Droom is't leven, anders niet; 'tGlijt voorbij gelijk een vliet, Die langs steyle boorden schiet, Zonder ooyt te keeren. (uit gedicht Air van Jan Luyken).
Met de boot kan je aanmeren op de eilanden rond La Maddalena, in het uiterste noorden van Sardinië.
Sardinië is rijk aan fascinerende kuststroken. De Costa Smeralda in
het noorden is vooral de speeltuin van de jetset, maar het op één na
grootste eiland van de Middellandse Zee heeft nog andere adembenemende
stukken kust die zeker zo mooi zijn. Bovendien sta je overal in geen
tijd midden in het groene en nog ongerepte platteland.
Pastelkleurige gevels weerspiegelen in het water aan de kade van Bosa.
Een typisch verlaten kerkje in het binnenland.
Het charmante stadje La Maddalena is perfect voor een daguitstap.
Vanuit Porto Cervo rijd je in slechts tien minuten naar het prachtige Liscia-meer.
Grand Hotel Smeraldo Beach
De Costa Smeralda, of de smaragdkust, heeft haar naam zeker niet
gestolen. Prachtige stranden en baaien met helder ondiep water, van
elkaar afgescheiden door geelbruine rotspartijen die een eind in zee
uitwaaieren. Dit lijken de Seychellen wel. Tot in het begin van de jaren
60 was de 55 km lange Costa Smeralda in het noorden nog puur en
ongeschonden. Maar onder aanvoering van de steenrijke prins Aga Kahn
verrees hier een soort Sardijns Saint Tropez, waarop rijken, jetsetters
en beroemdheden afkwamen als bijen op een pot stroop.
Vissersbootjes
hebben hier al lang plaats geruimd voor dure jachten. Dé pleisterplaats
voor 'rich and famous' is Porto Cervo, een imitatie van een mediterraan
dorp met witte gevels en geplaveide straatjes. Alleen worden de
steegjes niet afgeboord met slagers en pizzeria's, maar peperdure
winkels van Versace, Prada en Gucci. We hielden het bij een spumante van
12 euro en speurden vergeefs naar een bekend gezicht. Maar aan de
bolides die voor het Grand Hotel Porto Cervo staan te zien, waren ze er
wel.
Heb je het gehad met al die pracht en praal, rij dan tien
minuten landinwaarts en je baadt in een groen decor met rotsen als
dinohoofden, afgeronde bergtoppen op de achtergrond en nauwelijks
huizen. Na een halfuur ligt het Liscia-meer voor je te glinsteren. Aan
de oevers één hotel, Valkarana, met aan de achterdeur een slingerend nog
actief spoorweggetje. In omringende dorpjes als Aggius, Arzachena,
Telti of San Antonio di Gallura kost een cappuccino of cola geen 2 euro
en boek je een kamer in een 'agriturismo'. Bij de boer dus, op het
platteland.
Terug aan de kust maak je een wijde boog rond Porto
Cervo en neem je vanuit Palau de ferry naar de Archipelago della
Maddalena, het nationale water- en eilandenpark. De archipel bestaat uit
zeven grotere en talrijke kleinere eilanden en ligt in de Straat van
Bonifacio tussen Corsica en Sardinië. Het belangrijkste eiland is La
Maddalena, dat via een brug verbonden is met Caprera. Beide eilandjes
hebben hotels, campings, restaurants, bars en winkels.
Het stadje
La Maddalena is een leuke daguitstap. Je kan er rondslenteren tussen de
eeuwenoude huizen, een terrasje meepikken in de vissers- of jachthaven
of uitgebreid shoppen. Wil je weten waarom er hier zoveel knappe
Italianen in uniform rondparaderen? Omdat een deel van La Maddalena
militair gebied is.
Polynesië van Italië De
eilandengroep is ook geliefd bij zeilers en wordt wel eens het Polynesië
van Italië genoemd. Het water is onwaarschijnlijk blauw, de stranden op
de 23 eilandjes soms suikerwit. Tussen de eilanden varen zeilboten - de
Velieri di Prestigio - die tot in de kleinste baaien kunnen aanmeren.
Zoals in Lover's Bay op Isola Spargi. Ruim tijd voor een zwempartij in
het heldere water, een romantische lunch op een paradijselijk strandje
of de verkenning van onbewoonde eilandjes, waarvan vele beschermd zijn.
Rond Santo Stafan met zijn geheimzinnige grottenstelsel zwemmen
karetschildpadden en op de klippen bouwt de zeldzame koraalmeeuw zijn
nest. Op Razolli mogen alleen wetenschappers komen vanwege het kwetsbare
ecosysteem. Diverse meeuwensoorten en de zeldzame Middellandse zee
stormduiker broeden hier in kolonies.
Kust van de Gieren De
noordwestkust van Sardinië ziet er helemaal anders uit dan de Costa
Smeralda. We begonnen onze kustroute in Bosa en dat bleek meteen een
voltreffer. Pastelkleurige gevels aan de kade weerspiegelen in het water
van de Temo, de enige bevaarbare Sardijnse rivier die in zee stroomt.
Laat de auto hier staan en klim via trappetjes en steegjes de
middeleeuwse wijk, de Rione Sa Costa, in. Hier zitten de vrouwen nog op
straat te borduren. Vele van hun mannen zijn goudsmid. In Bosa kan je
het aantal toeristen op één hand tellen. De Corso Vittorio Emanuele II
heeft winkels waar het interieur in geen honderd jaar is veranderd. De
palmenstraat Lungotempo de Gasperi is bezaaid met paleizen uit de 18de
en 19de eeuw.
