ik had een gruwelijk nachtmerrie gehad.
Alles was gelukkig toch alleen maar een droom geweest.
De gure noordenwind
huilde om het huis heen en deed de luiken kreunen in hun scharnieren.
Atmosferische drukverschillen zorgden er voor dat de grote ramen van de
woonkamer af en toe zelfs wat bewogen. Het stormde en sneeuwde die middag. De sneeuw
viel overigens al ruim een uur lang in
een gestaag tempo naar beneden, maar werd thans opgejaagd door de verraderlijk
draaiende wind hetgeen tot resultaat had, dat er zich rap een laagje van enkele
centimeters op de grond had gevormd.Ik
had het geluk gehad om juist voor de neervallende sneeuw, de honden uit te
kunnen laten in het om onze woning heen liggende stuk weiland. De snijdende
koude noordenwind deed me buiten rillen terwijl mijn toch dikke lerenjas die me
toch goed tegen de kou diende te beschermen zelfs onvoldoende bescherming
bood.Het leek buiten wel een Siberisch
landschap. De temperatuur was in enkele dagen van plus tien graden naar min
negen graden gedaald. Weer dat je op deze breedte van Frankrijk eigenlijk niet
zou verwachten, maar met die gedachten had de natuur niets te maken, zo bleek
vandaag maar weer.De honden hadden
nergens last van, naar het scheen. Ze renden en blaften en roken belangstellend
aan elk hekpaaltje.Na enkele minuten
kou lijden vond ik het wel genoeg. Ik riep de dames naar me toe en daalde met de
hondendames de heuvel af naar ons gerieflijk warme woning.
Met een
glas cognac in mijn hand staarde ik enkele minuten later naar buiten en liet onwillekeurig
mijn gedachten wat afdwalen. Het was de eerste echte koude winter sinds vele
jaren die we hier, in ons zuidelijke deel van Frankrijk meemaakten. En dat,
terwijl de Franse meteo-dienst, toch op de televisie dit noodweer niet had voorspeld.
Wel dat het kouder zou worden, en af en toe zelfs een sneeuwvlokje zou kunnen
vallen, maar ze repten zich niet over dit stormachtige koude rotweer. Met een
zakdoek veegde ik de inmiddels wat beslagen onderste ruiten van de salon wat
droog. Enkele bewegende lichtflitsen in de verte deden me opkijken. De
lichtflitsen gaven aan dat er toch nog een auto probeerde de gladde besneeuwde
weg te berijden die op zon honderd vijftig meter voor ons huis liep. Een
gevaarlijke rit, dacht ik bij mijzelf.
Niet alleen om met al die sneeuw met de auto omhoog te komen, maar vooral ook
om straks weer af te dalen op die gladde weg. Ik zag in mijn gedachten die auto
al van de weg glijden in een van de vele haarspeldbochten en in een greppel ofin een ravijn naast de weg terechtkomen.
Gelukkig waren het maar dromerige gedachten en gespeend vanactuele realiteit, maar toch: zoiets zou uiteindelijk
zomaar kunnen gebeuren onder deze bare winterse omstandigheden.
Ik
wendde me van het raam af en nam plaats in een van de grote lederen fauteuils. Het
was lekker warm in de salon. De twee grote houtkachels verspreidden een
weldadig aanvoelende warmte op mijn lijf welk gevoel van heerlijke behaaglijke huiselijkheid
nog extra werd versterkt door het goudkleurige weldadige vocht in mijn glas.
Niet dat ik een echte drinker ben, dat in het geheel niet, maar op die koude middag in februari liet ik me dit verwarmende
godendrankje goed smaken. In de verte zag ik, vanuit mijn zetel, weer een auto
zich een weg banen door de sneeuw die op sommige plaatsen al tot grillige mini sneeuwduinen
was opgewaaid. Nu moet u als lezer weten
dat onze Franse woning op een flinke heuvel lag waardoor we vanuit onze salon
een groot deel van het omliggende heuvellandschap konden overzien.Maar dat lukte niet op die februari middag. Sneeuw
en grauwheid kenmerkten de omgeving waardoor er van een wijds uitzicht geen
sprake was.De op zon honderd vijftig
meter afstand voor onze tuin lopende doorgaande weg was net nog vaag zichtbaar.
Ik had
medelijden met de vele witte Charolais koeien die nog steeds in die koude en
sneeuw op het land waren. Ze konden er overigens best wel tegen zei een buurman
ooit tegen mij, maar ik kon mij echt niet goed voorstellen dat die beesten het
prettig vonden in die sneeuw. Ze stonden met zˈn allen bij het grote metalen toegangshek, met de koppen wat gebogen en de
billen in de wind, onbeweeglijk in de kou te staan. Zelfs de uitgeschudde baal
hooi die de boer bij het hek had neergegooid lieten ze gedurende het sneeuwen met
rust.Rotleven hebben die beesten, dacht
ik bij mijzelf. Het werd inmiddels snel
donker. Slechts met enige moeite lukte het mij om nog enkele meters voor me uit
te kijken.De weg was al niet meer te
onderscheiden in het donker. Uiteindelijk stond ik op uit mijn luie
comfortabele zetel, zette mijn lege glas op het bijzettafeltje en legde
mijn krant in de fauteuil neer. Een heerlijke geur van gebraad trof mijn
neus. De geur kwam vanuit de keuken de salon binnen en bracht mijn dromerige
gedachten weer rap terug naar het heden. De tafel moest nog worden gedekt, een
taak die ik op me had genomen. Hoever ben je met het tafeldekken? riep mijn
echtgenote even later vanuit de keuken.
