Inhoud blog
  • Mijn favoriete Franse cafeterras.
  • De fraaie doch giftige Berenklauw.
  • Rood gelakte teennagels.
  • Trieste afgang van het nederlands voetbalelftal.
  • Amerikaanse president plaatst zich steeds duidelijker in de rij van moderne dictators.
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Weblog van Leonardo
    Welkom op mijn gedichten en verhalen blog
    Vrijwel twee wekelijks verschijnen op dit blog nieuwe gedichten, actuele snel sonnetten, en soms korte fictieverhalen. In de rechterbovenhoek van rechterkolom staat - HET ARCHIEF - HIER KUNT U DE WEEK AANKLIKKEN EN DE VERHALEN OF GEDICHTEN LEZEN DIE IN DIE MAAND ZIJN GEPOST. U kunt eveneens veel van mijn gedichten lezen op: www.gedichten.nl/schrijver/leonardo. Ik wens u veel leesplezier.
    21-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.La nuit et la demi lune.

    La nuit et la demi lune

    Even was ze helder zichtbaar.
    Keek me verwondert aan vanachter
    langgerekte witte wolken.

    Vervolgens glimlachte ze me
    stralend toe.

    Even later keek ze wat lankmoedig,
    leek me zelfs te wenken.
    Kon haar gedrag niet echt begrijpen.

    Doch besefte later dat ze me haar 
    stralende liefde had willen schenken.

    21-01-2017 om 22:26 geschreven door Leonardo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Twee thuisloze zwervers. ( verhaal)

    Twee thuisloze zwervers.

    Het was een gure voorjaarsdag toen een sjofel geklede man van rond de vijftig jaar plaatsnam op en bankje in het park, juist tegenover de grote vijver, waar eenden en ganzen in het water stukjes brood op aten die door een klein meisje in het water werden gegooid.  Toen het kind aan de hand van de moeder na enkele minuten wegliep verscheen er opeens een tweede man bij het bankje.

      ‘Hee, kijk nou eens, daar hebben we, Japie… Dat is een hele tijd geleden, jongen. Waar ben jij zo lang geweest?’ vroeg de eerste zwerver die Joop bleek te heten terwijl hij wat aan de kant schoof om zijn vriend te laten plaats nemen.

      ‘Ach, overal en nergens.’

      ‘Maar wat zie ik nou; je bent zeik nat’

      ‘Ja, dat komt door dat klote bruggetje. Ik liep te dromen en ik had een houtenkop van gisterenavond. Ik heb het bruggetje gemist en ben toen naast het bruggetje in het water gelazerd.’

      ‘Ha ha ha, geen betere manier om weer nuchter te worden alleen: je stinkt  wel als een varken…, man,’ zei Joop, de eerste zwerver lachend.  ‘Ga een beetje van me weg zitten anders stink ik straks ook zo naar dat kolere water van die vijver.’

      ‘Ja, lach jij maar. Ik zit hier verdomme kou te lijden.’

      ‘Ja…, dat zal best. Wil je trouwens wat drinken of wat eten?’

      ‘Als je een slokkie hebt, nou graag dan, maar wel puur en zonder ijsblokkies. ’ 

      ‘Ha ha ha, trek die natte zooi toch gewoon uit man. Niemand die het ziet. Dan kunnen die kleren ook gelijk wat drogen.’

      ‘Jij lult makkelijk. Ik kan toch moeilijk hier in mijn blote reed gaan zitten, lijkt mij zo. Als die wouten straks komen pakken ze me misschien nog op voor naaktlopen.’

      ‘Ja, daar heb je wel een punt mee, met die opmerking bedoel ik. Je moet hier tegenwoordig verdomd goed uitkijken.’ 

    Zwerver Joop keek eens om zich heen en zag tot zijn verwondering een paar grote stukken karton tussen de struiken liggen. Hij wees er zijn vriend op die vervolgens zijn kleding uitging trekken.

      ‘De oplossing van alle problemen  ligt, zoals altijd, gewoon om de hoek niet waar.’

      ‘Ja, maar het is nu al vier uur. Ik krijg nu die kleren niet meer droog in dat schrale rot zonnetje.’

      ’Gewoon op het gras leggen dan drogen ze vanzelf.’

      ‘Verdomme wat is het koud. M’n reed kleurt al blauw, dat voel ik.  Zal toch maar zo’n stuk karton om me heen slaan. Misschien helpt het iets tegen die rot kou.’

      ‘Ja, doe dat. Maar geef mij ook maar een klein stukkie karton dan kunnen we dat op de bank leggen, om op te zitten.

      ‘Slaap jij hier trouwens ook nog altijd;  hier in het bos, bedoel ik?’

      ‘Nee zeg, ik kijk wel lekker uit.  Stikt hier ˈs avonds, als het donker wordt, van de nichten. Van die engerds die in de bosjes lopen.’

      ‘Ja, dat is tegenwoordig inderdaad echt klote. Waar vind je nog nog een geschikt plekkie om te pitten in een bos.  Ik vraag me trouwens af waar ik straks kan gaan liggen maffen met dat karton om me heen?’

      ‘Ja, je zegt het…, dat is wel effe een probleem .Trouwens die wouten rijden hier tegenwoordig ook veel rond. Op crossfietsen, wel te verstaan. Kunnen ze gemakkelijker die nichten controleren heb ik van de week gehoord.’  Ze jagen die gasten compleet met stijve pik het bos uit, de straat op, heb ik me laten vertellen.

      ‘Hoe controleren ze dat dan, in dat bos bedoel ik?’

      ‘Ha ha ha, volgens mij kijken ze alleen of zo’n nicht met z’n gulp open loopt  en of er wat uithangt...  

       ‘Ja, lul jij maar. Belazer je zuster maar mij niet. Jezus wat heb ik het koud. Vraag me af of het niet reeds rond het vriespunt is.’

       ‘Je zegt het… Trouwens er ligt daar tussen die kale struiken een oude pallet.  We zouden natuurlijk ook een vuurtje kunnen maken.  Dan kunnen je kleren ook wat sneller drogen.’

      ‘Ja…, verdomd goed idee zeg, alleen…, heb jij dan vuur?’

      ‘Ja hoor, jongen, een complete plastic verpakking met aanstekers. Samen met  dat flesje jenever en een zak met broodjes gejat uit een supermarkt wagentje van zo’n bekakt oud wijf in die AH winkel efkes verderop.’ 

       ‘Dat heb je dan goed gedaan, jongen. Die rijke stinkers missen zo’n aansteker toch niet en wij zijn er gelukkig mee, niet waar?’

    Vervolgens werd de pallet uit de struiken gehaald waarna Joop met een klein zakmesje er schilfers ging afsnijden om die, na enige minuten prutsen, samen met een stuk karton aan te steken. Ze trapten de pallet in kleine stukken die ze vervolgens op het brandende vuurtje legden.

       ‘Donders, dat voelt heel wat beter aan dan die koude rot wind, vind je ook niet, Japie.  Kom, laten we er om heen gaan zitten, dan verwarmen we ons gelijk een beetje. Hier…, leg die natte zooi maar vlak bij het vuurtje, dan droogt het wat sneller.’

    Terwijl ze een minuut of tien rond het hevig rokende vuurtje waren gezeten  zagen ze in de verte twee agenten op zo’n soort van mountainbike aankomen.  Het bleken een man en een vrouw te zijn. De agenten reden het gras op, zetten de fietsen tegen de bank, en liepen vervolgens op de twee zwervers toe.

        ‘Heren, u bent in overtreding,’ zei de mannelijke agent op gewichtige toon terwijl hij zijn opschrijfboekje met ballpoint tevoorschijn haalde. De vrouwelijk agent, een nogal stevig type met heel kort geknipt haar en een brede kont,  had inmiddels al snel enkele foto’s met haar mobieltje gemaakt.  De twee zwervers keken elkaar even aan maar zeiden niets.

       ‘Ik verzoek u dat vuur gelijk uit te maken, te doven zo gezegd. Het is ten strengste verboden om in het park vuur te maken, trouwens wat zijn jullie eigenlijk aan het doen? De twee zwervers zeiden niets en haalden de schouders op. ‘Is dit een vorm van exhibitionisme wat  ik voor me zie, of zijn jullie met een vies spelletje bezig? ‘ glimlachte de agent wat meewarig.  ‘Seks in het park is, zoals u beiden vast wel weet, ook verboden.’

       ‘Ach, zodemieter toch op man, ‘reageerde Japie terwijl hij het smerige karton wat steviger om zich heen trok. ‘Ik ben in het water gelazerd, vlak bij dat klote bruggetje, daar wat verderop. Mag ik mezelf misschien even wat opwarmen en mijn kleren drogen?!’ zei hij op nogal luide toon terwijl hij in zijn kartonnen uitdossing op de agent toeliep, die vervolgens verschrikt, een paar stappen achteruit deed.   

       ‘Goed,’ zei de vrouwelijke agent om ook een duid in het zakje te doen. Als u niet van plan bent het vuur te doven dan doen wij dat en laten wij u naar het bureau afvoeren. Daar praten we dan wel verder.’ Vervolgens trapten beide wetsdienaars het kleine vuurtje uit en werd er een auto opgeroepen om de heren af te voeren.  ‘Als u even uw armen uitsteekt dan leg ik u de handboeien om,’ zei de agente tegen Japie  die daarop met een brede lach het karton liet vallen en zich vervolgens in zijn volle naaktheid aan haar presenteerde.

       ‘Nou, wat vind je er van, wijffie.  Lekker lijf hè, en dat voor een vent van vijf en vijftig jaar oud.  Zo vind je ze, denk ik, niet bij jou op bureau,’ zei Japie terwijl hij, voordat hij zijn armen naar achteren stak, eerst even over de billen van de agente streek.  ‘Blijf verdomme met je gore poten van me af, lelijke viespeuk, of je krijgt eerst een mep met de wapenstok.’

       ‘Goh, wat een lekker heet wijf ben jij zeg, heb ik altijd naar gezocht. Een lekkere meid die een wapenstok gebruikt tijdens de seks.’  Het waren echter wel de laatste brutale woorden van de van kou rillende Japie die, vervolgens na een paar minuten wachten, samen met zijn maat achter in een politiebusje werd gestopt en naar een politiebureau in de stad werd afgevoerd.  Daar werd hij onder begeleiding onder een douche gezet waarna hij een politieoverall kreeg aangereikt om aan te trekken.

