Droom is't leven, anders niet; 'tGlijt voorbij gelijk een vliet, Die langs steyle boorden schiet, Zonder ooyt te keeren. (uit gedicht Air van Jan Luyken).
Koningin Beatrix heeft aangekondigd dat ze afstand neemt
van de Nederlandse troon. Haar zoon Willem-Alexander zal haar op 30
april opvolgen. Zijn echtgenote Maxima - met Argentijnse roots - wordt
na de inhuldiging koning. Het uitgelezen moment om van het toekomstige
koningspaar een aantal beelden op een rijtje te zetten.
Twee weken vrieskou en de Fries droomt alweer van de Elfstedentocht.
Maar ook zónder dichtgevroren meren, rivieren en kanalen zijn de
beroemde haltes langs het parcours in Fryslân een winters weekend waard.
Stavoren
Op 18 januari werd in Friesland het vijftigste jubileum herdacht van de
zwaarste Elfstedentocht aller tijden. Bij een temperatuur van -18 °C en
een snijdende oostenwind finishten op 18 januari 1963 slechts 126
schaatsers van de meer dan tienduizend starters. Maar in Sneek was begin
januari nog lang geen sprake van ijs. Er werd zelfs nog volop gevist in
de vele grachten van het stadje. Qua grootte en knusse ambiance doet
Snits - Sneek in het Fries - me aan Lier denken, al is hier nóg meer
water en zien de boten in die waters er een stuk pittoresker uit. Van de
oude stadswallen blijft alleen de 17de-eeuwse waterpoort over, en daar
zijn de Snitsers zó trots op dat ze de sfeerverlichting in de
winkelstraten in de vorm van het monument hebben gemaakt.
C&A versus King Ze
zijn van het ondernemende type, hier. Clemens en August Brenninkmeijer
startten in 1841 een stoffenzaakje op de Oosterdijk. Een dikke 170 jaar
later stelt C&A bijna 40.000 mensen te werk in Europa, Zuid-Amerika
en Azië en is de van oorsprong Sneekse familie met een geschat vermogen
van 22 miljard euro de rijkste van Nederland.
Het
allereerste C&A-gebouw huisvest nu gek genoeg een filiaal van de
keten MS Mode. Maar een goede honderd meter verder sta ik oog in oog met
een wat kitscherig standbeeld van een boerinnetje dat met een
stoffenverkoper een eend probeert te ruilen voor een stuk textiel. Bij
de hedendaagse C&A kun je niet
meer met beesten betalen. En ook niet met pepermuntjes van King, nog
een Sneekse klassieker. King is een afkorting van 'Kwaliteit In Niets
Geëvenaard'. Dat geldt niet voor het afzichtelijke pepermuntmonument dat
ze uit eerlijke schaamte in een uithoek van een woonerf geparkeerd
hebben. Het opvallendst in Sneek is het grote aantal kapperszaken. Ze
hebben namen als Haar Zaak of Man&Haar. Meer coiffeurs dan cafés
hier.
Het contrast tussen het levendige Sneek en Stavoren aan het
IJsselmeer is enorm. De oudste stad van Friesland was in de
middeleeuwen een belangrijke havenstad aan de Zuiderzee, maar na de
verzanding van de haven ging Stavoren de weg op van Damme bij ons. Het
werd een ingeslapen oord. In de zomer wordt hier volop gewatersport - er
zijn jachthavens genoeg - maar in de winter is het doods. Zelfs de
toeristische dienst sluit tot april de deuren.
Van alle horeca in
het dorp biedt alleen 't Havenhoofd nog verwarming aan verkleumde
wandelaars. Want dat móet je doen, wandelen over de dijk langs de
voormalige Zuiderzee. De harde wind en open hemel moeten ideaal zijn
voor zeilers, maar heel in de verte zie ik slechts één kapitein het weer
trotseren. Tegen de wind lopen we tussen grazende schapen, naast enkele
zeldzame wandelaars de enige levende wezens in het dorpje.
Stavoren
is dan wel een van de elf Steden, het inwonersaantal rechtvaardigt die
titel al lang niet meer. Het zijn er geen duizend. In Hindeloopen, die
andere elfstedenstad aan het IJsselmeer en op 10 kilometer stappen langs
de dijk, wonen er nóg minder en is de horeca al even winterslaperig.
Wie de prachtige wandeling maakt naar het stadje met de scheve kerktoren
en zijn eigen versie van het Fries, kan wél terug met de trein.
Toffeekoffie Overnachten
doen we nog verder noordwaarts, in Harlingen aan de Waddenzee. In de
donkere vooravond lijkt het havenstadje van een 16.000 inwoners zo goed
als verlaten, maar de grootste tjalken, aken en skûtjes in de
Harlingense binnengrachten zijn feestelijk verlicht. In de zomer kun je
ze afhuren om op de Waddenzee te varen, maar nu liggen ze soms drie
rijen dik aan de kade.
In café 't Noorderke, een grote, gezellige
kroeg vlak bij de kade waar de veerboten naar Terschelling vertrekken,
vraag ik naar de lokale specialiteit, de Harlinger koffie. "Houdt u van
de smaak van toffees?", vraagt de ober voor alle zekerheid. Niet dus...
Ik neem dan maar een Berenburg van Sonnema uit Dokkum, de kruidenjenever
waarmee de Friezen de kou uit hun botten verdrijven.
Om 22 uur
luiden de klokken in de middeleeuwse toren van het oude raadhuis.
Vroeger was dat het teken dat de stadspoorten werden gesloten. Vandaag
moeten 'nette' meisjes vóór het luiden van de klokken thuis zijn. Geen
probleem. Er loopt toch al niemand...
Bij daglicht is Harlingen,
destijds de vertrekplaats van de Friese walvisvaart, niet veel drukker,
maar toch charmant. Meer dan 500 gebouwen zijn beschermd en vooral aan
de grachten levert dat schitterende plaatjes op.
Ook feeëriek
zijn de masten van de schepen in de binnenhavens die ik boven de daken
zie uitsteken van boven op de wandelpromenade aan de zee. Naast die
pasgebouwde promenade ligt ook de Barentsz-werf. Daar werken ze, met
16de-eeuwse methodes, aan een exacte replica van het schip waarmee de
Fries Willem Barentsz in 1596 een noordelijke doorgang naar Azië hoopte
te vinden. Hij en zijn mannen strandden echter in het Noordpoolijs bij
Nova Zembla en moesten daar in de guurste temperaturen overwinteren.