Ben bijna klaar met tafeldekken, riep ik
terug.Moest ik me warempel nog haastten
ook. Buiten was het inmiddels volledig donker geworden. Ik kreeg de indruk dat
het sneeuwen was gestopt, doch de wind huilde nog steeds onverkort om het huis.
Ik liep de naar beneden wegdraaiende stenen trap af naar de kelder om een
passende fles rode wijn op te halen, waarna ik bij terugkomst in de kamer een
laatste blik in het donker naar buiten wierp, alvorens de fles wijn open te
trekken en deze te laten chambreren alvorens de wijn straks bij de maaltijd te
nuttigen.
Winter
in Frankrijk. Elk jaar weer anders en nooit volgens afspraak te plannen op de
tijd dat het jou het beste uitkomt.De bizarre,
grillige Franse natuur , doet gewoon wat ze zelf wil. Daar kun je niet anders
dan je eigen bij neerleggen, alhoewel ik toen wel hoopte op betere en
vooral warmere dagen.
De heer en mevrouw de Groot woonden in een rustige straat in
Zaandam Meneer de Groot was al dertig jaar langwerkzaam als boekhouder bij een lokaal automobielbedrijf. De
kinderenwaren reeds de deur uit en de Groot en zijn echtgenote leefden een
sober en kalm leven. Ze luisterden graag naar klassieke muziek, keken getweeën
vaak naar een detective serie op de televisie en genoten in hun knusse huisje
elke nacht van een weldadige nachtrust. Een unicum in een stad die dag en nacht
geteisterd wordt door onverwachte herrie en verkeerslawaai.Maar op een dag was er duidelijk sprake van
een verandering in hun kalme rustige bestaan. Ze werden toen plotseling des
morgens gewekt door het geronk en gedreun van machines voor hun huisdeur. Het echtpaar draaide zich een paar maal om in
bed, probeerde de slaap opnieuw te vatten doch dat wilde niet meer lukken.
Toen de heer de
Groot zich voldoende had geërgerd aan de rot herrie voor zijn huis, met een
boos gezicht uit bed stapte en de gordijnen van de slaapkamer open rukte teneinde
zich van de oorzaak van het geluidoverlast op de hoogte te stellen, zag hij tot
zijn verbazing een grote gele shovel van een plaatselijke aannemer voor zijn
tuinhekje staan. De machinist van de machine was bezig voor hun huis de
straatklinkers uit het wegdek te halen.
Krijg nou wat,
zei hij terwijl hij een snelle blik op de klok wierp die op de spiegeltafel in
de slaapkamer stond en zeven uur aan gaf. Zijn echtgenote uitte meteen met een
geagiteerde kreet haar ongenoegen over de herrie buiten en het openen van de gordijnen.
Doe die rot
gordijnen dicht en hou als je belieft je kop, Koos. Laat mij nog effe slapen! Ze
trok een kussen over haar hoofd en probeerde vervolgens de slaap weer te
vatten.
Koos liep mokkend door de slaapkamer. Het was verdomme pas zeven uur en nog wat schemerig
buiten.
Verkwisting van
overheidsgeld is het, zeg ik je, orakelde Koos tegen zijn echtgenote Ans die
zich inmiddels weer had omgedraaid en nu ook de dekens over haar hoofd had
getrokken. Koos liep de slaapkamer uit en begaf zich naar beneden om een ketel
water op te warmen. Intussen waste hij zich even snel in de badkamer en rilde
bij de aanraking van het koude water. Toen de fluitketel aangaf dat het
theewater gereed was hoorde hij buiten opeens een geluid dat hij nog niet
eerder had waargenomen. Een soort gedreun dat herinneringen in hem opriep over
een documentaire over berggorillas in Kenia. Een documentaire die hij toen
samen met Ans voor de buis had zitten bekijken. Maar nu hoorde hij dat zelfde
soort apengeluid op straat, bij hem voor de deur, notabene Koos trok de
gordijnen van de .woonkamer open en staarde naar buiten.
Precies voor zijn laag geknipte ligusterhaag die hun
voortuin markeerde van die van de buren stond een soort vierkante open kist op
het trottoir te trillen. De kast liet om zeven uur in de ochtend een dreunend harde
bonk, bonk, bonk, van een basedrum horen. Het werk van de stratenmakers kon
kennelijk alleen op het ritme van de, kennelijk van die berggorillas afgeleide
,,Hip Hop herrie,, plaatsvinden
Koos !
schreeuwde Ans vanaf de bovenverdieping naar hem. Laat ze die rotherrie
zachter zetten. Ik word hier verdomme helemaal gek van. Het is nondesju, nog
maar zeven uur. Zijn die gasten nu helemaal van de pot gerukt!