        ‘U bent beiden gearresteerd voor respectievelijk: brandstichting in een park en het veroorzaken van overlast,’ zei de wachtcommandant tegen hen.  En meneer hier; hij wees op Japie, wordt ook onzedelijk gedrag in het park ten laste gelegd.   U wordt beiden ingesloten voor de nacht. De rechtercommissaris beslist morgen over u.’ Daarna werden beide zwervers naar een lekker verwarmde cel gebracht.

      ‘Jeetje…, Joop, wat hebben wij een mazzel. Het is hier net een hotel. Lekker warm en veel beter dan buiten onder een afdakje op straat slapen, ’zei Japie.

       ‘Kunt u me om halfzeven wekken, vroeg Joop beleefd, met een brede glimlach,  aan de agent die hen in de cel stopte. ‘En morgen graag twee sneetjes bruinbrood met  ham en kaas en het eitje niet te hard gekookt als het even kan. En…, o, ja: liever thee in plaats van koffie. ‘  De agent gaf echter geen krimp. De man kon blijkbaar de humor van de opmerking niet inzien.   Hij verschoot helemaal van kleur toen Japie er aan toevoegde:  ‘Je mag die lekkere blonde meid die mij vanmiddag  in het park liep op te geilen best in onze cel brengen. Heeft dat wijffie eindelijk het genoegen een echte vent te krijgen in plaats van die watjes waarmee ze nu waarschijnlijk omgaat.’

    Hierna viel de celdeur dicht en liep de agent die hen insloot hoofdschuddend weg, om vervolgens  weer op zijn plek gezeten in een schaterende lach uit te barsten.  ‘Je had eens moeten horen,’ zei hij tegen zijn aanwezige collega,’  wat die ene vent  over onze Dolly durfde te zeggen. De politieman hikte inmiddels van het lachen. ’Maar goed dat hij niet wist dat onze Dolly een pot is. Ik wed dat je niet meer was bij gekomen van het lachen als jij die opmerkingen ook had gehoord.’

     

    ©  Leonardo  

     

     

         

     

    21-01-2017 om 19:00 geschreven door Leonardo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lijdensweg van een oud boertje in Frankrijk


    Lijdensweg van een oud boertje in Frankrijk


     


    zak uien, wat knoflook, tweekippen in een rietenmand


    verkrampte rug van ontberingen, pijn en leed


    een waterval op zijn gelaat van druppels zweet


    kromme houten stok geklemd in de linkerhand


     


    de markt in Le Cannet, nog kilometers lopen te gaan


    fata morgana van intense hitte voor hem op de weg


    doodmoe wil hij even gaan zitten onder een hoge heg


    met zijn sloffende passen lijkt hij bijna stil te staan


     


    geluid in de verte van een naderende automobiel


    voor hem kleuren de bergen in groen, oker en geel


    automobilist scheurt hem voorbij; de imbeciel


     


    tweemaal per week deze lijdensweg voor een schamel bestaan


    lichtschittering voor zijn ogen wordt hem bijna teveel


    rijke Zuid Frankrijk; hoe het er ook toe kan gaan


     

    21-01-2017 om 13:14 geschreven door Leonardo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zonovergoten winterpret


    Zonovergoten winterpret



    Bevroren sloten en plassen weerspiegelen in de zon.


    Hier en daar ligt nog een open wak.


    Kind achter een stoeltje schaatst op haar gemak.


    Herinnering aan hoe het ook ooit bij mijzelf begon.


     


    In de sneeuw staat een eenzame reiger.


    Te rillen langs de kant van de bevroren sloot.


    Kans om een visje te vangen is niet erg groot.


    Is alleen water in een wak rond een aanlegsteiger.


     


    De witte wereld straalt uitbundig om me heen.


    Geeft een winters plaatje als uit mijn eigen kinderdjaren.


    Sta stil wat te kijken met voeten koud als steen.


     


    Toch doet dit winters schaatsplezier.


    Mijzelf hartstochtelijk naar zomerse warmte verlangen.


    Al geeft het kijken naar de schaatsjeugd mij veel plezier.


     

    21-01-2017 om 00:00 geschreven door Leonardo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De leeuw is los.


    De leeuw is los

     

    De leeuw is los in de Verenigde Staten.

    Het beest heeft zich vandaag voor het eerst geroerd.

    Zijn grauwende woorden hebben ons in Europa de mond gesnoerd.

    Op wie moeten we ons thans met z’n allen verlaten.

     

    Een ding staat sinds vandaag als een paal boven water.

    Na Obama blijft Europa zitten met een zeer kostbare kater.

     

     

    De eerste toespraak van de nieuwe president van de Verenigde Staten, Donald Trump, heeft tot schrik en ongeloof in Europa geleid.  Zijn toespraak was een afspiegeling van zijn verkiezingscampagne. Protectie voor de eigen staat en eigen industrie, alsmede betalen als de VS binnen Navo verband als militaire beschermer in Europa moet optreden.

     

    ©  Leonardo 20 januari 2017

     

     

    20-01-2017 om 00:00 geschreven door Leonardo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kleurrijke avond in januari,


    Kleurrijke avond in januari. 


    ik kan intens genieten van

    zo een hemels kleuren pallet

    de fraaie avondlucht geschilderd

    in strepen geel met rood

     

    met een enkele kleine wolk 

    in grijs en blauw gevangen

    wat gerafeld en verwilderd

    oranje plekken op haar wangen

     

    ze kijkt op me neer als

    een groot vochtig oog

    dat naar betere tijden

    lijkt te verlangen

     

    haar omvang neemt rap af

    onder invloed van de wind

    van aangroeien is

    thans geen sprake daarvoor is

    de lucht thans veel te droog

     

    januari; een vrieskoude wintermaand

    landschap ligt troosteloos met

    een wit winters kleed gedekt

     

    en al hebben sommige struiken

    reeds kleine groene knoppen

     

    natuur ligt nog lang niet

    in zomerse verwachting

    voor ons allen uitgestrekt 

     

     

     

    20-01-2017 om 00:00 geschreven door Leonardo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een zonnige winterse dag.


    Een zonnige winterse dag

     

    Zonnestralen glinsteren door de kruinen van bomen.

    Schapen lopen onwennig op het besneeuwde weiland.

    Een moeder met een klein kindje aan de hand.

    Dat met haar meegetrokken slee wat loopt te dromen.

     

    Zo maar een beeldimpressie van een gewone winterse donderdag.

    Eenvoudige gebeurtenissen die ik zo graag aanschouwen mag.

     

    19-01-2017 om 23:45 geschreven door Leonardo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De zuidwesterstorm

    De zuidwesterstorm

    ben de zuidwesterstorm die thans overtrekt
    veroorzaker van schade en last
    welke als gevolg van mijn korte aanwezigheid ontstond
    waardoor ik thans spontaan dikke druppels ween

    voel me schuldig aan 't vele leed; en krimp ineen

    19-01-2017 om 23:42 geschreven door Leonardo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gemeentelijke thuishulp fraude.

    Gemeentelijke thuishulp fraude

     

    stofzuigen  en huishouden  is al tijden

    voor hem een brug te ver

    de rug laat het regelmatig afweten

    net als zijn hart, de voeten en de benen

    zijn aangetaste wintertenen

    de handen die zich moeilijk kunnen bewegen

    dit trieste figuur moet kennelijk dagelijks lijden

     

    maar wie wat dieper graaft in mans heden

    zal ontdekken dat hij lacht om zijn verleden

    dat de gemeente  nog steeds zijn

    wekelijkse  thuishulp  niet heeft afgenomen

    want met  zijn toneelspel en zielige gelaat

    verbouwd hij wel  zijn huis,  beunt hij

    in de tuin en schildert hij in de halve straat

     

    hij verbouwd, boort, timmert, tilt en graaft

    doch een stofdoek, of stofzuiger vasthouden

    dat is echt teveel gevraagd

     

    © Leonardo

     

     

     

     

     

    19-01-2017 om 15:54 geschreven door Leonardo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Natuurlijke metamorfose van een berglandschap

    Natuurlijke metamorfose van een berglandschap

     

    bomen verliezen  thans rap hun bladeren

    het land kleurt even helder in een gouden gloed

    de bergen zien reeds te eerste sneeuw tegemoet

    plotselinge regenbui doet zijn druppels op daken klateren

     

    weer verandert nu dagelijks van zon in regen

    natuur past zich hier jaarlijks aan met verscheiden van de tijd

    gortdroge grond is weer met voldoende regenwater verblijdt

    kleine modderstroompjes  spoelen over de smalle bergwegen

     

    nog even dan is dit dorpje en 't landschap wit gekleurd

    kunnen  wintersport toeristen vanuit de steden  ski's tevoorschijn halen

    hangen lampionnen en lichtjes aan dakgoten te  stralen

    ach…, dit is hier de afgelopen jaren al zo vaak gebeurd

     

    het nietige dorpje  maakt dan opeens  landelijk naam

    omarmt de ski-toeristen hartelijk voor 't eigen voortbestaan

     

     

    19-01-2017 om 15:48 geschreven door Leonardo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De decadente buurman.


    De decadente buurman.

     

    Uit het leven gegrepen...

     

    Pierre, een voormalige 45 jarige ongehuwde man, woonachtig in het zuiden des land, had het geluk een grote prijs te winnen in de Nederlandse staatsloterij. Voor zover we hebben kunnen nagaan betrof het een bedrag van een twee miljoen gulden.  Met zijn Jan Modaal inkomen dat hij verdiende als magazijnmeester in een textielgroothandel was hij de koning te rijk toen hij over dat bedrag kon beschikken. Het was een man die tot dan toe altijd zuinig had geleefd. Geen dure vakanties boekte en er geen andere geldverslindende hobby’s op nahield, zodat hij maandelijks zelfs een klein bedragje voor zijn oude dag apart kon leggen. Pierre was een slimme man betreffende geldzaken. Hij wist bijna letterlijk van een dubbeltje een kwartje te maken. Die mentaliteit kwam hem goed van pas toen hij dat miljoen won. Dankzij goed uitgekiende beleggingen wist hij in tien jaar tijd het bedrag zelfs meer dan te verdubbelen. Als hij niet hoefde te werken zat hij achter de computer en was  hij met geldzaken bezig, terwijl hij gewoon in zijn sobere levensstijl bleef volharden.

