Droom is't leven, anders niet; 'tGlijt voorbij gelijk een vliet, Die langs steyle boorden schiet, Zonder ooyt te keeren. (uit gedicht Air van Jan Luyken).
St Jovan Bogoslov is een van de vele kerkjes van Ogrid en ligt op een klif in het meer.
Macedonië is nog geen klinkende naam als reisbestemming. Nieuwe
vluchten vanuit Brussel en Eindhoven naar Ohrid - waar Europa's diepste
meer zich bevindt - zouden daar wel eens verandering in kunnen brengen.
Even kennismaken!
Waar ligt Macedonië? In het midden van de Balkan, in
Zuidoost-Europa. Het maakte ooit deel uit van Joegoslavië, en is
onafhankelijk sinds 1991. Begrensd door Kosovo in het noordwesten,
Servië in het noorden, Bulgarije in het oosten, Griekenland in het
zuiden en Albanië in het westen. Hoofdstad is Skopje.Het is er nog heel
authentiek, met meer dan vijftig meren en zestien bergen hoger dan 2.000
meter.
Waar moet ik naartoe? Ohrid, aan het
gelijknamige meer, is een prachtig stadje. Het heeft kronkelige,
grotendeels verkeersvrije klinkerstraatjes, met overhangende etages en
rode daken. De stad werd gebouwd tegen een 700 meter steile heuvel, met
op de top het 11de-eeuwse fort van Tsaar Samuil. In die periode was
Ohrid de hoofdstad van het Bulgaarse imperium en kreeg de stad de
bijnaam 'Jeruzalem van de Balkan'. Orthodoxe kerken en kapelletjes zijn
er bij de vleet. Er wordt beweerd dat er 365 gebedsplaatsen zijn, één
voor elke dag. Meest fotogeniek is het St Jovan Bogoslov kerkje, even
buiten de stad op een vooruitstekende klif in het meer. Vissers varen je
er voor een habbekrats naartoe. Wie te voet gaat, passeert langs de
visserswijk Kaneo, met leuke terrasjes aan het water.
Het
doodstille meer is een attractie op zich. Het ligt in het zuidwesten van
Macedonië, op de grens met Albanië. Met 289 meter diepte wordt de 350
vierkante kilometer grote plas het diepste en oudste meer van Europa
genoemd. Groene bossen, rotspartijen en ruige bergen omzomen het. Een
rondrit langs de oevers levert steeds veranderende uitzichten op. In het
westen doemen de woeste bergen van Albanië op en zie je 's avonds de
zon ondergaan, wat voor magnifieke kleurschakeringen zorgt.
Wanneer ga ik? Onze
zomer: in de streek heerst een mediterraan klimaat met 260 zonnige
dagen per jaar. Reken op ± 25 °C of meer. Geen tijdverschil.
Voor wie? Natuurliefhebbers
kunnen mooie wandelingen maken op de flanken van het meer en voor
sportievelingen zijn er mountainbikeroutes. Langs de Macedonische kant
ligt het Nationaal Park Galicica. Hier leven zeldzame diersoorten, zoals
de Balkanlynx. De hoogste bergtop is de habitat van steenarenden,
slechtvalken en vale gieren.
Zeker een omweg waard is het
orthodoxe klooster van Sint-Naun, dat vanop een rots over het meer
uitkijkt. Luidruchtige pauwen heten je er welkom en in het kerkje zijn
mooie fresco's te bewonderen. In de buurt van het klooster liggen
bronnen en een idyllisch riviertje waarop je kan roeien.
Voor wie
niet bang is van een cultuurschokje: het zuidwestelijke deel van het
meer behoort tot Albanië en de grenscontrole gebeurt hier nog erg
grondig. Je rijdt er over slechte wegen en ziet overal koepelvormige
bunkertjes, een erfenis van de communistische dictator Hoxha die er
veertig jaar de plak zwaaide.
Langs het water in Pogradec, het
enige Albanese stadje aan het meer, zie je overal barak-restaurantjes
waar Ohrid-forel wordt geserveerd. Die bedreigde vis mag niet meer in
Macedonië gevangen worden, maar langs deze kant wél. Overheerlijk en
voor geen geld.
Voor wie niet? Strandfanaten
en families met kinderen die all-inparadijzen gewend zijn. Alleen bij
het stadje Struga vind je een echt strand. Elders tref je keien en
kiezels aan, soms gras en riet. Veel hotels hebben pontons in het meer
van waarop je een duik in het kristalheldere water kunt nemen. Ook
fijnproevers zijn niet aan het juiste adres. Restaurants bieden stevige
kost aan, maar niet altijd hoogstaand. Het bier en sommige wijnen zijn
wél lekker. En je kan eten en drinken voor weinig geld. Een pintje kost
nog geen euro (1 euro = ± 62 denars).
Waar kan ik logeren? De
meeste hotels in de streek liggen aan het meer. Meestal gaat het om
grote hotels uit de jaren van de communistische leider Tito. Ondanks de
renovaties heerst er nog steeds een Oostblok-sfeertje, waardoor
gezelligheid niet meteen het sterkste punt is. Toch worden er grote
inspanningen geleverd om alles op te frissen en is het comfort op de
kamers aanvaardbaar. In het straatbeeld van Ohrid duiken steeds meer bed
& breakfasts op en er zijn ook campings. Naast de lage prijzen voor
eten en drinken, valt ook de prijs voor een hotelverblijf reuze mee.