Koos zette zijn
net ingeschonken kopje thee neer, trok zijn tot op de knieën afzakkende
pantalon op, trok de riem strakker aan en liep aldus in pantalon met daarover
zijn pyjamajasje naar buiten teneinde de heren stratenmakers te verzoeken wat minder
herrie te maken.
Toen hij de
voordeur open deed viel zijn mond gelijk van verbazing open. Een drietal langharige
jonge stratenmakers, gekleed in merkwaardige kleurrijke kleding, stond op het
ritme van de basedrums te shaken op het trottoir. Ze hadden alle drie een soort
rood/geel/groene muts op hun hoofd. Ze droegen een gekleurd hemd, een
jeanspantalon en zwarte hoge werkschoenen.
De straat lag
reeds een paar meter open. Een oudere stratenmaker, een man van inde vijftig
jaar, was als enige druk aan het werk om straatstenen in het zand te leggen. De
andere drie waren duidelijk van Antilliaanse of Jamaicaanse afkomst. Donkere
koppen die een sigaret of, te ruiken aan de lucht om hen heen, al zo vroeg in
de morgen een jointje rookten. Hun lichamen bewogen zich ritmisch, op de plaats
staande, heen en weer terwijl ze hun ogen gesloten hielden.
Hé, stelletje eikels ,
krijg ik nu eindelijk nog wat zand of moet ik het verdomme zelf gaan halen, schreeuwde
de stratenmaker op het openliggende deel van de straat tegen het dansende
drietal.
Yes mon, riep
een van de drieling op het trottoir, terwijl hij zich moeizaam bukte om de
omgevallen kruiwagen te vatten. Hetgeen pas na enkele pogingen lukte. Hij liep
er waggelend mee weg naar de verder gelegen zandbult. Er kwamen wat meer
omwonenden op het geluid af. Sommige mensen raakten met de stratenmaker in het
zand in een felle discussie verwikkeld.
Sorry mensen, jullie
hebben gewoon gelijk. Ik stoor me ook aan die herrie maar ik kan er ook niets
aan doen dat de gemeente me deze drie eikels heeft meegegeven. Als u klachten
heeft moet u maar even naar openbare werken van de gemeente Zaandam bellen. Dan
wordt het misschien opgelost en krijg ik misschien ook echt personeel om me te
helpen in plaats van deze gestoorde 'rastafari' gasten.
Er was intussen
wat meer verkeersherrie bijgekomen. Mensen startten hun auto om naar hun werk
te vertrekken hetgeen voor de dansers aanleiding was het geluid van de radio
nog wat harder te zetten.
Het lijkt
verdomme wel of we hier in die rottige Paradiso jointtempel in Amsterdam zitten
in plaats van in Zaandam. Schreeuwde een buurman van Koos boven de tering herrie
uit. Terwijl de discussie tussen
bewoners, stratenmaker en de drie niet aanspreekbare hulpen van de stratenmaker
hoog opliep en de radio wisselend uit en aan was gezet doorbuurtbewoners en het
dansende trio, kwam de opzichter van de gemeente een kijkje nemen.De man kwam precies op het goed moment. Juist
op tijd om te zien dat een van de dansers met een halfvolle kruiwagen met zand
moeizaam aan kwam zwingen. Hij was inmiddels kennelijk niet meer instaat om
rechtuit te lopen en zijn kruiwagen slingerde van links naar rechts. Hij moest
het zand bij de stratenmaker neer kiepen maar dat was duidelijk teveel
gevraagd. De man had uiteindelijk al reeds tien stappen gelopen en was al zichtbaar
moe, leek het wel. Hij zette opeens met een plof de kruiwagen neer, graaide in
de jaszak van zijn jeansjack en haalde er een nieuwe joint uit. Die had hij
kennelijk reeds in zijn zak in voorraad. De man stak de joint in de mond, stak
hem aan en inhaleerde toen diep. Yea , I like this mon,orakelde hij vervolgens in zijn Jamaicaans
dialect. Hij pakte kordaat de kruiwagen weer op en kieperde vervolgens de
voorraad zand gewoon op het trottoir, precies voor het tuinhekje en het tuinpad
van Koos.
Hé , klootzak,
wat doe je nou, tierde Koos. Dat zand moet
je niet bij mij neer donderen maar daar verder op, bij je chef, daar in het
midden van de straat, stomme Rasta eikel, schreeuwde Koos boos uit. Zijn
gramschap was natuurlijk wel terecht net als de verontwaardiging van de stratenmaker
die zich in het zand van het openliggende wegdek op de knieën zat te ergeren. De gemeentelijke opzichter had inmiddels
genoeg gezien en gehoord.Hij liep terug
naar zijn auto waarna na enig heen en weer bellen de drie nietsnutten werden afgevoerd.
Ze bleken in het kader van een werkproject voor voormalige toegelaten asielzoekers
als hulpjes te zijn aangesteld door de gemeente. Werken wilden en konden ze
niet. Blowen echter des te meer.
Het is, zoals ik
steeds zeg, mensen. Verkwisting van overheidsgeld is het, zeg ik je, zei Koos,
nog altijd boos over de verstoring van zijn ochtendrust, tegen de nog aanwezige
belangstellenden die echter hun schouders ophaalden en vervolgens hun huizen
weer binnen traden.
