Een zon- en strandvakantie is pas compleet als je een boottochtje kunt maken.
Dat
was het idee van de exploitanten die vijftig jaar geleden de eerste
boottochtjes begonnen uit te voeren tussen de haven van Benidorm en het
kleine eilandje dat voor de kust ligt, een onbewoond eiland waar de
meeuwen de baas zijn en waarover ook een paar leuke verhalen te
vertellen vallen.
Vanaf beide grote stranden in?Benidorm biedt
het kleine eilandje dat recht tegenover het oude centrum ligt, een
aantrekkelijke aanblik. Het is maar een klein stukje land van circa 350
bij 260 meter maar doordat er voor de kust van Benidorm verder geen
eilanden zijn en het isla de Benidorm op slechts twee zeemijl van de
populairste stranden van zuidoost-Spanje ligt, is het een gewild doel
voor een boottochtje.
Vissers brachten al sinds jaar en dag
toeristen die een paar pesetas op tafel wilden leggen naar het
eilandje. Maar het was in 1962 toen een zekere Andrés uit Valencia op
het idee kwam toeristenboten uit de haven te laten varen. Het plan werd
gerealiseerd door José Cervera uit?Benidorm en het familiebedrijf
Excursiones marítimas Benidorm was een feit. Het leuke is dat vandaag
de dag de excursie naar het eiland nog steeds worden georganiseerd door
dezelfde familie.
Heel veel is er in de afgelopen vijftig jaar
niet veranderd. De tochtjes met de golondrinas (zwaluwen), zoals de
boten liefkozend worden genoemd, duurden in de beginfase circa 35
minuten en nu nog slechts een dik kwartier. En de laatste twee decennia
is het mogelijk om via een boot met een glazen bodem de vissen en
koralen rondom het eiland te zien. Eén van de boten die het traject
haven-eiland afleggen heeft al zon glazen bodem. Wie op de andere boot
de overtocht maakt, kan op het eiland overstappen op een kleinere boot
met glazen bodem.
Een ander verschil met vroeger is het enige
huisje dat er op het eiland staat. Tegenwoordig is dit een restaurant
waar u typische Spaanse gerechten kunt nuttigen. Maar het gebouwtje had
in het begin een heel andere functie. Het was namelijk zo dat er tot
1959 behalve de vuurtoren geen enkel bouwwerk op het eiland stond. Het
was in vorige eeuwen wel gebruikt als uitvalsbasis door piraten en in de
negentiende eeuw zelfs door een aantal families die vluchtten voor een
cholera-epidemie in Benidorm en Villajoyosa, maar toen de Spaanse
regering op 8 augustus 1959 een wetswijziging doorvoerde, woonde er
niemand en stond er ook geen huis. De wetswijziging hield in dat alle
eilanden voor de Spaanse kust die niet bewoond waren, automatisch
eigendom zouden worden van de staat. De gemeente Benidorm reageerde door
in allerijl een wachthuisje te laten bouwen waarin een kustwacht moest
gaan wonen. Zo bleef het eilandje eigendom van de gemeente.De kustwacht
die in het huisje ging wonen, was Vicente Navarro, oom van de huidige
burgemeester van Benidorm. Toen drie jaar later de golondrinas met
toeristen naar het eilandje begonnen te komen, zag hij mogelijkheden
voor een extra inkomstenbron. Eerst verkocht hij flesjes frisdrank aan
de toeristen en later bouwde hij een bar in de huiskamer. Tegenwoordig
is dezelfde ruimte dus restaurant.