     

    Tijdens een uitstapje naar Amsterdam ontmoette hij in een café een aardige jongedame, Ria geheten,  waarmee het gelijk klikte. Al na twee weken trok ze bij hem in. Een leuke, zij het wel wat geraffineerde, Amsterdamse  meid.  De twee waren niet meer uit elkaars gezelschap te scheiden. Ik sprak ze af en toe wel eens, zo op straat of bij de melkwagen, die toen nog aan de deur kwam. Het was een vriendelijk, doch apart stel mensen die in hun straat echt opvielen door hun spontane levenswijze. Rijkdom was hen weliswaar niet echt aan te zien, maar Ria had zo’n blik van uiterste geraffineerdheid in haar ogen. Bij zo’n vrouw gaan bij mij meestal verschillende alarmbellen in mijn hoofd rinkelen, maar bij Pierre kennelijk niet. Hij was gewoon smoorverliefd op haar. Ria was weliswaar een aantrekkelijke, redelijk welbespraakte vrouw, maar ze had de blik van een haai… Voor de buurt leken ze echter voor elkaar geschapen en wij verheugden ons met zo’n vlotte nieuwe buurvrouw. Totdat er plotseling een verandering kwam in hun woon en leefsituatie.  Een plaatselijke makelaar plantte op een maandagmorgen plotseling een bord ,,te koop,, in de tuin van hun fraaie woning en al enkele weken later – het was toen nog de gouden tijd in de huizenverkoop, was hun woning verkocht aan een stel mensen uit Utrecht. Pierre vertelde me dat ze een ,,Manoir,, uit de negentiende eeuw hadden gekocht in het zuidwesten van Frankrijk. Ze zaten, vertelde hij, al ruim twee weken op Franse les om te taal te leren. Het droomhuis hadden ze gekocht via de bemiddeling van een in Frankrijk wonende en werkende Nederlandse makelaar… Het was een prachthuis beweerde Pierre.

       ‘We kunnen er zo in trekken Leonardo, alles is prachtig van binnen, terwijl het renoveren pas is gedaan door de vorige eigenaar.’ Dus omstreeks april vertrokken ze naar Frankrijk om hun droomhuis te betrekken.  

     

    Ze waren werkelijk de koning te rijk.  Het object dat ze hadden gekocht  had een 11 hectare groot park om het huis heen liggen waarop nog een tweetal grote hangars stonden die als garages en paardenboxen dienst hadden gedaan bij de vroegere eigenaars. Een fraai zwembad van 15 x 5 meter was achter het huis gelegen. Natuurlijk moesten er rijpaarden komen en werden er een dure auto’s voor zowel Ria als voor Pierre aangeschaft. Nadat ze een paar maanden in hun nieuwe woning verbleven en Ria een leuk baantje in de horeca afdeling van de plaatselijke tennisclub  had weten te bemachtigen, voltrok zich langzaam aan bij Pierre een soort van metamorfose. Hij stond voorheen altijd punctueel om zes uur ‘s morgens naast zijn bed,  maar nu was hij er niet meer uit te krijgen. Dat kwam ook deels omdat hij het vertikte te gaan werken. Hij had nu toch geld. Werken was voor de domme, vertelde hij altijd aan een ieder die hem in zijn stulpje bezocht.  Als hij dan uiteindelijk opstond leek het wel of hij een ander mens was geworden.  Hij werd vlotter in de omgang en keek er plotseling niet meer van op als Ria weer een paar pakken geld stond uit te geven aan allerlei luxe voorwerpen, die ze wel heel listig op haar eigennaam zette.  Ria was een genie als het op geld uitgeven aankwam.  De altijd zo bedachtzame en rustige Pierre controleerde hun uitgaven nauwelijks en had het gedrag van een ,, big spender,, aangenomen, zodat Ria, die er toch ook wat van kon als het op geld uitgeven aankwam, zelfs meerdere malen zelf op de rem moest gaan staan om Pierre te beletten al te gekke aankopen te doen.

     

    Pierre en Ria hadden hun fraaie Manoir vier maanden na het tekenen van het koopcontract betrokken.  Ze werden al snel lid van de Nederlandse club in Angoulême, speelden eveneens ook al snel golf op de peperdure golf en country club in deze streek en werden eveneens snel ingelijfd in het kleine, elitaire internationale groepje mensen die  in dat gebied woonden en net als zij, een groot huis met veel land en veel geld bezaten. Pierre en Ria veranderden met de dag. Toen wij ze eens opzochten hadden ze net een kleine, tweepersoons Bell helikopter gekocht om te kunnen shoppen en om naar de golfclub te kunnen gaan vliegen. Dit vervoermiddel was erg populair in de kringen waar zij zich in bewogen en je moest natuurlijk wel meedoen, wilde je er bij horen. Als dat maar goed gaat dachten wij toen bij ons zelf. Hoe is het mogelijk dat geld mensen zo totaal kan veranderen. Ze waren niet meer de Pierre en Ria die wij kenden van vroeger uit onze straat, maar gewoon een stel rijke arrogante patsers geworden.  Zelfs hun taalgebruik hadden ze aangepast. Nederland was voor hen nu een brug te ver.  Daar kwamen ze niet meer. Ze behoorden nu tot de ,,beau monde,, en Frankrijk was nu voorgoed hun thuisland.  Ria kleedde zich naar de laatste mode, met uitzondering van de dagen dat ze op de golfclub werkte. Dat werken was niet echt nodig hoor, vertelde ze altijd aan een ieder die er om vroeg, maar ze vond het gewoon leuk een doel in het leven te hebben. Voorwaar een prima idee leek het ons toen. Maar telkens als we het stel in Frankrijk ontmoette kregen we de indruk dat Ria de geldbuidel beheerde en Pierre steeds meer naar haar ,,mondaine,, pijpen danste.  Ik vertrouwde haar niet, ze was aardig tegen ons, maar ik had de indruk dat ze steeds toneel speelde in haar eigen gecreëerde toneelstuk.

     

    Er gingen zo’n twee jaren voorbij. We waren hen alweer zowat vergeten toen we op een morgen plotseling een brief van Pierre ontvingen uit Nederland...   Pierre had de brief met de hand geschreven. Het was een droevig verhaal. Ria was bij hem weg en het mooie huis was verkocht. Hij was blut. Geld was opgeraakt aan hun extravagante wijze van leven.  Ria had intussen een andere rijke, dit maal Engelse patser ontmoet en had hem van de ene in de andere dag voor haar nieuwe rijke vlam ingeruild. Ze was plotseling niet meer verliefd en hield ook niet meer van hem had ze hem gezegd.  Ze had hem helemaal kaal geplukt, zodat hij als een droevige kale haan op hangende pootjes naar Nederland was terug gekeerd. Nu woonde hij tijdelijk bij zijn oude moeder van 87 jaar en moest van de bijstand leven. 

     

    Ik moest er eigenlijk hard om lachen, ook al was het nog zo’n  triest verhaal.  De sukkel. Zo heb je miljoenen en zo ben je ze in ruim twee en een half jaar weer kwijt. Hoe blind en dom kan een mens zijn. Nu moest hij proberen weer een baantje in Nederland te vinden om opnieuw met een Jan Modaal Salaris zich in leven te houden.  Ik wenste hem in gedachten sterkte, terwijl het beeld van zijn arrogante tronie en zijn opschepperij met zijn huis, land en helikopter me weer even haarscherp voor de geest kwam.     

    C’est la vie, Pierre, dacht ik bij mijzelf, terwijl ik mij een kopje thee inschonk en mijn beschuitje op at.

     

     © Leonardo

     

     

     

     

     

    19-01-2017 om 13:19 geschreven door Leonardo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Afzien in Afrikaanse hitte.


    Afzien in Afrikaanse hitte.

     

    slechts een gekleurd dundoek verhult

    haar lange slanke lijf

     

    zonnestralen dringen door tot op haar huid

    blote voeten laten sporen na op het hete zand

    een huilend klein kindje sjokt moeizaam

    aan haar linkerhand

    op haar hoofd balanceert een waterkruik

     

    ze valt me op door fraaie haar ranke figuur

    donkerbruine ogen kijken me een seconde aan

    dan loopt ze voort, vervolgt haar pad

    haar dorpje is nog ver van hier

     

     

    19-01-2017 om 12:38 geschreven door Leonardo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Liefderijke atmosfeer.


    Liefderijke atmosfeer.

     

    liefde ligt soms besloten

    in hele kleine zaken van alledag

     

    een glimlach, een handdruk

    een arm om een schouder

    en vooral ook

     

    vriendelijke woorden van

    hem of van haar die

    jij graag mag

    19-01-2017 om 12:37 geschreven door Leonardo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Islamitische overweldiging van Europa ( verhaal )

     

    Islamitische overweldiging van Europa.

     

    Amsterdam, januari 2050

     

    Nederland werd in de twintiger jaren van de een en twintigste eeuw getroffen door drie grote rampen te weten;  De desastreuze natte zomers, een volledig ingestorte economie en vooral; de strenge islamitische overheersing.  Het is nu al weer het tweede jaar dat de IS kalifaatvlag van Abur Bakr-Al-Bagdadi in Den Haag wappert boven het paleis Noordeinde.  Eigenlijk is het een paar jaar geleden zonder slag of stoot verlopen voor de moordende horden uit het Midden-Oosten.  Nadat ze eerst al rap geheel Zuid-Europa hadden veroverd, de paus met zijn horde soepjurken uit het Vaticaan de Middellandse Zee in hadden gedreven, veroverde hun zusterorganisatie Boko Haram  in sneltreinvaart  Spanje.  Samen met een grote schare Moren, aangevuld met juist bekeerde zwarte Afrikaners, werd Spanje in drie weken onder de voet had gelopen.  Intussen was de hoofdmacht van de moordende moslims doorgestoten via Oostenrijk naar Duitsland. De Oostenrijkers zijn een gek volk. Ze bejubelden en verwelkomden zelfs de terugkeer van de haatzaaiende en moordende  islamitische benden alsof ze sinds de vroegere middeleeuwen nooit meer weg waren geweest.  

