De oale roop klinkt weer
s Morgens mist, s
avonds vroeg invallende duisternis: de adventstijd nadert onmiskenbaar.
Vanaf eind november klinken de melancholieke tonen van de
midwinterhoorns weer in stad en land.
Door Alice Plekkenpol
Voor de midwinterhoornliefhebbers kan de winter niet vroeg genoeg
komen. Toch moeten ze nog even wachten, want officieel mag pas vanaf de
27e november worden geblazen. Behalve bij ViVace, bureau voor muziek,
dans en kunstonderwijs in Enschede. Daar oefenen dertig belangstellenden
al zes weken lang op het produceren van een herkenbare oale roop. Met
een certificaat op zak kunnen zij zich straks aansluiten bij een echte
blaasgroep. Midwinterhoornblazen was lange tijd niet meer dan een
typisch oost-Nederlandse toeristische attractie. Maar de laatste jaren
neemt de interesse voor het blazen flink toe, blijkt onder meer bij
ViVace, waar voor het derde achtereenvolgende jaar een cursus wordt
verzorgd door viervoudig nationaal kampioen Edwin Steggink. De
belangstelling is enorm, meldt Haye Swart van ViVace. De eerste keer
hadden we zes deelnemers, vorig jaar dertien en nu al dertig. Dat is
meteen het maximum, er staan inmiddels twintig mensen op de wachtlijst
voor volgend jaar. Ook voor deelname aan een blaasgroep bestaat
zoveel animo dat de ploeg van het Ledeboerpark (foto) in Enschede zich
heeft moeten splitsen. Naar het hoe en waarom van de groeiende interesse
voor het midwinterhoornblazen kan Swart alleen maar gissen. Wel horen
wij dat veel mensen een midwinterhoorn in huis hebben hangen, ooit
gekregen of geërfd. Daar willen ze dan graag iets mee doen. Oorspronkelijk
werd vooral op het platteland geblazen, liefst boven een waterput zodat
de tonen zo ver mogelijk dragen van boerderij tot boerderij. Maar ook
in dorpen en steden hoor je tegenwoordig bij het invallen van de schemer
de hoorns.
|