Spaanse likeurtjes voor na de maaltijd
Veel
restaurants bieden u na het nuttigen van een uitgebreide lunch of diner
een likeurtje van het huis aan. Deze likeurtjes zijn er in veel soorten
en smaken en niet alle namen zijn bij ons noorderlingen bekend. Vandaag
stel ik er een aantal aan u voor. De functie van een
likeurtje na de maaltijd is meerledig. De restauranthouder drukt er
zijn waardering voor uw bezoek mee uit en u krijgt de kans uw aangenaam
verblijf nog eventjes te verlengen. Maar vele van deze chupitos zijn
heel goed voor de spijsvertering en het lekkere afzakkertje heeft dus
ook praktisch nut. Twintig jaar geleden was het drankje van het
huis aan de Costa Blanca vrijwel altijd een appellikeurtje, een mistela
of een kruidenborreltje. Tegenwoordig is de variatie veel groter.
Restaurants zonder veel fantasie haken in op de populariteit van de
Italiaanse limoncello maar er zijn ook restaurants waar je kunt kiezen
uit diverse huisgemaakte drankjes of streekspecialiteiten.Het drankje
dat na de limoncello tegenwoordig het vaakst op tafel komt, is de orujo.
Deze doorzichtige borrel wordt vervaardigd van wat er over is van de
druiven na de wijnbereiding. Orujo betekent dan ook letterlijk droesem
en het is juist dit bezinksel dat het kenmerk vormt voor de originele
orujo, die vaak wordt verward met brandewijn. Orujo is oorspronkelijk
afkomstig uit Cantabrië en Galicië maar heeft zich in de laatste
decennia verspreid over heel Spanje. De druivenresten worden
gedestilleerd en er ontstaat een drank met een alcoholpercentage van 40
tot 60 procent. Hetzelfde drankje wordt ook in Italië veel gefabriceerd,
daar heet het grappa.Een variatie op de orujo is de orujo de hierbas.
Aan de resten van de druiven worden in de natuur groeiende kruiden
toegevoegd en het geheel krijgt na bereiding een lichtgroene of gele
kleur. Tijm, rozemarijn, anijs, munt en salvia zijn de meest gebruikte
kruiden voor dit drankje hoewel de samenstelling overal weer anders is.
De kruidenversie van de orujo is bijzonder
digestief en verkwikkend. In vroeger tijden werd dit drankje veel
genuttigd door mensen die het land bewerkten. Zij stonden voor dag en
dauw op, nuttigden hun ontbijt en sloten dat af met een kleine
kruidenborrel om verkwikt aan de slag te kunnen gaan. Een ander
dessertdrankje dat van druiven wordt gemaakt, is de vooral in het
noorden van de provincie Alicante zeer populaire mistela. Mistela wordt
gemaakt door aan druivensap zoveel alcohol toe te voegen dat het sap
niet gaat fermenteren. Dat wordt bereikt bij een percentage van 15 of
hoger. Aan de originele mistela wordt geen enkel ander ingrediënt
toegevoegd maar in de loop der jaren zijn er talloze variaties op
ontstaan, sommige alleen met honing of zoetstoffen, andere met
koffiebonen, sinaasappelschillen of kruidnagel. Een likeur die
afkomstig is uit de provincie Alicante en vooral in restaurants in Elche
veel als drankje wordt aangeboden, is de cantueso. Cantueso wordt van
de gelijknamige plant gemaakt, een familielid van de tijm (thymus
moroderi). Deze plant wordt gedestilleerd en er wordt suiker toegevoegd.
Het resultaat is een lichtbruin drankje met een alcoholpercentage van
25 tot 30 dat behalve lekker ook goed is voor de spijsvertering. In
Monforte del Cid - in de binnenlanden van de provincie Alicante - is
men trots op de anijslikeur die hier vandaan komt en die een
kwaliteitserkenning (denominación de origen) heeft. Dit drankje, anís
paloma, wordt gemaakt door wilde anijs en/of steranijs te distilleren in
neutraal smakende alcohol van 40 tot 55 procent. Het resultaat is een
doorzichtige, zoete drank met een aangename anijssmaak.Een specialiteit
van de stad Alcoy is koffielikeur, café de Alcoy genaamd. Dit drankje
wordt aangeprezen als aperitief maar in de praktijk wordt ze ook vaak
bij de koffie na de maaltijd geserveerd. De koffielikeur wordt gemaakt
door gemalen koffie te laten weken in smaakloze alcohol met een
percentage van 15 tot 25 procent. Het resultaat is een donkerbruine,
niet al te sterke drank.Afkomstig uit Baskenland maar al decennialang
populair in heel Spanje is de pacharan, een likeur van sleedoornbessen
en anijs. De bessen worden geweekt in brandewijn met anijssmaak en het
resultaat is een zoete likeur met een alcoholpercentage van tussen de 25
en 30. Volgens de overlevering wordt pacharan vooral in de regio
Navarra al sinds de Middeleeuwen gedronken maar zijn er in vrijwel heel
Spanje recepten bekend van dranken die met behulp van de bes van de
sleedoorn worden gebrouwen. Behalve de sleebes worden ook veel
andere vruchten- en notensoorten gebruikt voor het brouwen van
likeurtjes. De bekendste is waarschijnlijk de appel maar ook
sinaasappels, citroenen, perziken, kiwis, bananen, amandelen,
hazelnoten, bramen, allerlei soorten bessen en zelfs de vruchten van de
aardbeiboom worden gebruikt om alcoholische drankjes van te brouwen. In
de meeste gevallen gebeurt dit door het fruit een maand in een liter
brandewijn of alcohol te laten staan en vervolgens suiker toe te voegen.
In sommige restaurants maakt men de aangeboden likeurtjes zelf of heeft
men een kennis of familielid dat deze drankjes maakt. Zo hoeft de gift
aan de klant niet zo duur uit te vallen en kan men ook nog af en toe van
smaak of recept veranderen. Het hoeft u dan ook niet te verbazen als de
flessen die na de maaltijd op tafel verschijnen vaak geen etiket hebben
zodat u maar moet afwachten hoe sterk het vocht is dat u naar binnen
gooit en waar het van gemaakt is. Maar minder lekker is het er zeker
niet om! Door: Bea Lutje Schipholt
(Bron: Weekblad de Week)
|