     

    De Duitsers waren toch anders. Sommigen hadden zelfs echt verzet geboden, maar na vele reeksen gruwelijke strafrechtelijke executies waren ook zelfs de meest strijdvaardige Duitsers voor de islamitische overmacht gezwicht.  Met Nederland kende men helemaal geen pardon. De slappe Links-Liberale Nederlandse regering die sinds 2015 continu aan de macht was, had zich- traditioneel - al na de eerste schermutselingen direct zonder slag of stoot, met de handen in de lucht, overgegeven.  Een landje vol verwijfde lafaards met een grote bek, vonden de moslims.  Veel geschreeuw, met de vinger altijd gelijk naar anderen wijzen,  maar verder een volk zonder ruggengraat.  Het was ze trouwens in de Lage Landen helemaal nogal gemakkelijk gemaakt vanwege de al aanwezige vijfde colonne van Marokkanen en Turken van de derde generatie die al in die landen aanwezig was en rap hadden ingezien wie de sterkste in hun tweede vaderland zou worden.

     

    De voormalige Nederlandse regeringsleiders moesten op het binnenhof in Den Haag de macht overdragen aan geselecteerde jongeren uit de Haagse Schilderswijk. Knullen die al tijdens het  slappe Nederlandse regiem naar Syrië waren vertrokken en thans weer waren teruggekeerd. Jongemannen die al op jeugdige leeftijd met de IS heulden.  Het voormalige Nederland werd thans geregeerd door een jong viermanschap onder leiding van Mohamed Jakül. Een negenentwintig jarige etnische Irakees wiens ouders al sinds de zeventiger jaren van de vorige eeuw als vluchtelingen in Nederland woonden.  Jakül was een echte misdadiger. Een man die sinds de vlucht naar Argentinië van de voormalige Nederlandse Koninklijke familie, alsmede na de overname van de macht in de Lage Landen, zichzelf tot onderkoning van Nederland, namens de IS, had gekroond. Hun Arabisch islamitische kalifaatwens was thans bijna vervult.  Nog even en dan beheersten ze geheel Europa.  Engeland was de laatste stap die nog moest worden gezet. Hun eigen islamitische ondergrondse strijdkrachten waren in dat laatste door hen fel begeerde deel van voormalig Europa al druk bezig met een bloedige ondergrondse terreur.  Het grootste deel van de vroegere Europese landen was thans reeds in hun handen.  Eurabia was nu de naam voor het gehate Europa.  Meteen na de val van de Europese landen was overal de sharia ingevoerd.   De strenge islamitische wetten die lijfstraffen, verminkingen, moord en doodslag goedkeurde. 

     

    Overal op de straten patrouilleerden in het zwart geklede soldaten. Mannen met geweren en dolken. Hun hoofden bedekt met een zwarte muts, tulband en doeken die het gezicht vrijwel onherkenbaar bedekte.  Elke man die wat betekende droeg een lange Dubai Abaya  die tot aan de grond reikte.  Dagelijks waren er in de grote steden openbare executies.  Moorden op mensen die zich niet tot het islamitische geloof wilden bekeren. Onthoofdingen, waar de rest van de bevolking, verplicht naar diende te komen kijken.  Het waren meestal mannen, vrouwen en kinderen.  Meestal waren de slachtoffers eerst al wekenlang gemarteld. Een bezigheid die soms het avondvermaak van de bezetters vormde. Soms werd een gehele familie tegelijk terecht gesteld. Het bloedige gebeuren trok meestal ook vele honderden islamitische toeschouwers. Het waren uiteindelijk  de enige verzetjes die de bevolking restte. Bioscoop, theaters, sportstadions, café en restaurants  waren al maanden gesloten. Televisie kijken kon nog maar alleen naar de door de bezetters goedgekeurde programma’s. Lezen van andere lectuur dan de Koran was verboden. Wie bij huiszoeking werd betrapt op het lezen of in bezit hebben van niet goedgekeurde lectuur of boeken werd de ogen uit gestoken.  De economie was inmiddels  volledig kapot. Op de dam in Amsterdam was het grote oorlogsmonument voor de gevallenen zwart gespoten.  De IS vlaggen wapperden van alle officiële gebouwen.

     

    Honderden bedrijven waren reeds stil gevallen. Gebouwen waren geplunderd of stonden leeg.  Dag en nacht hoorde men schotenwisselingen en geschreeuw van de in zwarte gewaden rondzwervende Arabische haakneuzen.  Er was zowat niets meer te koop in de door jeugdige Syrische geitenneukers leeggeroofde winkels waarvan de uitbaters inmiddels al waren onthoofd.  Veel jonge gezinnen moesten hun moeder missen.  Die was soms uit huis gesleurd om in een staatsbordeel als hoer voor de bezetters op te treden. Dat zelfde lot kende vele jonge meisjes. Vrouwen die zich op straat begaven zonder volledige bedekking door middel van een boerka, konden rekenen op een zelfde lot.  Jonge meisjes en alle overige jonge vruchtbare vrouwen moesten verplicht besneden worden.  Voormalige abortis klinieken dienden thans als besnijdeniscentra. Lange rijen volledig bedekte Hollandse vrouwen stonden dagelijks te wachten om deze clitorale ingreep te ondergaan.  Veel Arabische strijders hadden zich twee of meer jonge Hollandse vrouwen toegeëigend ter bevrediging van hun lusten. De vrouwen werden over het algemeen slecht en zeer wreed behandeld.  Alsof ze ingehuurde hoeren waren. Hollandse mannen waren er niet zo veel meer. De meeste waren; of vermoord, of gedeporteerd naar de binnenlanden van Syrië en Irak. Om daar als kanonnenvoer te dienen in de niet aflatende strijd tegen hun aartsvijanden Israël en Iran. Gruwel heerste in dat deel van de wereld, waar de lucht bezwangerd was door de geur van bloed, cordiet en verrotting.  De Arabische woestijnen lagen bezaaid met vernielde tanks, vrachtauto’s en ander oorlogsmateriaal.  Het gele zand van de woestijn was soms roodgekleurd van het bloed terwijl duizenden lijken in de hitte van de woestijn lagen weg te rotten.   Natuurlijk waren er ook nog steeds in de Lage Landen schermutselingen met kleine groepjes Hollanders die ondergronds de strijd tegen de Arabische overweldigers bleven voortzetten. Soms sneuvelden er enkele IS strijders in zulke gevechten die steevast  met onthoofding van onschuldige bewoners eindigden, als wraak acties, voor de dood van hun strijdmakkers. 

     

    Ik draaide me in mijn slaap om in bed en schrok opeens wakker. Ergens hoorde ik opeens een geluid. Als door een wesp gestoken schoot ik  in bed omhoog en dwaalde mijn blik  naar de slaapkamerdeur waar ik een schaduw van een persoon in een lang donker gewaad meende te ontwaarden. In een flitsende reactie trok ik het laadje van het nachtkastje open, greep de kolf van de 22 Beretta die ik altijd voor noodgevallen heb klaar liggen, laadde razendsnel door, richtte en schoot.  De harde scherpe knal van de Beretta deed me mijn gedachten opeens weer ordenen  Kalk vloog van de deurpost af op de grond.

      ‘Wat doe je nou,’ schreeuwde mijn echtgenote ontdaan naast me in bed.  Ze trok gelijk aan het koord om het plafondlicht aan te doen. Het licht flitste aan waarna ik zag dat ik op de nieuwe jurk van mijn echtgenote had geschoten die op een knaapje aan de deurpost was opgehangen. Een klein gaatje ter hoogte van het middenrif liet zien waar mijn schot doel had getroffen. Ik zuchtte. Viel met het zweet op mijn gezicht achterover met mijn hoofd op het klamme kussen. Het pistool viel uit mijn hand op de grond. Ik had een gruwelijk nachtmerrie gehad. Alles was gelukkig toch alleen maar een droom geweest.  

     

     

     

    © Leonardo

     

     

    19-01-2017 om 00:00 geschreven door Leonardo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een hooghartige autosportvrouw.

    Hooghartige snelle autosportvrouw

     

    jaren geleden was ze reeds

    een groot talent

    zou ze het erepodium en

    publiciteit wel halen ondanks

    haar karakter en andere kwalen

    maar goed dacht ze

    ze zien maar, alles went

     

    hooghartig loopt ze heen en weer

    is er gelukkig nog altijd bij

    gezicht overdreven strak gespannen

    gaat straks mede

    de witte rallyauto

    als kaartlezer bemannen

     

    maar is met haar bijrol

    bepaald niet blij

     

    in haar lijf broeit het ongenoegen

    nu haar rol slechts

    tot kaartlezer is beperkt

    op het tweede plan

    een desillusie vindt ze zelf

    heeft haar teleurstelling

    slechts met moeite verwerkt

     

    doch acht spannende uren later

    zowat in ’t holst van de nacht

     

    blijkt haar equipe de snelste

    huilt en snuift

    emotioneel van jewelste

     

    haar racepartner heeft haar toch nog

    op het erepodium gebracht


    19-01-2017 om 00:00 geschreven door Leonardo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een ijzig koude Franse winterdag ( verhaal )

    Een ijzig koude Franse winterdag.

     

     

    Februari, heel lang geleden…

     

    De gure noordenwind huilde om het huis heen en deed de luiken kreunen in hun scharnieren. Atmosferische drukverschillen zorgden er voor dat de grote ramen van de woonkamer af en toe zelfs wat bewogen. Het stormde en sneeuwde die middag. De sneeuw viel  overigens al ruim een uur lang in een gestaag tempo naar beneden, maar werd thans opgejaagd door de verraderlijk draaiende wind hetgeen tot resultaat had, dat er zich rap een laagje van enkele centimeters op de grond had gevormd.  Ik had het geluk gehad om juist voor de neervallende sneeuw, de honden uit te kunnen laten in het om onze woning heen liggende stuk weiland. De snijdende koude noordenwind deed me buiten rillen terwijl mijn toch dikke lerenjas  die me toch goed tegen de kou diende te beschermen zelfs onvoldoende bescherming bood.  Het leek buiten wel een Siberisch landschap. De temperatuur was in enkele dagen van plus tien graden naar min negen graden gedaald. Weer dat je op deze breedte van Frankrijk eigenlijk niet zou verwachten, maar met die gedachten had de natuur niets te maken, zo bleek vandaag maar weer.  De honden hadden nergens last van, naar het scheen. Ze renden en blaften en roken belangstellend aan elk hekpaaltje.  Na enkele minuten kou lijden vond ik het wel genoeg. Ik riep de dames naar me toe en daalde met de hondendames de heuvel af naar ons gerieflijk warme woning.