Barentsz overleefde het niet, maar kreeg wel een zee naar hem genoemd.
Zodra het klaar is, willen de Friezen met het verrassend kleine schip
Barentsz' trip naar Nova Zembla overdoen.
Van de havenstad naar
de hoofdstad is het maar 25 minuten karren. Leeuwarden of Ljouwert is
het economische hart van Friesland en met zijn bijna 100.000 inwoners de
enige stad op de trip waar ik meer dan 2 euro moet betalen om een dag
te parkeren. Dat doe ik in een parking onder de Oldehove, de scheefste
toren ten noorden van Pisa. Veertig meter hoog is die uitkijktoren uit
de 16de eeuw en hij hangt 1,68 meter uit het lood.
Kluunkoeken Een
stuk moderner en rechter gebouwd is het Fries Museum, zó modern dat het
pas officieel zijn deuren zal openen in september. Voor het museum op
het Wilhelminaplein is het markt op vrijdag en daar kopen we twee
kluunkoeken, lokale peperkoek met kaneel.
Het statige, maar
gezellige Ljouwert is de stad van Cercle Brugge-trainer Foeke Booy, maar
ook van kunstenaar Escher, Mata Hari en Jan Slauerhoff, een van de
bekendste dichters uit ons taalgebied. Leeuwarden pronkt graag met
poëzie, overal in de binnenstad zijn gedichten in de stoepen gekapt; en
niet alleen in het Fries. In Nieuwestad, de drukste winkelstraat, lees
ik een gedicht van 'onze' Leonard Nolens. Al even poëtisch klinkt iets
verder het opschrift op een beenhouwerszaak in de Sint Jacobsstraat:
'Bakker uw slager'. Een oudere Fries die ons ziet lachen, zegt spontaan:
"Geestig, hé?", en steekt een verhaal af over hoe hij in zijn jeugd,
toen vele grachten nog niet gedempt waren, in de winter naar school
schaatste. Dat kan nu niet meer, maar geen paniek: in Leeuwarden is nog
altijd water genoeg voor Brugge en Gent samen. Het is niet zomaar de
start en aankomst van de Elfstedentocht.
"It giet oan" Of
die er dit jaar komt, hangt af van de weergoden én de 22 rayonhoofden
van de Koninklijke Vereniging De Friesche Elf Steden. Vorig jaar in
februari leek het er voor het eerst in vijftien jaar nog eens van te
komen. Maar in het zuiden waren een paar delen niet dik genoeg bevroren
om de veiligheid te garanderen. De 650.000 Friezen snakken naar de
magische woorden 'It giet oan' ('Het gaat door'). Maar ook zonder
schaatsen is Fryslân een weekendtrip waard.
Zeg het in 't Fries Sinds
1997 heet de provincie Friesland officieel Fryslân. Fries is een
officieel erkende taal die elke inwoner op school leert en ook mag
gebruiken bij de overheid en het gerecht. In Leeuwarden ligt de leuke
winkel van Afûk
(Algemiene Fryske Ûnderrjocht Kommisje), de instelling die de Friese
taal en cultuur propageert. Je kunt er onder meer Friese vertalingen van
Nederlandse én buitenlandse bestsellers kopen.
La Cuidad de los Artes y las Ciencias bestaat uit zes moderne gebouwen met verschillende functies.
Valencia - de derde grootste stad van Spanje - is minder toeristisch
dan Barcelona, maar even hip en levendig. Een gezellige oude stadskern
naast opvallend moderne architectuur, een cultuur van fiësta's en lekker
eten en een metrolijn recht naar het strand. Zelfs in januari zit een
zonnig terrasje er nog in, want ook dan blijven de temperaturen
opvallend mild.
Passage van de kathedraal naar het aartsbisschoppelijk paleis, over La calle Barchilla.
In de Romeinse tijd werd de stad Valentia genoemd en later waren de
Moren er eeuwen aan de macht, maar het was in de 15de eeuw dat Valencia
haar gouden eeuw beleefde. Het dreef toen handel met alle grote havens
aan de Middellandse Zee. Van de twaalf torens die de middeleeuwse stad
beschermden, blijven er nu nog twee overeind, waaronder de Torres
Serranos. Dit is ook vandaag nog de toegangspoort tot de oude stad.
Daarachter vind je alle historische gebouwen: de kathedraal, de Basilica
de la Virgen, het Palacio de la Generalitad. Je kan alles makkelijk te
voet doen, van het ene mooie plein naar het andere. De Barrio del
Carmen, zoals deze wijk heet, is een wirwar van straatjes, volgepakt met
bars, restaurants en winkels. Overdag is het de plaats voor alternatief
shoppen, 's avonds een populaire uitgaansplek. Hoogbouw vind je hier
amper: de oude Moorse toren, nu de klokkentoren van de kathedraal, is
met zijn 51 meter de hoogste centrumtoren. Na een 207 treden tellende
wenteltrap krijg je een mooi zicht over de stad.
Markten & architectuur De
beste manier om je onder te dompelen in het Valenciaanse stadsleven is
even binnenspringen in de Mercado Central, een grote overdekte markt in
een prachtig modernistisch gebouw. Lokale specialiteiten, hammen, fruit
en een aparte afdeling voor vis: op deze levendige plek kan je uren
doorbrengen. Die sfeer zet zich voort net buiten de markt, met de ene
overbevolkte bar naast de andere. Een ideale plek om op een terrasje een
hurtado te bestellen, een typisch Valenciaans drankje op basis van
chocolade.
Een bekend adresje in de buurt is de Sardineria Tasca
Angel, voor een aperitiefje met lekkere vis. Dit is zowat de drukste
wijk van de stad, met op zondagochtend ook een grote rommel- en
boekenmarkt. Net over de Mercado ligt La Lonja, een door Unesco
beschermd gebouw. Hier was tijdens de gouden eeuw de handelsbeurs voor
zijde gevestigd, een handel die Valencia volledig controleerde. Een
ander mooi marktgebouw, de Mercado do Colon in de hippe wijk Canovas, is
nu gerestaureerd en omgebouwd tot shoppingcentrum.
