Droom is't leven, anders niet; 'tGlijt voorbij gelijk een vliet, Die langs steyle boorden schiet, Zonder ooyt te keeren. (uit gedicht Air van Jan Luyken).
Het 'oehoehoe' van de midwinterhoorn klinkt weer als wolfgehuil over Twentse akkers.
Hoe kun je het klaaglijke geluid van demidwinterhoorn uitleggen?
Het 'oehoehoe' van de anderhalve meterlange houten hoorn die in Twente
en de Achterhoek op de eerstezondag van de Advent uit de put wordt
gehaald om er 's avonds bijde schemering op te blazen.
Dit blazen gebeurt alleen in de adventstijd,
verteltmidwinterhoornblazer Henk Steggink uit Rossum bij
Oldenzaal.Omdat de blazers de geboorte van het kerstkind aankondigen.
Datis niet altijd zo geweest. De traditie gaat terug tot de Keltenen de
Germanen. Midden in de donkerste periode van het jaar -vandaar de naam
midwinterhoorn- joegen onze voorvaderen met hetsonore geluid de boze
geesten van het erf en keerden zij dewinterse duisternis.
En in
tijden van oorlog gebruikten de Germanen de hoorn vanhet oerrund -de
voorloper van de houten hoorn- alsintimidatiemiddel, weet Steggink. Ten
bewijze voert hij deRomeinse geschiedschrijver Tacitus op, die bij de
beschrijvingvan de slag in het Teutoburgerwoud (9 na Chr.) van
het'angstaanjagende geluid van de hoorns' rept. De Romeinen noemdenons
de Tubanti, wat hoornblazers betekent. Daar is later hetwoord Twente van
afgeleid.
Na de kerstening werd het Germaanse gebruik ingepast
in hetchristelijk geloof en ging het niet meer om de komst van hetlicht
maar van het Christuskind. Zeker is dat het karakteristiekeinstrument
voor het eerst te zien is in een christelijke context,en wel in een
illustratie bij psalm 150 die rond het jaar 800wordt gedateerd.
Traditiegetrouw
speelt maar één blazer tegelijk. Vaak staande blazers in groepjes en
reageert iemand van de ene groep op hetgeblaas van een ander. Maar
prachtige melodieën hoeft deluisteraar niet te verwachten; het
hoorngeschal kent weinigklankvariatie. Bij het bespelen van het
instrument bolt debloazer zijn wangen en door steeds harder te blazen,
bereikt hijde hoogste van de vijf tot zeven natuurtonen die de
hoornvoortbrengt. Dan is de lucht op en komt hij weer terug bij
degrondtoon.
Op dit traditionele patroon - 'n oald'n roop genoemd -
wordthier en daar gevarieerd, al is dat bepaald niet naar ieders
zin.Felle tegenstanders van de tierelantijnen zweren bij 'n oald'nroop.
Ook Steggink geeft daar de voorkeur aan. De oald'n roopklinkt als
wolvengehuil en gaat door merg en been. Je moet welecht kracht zetten
bij het blazen, maar dan hoor je het ook inde wijde omtrek.
Hij
wijst erop dat door dat krachtige geluid de midwinterhoornvan oudsher
tevens een communicatiemiddel was van boeren, herdersen nomaden. In de
18de eeuw bijvoorbeeld, toen katholiekeerediensten niet werden
getolereerd in Twente. Wanneer de Drostrondreed op zoek naar illegale
misvieringen, waarschuwden dekatholieke boeren elkaar met de
midwinterhoorn. En in deAchterhoek werd op de hoorn geblazen wanneer
smokkelaars actiefwaren en de douane ze op het spoor dreigde te komen.
Het
maken van een midwinterhoorn is handwerk. Overlangsdoorgesneden elzen-,
wilgen- of berkenstammetjes worden uitgeholden weer aan elkaar geplakt.
Oorspronkelijk legde men een rietenbies tussen de twee helften, waarna
ze met wilgentwijgen ofbraamstengels werden vastgebonden. Vervolgens
werd de hoorn inde put gelegd. Door het water zet de bies uit en blijven
de tweehelften aan elkaar zitten. Steeds meer hoornmakers
gebruikenechter moderne lijm. Ook Steggink, die -waarschijnlijk als
enige-zelfs gekuipte hoorns maakt: hoorns vervaardigd uit houtenduigen,
net zoals wijnvaten en biertonnen. Dat is niks nieuws,vóór de oorlog
gebeurde dat ook al. Het voordeel is dat je ergeen bomen voor hoeft te
kappen, wat vaak illegaal gebeurt.Bovendien blazen ze makkelijker en
beter.
De hoorn kan niet gestemd worden. Daardoor is het
mondstuk,gemaakt van eenjarig vlierhout, enorm belangrijk. Dit
mondstuk,ook wel happe of spool genoemd, verschilt dan ook per persoon.
De
eeuwenoude traditie van het hoornblazen is weerspringlevend. Aan het
begin van de jaren vijftig van de vorigeeeuw was dat wel anders. De
enkele hoorn die toen nog op deze ofgene boerderij aanwezig was, stond
meestal doelloos naast de put.Met een wedstrijd tussen het handjevol nog
praktiserende blazerskwam daar verandering in. Het enthousiasme groeide
gestaag en menblies niet meer alleen boven een put, waarin de hoorn nat
werdbewaard, maar ook vanaf kerktorens en tijdens kerstmarkten.
Dat
laatste ging sommigen evenwel te ver, omdat het niets meermet 't old
gebroek te maken had. Een jaarlijksemidwinterhoornwandeling maakte een
einde aan het commerciëlegeblaas bij hotels en op markten. Dat was in
1984 en sindsdienwordt er elk jaar een wandeling georganiseerd, steeds
door eenandere lokale vereniging. Duizenden wandelaars komen op
hetevenement af. Lopend over de glooiende akkers van Twente (en ookin de
Achterhoek is de traditie van het midwinterhoornblazen weertot bloei
gekomen) luistert men naar het hoorngeschal datkilometers ver draagt.
Vooral als het stevig vriest.