Droom is't leven, anders niet; 'tGlijt voorbij gelijk een vliet, Die langs steyle boorden schiet, Zonder ooyt te keeren. (uit gedicht Air van Jan Luyken).
Het waddengebied strekt zich uit van Den Helder in Nederland tot
het schiereiland Skallingen in Denemarken. Het gebied beslaat circa 30%
van de Nederlandse, 20% van de Deense en 60% van de Duitse kust. In
totaal liggen in dit gebied zo'n 50 eilanden en grote, hooggelegen,
zandplaten. Over de vraag of ook de ingepolderde zeeklei-gebieden en
bijvoorbeeld het voormalige eiland Wieringen tot het waddengebied moeten
worden gerekend, bestaat discussie.
De
wadden zijn officieel de delen van de Waddenzee die bij laag water
droog vallen. Het gaat dus om het hele landschap van platen en
droogvallende geultjes (prielen). Het wad kan zandig zijn of slikkig. In
een andere betekenis gebruikt men 'de wadden' voor het hele
waddengebied, inclusief eilanden en niet-droogvallende geulen, en in
Groningen wordt de term 'wad' vaak alleen gebruikt voor zandige
droogvallende platen. De oorsprong van het woord 'wad' is het oud-Friese
'vade', wat 'doorwaden' betekent.
Wadlopen
vind vooral plaats naar Schiermonnikoog en Ameland. De tocht naar
Schiermonnikoog is langer (17 kilometer) en zwaarder dan die naar
Ameland (10 kilometer). Wadlopers lopen over het wantij. Het wantij van
Schiermonnikoog liep vroeger naar Friesland. Omdat het eiland zich
verplaatst naar het oosten verschoof het wantij ook naar het oosten. Nu
loopt het naar Groningen.
De
wadlopers die afgelopen zondag (10-7)van Lauwersoog naar
Schiermonnikoog hebben gelopen zetten voet aan wal op Schiermonnikoog.