Fietsen in
Spaanse steden is soms een hachelijke onderneming, maar door het centrum
van Valencia loopt een 10 km lange parkstrook die alleen door fietsers
en voetgangers te gebruiken is, ideaal om je in de stad te verplaatsen.
Oorspronkelijk liep hier de Turia, maar na grote overstromingen van 1957
besloot men deze rivier om te leggen verder weg van de stad, zodat de
ruime bedding kwam vrij te liggen. We rijden van west naar oost door
deze jardines del Turia, langs de nieuwe zoo, het IVAM (het eerste
Spaanse museum voor moderne kunst) en het Museum van Schone Kunsten.
Onderweg rijden we ook langs voetbal- en rugbyvelden, waterpartijen,
wandelpaden, speeltuinen en het Palau de la Música, het eerste gebouw
dat hier na de herinrichting werd ingeplant.
Tot we uiteindelijk
aankomen bij dé landmark die Valencia op de kaart van de trendy steden
zette, la Cuidad de los Artes y las Ciencias, grotendeels ontworpen door
Santiago Calatrava, die ook het treinstation in Luik bouwde. Het is een
groep van zes gebouwen, allemaal even opvallend van architectuur. De
grootste blikvanger is het operagebouw in de vorm van een grote helm.
Maar er is ook de Hemisfèric, een bolvorm die een menselijk oog
voorstelt en waarin een IMAX-cinema is ondergebracht. De Oceanográfico
is het grootste aquarium van Europa. En het interactief
wetenschapsmuseum is erg leuk voor kinderen, want je moét alles
aanraken. Rond de Cuidad kunnen shoppers zich uitleven, want in de
directe omgeving zijn een drietal grote shoppingcentra.
Als we
verder doorrijden, bereiken we snel de jachthaven en het strand. In 2005
had hier de America's cup plaats en werden de oude dokken opgefrist tot
een moderne marina. En drie jaar later verrees hier een autocircuit om
het formule 1-circus te ontvangen. Dat is open voor het publiek, zodat
je met de fiets of te voet het circuit kan verkennen, pal aan zee.
Naast
de marina begint het lange stadsstrand van Valencia, met een mooie
wandelpromenade en tal van visrestaurants erachter, tot zelfs op het
strand.
Paëlla zonder zeevruchten In deze
streek wordt veel rijst gewonnen. De paëlla is dan ook uitgevonden in
Valencia. Oorspronkelijk was het een 'restjesgerecht' voor de armen. De
originele Paëlla Valenciana bevat alleen kip, konijn en groenten, géén
zeevruchten. Natuurlijk kan je intussen alle variëteiten bestellen. Een
van de klassieke paëllarestaurants in het centrum, met een echte Spaanse
sfeer is La Riuá. En ook vele restaurants langs het strand zijn in paëlla gespecialiseerd, zoals Casa Navarro. Of proef in de wijk El Cabanyal, net achter het strand, lekkere tapa's met een glaasje wijn in Casa Montana, een traditionele bodega met oude wijntonnen als decor.
Wat kost wat? Stadsplan:gratis Taxirit van 10 km: 15 euro Tien ritten metro/bus: 7,2 euro Ibis Hotel: vanaf 37 euro/nacht voor een tweepersoonskamer NH Hotel: vanaf 40 euro/nacht voor een tweepersoonskamer Glas bier (25 cl) op centrumplein: 2 euro Glas wijn (20 cl) op centrumplein: 2 euro Koffie op centrumplein: 1,6 euro Bol ijs op centrumplein: 2 euro Large McMenu: 6,4 euro
Praktisch Erheen: Vueling heeft directe vluchten Brussel-Valencia. Ryanair vliegt rechtstreeks.
Beste periode: hele jaar. Januari: gemiddeld 15°C. Heet 's zomers.
Vervoer: gratis bus, metro, publieke musea met Valencia tourist card.
Logeren: - Ding Dong Telas: geen echt hotel, maar moderne designkamers. Ideale ligging, achter Plaza del Virgen, oude centrum. - B&B Mare de Deu: familiale B&B in de trendy wijk Canovas. Kamers met eigen of gedeelde badkamer. www.bedbreakfastinternational.com - Hotel Miramar: gerenoveerd hotel vlak bij strand en tram/metro naar centrum.
Marseille start jaar als culturele hoofdstad met groots spektakel
Wie vroeger Marseille zei, dacht grauw en gevaarlijk,
maar dat is niet meer zo. De tweede stad van Frankrijk is helemaal
opgepoetst als culturele hoofdstad 2013. Dit weekend is het officiële
startschot gegegeven voor wat een echt feestjaar moet worden.
Redenen voor een bezoek aan uw favoriete vakantieland
Juíst wel naar Griekenland
Douwe Laansma/Griekenland Magazine
AMSTERDAM -
De laatste
tijd is er een flinke dosis kritiek over Europas meest zuidwestelijke
lid uitgestort. Tijd voor tegengas! Griekenland heeft een assortiment
ijzersterke troeven in huis, waarop menig land jaloers kan zijn. Redenen
te over voor een of meerdere bezoeken.
Douwe Laansma geeft een aantal goede redenen om naar Griekenland te gaan. In willekeurige volgorde, "want ik kan niet kiezen".
1. De mensen en cultuur
De beroemde Griekse gastvrijheid, de Filoxenia. Wie in Griekenland is geweest, heeft deze ook ervaren, dat kan niet missen.
De
Komboloi, de kralensnoer in bijna iedere Griekse mannenhand. Echte
komboloia zijn veelal van amber. Goedkopere exemplaren hangen bij bosjes
in de toeristenwinkels.
De Griekse taal, uniek
in Europa. Staat tot op heden als enige taal met een afwijkend schrift
op Europas bankbiljetten en munten. Ook onze taal kent talloze woorden
met Griekse afkomst.
Grieks Pasen, veruit het
belangrijkste feest voor de Grieken. Processies op Goede Vrijdag,
kerkdiensten op zaterdagavond, waarna vrolijk klokgelui en vuurwerk.
Paasvuren, smijtwerk van kruiken op Corfu en een ludieke
vuurpijlenoorlog op Chios.
Het Grieks-orthodoxe
geloof. Opvallend aanwezig door de vele prachtige kerken en kapellen,
bebaarde priesters met hun karakteristieke pijen en hoeden en de vele
kerkelijke rituelen.