     

    Met een glas cognac in mijn hand staarde ik enkele minuten later naar buiten en liet onwillekeurig mijn gedachten wat afdwalen. Het was de eerste echte koude winter sinds vele jaren die we hier, in ons zuidelijke deel van Frankrijk meemaakten. En dat, terwijl de Franse meteo-dienst, toch op de televisie dit noodweer niet had voorspeld. Wel dat het kouder zou worden, en af en toe zelfs een sneeuwvlokje zou kunnen vallen, maar ze repten zich niet over dit stormachtige koude rotweer. Met een zakdoek veegde ik de inmiddels wat beslagen onderste ruiten van de salon wat droog. Enkele bewegende lichtflitsen in de verte deden me opkijken. De lichtflitsen gaven aan dat er toch nog een auto probeerde de gladde besneeuwde weg te berijden die op zo’n honderd vijftig meter voor ons huis liep. Een gevaarlijke rit, dacht ik  bij mijzelf. Niet alleen om met al die sneeuw met de auto omhoog te komen, maar vooral ook om straks weer af te dalen op die gladde weg. Ik zag in mijn gedachten die auto al van de weg glijden in een van de vele haarspeldbochten en in een greppel of  in een ravijn naast de weg terechtkomen. Gelukkig waren het maar dromerige gedachten en gespeend van  actuele realiteit, maar toch: zoiets zou uiteindelijk zomaar kunnen gebeuren onder deze bare winterse omstandigheden.

     

    Ik wendde me van het raam af en nam plaats in een van de grote lederen fauteuils. Het was lekker warm in de salon. De twee grote houtkachels verspreidden een weldadig aanvoelende warmte op mijn lijf welk gevoel van heerlijke behaaglijke huiselijkheid nog extra werd versterkt door het goudkleurige weldadige vocht in mijn glas. Niet dat ik een echte drinker ben, dat in het geheel niet, maar op die koude  middag in februari liet ik me dit verwarmende godendrankje goed smaken. In de verte zag ik, vanuit mijn zetel, weer een auto zich een weg banen door de sneeuw die op sommige plaatsen al tot grillige mini sneeuwduinen  was opgewaaid. Nu moet u als lezer weten dat onze Franse woning op een flinke heuvel lag waardoor we vanuit onze salon een groot deel van het omliggende heuvellandschap konden overzien.  Maar dat lukte niet op die februari middag. Sneeuw en grauwheid kenmerkten de omgeving waardoor er van een wijds uitzicht geen sprake was.  De op zo’n honderd vijftig meter afstand voor onze tuin lopende doorgaande weg was net nog vaag zichtbaar.

     

    Ik had medelijden met de vele witte Charolais koeien die nog steeds in die koude en sneeuw op het land waren. Ze konden er overigens best wel tegen zei een buurman ooit tegen mij, maar ik kon mij echt niet goed voorstellen dat die beesten het prettig vonden in die sneeuw. Ze stonden met zˈn allen bij het grote metalen toegangshek, met de koppen wat gebogen en de billen in de wind, onbeweeglijk in de kou te staan. Zelfs de uitgeschudde baal hooi die de boer bij het hek had neergegooid lieten ze gedurende het sneeuwen met rust.  Rotleven hebben die beesten, dacht ik bij mijzelf.  Het werd inmiddels snel donker. Slechts met enige moeite lukte het mij om nog enkele meters voor me uit te kijken.  De weg was al niet meer te onderscheiden in het donker. Uiteindelijk stond ik op uit mijn luie comfortabele zetel, zette mijn lege glas op het bijzettafeltje en legde mijn krant in de fauteuil neer. Een heerlijke geur van gebraad trof mijn neus. De geur kwam vanuit de keuken de salon binnen en bracht mijn dromerige gedachten weer rap terug naar het heden. De tafel moest nog worden gedekt, een taak die ik op me had genomen. ‘Hoever ben je met het tafeldekken?’ riep mijn echtgenote even later vanuit de keuken.

      ‘Ben bijna klaar met tafeldekken,’ riep ik terug.  Moest ik me warempel nog haastten ook. Buiten was het inmiddels volledig donker geworden. Ik kreeg de indruk dat het sneeuwen was gestopt, doch de wind huilde nog steeds onverkort om het huis. Ik liep de naar beneden wegdraaiende stenen trap af naar de kelder om een passende fles rode wijn op te halen, waarna ik bij terugkomst in de kamer een laatste blik in het donker naar buiten wierp, alvorens de fles wijn open te trekken en deze te laten chambreren alvorens de wijn straks bij de maaltijd te nuttigen.   

     

    Winter in Frankrijk. Elk jaar weer anders en nooit volgens afspraak te plannen op de tijd dat het jou het beste uitkomt.  De bizarre, grillige Franse natuur , doet gewoon wat ze zelf wil. Daar kun je niet anders dan je eigen bij neerleggen, alhoewel ik toen wel hoopte op betere en vooral warmere dagen.

     

    ©  Leonardo

     

    19-01-2017 om 00:00 geschreven door Leonardo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De swingende stratenmakers. ( verhaal )

    De swingende stratenmakers

     

      De heer en mevrouw de Groot woonden in een rustige straat in Zaandam Meneer de Groot was al dertig jaar lang  werkzaam als boekhouder bij een lokaal automobielbedrijf. De kinderenwaren reeds de deur uit en de Groot en zijn echtgenote leefden een sober en kalm leven. Ze luisterden graag naar klassieke muziek, keken getweeën vaak naar een detective serie op de televisie en genoten in hun knusse huisje elke nacht van een weldadige nachtrust. Een unicum in een stad die dag en nacht geteisterd wordt door onverwachte herrie en verkeerslawaai.  Maar op een dag was er duidelijk sprake van een verandering in hun kalme rustige bestaan. Ze werden toen plotseling des morgens gewekt door het geronk en gedreun van machines voor hun huisdeur.  Het echtpaar draaide zich een paar maal om in bed, probeerde de slaap opnieuw te vatten doch dat wilde niet meer lukken.

      Toen de heer de Groot zich voldoende had geërgerd aan de rot herrie voor zijn huis, met een boos gezicht uit bed stapte en de gordijnen van de slaapkamer open rukte teneinde zich van de oorzaak van het geluidoverlast op de hoogte te stellen, zag hij tot zijn verbazing een grote gele shovel van een plaatselijke aannemer voor zijn tuinhekje staan. De machinist van de machine was bezig voor hun huis de straatklinkers uit het wegdek te halen.

       ‘Krijg nou wat,’ zei hij terwijl hij een snelle blik op de klok wierp die op de spiegeltafel in de slaapkamer stond en zeven uur aan gaf. Zijn echtgenote uitte meteen met een geagiteerde kreet haar ongenoegen over de herrie buiten en het openen van de gordijnen.

      ‘Doe die rot gordijnen dicht en hou als je belieft je kop, Koos. Laat mij nog effe slapen!’ Ze trok een kussen over haar hoofd en probeerde vervolgens de slaap weer te vatten.

       Koos liep mokkend door de slaapkamer.  Het was verdomme pas zeven uur en nog wat schemerig buiten.   

      ‘Verkwisting van overheidsgeld is het, zeg ik je,’ orakelde Koos tegen zijn echtgenote Ans die zich inmiddels weer had omgedraaid en nu ook de dekens over haar hoofd had getrokken. Koos liep de slaapkamer uit en begaf zich naar beneden om een ketel water op te warmen. Intussen waste hij zich even snel in de badkamer en rilde bij de aanraking van het koude water. Toen de fluitketel aangaf dat het theewater gereed was hoorde hij buiten opeens een geluid dat hij nog niet eerder had waargenomen. Een soort gedreun dat herinneringen in hem opriep over een documentaire over berggorilla’s in Kenia. Een documentaire die hij toen samen met Ans voor de buis had zitten bekijken. Maar nu hoorde hij dat zelfde soort apengeluid op straat, bij hem voor de deur, notabene… Koos trok de gordijnen van de .woonkamer open en staarde naar buiten.

     

    Precies voor zijn laag geknipte ligusterhaag die hun voortuin markeerde van die van de buren stond een soort vierkante open kist op het trottoir te trillen. De kast liet om zeven uur in de ochtend een dreunend harde bonk, bonk, bonk, van een basedrum horen. Het werk van de stratenmakers kon kennelijk alleen op het ritme van de, kennelijk van die berggorilla’s afgeleide  ,,Hip Hop herrie,, plaatsvinden… 

      ‘Koos…!’ schreeuwde Ans vanaf de bovenverdieping naar hem. ‘Laat ze die rotherrie zachter zetten. Ik word hier verdomme helemaal gek van. Het is nondesju, nog maar zeven uur. Zijn die gasten nu helemaal van de pot gerukt!’

       Koos zette zijn net ingeschonken kopje thee neer, trok zijn tot op de knieën afzakkende pantalon op, trok de riem strakker aan en liep aldus in pantalon met daarover zijn pyjamajasje naar buiten teneinde de heren stratenmakers te verzoeken wat minder herrie te maken.

       Toen hij de voordeur open deed viel zijn mond gelijk van verbazing open. Een drietal langharige jonge stratenmakers, gekleed in merkwaardige kleurrijke kleding, stond op het ritme van de basedrums te shaken op het trottoir. Ze hadden alle drie een soort rood/geel/groene muts op hun hoofd. Ze droegen een gekleurd hemd, een jeanspantalon en zwarte hoge werkschoenen. 

     

       De straat lag reeds een paar meter open. Een oudere stratenmaker, een man van inde vijftig jaar, was als enige druk aan het werk om straatstenen in het zand te leggen. De andere drie waren duidelijk van Antilliaanse of Jamaicaanse afkomst. Donkere koppen die een sigaret of, te ruiken aan de lucht om hen heen, al zo vroeg in de morgen een jointje rookten. Hun lichamen bewogen zich ritmisch, op de plaats staande, heen en weer terwijl ze hun ogen gesloten hielden.

      ‘Hé, stelletje eikels…, krijg ik nu eindelijk nog wat zand of moet ik het verdomme zelf gaan halen,’ schreeuwde de stratenmaker op het openliggende deel van de straat tegen het dansende drietal. 