De heroiek van de autosport is verdwenen. ( verhaal )
De
heroïek van de autosport is verdwenen
Een kop waarvan ik geen woord terug neem. Ik meen
het echt uit de grond van mijn hart als autosportliefhebber. Naar mijn beleving is al jarengeleden de
heroïek van de autosport verdwenen. Thans is het in vrijwel alle klassen van
autosport slechts een rekengebeuren. Verworden tot een mathematische sport waar
op de achtergrond de grote automobielfabrikanten meekijken en vooral flink
meesturenNatuurlijk erken ik dat het in
vroeger jaren ook al zo was dat grote automobielfabrikanten hun stempel drukten
op bijvoorbeeld de formule 1 races en de sportscar races, doch naar mijn
beleving gebeurde dat wel veel minder duidelijk dan het tegenwoordig het geval
is. Soms verlang ik, bij het aanschouwen op televisie van zon moderne formule
1 race, wel eens terug naar de tijd dat kleine, veelal particuliere teams, de
strijd met elkaar op de baan aanbonden.Dan denk ik wel eens: waar zijn die merken van toen toch allemaal
gebleven en wat is er uiteindelijk van die toen der tijd internationaal bekende
rijders geworden. Leven ze nog en wat voor maatschappelijke positie hebben ze
uiteindelijk na hun race carrière ingenomen.Gewoon vragen die in mijn hoofd uit sentimentele gronden aan mijn
gedachten ontspringen.Veel rijders die
vroeger in mijn kinderjaren tot mijn persoonlijke favorieten behoorden zijn
inderdaad reeds overleden. Doch een enkele toenmalige coureur, zoals Sir
Stirling Moss, leeft nog. Sommige van die voormalige formule 1 rijders zijn
gestorven als gevolg van hoge ouderdom of misschien door een opgelopen ziekte, terwijl
sommige anderen helaas aan de gevolgen van een raceongeluk voortijdig het leven
lieten.
Om die races hing in de vijftiger en zestiger jaren
van de vorige eeuw een aparte tot de verbeelding spreken heroïsche sfeer. Een
sfeer die mij als kind trof toen ik als 10 jarig jongetje met mijn vader voor
het eerst meeging naar een autorace op het circuit van Zandvoort. Alles ging
toen, zeker ook qua organisatie, wat meer amateuristisch, bijna kinderlijk
speels, zou je kunnen zeggen als je het met de huidige formule 1 organisatie
vergelijkt. De rijders waren toen echte helden en werden door de mannen dan ook
als zodanig vereerd terwijl sommigen door veel vrouwen soms als het ware werden
aanbeden. Althans , sommige knappe en interessante rijders. Een snelle
Italiaanse jongeman brak in die vijftiger jaren van de vorige eeuw vaak veel
vrouwenharten.Sommige oudere lezers
zullen zijn naam vast nog wel herinneren, namelijk Eugenio Castellotti.Een man die voor vrouwen alles mee had wat
zijn uiterlijk en charme betrof. Een jongeman van rijke, adellijke ouders die
zijn hart op heel jonge leeftijd reeds had geschonken aan de gevaarlijke
autosport.Dat vrouwen als een blok voor
hem vielen was op zich niet zo vreemd, want hij was jong, knap en sneller dan
een orkaan, die mooie Eugenio.In wezen
had hij alles mee. Geld, uiterlijk en leeftijd, doch oud en echt gelukkig zou
hij helaas toch niet worden.
Zijn familieleden hadden vermogen vergaard in het
Italiaanse bankwezen. De vader van Eugenio besloot na de vernietigende Tweede
Wereld Oorlog welke ook Italië flink had geraakt om toch weer een
handelsbankkantoor in Milaan op te starten.Na verloop van tijd verhuisde de familie van de grote stad Milaan naar
het platteland, naar het kleine stadje Lodi gelegen aan de rivier de Adda op
een kleine twintig kilometer ten zuidwesten van Milaan. Hier groeide Eugenio op
in een prettige huiselijke sfeer aan de rand van de stad, in de rust en
schoonheid van de Italiaanse Povlakte.Het autoracen had hem op reeds jonge leeftijd al snel te pakken. Met
geleende of gehuurde race en sportwagens liet hij zich al rap op de circuits
zien. Op twintig jarige leeftijd kocht hij bij een autohandelaar een gebruikte
Ferrari 166 Barchetta. Hij won een paar
wedstrijden van weinig belang maar wist zich na verloop van tijd toch goed in
de kijker te rijden. Hij viel op door zijn aanvallende rijstijl. Toch was het
niet Enzo Ferrari die hem overhaalde om voor diens team te komen rijden, doch
Gianni Lancia. De eigenaar van het Lancia autoconcern dat sinds enkele jaren
eveneens in de formule 1 en in de sportscar races actief was.Eugenio vestigdeals jongste rijder van het Lancia team de
aandacht op zich gedurende een race in Ierland. Tijdens die Dunrod Tourist
Trophy race door straten en over wegen van het Ierse platteland, reed de jonge
Castellotti zich met de Lancia D24 goed in de kijker. Als snel zat hij met zijn
21 jaar achter het stuur van een formule1racewagen.De combinatie Lancia Castellotti was een
succes. Ze waren in 1954 het enige team dat de zogenaamde Zilver Pijlen van
Mercedes die in die jaren, net als thans in 2015 2016vrijwel onoverwinnelijk waren op gelijk
niveau partij konden geven. Maar een goed jaar na zijn toetreding bij Lancia
sport, enkele dagen na afloop van de Belgische Grand Prix, verkocht Gianni
Lancia zijn complete raceorganisatie aan Enzo Ferrari.Castellotti kwam aldus bij Ferrari in dienst
maar bleef in de vertrouwde Lancia D 50 rijden. Die raceauto was al rap door
Ferrari omgedoopt in de Lancia-Ferrari D50.