Alom geliefd en bekend: de
Griekse dranken en gerechten, dikwijls met een beschermde naam. Enkele
voorbeelden: Ouzo, Metaxa, Retsina, feta, yoghurt en mezes.
2. Bezienswaardigheden
De
eilandenpracht, zowel in de Ionische Zee als de Egeïsche Zee.
Kilometerslange witte stranden aan een azuren kust. Favoriete
vakantiebestemming van toeristen uit heel de wereld. Griekenland heeft
een kustlijn van maar liefst 15.000 km.
Oia,
misschien wel het meest pittoreske stadje van Europa, zowel qua kleur
als qua ligging, bovenop de rand van de caldera van Santorini. De
Griekse zon krijg je er bij cadeau.
De
Vikoskloof in Epiros, volgens het Guiness Book of Records de diepste
kloof ter wereld. Bloedstollend mooi en duizelingwekkend diep. Voor
sportievelingen te lopen in zeven uur.
De
oudste en belangrijkste zilvermijnen ter wereld (vijfde eeuw v. Chr.)
lagen bij Lavrio(n), 60 km ten zuidoosten van Athene. Met de opbrengst
werd onder andere het Parthenon gefinancierd en een vloot van 200
triremen.
Kanaal van Korinthe. Zes strakke kilometers lang, 80 meter diep en 25 breed. Spectaculair vanaf de brug bij Isthmia.
3. Geschiedenis
De
Griekse scheepvaart heeft grote reders voortgebracht. De meest bekende:
Aristoteles Onassis. De Griekse vloot beslaat ruwweg 20% van de
wereldvloot.
De trireme (Grieks: triëres). Zeer
wendbaar oorlogsschip uit de Oudheid met drie rijen uitstekend
getrainde roeiers boven elkaar. Triremes bezorgden de Grieken in de
vijfde eeuw v. Chr. de hegemonie op de Middellandse Zee. Bij Piraeus
ligt een replica, de Olympias.
Van de zeven
wereldwonderen bezat Griekenland er vroeger vier: de Kolossus van
Rhodos, het beeld van Zeus in Olympia, de tempel van Artemis in Efeze en
het Mausoleum van Hallicarnassus. Beide laatste stonden ooit op Grieks,
tegenwoordig op Turks grondgebied.
Het
treintje van Diakofto naar Kalavryta, over smalspoor, deels tandradbaan.
Een van de mooiste spoorwegtrajecten ter wereld dwars door een
overweldigende natuur. Langs spectaculaire ravijnen, over bruggen en
door tunnels.
De kloosters van Meteora. Deze
adelaarsnesten bovenop eenzame monolieten domineren de omringende
vlakte. Alle bouwmaterialen werden destijds aan touwen naar boven
gehesen. Over monnikenwerk gesproken!
Waar naartoe in 2013? Laat jou alvast inspireren door deze 10 topbestemmingen!
Myanmar Myanmar, het vroegere Birma, heeft de wind
in de zeilen. Het bewind vindt stilaan de weg naar de democratie en het
land heeft zijn authenticiteit (nog) bewaard. De inwoners zijn heel
vriendelijk en gastvrij. Tempelstad Bagan (foto) is een wereldwonder,
indrukwekkender dan Angkor in Cambodja en Borobudur op Java. De vlakte
van Bagan beslaat zo'n 26 km² en ooit hebben hier 13.000 tempels,
pagodes en andere religieuze gebouwen gestaan. Nu zijn er nog altijd
meer dan tweeduizend. Hoogtepunt? Een zonsondergang boven op een tempel.
Hoofdstad Yangon is een fascinerende stad die je het best aan het einde
van de reis aandoet om - bij wijze van afscheid - de beroemdste
bezienswaardigheid van het land te bekijken: de reusachtige
Shwedagon-pagode. Ze bevat naar verluidt meer goud dan de voorraad van
de Bank van Engeland. Weinig bekend: Myanmar heeft ook prachtige
stranden. Prima accommodatie in Chaungta en Nwe Saung, op vier uur
rijden van Yangon. Ngapali is een uurtje vliegen en biedt eindeloze
zilveren rustige zandstranden, een turkooizen zee en luxueuze
verblijven.
Beste periode: van oktober tot februari. De
moessonregens zijn dan net achter de rug en de temperatuur is aangenaam.
Neem een trui mee voor in de bergen. Ondraaglijk warm van maart tot
mei.
Erheen: in groep of individueel bijvoorbeeld met Jetair Specialists, Imagine Travel, Thomas Cook.
Marokko 2013 is hét jaar om in Marokko de kust van
Essaouira (foto) te ontdekken. De stad is vrij onbekend in vergelijking
met het toeristische Agadir, maar heeft toch al een moderne
hotelinfrastructuur. Essaouira ligt aan de Atlantische kust, tussen
Marrakech en Agadir. Zonnekloppers komen aan hun trekken op het brede
strand. In het havenstadje is het gezellig flaneren en winkelen.
Oman Met 3,5 miljoen inwoners is Oman, aan de
zuidoostkust van het Arabische Schiereiland, een van de minst bevolkte
landen ter wereld. Als je de naam hoort, denk je onmiddellijk aan
woestijn. Ja, er ís woestijn, veel zelfs. Probeer er zeker eens de nacht
door te brengen, dat kan uiterst comfortabel. Er zijn ook tot 3.000
meter hoge bergen in Oman - fijn voor bergsporters. En paradijselijk
witte stranden vind je er ook, over meer dan 2.000 kilometer, maar ze
hebben vreemd genoeg niet zo veel succes. De inwoners trekken liever
naar een vochtige wadi. Echt hoge wolkenkrabbers kent hoofdstad Muscat
niet, het meest imposante gebouw is de Grote Moskee (foto). Alles is
naar verhouding: hier hangt de grootste kroonluchter ter wereld.
Uiteraard zijn ook de soeks een must. En elk jaar leggen 20.000
zeeschildpadden hun eieren op een aantal beschermde stranden.
Belangrijke nestelplekken zijn Ras al-Hadd en Ras al-Jinz, op drie uur
rijden van de hoofdstad. Tijdens het broedseizoen kan je er met een gids
naartoe.