       ‘Yes mon,’ riep een van de drieling op het trottoir, terwijl hij zich moeizaam bukte om de omgevallen kruiwagen te vatten. Hetgeen pas na enkele pogingen lukte. Hij liep er waggelend mee weg naar de verder gelegen zandbult. Er kwamen wat meer omwonenden op het geluid af. Sommige mensen raakten met de stratenmaker in het zand in een felle discussie verwikkeld.

      ‘Sorry mensen, jullie hebben gewoon gelijk. Ik stoor me ook aan die herrie maar ik kan er ook niets aan doen dat de gemeente me deze drie eikels heeft meegegeven. Als u klachten heeft moet u maar even naar openbare werken van de gemeente Zaandam bellen. Dan wordt het misschien opgelost en krijg ik misschien ook echt personeel om me te helpen in plaats van deze gestoorde 'rastafari' gasten.’

      

       Er was intussen wat meer verkeersherrie bijgekomen. Mensen startten hun auto om naar hun werk te vertrekken hetgeen voor de dansers aanleiding was het geluid van de radio nog wat harder te zetten.

       ‘Het lijkt verdomme wel of we hier in die rottige Paradiso jointtempel in Amsterdam zitten in plaats van in Zaandam.’ Schreeuwde een buurman van Koos boven de tering herrie uit.  Terwijl de discussie tussen bewoners, stratenmaker en de drie niet aanspreekbare hulpen van de stratenmaker hoog opliep en de radio wisselend uit en aan was gezet doorbuurtbewoners en het dansende trio, kwam de opzichter van de gemeente een kijkje nemen.  De man kwam precies op het goed moment. Juist op tijd om te zien dat een van de dansers met een halfvolle kruiwagen met zand moeizaam aan kwam zwingen. Hij was inmiddels kennelijk niet meer instaat om rechtuit te lopen en zijn kruiwagen slingerde van links naar rechts. Hij moest het zand bij de stratenmaker neer kiepen maar dat was duidelijk teveel gevraagd. De man had uiteindelijk al reeds tien stappen gelopen en was al zichtbaar moe, leek het wel. Hij zette opeens met een plof de kruiwagen neer, graaide in de jaszak van zijn jeansjack en haalde er een nieuwe joint uit. Die had hij kennelijk reeds in zijn zak in voorraad. De man stak de joint in de mond, stak hem aan en inhaleerde toen diep. ‘Yea…, I like this mon,’  orakelde hij vervolgens in zijn Jamaicaans dialect. Hij pakte kordaat de kruiwagen weer op en kieperde vervolgens de voorraad zand gewoon op het trottoir, precies voor het tuinhekje en het tuinpad van  Koos.

      ‘Hé…, klootzak, wat doe je nou,’  tierde Koos. ‘Dat zand moet je niet bij mij neer donderen maar daar verder op, bij je chef, daar in het midden van de straat, stomme Rasta eikel,’ schreeuwde Koos boos uit. Zijn gramschap was natuurlijk wel terecht net als de verontwaardiging van de stratenmaker die zich in het zand van het openliggende wegdek op de knieën zat te ergeren.  De gemeentelijke opzichter had inmiddels genoeg gezien en gehoord.  Hij liep terug naar zijn auto waarna na enig heen en weer bellen de drie nietsnutten werden afgevoerd. Ze bleken in het kader van een werkproject voor voormalige toegelaten asielzoekers als hulpjes te zijn aangesteld door de gemeente. Werken wilden en konden ze niet. Blowen echter des te meer.

      ‘Het is, zoals ik steeds zeg, mensen. Verkwisting van overheidsgeld is het, zeg ik je,’ zei Koos, nog altijd boos over de verstoring van zijn ochtendrust, tegen de nog aanwezige belangstellenden die echter hun schouders ophaalden en vervolgens hun huizen weer binnen traden. 

     

     

    ©  Leonardo   

    19-01-2017 om 00:00 geschreven door Leonardo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De heroiek van de autosport is verdwenen. ( verhaal )


    De heroïek van de autosport is verdwenen


    Een kop waarvan ik geen woord terug neem. Ik meen het echt uit de grond van mijn hart als autosportliefhebber.  Naar mijn beleving is al jarengeleden de heroïek van de autosport verdwenen. Thans is het in vrijwel alle klassen van autosport slechts een rekengebeuren. Verworden tot een mathematische sport waar op de achtergrond de grote automobielfabrikanten meekijken en vooral flink meesturen  Natuurlijk erken ik dat het in vroeger jaren ook al zo was dat grote automobielfabrikanten hun stempel drukten op bijvoorbeeld de formule 1 races en de sportscar races, doch naar mijn beleving gebeurde dat wel veel minder duidelijk dan het tegenwoordig het geval is. Soms verlang ik, bij het aanschouwen op televisie van zo’n moderne formule 1 race, wel eens terug naar de tijd dat kleine, veelal particuliere teams, de strijd met elkaar op de baan aanbonden.  Dan denk ik wel eens: waar zijn die merken van toen toch allemaal gebleven en wat is er uiteindelijk van die toen der tijd internationaal bekende rijders geworden. Leven ze nog en wat voor maatschappelijke positie hebben ze uiteindelijk na hun race carrière ingenomen.  Gewoon vragen die in mijn hoofd uit sentimentele gronden aan mijn gedachten ontspringen.  Veel rijders die vroeger in mijn kinderjaren tot mijn persoonlijke favorieten behoorden zijn inderdaad reeds overleden. Doch een enkele toenmalige coureur, zoals Sir Stirling Moss, leeft nog. Sommige van die voormalige formule 1 rijders zijn gestorven als gevolg van hoge ouderdom of  misschien door een opgelopen ziekte, terwijl sommige anderen helaas aan de gevolgen van een raceongeluk voortijdig het leven lieten.

    Om die races hing in de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw een aparte tot de verbeelding spreken heroïsche sfeer. Een sfeer die mij als kind trof toen ik als 10 jarig jongetje met mijn vader voor het eerst meeging naar een autorace op het circuit van Zandvoort. Alles ging toen, zeker ook qua organisatie, wat meer amateuristisch, bijna kinderlijk speels, zou je kunnen zeggen als je het met de huidige formule 1 organisatie vergelijkt. De rijders waren toen echte helden en werden door de mannen dan ook als zodanig vereerd terwijl sommigen door veel vrouwen soms als het ware werden aanbeden. Althans…, sommige knappe en interessante rijders. Een snelle Italiaanse jongeman brak in die vijftiger jaren van de vorige eeuw vaak veel vrouwenharten.   Sommige oudere lezers zullen zijn naam vast nog wel herinneren, namelijk Eugenio Castellotti.  Een man die voor vrouwen alles mee had wat zijn uiterlijk en charme betrof. Een jongeman van rijke, adellijke ouders die zijn hart op heel jonge leeftijd reeds had geschonken aan de gevaarlijke autosport.  Dat vrouwen als een blok voor hem vielen was op zich niet zo vreemd, want hij was jong, knap en sneller dan een orkaan, die mooie Eugenio.  In wezen had hij alles mee. Geld, uiterlijk en leeftijd, doch oud en echt gelukkig zou hij helaas toch niet worden.  

    Zijn familieleden hadden vermogen vergaard in het Italiaanse bankwezen. De vader van Eugenio besloot na de vernietigende Tweede Wereld Oorlog welke ook Italië flink had geraakt om toch weer een handelsbankkantoor in Milaan op te starten.  Na verloop van tijd verhuisde de familie van de grote stad Milaan naar het platteland, naar het kleine stadje Lodi gelegen aan de rivier de Adda op een kleine twintig kilometer ten zuidwesten van Milaan. Hier groeide Eugenio op in een prettige huiselijke sfeer aan de rand van de stad, in de rust en schoonheid van de Italiaanse Povlakte.  Het autoracen had hem op reeds jonge leeftijd al snel te pakken. Met geleende of gehuurde race en sportwagens liet hij zich al rap op de circuits zien. Op twintig jarige leeftijd kocht hij bij een autohandelaar een gebruikte Ferrari 166 Barchetta.  Hij won een paar wedstrijden van weinig belang maar wist zich na verloop van tijd toch goed in de kijker te rijden. Hij viel op door zijn aanvallende rijstijl. Toch was het niet Enzo Ferrari die hem overhaalde om voor diens team te komen rijden, doch Gianni Lancia. De eigenaar van het Lancia autoconcern dat sinds enkele jaren eveneens in de formule 1 en in de sportscar races actief was.  Eugenio vestigde  als jongste rijder van het Lancia team de aandacht op zich gedurende een race in Ierland. Tijdens die Dunrod Tourist Trophy race door straten en over wegen van het Ierse platteland, reed de jonge Castellotti zich met de Lancia D24 goed in de kijker. Als snel zat hij met zijn 21 jaar achter het stuur van een formule  1  racewagen.  De combinatie Lancia – Castellotti was een succes. Ze waren in 1954 het enige team dat de zogenaamde Zilver Pijlen van Mercedes die in die jaren, net als thans in 2015 – 2016  vrijwel onoverwinnelijk waren op gelijk niveau partij konden geven. Maar een goed jaar na zijn toetreding bij Lancia sport, enkele dagen na afloop van de Belgische Grand Prix, verkocht Gianni Lancia zijn complete raceorganisatie aan Enzo Ferrari.  Castellotti kwam aldus bij Ferrari in dienst maar bleef in de vertrouwde Lancia D 50 rijden. Die raceauto was al rap door Ferrari omgedoopt in de Lancia-Ferrari D50.