Veel andere rijders in die tijdwaren soms jaloers op
de knappe Eugenio die vrijwel altijd werd omringd door vrouwelijk schoon.
Afbeeldingen van zijn persoon, al dan niet met een helm op het hoofd of in de
hand, circuleerden al snel in de media. Hij werd een zogenaamde bekende
Italiaan. Een man die op straat werd herkend. En een man voor wiede voordeur van de woning van elke
aantrekkelijke vrouw al open ging als
hij alleen maar even vriendelijk ging glimlachen. Dat was de andere Eugenio, de
charmeur en verleider. Het was een man met grote karakter tegenstellingen. Soms
nukkig en snel geprikkeld als aan wensen niet snel genoeg werd voldaan, doch
aan de andere kant een innemende persoonlijkheid en een man met een groot hart
en passie voor de autosport. Hij zou en moest de beste op de Europese circuits
worden, hield hij zich steeds voor. Dagelijks trainde hij, liep hij vele
kilometers. Deed hij spieroefeningen voor de armen en benen en was hij daarna
achter het stuur van zijn vertrouwde bolide te vinden.Het is overigens tot jaren na zijn noodlottige
raceongeval op 14 maart 1957 een onderwerp van discussie geweest of zijn
gedachten gedurende zijn testrace op de baan van Modena misschien toch te sterk
beïnvloed waren door zijn ergernis om niet aan zijn geplande vakantie te kunnen
beginnen samen met zijn toenmalige geliefde, de knappe Italiaanse actrice en
danseres, Delia Scala.In zoverre had
Enzo Ferrari misschien in latere discussies over et ongeval van Castellotti
toch wel een beetje gelijk. Want als je achter het stuur van zo een racemonster
zitdan moet je de gedachten kunnen
concentreren op hetgeen je mee bezig bent en je niet door andere zaken laten
afleiden..
Zijn plotselinge overlijden kwam in die jaren als
een schok voor veel autorace enthousiasten als ook voor veel gewone Italianen. Hun held was er opeens niet meer. Castellotti
had die dag van het ongeval juist aangekondigd een korte vakantie op te willen
nemen en was reeds op weg naar huis toen Enzo Ferrari hem bij de fabriekspoort
liet tegenhouden. Er was iets voorgevallen dat volgens de directeur een
onmiddellijk antwoord vereiste. Tijdens
het testwerk op het enorm snelle beton van het Modena Autodrome had juist die morgen
de Fransecoureur, Jean Behra in een
Maserati 250S een nieuw ronde recordneergezet en daarmee het oude record dat al meer dan vijf jaar op naam
van Ferrari stond verbeterd.Een regelrechte
schande vond, Enzo Ferrari. Terwijl dat ook nog eens gebeurde op hun eigen
Ferrari testcircuit wat zowat in de achtertuin van de Ferrari fabriek was
gelegen
Vrouwen
moeten maar even wachten, Eugenio, schijnt Ferrari te hebben gezegd tegen zijn
pupil. Er is nu even wat belangrijker werk te doen. Teleurgesteld en enigszins uit zijn doen om
zijn afspraak met Delia Scala te moeten afzeggen, schijnt de jonge Eugenio
vervolgens in deLancia Ferrari D50 te
zijn gestapt om dat vervloekte baanrecord weer terug te brengen op de plaats waar
het volgens zijn werkgever thuis hoorde. Namelijk , bij Ferrari Doch een verliefde man zijn pleziertje met
zijn geliefde onthouden kan verkeerd uitpakken. Dat is tenminste de conclusie
van deskundigen die over het leven van Eugenio Castellotti hebben gepubliceerd.
Het ging dan ook in die bewuste testrit al heel snel mis.Op het liederlijk snelle circuit van Modena
schoot de zware raceauto van Castellotti reeds in de eerste hairpin met zeer hoge snelheid van de baan. De wagen sloeg
enkele malen over de kop en Castellotti werd eruit geslingerd. De rijder vloog
enkele meters door de lucht en kwam ongelukkigerwijze met zijn lichaam tegen
een betonnen drager van de in die bocht gebouwde tribunes terecht. Hij was op
slag dood
Het ongeval van Eugenio Castellotti is er een uit
een reeks van velen die bij betere communicatie, organisatie en vooral betere veiligheid
op en rond de baan misschien hadden kunnen worden voorkomen. Wat dat betreft is
er open rond de circuits veel verbeterd. De toenmalige techniek was echter nog lang niet
zo ver als tegenwoordig, terwijl de rijders vrijwel onbeschermd, zonder gordels
en met gemis aan zogenaamde rolbeugels in de auto zaten. Neem daarbij de akelig
smalle velgen met banden, de veel minder accuraat werkende trommelremmenen stuurinrichting en de vaak primitieve
afwerking van dergelijke racewagens, en je hebt eigenlijk een fraai ogende,
snelle rijdende doodskist onder je billen.Een flinke schuiver waarbij de racewagen, als je pech had, ook nog eens
omrolde zorgde er in de meeste gevallen voor dat de rijder het niet overleefde.