Beste periode: van oktober tot april. In die maanden is de temperatuur tussen 25 en 35°C.
Erheen:
rechtstreekse vluchten onder meer vanuit Amsterdam. Touroperators:
onder meer Imagine Travel, Exclusive Destinations, 7PLUS, VTB-Reizen.
Duitsland Niet alleen voor korte vakanties of een
citytrip wordt Duitsland steeds populairder bij Vlamingen. Van oost naar
west en van noord naar zuid biedt onze oosterbuur een waaier aan
mogelijkheden. Een weergarantie krijg je niet aan de Wadden- en de
Oostzeekust, wél karaktervolle badplaatsen. Rügen is een heel populair
schiereiland met duinen, rietlanden en beukenbossen. Echte bergen van
3.000 meter kom je in het uiterste zuiden tegen. Nog in het zuiden is
het sprookjeskasteel Schloss Neuschwanstein van Ludwig II van Beieren
(foto) een te gekke ervaring. Wie een kuuroord op prijs stelt, zal in
Duitsland zeker zijn of haar gading vinden. Het nabije Ruhrgebied is een
prachtig voorbeeld van een industriële regio die omgetoverd werd tot
cultuur- en natuurgebied. Langs rivieren als de Elbe, de Rijn en de
Donau is het heerlijk fietsen. Overnachten? "Of je nu opteert voor stro
of een suite, je vindt het wel bij ons", zo zegt men bij de Duitse
Dienst voor Toerisme.
Beste periode: het hele jaar door. Erheen: makkelijk met de wagen. Ook goede spoorverbindingen.
De Manche, Frankrijk Samen met de Azurenkust en de
Provence is Normandië de populairste Franse regio voor de Belgen.
Manche, in noordwest-Normandië is iets minder bekend. Althans de naam,
want je hebt zeker al gehoord van Utah Beach, Cherbourg en de
Mont-Saint-Michel (foto) - na de Eiffeltoren en het Louvre de meest
bezochte plek van Frankrijk. De toegang tot dit unieke erfgoed is
onlangs (niet tot ieders tevredenheid) helemaal vernieuwd om verzanding
te vermijden. Manche heeft een lange kustlijn van 350 km en steekt
helemaal in het noorden uit in Het Kanaal. Cherbourg is een levendige
stad, Utah Beach herinnert aan D-Day, natuurliefhebbers kunnen dan weer
genieten van het Natuurpark Cotentin met zijn moerassen, weilanden,
mooie lemen huizen en miljoenen vogels. Heerlijk fietsen en wandelen is
het in de vallei van de Vire. Zet zeker het op een rots gebouwde stadje
Granville op je programma en bewonder er de roze villa van Christian
Dior. Of neem de boot naar de Chausey-archipel: 365 eilandjes bij laag
water, 52 bij vloed en eentje is er bewoond. Maak een tocht rond de
archipel: het spel van eb en vloed is spectaculair.
Beste periode: lente en herfst, in de zomer kan het druk zijn.
Gambia Het kleinste land van Afrika, Gambia, is
nauwelijks enkele tientallen kilometer breed. Het ligt ingebed in
Senegal, met een mooie Atlantische kust. Een aanrader voor een
strandvakantie, maar er is veel meer te beleven. De gewezen Britse
kolonie ligt in de subtropen en er is dus een gevarieerde vegetatie.
Opvallend zijn de apenbroodbomen (baobabs) die heel groot en oud kunnen
worden en de meer dan 400 vogelsoorten - sommige leven alleen in Gambia.
Groot wild, op krokodillen en nijlpaarden na, vind je er niet.
Hoofdstad Banjul kan zijn koloniale verleden niet verbergen en
rondslenteren (én afdingen) op de Albert Market is een belevenis. De
Abuko National Reserve, op 20 km van Banjul, is zeker een bezoek waard.
Apen die in dierentuinen zijn geboren, worden hier vertrouwd gemaakt met
de natuur en daarna vrijgelaten op Baboon Island. Bezoek zeker James
Island, een werelderfgoedlocatie die herinnert aan de tijd dat Gambia
een verzamelplaats was voor slaven. Mooie resorts liggen aan badplaatsen
als Kololi Beach en Kotu Beach of minder bekende plekken als Bijilo en
Brufut.
Beste periode: droog van half oktober tot half juni. Maart, april en mei zijn de zonnigste maanden.
Erheen: onder meer Thomas Cook, Rainbow, Neckermann. SN Brussels Airlines vliegt rechtstreeks naar Banjul.
Montenegro Mooie stranden, authentieke, ommuurde
stadjes, een groen berglandschap en zon. Montenegro, ongeveer zo groot
als Vlaanderen, ligt in het zuiden van het voormalige Joegoslavië en
wordt wel eens de verborgen parel van de Middellandse Zee genoemd. Budva
(foto) en Becici zijn de populairste toeristische plaatsen, en vooral
het historische Budva is de moeite waard. Maar Montenegro is meer dan
kust. Je ontdekt hier de meest zuidelijke fjord van Europa. Vanuit de
hoogte bekeken heb je echt de indruk dat je in Noorwegen bent. Beneden
doet alles Venetiaans aan: de plaza's van de kleine stadjes langs de
baai, de mooie maar soms verwaarloosde panden met hun fraaie balkons, de
lieflijke eilandjes met sprookjesachtige kerkjes. Misschien nog mooier
dan Stari Grad is de oude stad Kotor, die op de werelderfgoedlijst van
de Unesco staat. Een groot stuk van Montenegro is bergland met toppen
tot boven de 2.500 m. Je vindt hier ook het diepste ravijn van Europa:
de Tara Canyon. Alleen de Amerikaanse Grand Canyon is dieper.
Beste periode: april tot begin oktober
Erheen: met onder meer Neckermann, Thomas Cook, Te Voet, Anders Reizen, Exclusive Destinations.
Lake District, VK Al meer dan twee eeuwen is het
groene, romantische Engelse Lake District een bijzonder populaire
vakantiebestemming. Bergen, valleien, meren wisselen elkaar af.