    Veel andere rijders in die tijdwaren soms jaloers op de knappe Eugenio die vrijwel altijd werd omringd door vrouwelijk schoon. Afbeeldingen van zijn persoon, al dan niet met een helm op het hoofd of in de hand, circuleerden al snel in de media. Hij werd een zogenaamde bekende Italiaan. Een man die op straat werd herkend. En een man voor wie  de voordeur van de woning van elke aantrekkelijke vrouw  al open ging als hij alleen maar even vriendelijk ging glimlachen. Dat was de andere Eugenio, de charmeur en verleider. Het was een man met grote karakter tegenstellingen. Soms nukkig en snel geprikkeld als aan wensen niet snel genoeg werd voldaan, doch aan de andere kant een innemende persoonlijkheid en een man met een groot hart en passie voor de autosport. Hij zou en moest de beste op de Europese circuits worden, hield hij zich steeds voor. Dagelijks trainde hij, liep hij vele kilometers. Deed hij spieroefeningen voor de armen en benen en was hij daarna achter het stuur van zijn vertrouwde bolide te vinden.  Het is overigens tot jaren na zijn noodlottige raceongeval op 14 maart 1957 een onderwerp van discussie geweest of zijn gedachten gedurende zijn testrace op de baan van Modena misschien toch te sterk beïnvloed waren door zijn ergernis om niet aan zijn geplande vakantie te kunnen beginnen samen met zijn toenmalige geliefde, de knappe Italiaanse actrice en danseres, Delia Scala.  In zoverre had Enzo Ferrari misschien in latere discussies over et ongeval van Castellotti toch wel een beetje gelijk. Want als je achter het stuur van zo een racemonster zit  dan moet je de gedachten kunnen concentreren op hetgeen je mee bezig bent en je niet door andere zaken laten afleiden..

    Zijn plotselinge overlijden kwam in die jaren als een schok voor veel autorace enthousiasten als ook voor veel gewone Italianen.  Hun held was er opeens niet meer. Castellotti had die dag van het ongeval juist aangekondigd een korte vakantie op te willen nemen en was reeds op weg naar huis toen Enzo Ferrari hem bij de fabriekspoort liet tegenhouden. Er was iets voorgevallen dat volgens de directeur een onmiddellijk antwoord vereiste.  Tijdens het testwerk op het enorm snelle beton van het Modena Autodrome had juist die morgen de Franse  coureur, Jean Behra in een Maserati 250S een nieuw ronde record  neergezet en daarmee het oude record dat al meer dan vijf jaar op naam van Ferrari stond verbeterd.  Een regelrechte schande vond, Enzo Ferrari. Terwijl dat ook nog eens gebeurde op hun eigen Ferrari testcircuit wat zowat in de achtertuin van de Ferrari fabriek was gelegen…

      ‘Vrouwen moeten maar even wachten, Eugenio,’ schijnt Ferrari te hebben gezegd tegen zijn pupil. ‘Er is nu even wat belangrijker werk te doen.’  Teleurgesteld en enigszins uit zijn doen om zijn afspraak met Delia Scala te moeten afzeggen, schijnt de jonge Eugenio vervolgens in de  Lancia Ferrari D50 te zijn gestapt om dat vervloekte baanrecord weer terug te brengen op de plaats waar het volgens zijn werkgever thuis hoorde. Namelijk…, bij Ferrari…  Doch een verliefde man zijn pleziertje met zijn geliefde onthouden kan verkeerd uitpakken. Dat is tenminste de conclusie van deskundigen die over het leven van Eugenio Castellotti hebben gepubliceerd. Het ging dan ook in die bewuste testrit al heel snel mis.  Op het liederlijk snelle circuit van Modena schoot de zware raceauto van Castellotti reeds in de eerste hairpin met  zeer hoge snelheid van de baan. De wagen sloeg enkele malen over de kop en Castellotti werd eruit geslingerd. De rijder vloog enkele meters door de lucht en kwam ongelukkigerwijze met zijn lichaam tegen een betonnen drager van de in die bocht gebouwde tribunes terecht. Hij was op slag dood…

    Het ongeval van Eugenio Castellotti is er een uit een reeks van velen die bij betere communicatie, organisatie en vooral betere veiligheid op en rond de baan misschien hadden kunnen worden voorkomen. Wat dat betreft is er open rond de circuits veel verbeterd.   De toenmalige techniek was echter nog lang niet zo ver als tegenwoordig, terwijl de rijders vrijwel onbeschermd, zonder gordels en met gemis aan zogenaamde rolbeugels in de auto zaten. Neem daarbij de akelig smalle velgen met banden, de veel minder accuraat werkende trommelremmen  en stuurinrichting en de vaak primitieve afwerking van dergelijke racewagens, en je hebt eigenlijk een fraai ogende, snelle rijdende doodskist onder je billen.  Een flinke schuiver waarbij de racewagen, als je pech had, ook nog eens omrolde zorgde er in de meeste gevallen voor dat de rijder het niet overleefde. De lijst van coureurs die in die vijftiger en begin zestiger jaren van de vorige eeuw in het, zogenaamde harnas, zijn gestoven zijn er vele.

    Eugenio Castellotti,  een naam die uw schrijver echter niet zal vergeten. Een man met een groot hart en passie voor de autosport. Slechts een klein standbeeld in de stad Lodi brengt misschien dagelijks een herinnering terug aan, Bello Eugenio, bij hen die dat standbeeld passeren.  

    ©  Leonardo

     

     

    19-01-2017 om 00:00 geschreven door Leonardo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De dichter en de fluitiste. ( verhaal )



    De dichter en de fluitiste.

     

    Het was zo’n echte miezerige koude Hollandse zaterdagmiddag in half februari. Echt zo’n dag waarbij je het liefste zo snel mogelijk in huis bij de kachel kruipt met een kopje thee, een koekje en een goed boek.  Zo’n dag waarbij je medelijden krijgt met de mensen die het rotweer moeten trotseren. Maar  vreemd genoeg was het ondanks het koude weer toch nog redelijk druk in de stad. Bladeren en motregen, opgezweept door plotseling optredende windvlagen, sloegen de mensen in de straten om de oren. Die gure zaterdag was tot een dag van poëzie uitgeroepen. Een landelijke manifestatie die beslist een beter weersbeeld verdiend had. Een plaatselijk boekhandelaar had voor zijn grote winkelruiten, net naast de ingang van zijn zaak, een soort tent met een klein podium neergezet. Een dichter las hier voor uit eigen werk. Het was een opvallende man van een jaar of vijf en vijftig. 

    Zo op het eerste gezicht leek het een echte artistiekeling, een man die zich had teruggetrokken in zijn eigen wereld en weinig oog had voor zijn verschijning.  Terwijl hij achter zijn muziekstandaard stond waarop zijn vellen papier met zijn teksten lagen vastgeklemd, viel vooral zijn uitmonstering nogal op. De man zag er in dit koude weer vrij sjofeltjes en te dun gekleed uit.  Zijn diep gerimpelde grauwe gelaat gesierd met een flinke rode neus gaven de bezoeker de indruk dat zijn trouwste maatje de fles cognac was die op een tafeltje naast hem stond.  De lange warrige donkerblonde haren vertoonden al flink wat sporen van grijs. Het ouderwetse metalen uilenbrilletje op zijn neus, deed hem veel ouder lijken dan hij uiteindelijk in werkelijkheid was.  Maar het meest opvallende aan de man was toch wel zijn kleding.  De lichtbruine zomerpantalon en het dunne rood met zwart geblokte cowboyshirt,  met daarop het opengeslagen lerenvest,  was hetgeen sommige toeschouwers de wenkbrauwen deed fronsen.  Zijn kleding was totaal niet was afgestemd op het gure koude weer van die dag.

     

    De boekhandelaar had een bescheiden geluidsinstallatie beschikbaar gesteld zodat de dichter zich in elk geval goed verstaanbaar kon maken. Naast hem op een klein klaptafeltje, stond een thermoskan koffie, en de reeds gememoreerde  halfvolle fles cognac. De wind rukte af en toe  aan de tentluifel en deed de paar toeschouwers die stonden te luisteren huiveren en de jaskraag hoog op zetten. De dichter scheen  echter geen last van de kou te hebben. Na elke tien gedichten nam hij glimlachend een slok uit de fles cognac, liet vervolgens een harde boer, waarna hij de cognac vervolgens wegspoelde met wat koffie. Er stonden steeds slechts enkele mensen te luisteren naar de poëzie die de dichter ten gehore bracht. De meeste mensen liepen na hun blik even op de stellage te hebben geworpen  gewoon door, hun hoofden gebogen in de striemende regen en wind.  Een meisje stond al enige tijd naar hem te luisteren. Een leuke meid, van een jaar of zestien, met lang donkerblond haar dat als een waterval over haar schouders viel. Ze had een klein rood mutsje op haar hoofd en in tegenstelling tot de dichter was ze met haar gevoerde winterjas en hoge laarzen wel op de tijd van het jaar gekleed. Ze klemde een langwerpig zwart muziekkoffertje stevig tegen zich aan. Toen de dichter weer een pauze hield stapte het meisje op hem af. ‘U zou met dit slechte weer eigenlijk wat vrolijker gedichten moeten declameren. Dat spreekt de mensen in deze kou meer aan denk ik.’ De dichter nam een slok cognac en keek haar even doordringend aan. ‘Misschien heb je gelijk, ik heb werk genoeg bij me om voor te dragen. Je lijkt me een slimme meid, misschien moet ik maar doen wat je zegt.’

     

    Nadat ze nog  even met elkaar van gedachten hadden gewisseld pakte het meisje het koffertje uit en zette voorzichtig haar fraaie zilveren dwarsfluit in elkaar. Ze blies vervolgens even een paar losse noten, waarna ze een kort stukje Vivaldi speelde wat haar een dankbaar applaus van de paar aanwezige toeschouwers opleverde. Na weer enkele ogenblikken van overleg begon de dichter een volgende gedicht te declameren hetgeen het meisje in de intervallen  voorzichtig met de tonen uit haar dwarsfluit op de achtergrond begeleidde. Haar spel en vooral de warme klanken van haar fluit deden de mensen die al waren doorgelopen opeens omdraaien en terug lopen naar de tent met het podium, waarop de jonge muzikante en de dichter nu hun gezamenlijke voordracht  hielden.  

     

    Al snel ontstond er een grotere groep toehoorders die na enige minuten te staan luisteren de winkel in wandelden. De winkelier had al snel in de gaten dat het sfeertje voor zijn winkeldeur ten voordele was veranderd. Er liepen opeens veel meer mensen in zijn zaak en de verkoop van lectuur en boeken steeg eveneens beduidend. De man vroeg zich af of dat door de dichter of door het meisje met de fluit kwam. Na een goed uur was het geluid van de dwarsfluit verstomd.  Het werd buiten al wat schemerig.  Het meisje was verdwenen en de dichter moest het verder weer alleen doen.  Om vijf uur in de namiddag vond de dichter het mooi geweest. Hij liep de winkel in om zich te laten uitbetalen en verdween daarna snel in duister van de wintermiddag richting het een straat verder gelegen café.  

      ‘Hoe ging het vanmiddag in de stad?’ vroeg de kastelein belangstellend.