De lijst van coureurs die in die vijftiger en begin zestiger jaren van de
vorige eeuw in het, zogenaamde harnas, zijn gestoven zijn er vele.
Eugenio Castellotti,een naam die uw schrijver echter niet zal vergeten. Een man met een
groot hart en passie voor de autosport. Slechts een klein standbeeld in de stad
Lodi brengt misschien dagelijks een herinnering terug aan, Bello Eugenio, bij
hen die dat standbeeld passeren.
Het was zon
echte miezerige koude Hollandse zaterdagmiddag in half februari. Echt zon dag
waarbij je het liefste zo snel mogelijk in huis bij de kachel kruipt met een
kopje thee, een koekje en een goed boek. Zon dag waarbij je medelijden krijgt met de
mensen die het rotweer moeten trotseren. Maar vreemd genoeg was het ondanks het koude weer toch
nog redelijk druk in de stad. Bladeren en motregen, opgezweept door plotseling
optredende windvlagen, sloegen de mensen in de straten om de oren. Die gure
zaterdag was tot een dag van poëzie uitgeroepen. Een landelijke
manifestatie die beslist een beter weersbeeld verdiend had. Een plaatselijk boekhandelaar
had voor zijn grote winkelruiten, net naast de ingang van zijn zaak, een soort
tent met een klein podium neergezet. Een dichter las hier voor uit eigen werk.
Het was een opvallende man van een jaar of vijf en vijftig.
Zo op
het eerste gezicht leek het een echte artistiekeling, een man die zich had
teruggetrokken in zijn eigen wereld en weinig oog had voor zijn verschijning. Terwijl hij achter zijn muziekstandaard stond
waarop zijn vellen papier met zijn teksten lagen vastgeklemd, viel vooral zijn uitmonstering
nogal op. De man zag er in dit koude weer vrij sjofeltjes en te dun gekleed
uit. Zijn diep gerimpelde grauwe gelaat gesierd
met een flinke rode neus gaven de bezoeker de indruk dat zijn trouwste maatje
de fles cognac was die op een tafeltje naast hem stond.De lange warrige donkerblonde haren vertoonden
al flink wat sporen van grijs. Het ouderwetse metalen uilenbrilletje op zijn
neus, deed hem veel ouder lijken dan hij uiteindelijk in werkelijkheid
was.Maar het meest opvallende aan de
man was toch wel zijn kleding.De
lichtbruine zomerpantalon en het dunne rood met zwart geblokte cowboyshirt, met daarop het opengeslagen lerenvest, was hetgeen sommige toeschouwers de
wenkbrauwen deed fronsen.Zijn kleding was totaal niet was afgestemd op het gure koude
weer van die dag.
De boekhandelaar
had een bescheiden geluidsinstallatie beschikbaar gesteld zodat de dichter zich
in elk geval goed verstaanbaar kon maken. Naast hem op een klein klaptafeltje, stond
een thermoskan koffie, en de reeds gememoreerde halfvolle fles cognac. De wind rukte af en toe
aan de tentluifel en deed de paar
toeschouwers die stonden te luisteren huiveren en de jaskraag hoog op zetten. De
dichter scheenechter geen last van de
kou te hebben. Na elke tien gedichten nam hij glimlachend een slok uit de fles
cognac, liet vervolgens een harde boer, waarna hij de cognac vervolgens wegspoelde
met wat koffie. Er stonden steeds slechts enkele mensen te luisteren naar de poëzie die de dichter ten gehore bracht. De meeste mensen
liepen na hun blik even op de stellage te hebben geworpen gewoon door, hun hoofden gebogen in de striemende
regen en wind. Een meisje stond al enige
tijd naar hem te luisteren. Een leuke meid, van een jaar of zestien, met lang
donkerblond haar dat als een waterval over haar schouders viel. Ze had een
klein rood mutsje op haar hoofd en in tegenstelling tot de dichter was ze met
haar gevoerde winterjas en hoge laarzen wel op de tijd van het jaar gekleed. Ze
klemde een langwerpig zwart muziekkoffertje stevig tegen zich aan. Toen de
dichter weer een pauze hield stapte het meisje op hem af. U zou met dit
slechte weer eigenlijk wat vrolijker gedichten moeten declameren. Dat spreekt
de mensen in deze kou meer aan denk ik. De dichter nam een slok cognac en keek
haar even doordringend aan. Misschien heb je gelijk, ik heb werk genoeg bij me
om voor te dragen. Je lijkt me een slimme meid, misschien moet ik maar doen wat
je zegt.