Pensions, gastenkamers, cottages, hotels zijn er in overvloed. Het Lake
District is een perfect wandelgebied. Middels een beetje fitness geraak
je wel op de top van een berg. Met net geen duizend meter is de Scaffle
de hoogste. Minder inspannend, maar echt een must is een boottocht op
Lake Windermere, het grootste en bekendste van de zeventien meren die
het Nationaal Park telt. Er zijn diverse routes die je eventueel kan
combineren met een treinrit - op een stoomtrein uiteraard. Wordsworth,
de beroemde dichter die het Lake District romantisch heeft bezongen en
hier woonde, vond de trein maar niks. Die kon alleen maar zijn rust
verstoren en nieuwsgierige toeristen lokken.
Kids zullen zich
niet vervelen met een bezoek aan de 'konijnenwereld' van Beatrix Potter,
het Lakeland Motor Museum of het Potloodmuseum in Keswick. En bijna
vergeten: Stan Laurel ('de Dunne') is in het nabije Ulverston geboren.
Laurel en Hardy hebben hier dan ook een charmant museumpje.
Beste
periode: in de zomer kan het heel druk zijn. Erheen: Een makkelijke
manier om naar Noord-Engeland te gaan is in Zeebrugge de P&O-ferry
tot Hull nemen. Dan is het nog drie uur rijden naar Windermere. Of met
de Eurostar naar Londen en dan verder met de trein. Onder meer Gallia
heeft reizen met eigen wagen.
Costa Rica Een vijfde van het kleine
Midden-Amerikaanse Costa Rica is beschermd natuurgebied. En dat heeft
dit land zonder leger geen windeieren gelegd: toerisme is een van de
belangrijkste bronnen van inkomsten geworden. Veel Europeanen komen
genieten van de zowat dertig natuurparken, de vele tropische wouden en
planten, de 200 soorten zoogdieren, de 30.000 soorten insecten en de
parelwitte stranden. Een groene kikker is overigens het nationale
symbool. Het land stond niet toevallig model voor Spielbergs Jurassic
Park. Zeker doen: Tortuguero National Park (foto). Daar maak je tijdens
een boottocht kennis met kaaimannen, brulapen, leguanen en unieke
vogels. Verder het Manuel Antonio National Park en de Arenalvulkaan met
eventueel een overnachting aan de voet van de vulkaan. Spectaculair: een
Canopy Tour boven de jungle in het Selvatura Park. Een prima manier om
het land te ontdekken is een rondreis. Dat kan in groep of individueel
met huurwagen. Zowel aan de Caribische Zee als de Pacific vind je
honderden kilometers strand, met all-inhotels maar ook pensionnetjes en
B&B's.
Beste periode: van november tot maart.
Erheen: met onder meer Jetair, Thomas Cook, VTB-Reizen, 7PLUS, Enjoy Paradise.
Costa de la Luz, Spanje Voor mooie en rustige
stranden moet je aan de Spaanse Costa de la Luz zijn. Aan de Atlantische
Oceaan is het altijd iets frisser dan aan de andere costa's, daarvoor
zorgt de wind. De zandstranden zijn mooi en breed, hoogbouw is er
nauwelijks.
Nog een pluspunt: veel excursiemogelijkheden. Denk
aan Jerez de la Fontera, het zeer mooie intieme Cádiz, witte dorpjes als
het prachtig gelegen Arcos de la Fontera (foto), het verbluffende
natuurpark Doñana met middenin het bedevaartplaatsje Rocío waar elk
jaar, vaak met kar en os, duizenden bedevaarders komen.
Ook
Sevilla is niet ver weg. Voor golfspelers en paardenliefhebbers zijn er
veel mogelijkheden en surfers hebben de wind mee. De vlucht naar Jerez
duurt pakweg drie uur en vandaar is het nooit verder dan 50 km naar de
hotels. Voor sommige bestemmingen die dicht bij de Portugese grens
liggen, wordt ook naar Faro gevlogen.
Beste periode: van lente
tot herfst. Erheen: grote touroperators Neckermann, Thomas Cook, Jetair.
Maar ook bijvoorbeeld Caractère.
Spanjaarden zijn
normaal gesproken mensen die houden van nieuw. Ze kopen liever een
nieuwbouwhuis dan een huis dat al door een ander bewoond is geweest en
ook meubels, kleding en boeken behoren ongebruikt en nieuw te zijn. Een
heel contrast dus met veel buitenlanders, die niets liever doen dan
tweedehandsmarkten afstruinen en hopen dat ze tussen alle rommel dat
ene prachtige koopje vinden.
De huidige economische situatie heeft de hierboven geschetste situatie veranderd. Als men minder geld
te besteden heeft, zal men zich moeten aanpassen en zo kan het zijn dat
ook Spanjaarden tegenwoordig schoorvoetend een kijkje gaan nemen in een
tweedehandswinkel en de stalletjes met gebruikte kleding op de
weekmarkten een opvallende groei in populariteit doormaken. De altijd al
populaire rommelmarkten die in het weekend onder meer in La Nucía,
Jalón, Polop en Benidorm worden georganiseerd, trekken nu soms zoveel
publiek dat er bijvoorbeeld zondag op de toegangswegen naar het
industrieterrein van La Nucía rond elf uur een lange file staat.Maar
zoals gezegd, als de portemonnee het toelaat, heeft de Spanjaard nog
altijd liever nieuw dan gebruikt en de uitverkoop die op de dag na
Driekoningen begint, is van oudsher dé periode om kostbare noodzakelijke
aankopen te doen, zoals nieuwe laarzen, een winterjas of huisraad. In
de winteruitverkoop worden die producten namelijk met kortingen van
vijftig tot wel zeventig procent aangeboden. Dit jaar is de uitverkoop
in veel winkels zelfs al eerder begonnen. De wet die vastlegde dat de
uitverkoop op 7 januari moest beginnen, is veranderd en dus besloten
sommige winkeliers al eind december beginnen met fikse kortingen. Ze
hoopten daarmee de mensen die hun kerstinkopen nog moesten doen over de
streep te trekken of te profiteren van het feit dat veel mensen de
cadeautjes voor Driekoningen nog moesten uitkiezen.Het is een stuk
aangenamer winkelen nu de uitverkoop enigszins gespreid is. Vroeger kon u
7 januari en in eerste weekend na die datum rekenen op een lange rij
voor pashokjes en kassas en de korting op een artikel moet wel heel
hoog zijn, wil het waard zijn dat u een half uur moet wachten voor u het
kunt afrekenen. Maar ook nu hopen de winkeliers dat de enorme kortingen
de klant overhalen om toch de portemonnee te trekken om die lang
uitgestelde aankoop te doen, zodat de winkeliers weer wat geld in de
kassa krijgen en nieuwe collecties kunnen aanschaffen.Maar we gaan terug
naar het tweedehands artikel, dat ook in januari populair blijft omdat
het nu eenmaal een maand is dat mensen minder willen uitgeven, als
gevolg van goede voornemens of omdat december toch weer duurder is
uitgevallen dan was gepland. Op de weekmarkten die in elke plaats
worden gehouden, is het heel opvallend dat er de laatste jaren steeds
meer stallen bijkomen met tweedehands kleding. Niet iedereen is er
echter op gesteld om te graaien in deze bergen kleding die op lange
tafels worden neergegooid maar het blijft een feit dat men er voor heel
weinig geld soms heel aardige of nuttige kledingstukken op de kop kan
tikken.