      ‘Klote middag,’ zei de dichter.  ‘Het is dat er een lief popje met een dwarsfluit langs kwam. Dat redde mijn middag een beetje, maar soms vraag ik me wel af waarom ik nog steeds zo gek ben om hier mee door te gaan. Mensen zijn tegenwoordig niet meer geïnteresseerd in poëzie,’ zei de man, waarna hij zijn zoveelste cognacje van de dag nuttigde, afrekende, en naar zijn pensionkamer vertrok.

     

    ©  Leonardo

     

     

    19-01-2017 om 00:00 geschreven door Leonardo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De blonde serveerster ( verhaal )


    De blonde serveerster.

     

     

    Het was reeds des middag half vier toen Pascal bij brasserie ˈChez Lou Louˈ in de rue Dugommier arriveerde. Het was minder fraai weer geworden dan hij had verwacht. In elk geval geen weer ombuiten te zitten. Pascal liep het terras op, wierp een bezorgde blik op de bewolkte lucht en keek toen eens om zich heen, waarop hij besloot om toch binnen te gaan zitten. Bij de bar aanschuiven leek hem overigens niet erg aantrekkelijk, dus liet hij zijn ogen door de ruimte dwalen om een goede, wat rustige en afgezonderde plaats, voor een gesprek te ontdekken. Het lokaal was slechts matig bezet.  Twee mannen in werkkleding zaten aan de bar terwijl twee stellen bejaarde cafébezoekers aan een tafeltje bij het raam wat ongeïnteresseerd met elkaar zaten te praten.

    Op korte afstand van de grote ouderwetse houtkachel, stonden vier grote ouderwetse fauteuils met een tafeltje.  Pascal liep er heen en liet zich in een van de comfortabele  lederen zetels glijden. François, zijn compagnon, met wie hij hier had afgesproken was er nog niet. Zijn blik dwaalde rond door het lokaal en bleef hangen op het mooie schilderij boven de bar. Een jachttafereel, dat door een voor hem onbekende schilder prachtig was vastgelegd.  Op het moment dat hij wat wilde bestellen kwam François hijgend binnen gelopen, koffertje in de hand en zijn regenjas over de arm. Het was uiteindelijk zijn idee geweest om hier, op deze locatie,  af te spreken voor het doornemen van een belangrijk zakengesprek met een nieuwe potentiële afnemer.

      ‘Hallo Pascal, wordt klote weer buiten. Heb je al wat besteld…?’

    Pascal beantwoorde zijn vraag ontkennend. Maar wenkte tegelijk de opvallende rondborstige dame die aan de rand van de bar met haar grote fletse blauwe ogen de zaak in de gaten hield. De vrouw kwam met een opvallend loopje naar hun tafeltje toe en vroeg toen met een wat hoge, kirrende stem, wat de heren wensten te drinken.  De twee mannen keken haar met enige verbazing aan. De serveerster was een opvallende  niet te missen verschijning. Ze was gekleed in een zogenaamd haltertopje dat slordig over twee enorme borsten was gespannen. Ze had mooi gevormde, kunstmatig gebruinde benen die uit haar uiterst korte jeansrokje te voorschijn kwamen. Het rokje was enigszins bevlekt door spoelwater en drank en had duidelijk betere tijden gekend. Aan de achterzijde zaten rafels aan de stikranden.   Beide mannen keken haar met kennersblikken aan en gaven toen de bestelling door terwijl ze even moesten glimlachen toen de vrouw opzichtig aanstalten maakte om weer naar de bar terug te lopen.

     

    Terwijl de serveerster  naar de bar weg dribbelde op haar hoge hakken en haar te brede wiegelende billen heen en weer bewogen, de enorme borsten en te slappe buik alle kanten op wiebelden, kwamen beide mannen tegelijkertijd tot de conclusie dat ze haar seksuele aantrekkingskracht wel in hoge mate overschatte.  

    Terwijl een barman met een enorme snor de drankjes voor de gasten achter de bar klaar maakte, stond de blonde serveerster - want ze namen aan dat ze dat toch echt was, aan de rand van de bar overdreven te poseren.

     

    Pascal en François bekeken haar wat aandachtiger, waarbij het hen opviel dat haar kleding eigenlijk totaal niet in overeenstemming was met het weerbeeld van die dag. Haar borsten waren daarbij zo groot dat ze eerder een afstotende en onnatuurlijk indruk, in plaats van een aantrekkelijke indruk maakten. Onder haar taille was ze veel dikker dan ze zelf scheen te beseffen, terwijl haar veel te zware en te brede kont,  haar figuur eerder schaadde dan het voordelig benadrukte. Maar het waren vooral die borsten die een overrompelende indruk op de mannen maakte.  Ze waren zo groot dat de tepels als een soort kiezelstenen door het haltertopje heen dreigden te breken.  Met een wat omfloerste blik keek de serveerster naar buiten richting het terras, totaal van de buitenwereld afgesloten leek het de twee gasten.  De barman tikte even later op een blad, wat aanleiding voor de blonde pseudoactrice was om in actie te komen. Ze pakte het blad met de glazen bier op en liep weer in een kalme dribbelgang naar het tafeltje François en Pascal toe.

     

    Bij haar aankomst bij het tafeltje van de twee mannen boog ze zodanig voorover, dat beiden een goed zicht hadden op het enorme ravijn dat door haar borsten werd gevormd. Het strakgespannen haltertopje had grote moeite om de enorme vleesmassa binnenboord te houden, terwijl Pascal moeite had om zich in te houden en de aandrang wist te beheersen om even de dikke tepels tussen zijn vingers te masseren.  De vrouw richtte zich weer op en nam opnieuw een uitdagende pose aan terwijl ze aan de gasten vroeg of ze nog iets te wensen hadden. Toen dat niet het geval was dribbelde ze weer met haar schuddende vetlagen en haar op en neer deinende borsten naar de bar terug.   Het was eigenlijk, als je goed beschouwd, gewoon een zielige vertoning. Een vrouw van ruim vijf en vijftig  jaar die probeerde een tienermeisje na te doen.  De twee mannen bepaalden zich intussen tot het doel en het waarom van de afspraak op deze locatie en verloren voor een moment de blonde serveerster uit het oog.

    Toen ze met hun bespreking klaar waren en hadden afgerekend, liep de serveerster vlug  op haar dribbelpasje voor hen  uit om de inmiddels gesloten terrasdeur voor hen open te doen.  Haar grote slappe, blubberige borsten schommelden en trilden angstaanjagend in een, kennelijk naar haar idee, een seksueel provocerende vertoning moest voorstellen. Haar loopje was echter naar het idee van Pascal en François duidelijk ingestudeerd.  Met enige moeite wisten ze zich naar buiten te bewegen en haar te passeren zonder de twee naar voren stekende vulkanen aan te raken.

      ‘Ongelooflijk, hoe onflatteus een vrouw van haar leeftijd er uit kan zien en haar vrouwelijke waardigheid te grabbel kan gooien,’ zei François zacht tegen zijn collega toen ze buiten liepen.

    De serveerster bleef in de al eerder aan hen gedemonstreerde pose nog even in de deuropening staan en wierp hen een laatste, duidelijk gespeelde, sensuele blik toe.  Als het ware een kopie van een figuur uit een tweederangs film uit de vijftiger jaren van de vorige eeuw. Haar ene been iets opgetrokken en haar linker hand wat omhoog, leunend tegen de deurpost. Alleen de sigaret in haar mond ontbrak aan het beeld dat ze kennelijk wilde  uitstralen.  François liep door, maar Pascal draaide zich nog even om, waarop de serveerster hem met omfloerste stem vroeg nog eens langs te komen.  Pascal bleef even staan, waarop ze hem toefluisterde dat ze hier maar tijdelijk werkte en eigenlijk bij de film wilde.  ‘Ik heb zelfs acteerlessen gevolgd,’ deelde ze Pascal mede.

    De serveerster deed nog een laatste poging indruk op hem te maken, maar Pascal groette haar en volgde snel zijn compagnon die al naar de auto toeliep.

      ‘Wat een sletterig geil wijf was dat, vond je ook niet?’ vroeg François aan hem toen ze wegreden.  ‘Ik kreeg als het ware een antikick van haar aanwezigheid. Ben blij dat we daar weg zijn.

     

     

    ©  Leonardo 

     

     

     

     

     

     

    19-01-2017 om 00:00 geschreven door Leonardo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)

    Archief per maand
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !

    Zoeken met Google



    Over mijzelf
    Ik ben Leo, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Leonardo.
    Ik ben een man en woon in (Nederland) en mijn beroep is N.v.T.
    Ik ben geboren op 00/00/0000 en ben nu dus 2024 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Schrijven, Lezen, Tuinieren, Hengelsport, Mijn honden, Sport liefhebber, .
    Al een aantal jaren schrijf ik korte verhalen en gedichten. Ik publiceer ook op enkele schrijverssites onder verschillende schrijversnamen. Buiten het dichtwerk ben ik thans eveneens bezig met het voltooien van een tweetal thrillers.

    Inhoud blog
  • Mijn favoriete Franse cafeterras.
  • De fraaie doch giftige Berenklauw.
  • Rood gelakte teennagels.
  • Trieste afgang van het nederlands voetbalelftal.
  • Amerikaanse president plaatst zich steeds duidelijker in de rij van moderne dictators.
  • Fladderende nieuwsgierige schoonheid
  • Nieuw Ottomaans Rijk in opbouw ( Verhaal)
  • Bier tekort op eerste carnavalsnacht
  • Bedriegen of bedrogen worden
  • Islamitische overweldiging van Europa ( verhaal )
  • Een eerste wilde voorjaarsbloem
  • Biomimetische bomen, fictie of toekomstbeeld. ( informatief verhaal )
  • Gevaarlijke nieuwe ontwikkeling in het Midden Oosten.
  • Het oude kerkhof bijhet kasteel ( proza gedicht )
  • Fiere wolken.
  • Veertig Ooievaars
  • Een verstild Frans dorpje in het groen.
  • Decadentie ten top. ( Verhaal )
  • Aanhoudende winterproblemen in Italie.
  • Sneeuwfront nadert.

    Laatste commentaren

    Archief per jaar
  • 2017
  • 2016
  • 2015

    Laatste commentaren


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.nl - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jou eigen blog!