Nadat ze
nog even met elkaar van gedachten hadden
gewisseld pakte het meisje het koffertje uit en zette voorzichtig haar fraaie
zilveren dwarsfluit in elkaar. Ze blies vervolgens even een paar losse noten,
waarna ze een kort stukje Vivaldi speelde wat haar een dankbaar applaus van de
paar aanwezige toeschouwers opleverde. Na weer enkele ogenblikken van overleg
begon de dichter een volgende gedicht te declameren hetgeen het meisje in de
intervallen voorzichtig met de tonen uit
haar dwarsfluit op de achtergrond begeleidde. Haar spel en vooral de warme
klanken van haar fluit deden de mensen die al waren doorgelopen opeens
omdraaien en terug lopen naar de tent met het podium, waarop de jonge muzikante
en de dichter nu hun gezamenlijke voordrachthielden.
Al snel
ontstond er een grotere groep toehoorders die na enige minuten te staan luisteren
de winkel in wandelden. De winkelier had al snel in de gaten dat het sfeertje
voor zijn winkeldeur ten voordele was veranderd. Er liepen opeens veel meer
mensen in zijn zaak en de verkoop van lectuur en boeken steeg eveneens beduidend.
De man vroeg zich af of dat door de dichter of door het meisje met de fluit
kwam. Na een goed uur was het geluid van de dwarsfluit verstomd. Het werd buiten al wat schemerig.Het meisje was verdwenen en de dichter moest
het verder weer alleen doen. Om vijf uur
in de namiddag vond de dichter het mooi geweest. Hij liep de winkel in om zich
te laten uitbetalen en verdween daarna snel in duister van de wintermiddag
richting het een straat verder gelegen café.
Hoe ging het vanmiddag in de stad? vroeg de
kastelein belangstellend.
Klote middag, zei de dichter.Het is dat er een lief popje met een
dwarsfluit langs kwam. Dat redde mijn middag een beetje, maar soms vraag ik me
wel af waarom ik nog steeds zo gek ben om hier mee door te gaan. Mensen zijn tegenwoordig
niet meer geïnteresseerd in poëzie, zei de man, waarna hij zijn
zoveelste cognacje van de dag nuttigde, afrekende, en naar zijn pensionkamer
vertrok.
Het was reeds des middag half vier
toen Pascal bij brasserie ˈChez Lou Louˈ in de rue Dugommier arriveerde. Het was minder fraai
weer geworden dan hij had verwacht. In elk geval geen weer ombuiten te zitten. Pascal
liep het terras op, wierp een bezorgde blik op de bewolkte lucht en keek toen eens
om zich heen, waarop hij besloot om toch binnen te gaan zitten. Bij de bar aanschuiven
leek hem overigens niet erg aantrekkelijk, dus liet hij zijn ogen door de
ruimte dwalen om een goede, wat rustige en afgezonderde plaats, voor een
gesprek te ontdekken. Het lokaal was slechts matig bezet.Twee mannen in werkkleding zaten aan de bar
terwijl twee stellen bejaarde cafébezoekers aan een tafeltje bij het raam wat ongeïnteresseerd met elkaar
zaten te praten.
Op korte
afstand van de grote ouderwetse houtkachel, stonden vier grote ouderwetse fauteuils
met een tafeltje.Pascal liep er heen en
liet zich in een van de comfortabele lederen zetels glijden. François, zijn compagnon, met wie hij hier had afgesproken was
er nog niet. Zijn blik dwaalde rond door het lokaal en bleef hangen op het
mooie schilderij boven de bar. Een jachttafereel, dat door een voor hem
onbekende schilder prachtig was vastgelegd. Op het moment dat hij wat wilde bestellen kwam
François hijgend binnen gelopen,
koffertje in de hand en zijn regenjas over de arm. Het was uiteindelijk zijn
idee geweest om hier, op deze locatie, af te spreken voor het doornemen van een
belangrijk zakengesprek met een nieuwe potentiële afnemer.
Hallo Pascal, wordt klote weer buiten. Heb
je al wat besteld ?
Pascal
beantwoorde zijn vraag ontkennend. Maar wenkte tegelijk de opvallende
rondborstige dame die aan de rand van de bar met haar grote fletse blauwe ogen
de zaak in de gaten hield. De vrouw kwam met een opvallend loopje naar hun
tafeltje toe en vroeg toen met een wat hoge, kirrende stem, wat de heren
wensten te drinken.De twee mannen keken
haar met enige verbazing aan. De serveerster was een opvallendeniet te missen verschijning. Ze was gekleed
in een zogenaamd haltertopje dat slordig over twee enorme borsten was
gespannen. Ze had mooi gevormde, kunstmatig gebruinde benen die uit haar
uiterst korte jeansrokje te voorschijn kwamen. Het rokje was enigszins bevlekt
door spoelwater en drank en had duidelijk betere tijden gekend. Aan de
achterzijde zaten rafels aan de stikranden.Beide mannen keken haar met kennersblikken aan en gaven toen de
bestelling door terwijl ze even moesten glimlachen toen de vrouw opzichtig aanstalten
maakte om weer naar de bar terug te lopen.
Terwijl de
serveersternaar de bar weg dribbelde op
haar hoge hakken en haar te brede wiegelende billen heen en weer bewogen, de
enorme borsten en te slappe buik alle kanten op wiebelden, kwamen beide mannen tegelijkertijd
tot de conclusie dat ze haar seksuele aantrekkingskracht wel in hoge mate
overschatte.