Nog meer is dat het geval op de rastros of
rommelmarkten die in de weekends worden gehouden. We hebben het al gehad
over de rastro van La Nucía, die in het begin van het afgelopen jaar
van het centrum van de plaats naar het industrieterrein verhuisde maar
nog steeds elke zondagochtend veel publiek trekt. Het is één van de
grootste rommelmarkten van de provincie en u kunt het zo gek niet
bedenken, of het wordt er te koop aan geboden. Bovendien kunt u een
bezoek aan deze rommelmarkt combineren met de slechts één kilometer
verderop gelegen rastro van Polop. Ook deze markt ligt op het
industrieterrein en ze is zo mogelijk nog groter en interessanter, omdat
er doorgaans meer stallen met echte tweedehands spullen staan en minder
stallen met op toeristen gerichte en in China gefabriceerde nieuwe
rommel. Beide markten samen tellen meer dan zeshonderd
stalletjes.Persoonlijk vind ik de rastro van Jalón wat sfeervoller. Deze
rommelmarkt wordt al sinds enkele decennia elke zaterdagochtend op de
parkeerplaats van de lokale bodega gehouden. Tegenwoordig nemen de
stalletjes ook de wijde omgeving van dit terrein in beslag en het
marktgebied loopt zelfs door tot aan de weg langs de rivier. U vindt
hier meer meubels dan in La Nucía en heeft er ook meer kans nog iets
écht bijzonders op de kop te tikken.Vroeger was er op het
industrieterrein van Teulada ook elke zondagmorgen een grote
rommelmarkt. Deze werd een jaar of tien geleden naar het
industrieterrein van Pedreguer verplaatst waar de markt almaar groter
werd. Enkele jaren geleden keerde er echter een kleinere markt terug in
Teulada zodat er tegenwoordig op zondagochtend zowel in Pedreguer als
in?Teulada rommelmarkten te bezoeken zijn.Een aparte rommelmarkt vindt u
op donderdag, zaterdag- en zondagochtend naast El Cisne in Benidorm. El
Cisne is een heel bijzonder, rond gebouw waar het hele jaar door vrij
kostbare, antieke voorwerpen te koop aan worden geboden. Maar drie dagen
per week worden naast die antieke voorwerpen ook goedkopere tweedehands
spullen aangeboden op het terrein naast het ronde gebouw. De mensen
komen van heinde en verre en het enorme parkeerterrein aan de
Levante-entree van?Benidorm staat op zaterdag- en zondagochtend dan ook
helemaal vol.In het zuiden van de provincie is vooral de rommelmarkt El
Zoco in de gemeente Algorfa heel populair. De markt ligt namelijk
dichtbij de urbanisatie Ciudad Quesada in Rojales en ook dichtbij
urbanisaties inm Torrevieja en Los Montesinos. El Zoco trekt dus heel
veel buitenlandse residenten en overwinteraars.Op alle genoemde markten
kunt u terecht voor tweedehandskleding, maar ook voor tweedehands
meubels, servies, boeken, cds en videos. En op de meeste van de
markten is wel een stand te vinden van een goed doel zoals de
kankerstichting of de lokale dierenbescherming, zodat het weinige geld
dat u uitgeeft aan een boek of een leuk stel kopjes ook nog een goede
bestemming krijgt. En over goede doelen gesproken: steeds vaker openen
deze stichtingen tweedehandswinkels waar u ook doordeweeks terecht kunt
voor originele cadeautjes en waar u zelf ook spullen kunt achterlaten
die u niet meer gebruikt. Het voordeel van deze winkels ten opzichte van
een (rommel)markt is dat de tweedehandskleding netjes op een hanger
hangt en de boeken keurig op alfabet in de kast staan. Dat zoekt toch
een stukje prettiger. En u steunt er ook nog een goed doel mee, zodat uw
koopjesjacht een aardig neveneffect heeft.
Door: Bea Lutje Schipholt (Bron: Weekblad De Week)
Waar in Nederland en België de kerstbomen en versieringen begin januari de kast weer ingaan, is de kerstperiode in Spanje nog niet voorbij.
Sterker
nog, voor de kinderen moet de belangrijkste dag nog komen:
Driekoningen. In de namiddag van 5 januari komende drie wijzen uit het oosten in alle steden en dorpen aan en even later worden de kinderen overladen met speelgoed.
Want
ondanks het feit dat de gemiddelde Spaanse familie de laatste jaren
minder te besteden heeft, wordt toch altijd wel een spaarcentje opzij
gelegd om cadeautjes te kunnen kopen voor de kinderen. Kinderen zijn
heel belangrijk in Spanje en de uit de Bijbel afkomstige gebeurtenis
rondom de wijzen die uit het oosten kwamen, wordt aangegrepen om de
kinderen eens flink te verwennen.Eigenlijk heeft het driekoningenfeest
zoals de meeste Spaanse families dat vieren, veel raakvlakken met ons
eigen Sinterklaasfeest. Het wordt precies één maand later gevierd
maar ook hier
mogen de kinderen hun verlanglijstjes bekend maken en worden de goede
gevers met een optocht verwelkomd. Vervolgens verzamelt de familie zich
rond een grote mand met cadeautjes en is het uitpakken geblazen. Soms
krijgen de kinderen zo veel pakjes dat ze het papier gehaast en bijna
onverschillig van de cadeaus afscheuren, naarstig op zoek naar dat ene
cadeau dat ze liever dan wat dan ook willen hebben. In veel gevallen is
dat tegenwoordig een computerspel of zelfs een smartphone, want ook
Spaanse ouders gaan met hun tijd mee en de tijd dat je een kind nog blij
kon maken met lego of een boek, lijkt voorbij.
De gemeenten
verzamelen in de dagen voor 5 januari via zogenaamde Koninklijke
postbodes de verlanglijstjes van de kinderen zodat de drie koningen bij
aankomst al op de hoogte zijn van de wensen en het juiste cadeau kunnen
uitdelen.
Het driekoningenfeest heeft zoals gezegd een Bijbelse
oorsprong. In de Bijbel wordt gesproken over drie wijze mannen die uit
het oosten kwamen. Ze gingen op zoek naar het pasgeboren kindje Jezus om
deze Messias cadeaus te geven. Ze volgden een heldere ster en vonden
het kind uiteindelijk in een stal in Bethlehem. Ze gaven het kind goud,
wierook en mirre.
Nergens in de Bijbel staat vermeld hoe de
wijzen heetten en er wordt ook niet gezegd om hoeveel wijzen het ging.
Maar omdat er in het Matteüs-evangelie gesproken werd van drie cadeaus
werden al op de aller oudste christelijke afbeeldingen drie wijzen
afgebeeld. Die drie mannen zagen er echter wel vrijwel hetzelfde uit,
het onderscheid in uiterlijk kwam pas later.
In een
zevende-eeuws geschrift dat wordt bewaard in de nationale bibliotheek
van Parijs worden de wijzen voor de eerste keer bij naam genoemd en ook
wordt hun uiterlijk beschreven: Melchior, oud en met een lange baard,
Kaspar, jong, blond en baardloos en Balthasar, zwart met een volle
baard. In latere afbeeldingen is dit onderscheid in uiterlijk vrijwel
altijd terug te vinden, in elk geval is er altijd een zwarte man bij.
De wijzen hebben ook steeds mooiere keren aan en uiteindelijk worden ze vaak koningen genoemd.
Over
de herkomst van de wijzen is niet veel bekend. Omdat in de Bijbel
alleen uit het Oosten staat, denken historici dat ze uit Babylonië of
Perzië kwamen.
In Spanje werd in de zeventiende eeuw een manuscript geschreven dat de Auto de los Reyes heette. Het is een geschrift over het verhaal van
de drie wijzen, gebaseerd op het evangelie van Matteüs. Verteld wordt
hoe drie wijze mannen ieder afzonderlijk in een ver land een grote ster
zagen. Zij volgden deze ster en ontmoetten elkaar. Samen reisden ze
verder, op zoek naar de koning die zojuist geboren zou zijn, om hem
cadeaus te geven. Aangekomen in Jeruzalem, zien ze de ster niet meer. Ze
gaan naar de Romeinse heerser Herodes en vragen hem waar ze de
pasgeboren koning kunnen vinden. Herodes weet het niet maar hij vraagt
de wijzen wel of ze hem, als ze het kindje vinden, willen informeren
zodat hij de nieuwe koning ook kan komen vereren. Herodes heeft van zijn
eigen raadgevers gehoord dat er een Messias zou komen en hij is dus op
zijn hoede. Het zeventiende-eeuwse geschrift, dat bewaard wordt in de
Biblioteca Nacional in Madrid, stopt hier.
Het verhaal van de
drie koningen was altijd al geliefd in het katholieke Spanje maar het
kreeg nieuw leven ingeblazen toen de Spaanse theoloog Gaspar Fernández
de Ávila in de achttiende eeuw de Auto de los Reyes gebruikte als bron
voor een gedicht van twaalf strofen. Het gedicht ging over de kindertijd
van Jezus Christus en het werd heel populair in Spanje. Het is dit
gedicht dat de aanleiding was tot de opvoering van het
Driekoningenverhaal in het dorpje Cañada in het binnenland van Alicante.
Al sinds 1764 doet de hele bevolking van het dorp mee aan de
opvoering van het kerstverhaal: de geboorte van het kind in de stal en
de komst van de wijzen. Sinds 1964, bij het 200-jarig bestaan van de
opvoering, speelt men ook andere delen van het Bijbelverhaal, de vlucht
van Jozef, María en Jezus naar Egypte en de kindermoord van Herodes.
Maar
ook in veel andere plaatsen wordt het verhaal van de ontmoeting tussen
de wijzen en het kindje Jezus opgevoerd. Vaak wordt er op 5 januari een
levende kerststal opgesteld op het plein voor het stadhuis en als de
drie wijzen aankomen, eren zij de pasgeborene en overhandigen zij hun
geschenken.
Het is erg leuk om een Driekoningenoptocht bij te
wonen, vooral omdat deze in sommige gemeenten werkelijk spectaculair is.
Zo is daar de aller oudste Driekoningenoptocht van Spanje, die
plaatsvindt in Alcoy, of de enorm grote optochten van Elche en
Alicante, die gepaard gaan met praalwagens. In sommige plaatsen komen
de drie wijzen met de boot aan, hetgeen de associatie met Sinterklaas
nog vergroot, in andere plaatsen arriveren ze met de trein of op een
kameel. Ook heel bijzonder en sfeervol is de traditie in Elda, waar de
bevolking met toortsen de achter Elda gelegen berg Bolón oploopt en zo
de drie koningen, die in de schemering de berg afdalen naar het centrum,
bijlicht.Maar het mooiste van alles is waarschijnlijk wel het
observeren van de gezichten van de kleinste kinderen. Zij staan vol
ontzag te kijken als de drie koningen op hun paarden of kamelen voorbij
komen en ze verheugen zich zichtbaar op de snoep- en pakjesregen die
komen gaat.
In de gezinnen vindt deze pakjesregen meestal op 6
januari plaats. Dat is immers een feestdag en dus verzamelt de hele
familie zich om eerst samen te eten en daarna, onder het genot van een
roscón de reyes (banketstaaf met daarin verrassingen meegebakken), de
berg met pakjes uit te pakken. En dit jaar hebben de kinderen extra lang
de tijd om met hun nieuwe aanwinsten te spelen: meteen na Driekoningen
volgt namelijk een weekend.