Terwijl
een barman met een enorme snor de drankjes voor de gasten achter de bar klaar
maakte, stond de blonde serveerster - want ze namen aan dat ze dat toch echt was,
aan de rand van de bar overdreven te poseren.
Pascal
en François bekeken haar wat
aandachtiger, waarbij het hen opviel dat haar kleding eigenlijk totaal niet in
overeenstemming was met het weerbeeld van die dag. Haar borsten waren daarbij
zo groot dat ze eerder een afstotende en onnatuurlijk indruk, in plaats van een
aantrekkelijke indruk maakten. Onder haar taille was ze veel dikker dan ze zelf
scheen te beseffen, terwijl haar veel te zware en te brede kont,haar figuur eerder schaadde dan het voordelig
benadrukte. Maar het waren vooral die borsten die een overrompelende indruk op de
mannen maakte.Ze waren zo groot dat de
tepels als een soort kiezelstenen door het haltertopje heen dreigden te breken.Met een wat omfloerste blik keek de
serveerster naar buiten richting het terras, totaal van de buitenwereld
afgesloten leek het de twee gasten.De
barman tikte even later op een blad, wat aanleiding voor de blonde pseudoactrice
was om in actie te komen. Ze pakte het blad met de glazen bier op en liep weer
in een kalme dribbelgang naar het tafeltje François en Pascal toe.
Bij haar
aankomst bij het tafeltje van de twee mannen boog ze zodanig voorover, dat beiden
een goed zicht hadden op het enorme ravijn dat door haar borsten werd gevormd.
Het strakgespannen haltertopje had grote moeite om de enorme vleesmassa binnenboord
te houden, terwijl Pascal moeite had om zich in te houden en de aandrang wist
te beheersen om even de dikke tepels tussen zijn vingers te masseren.De vrouw richtte zich weer op en nam opnieuw een
uitdagende pose aan terwijl ze aan de gasten vroeg of ze nog iets te wensen
hadden. Toen dat niet het geval was dribbelde ze weer met haar schuddende
vetlagen en haar op en neer deinende borsten naar de bar terug.Het was eigenlijk, als je goed beschouwd, gewoon
een zielige vertoning. Een vrouw van ruim vijf en vijftig jaar die probeerde een tienermeisje na te doen.
De twee mannen bepaalden zich intussen
tot het doel en het waarom van de afspraak op deze locatie en verloren voor een
moment de blonde serveerster uit het oog.
Toen ze
met hun bespreking klaar waren en hadden afgerekend, liep de serveerster vlug op haar dribbelpasje voor hen uit om de inmiddels gesloten terrasdeur voor hen
open te doen.Haar grote slappe,
blubberige borsten schommelden en trilden angstaanjagend in een, kennelijk naar
haar idee, een seksueel provocerende vertoning moest voorstellen. Haar loopje
was echter naar het idee van Pascal en François duidelijk ingestudeerd. Met
enige moeite wisten ze zich naar buiten te bewegen en haar te passeren zonder
de twee naar voren stekende vulkanen aan te raken.
Ongelooflijk, hoe onflatteus een vrouw van
haar leeftijd er uit kan zien en haar vrouwelijke waardigheid te grabbel kan gooien,
zei François zacht tegen zijn collega toen
ze buiten liepen.
De
serveerster bleef in de al eerder aan hen gedemonstreerde pose nog even in de deuropening
staan en wierp hen een laatste, duidelijk gespeelde, sensuele blik toe. Als het ware een kopie van een figuur uit een
tweederangs film uit de vijftiger jaren van de vorige eeuw. Haar ene been iets
opgetrokken en haar linker hand wat omhoog, leunend tegen de deurpost. Alleen
de sigaret in haar mond ontbrak aan het beeld dat ze kennelijk wilde uitstralen.François liep door, maar Pascal
draaide zich nog even om, waarop de serveerster hem met omfloerste stem vroeg
nog eens langs te komen. Pascal bleef
even staan, waarop ze hem toefluisterde dat ze hier maar tijdelijk werkte en
eigenlijk bij de film wilde.Ik heb
zelfs acteerlessen gevolgd, deelde ze Pascal mede.
De
serveerster deed nog een laatste poging indruk op hem te maken, maar Pascal
groette haar en volgde snel zijn compagnon die al naar de auto toeliep.
Wat een sletterig geil wijf was dat, vond je
ook niet? vroeg François aan hem toen ze
wegreden.Ik kreeg als het ware een
antikick van haar aanwezigheid. Ben blij dat we daar weg zijn.
Ik ben Leo, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Leonardo.
Ik ben een man en woon in (Nederland) en mijn beroep is N.v.T.
Ik ben geboren op 00/00/0000 en ben nu dus 2024 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Schrijven, Lezen, Tuinieren, Hengelsport, Mijn honden, Sport liefhebber, .
Al een aantal jaren schrijf ik korte verhalen en gedichten. Ik publiceer ook op enkele schrijverssites onder verschillende schrijversnamen. Buiten het dichtwerk ben ik thans eveneens bezig met het voltooien van een tweetal thrillers.