Bosa is misschien wel het leukste stadje van
Sardinië, maar ook Alghero kon ons bekoren. Tussen beide ligt de Costa
dei Grifoni en je rijdt hier langs begroeide kliffen met af en toe een
baai met een strandje. Alghero is druk en toeristisch, met een verzorgd
historisch centrum. Eigenaardig genoeg is de kuststad meer Spaans dan
Italiaans, want vier eeuwen lang, vanaf 1354, was Alghero in Catalaanse
handen. Nog altijd spreekt 70 % van de bevolking ook Catalaans. Chef
Benito Carbonella van restaurant Al Tuguri blijkt de grote vaandeldrager
te zijn van de mediterrane en Catalaanse keuken, en schreef al diverse
kookboeken.
Een van de mooiste plekken om de zon in de zee te
zien zakken, zijn de klippen van Capo Caccia, even voorbij Alghero. Dat
je moet terugkeren in het schemerdonker, neem je er graag bij.
Heb
je nog een dagje extra, dan kan je vanuit Alghero een ommetje maken via
Sassari tot in Isola Rossa aan de noordkust. De rit gaat door een
streek met prachtige romaanse kerkjes die vaak middenin het heuvelland
staan. Het is er sereen en stil, zoals dat hoort op Sardinië.
Logeren Costa dei Grifoni: in Bainas (Bosa) vind je een landelijk hotelletje met biokeuken. Prijs op aanvraag (Italiaanse website). Agriturismo Bainas Bosa
Lago
della Liscia: in San Antonio di Gallura, hotel Valkarana (***) met
kamers in bungalowstijl aan het meer, met terras en tuin voor de deur.
Vanaf 110 euro per kamer per nacht met ontbijt. Valkarana
Costa
Smeralda: Grand Hotel Smeraldo Beach (****) aan de Costa Smeralda,
Porto Cervo op 7 km, Palau (voor de ferry) op 31 km. Mooi uitzicht op
zee en strand van Baja Sardinia. Per persoon vanaf 95 euro per nacht in
halfpension, bij Transeurope (via reisagent).
La Maddalena: Il
Gabbiano (***) aan de zuidkust van het eiland La Maddalena, met uitzicht
op zee en de eilanden Caprera, Santo Stefano en Spargi, met eigen
aanlegplaats voor gasten die een eigen zeilboot hebben. Geen luxe. Vanaf
80 euro per kamer per nacht met ontbijt. Hotel Il Gabbiano
Het najaar is de ideale periode voor een wandelvakantie. In veel
streken is het dan minder warm en de natuur tooit zich met een
buitengewoon kleurenpalet. Wie het allermooiste wil zien, reist naar
Wales dat niet alleen bekoort met een onvoorstelbare natuurpracht maar
de wandelaar eveneens verwent met tal van bezienswaardigheden langs
bewegwijzerde paden, met leuke verblijfplaatsen en met een rijke
gastronomie.
Eigenlijk kun je stellen dat Wales één groot natuurgebied is waarvan
grote delen ook beschermd zijn zoals het Snowdonia National Park en het
Brecon Beacons National Park. De kust is ronduit fascinerend met
schitterende zandstranden, steile rotsklippen en daartussen
schilderachtige vissersdorpen en stadjes waar je de typisch Welshe sfeer
kunt proeven. Het binnenland imponeert met duizend meter hoge bergen,
rivieren die zich een weg banen door groene, bosrijke dalen en
uitgestrekte weidegronden met tienduizenden schapen.
Bewegwijzerde paden Het
najaar in Wales schenkt de natuurliefhebber milde temperaturen en niet
zelden zijn de maanden september en oktober ook droog. De wandelaar kan
alle kanten op want er is een gigantisch netwerk van bewegwijzerde
paden. Je kan kiezen uit korte, makkelijke wandelingen, dagtrips en
lange afstandspaden die Wales van noord naar zuid en van oost naar west
doorkruisen.
Offa's Dyke Path Een zeer
afwisselende lange afstandsroute is Offa's Dyke Path. Onderweg passeer
je historische stadjes, kastelen, abdijen en tal van tekens die
verwijzen naar vroegere bewoning. Langs de 285 km lange route zijn er
voldoende bevoorradingsplaatsen en er is ook een Offa's Dyke Centre met
een interactieve tentoonstelling die je alles vertelt over de streek en
zijn bewoners. Wandelen kun je afwisselen met allerlei bezoeken en
belevenissen die ook de jongeren zullen boeien zoals een ritje met de
stoomtrein van de Llangollen Railway.
Glyndwr's Way Nog meer wandelplezier kun je beleven langs de Glyndwr's Way,
in 2000 erkend als een 'National Trail'. De naam komt van de volksheld
Owain Glyndwrs die tijdens de 15de eeuw leefde in Midden Wales. De route
is 217 km lang en je hebt er 9 dagen voor nodig maar uiteraard kun je
ook stukken van het wandelpad lopen. Hoe dan ook is deze wandeltocht een
kennismaking met het zeer gevarieerde landschap van Wales en
daarenboven kan de route ook gecombineerd worden met Offa's Dyke Path.
Lake Vyrnwy Wales
is beslist ook een reisbestemming voor families en er zijn heel wat
wandelmogelijkheden langs paden die men bestempelt als 'gently family
walks'. Tijdens de herfstvakantie kun je bijvoorbeeld rond Lake Vyrnwy
of door de Wye Valley wandelen ophet grensgebied met Engeland.
Voortaan
vliegt Ryanair ook rechtstreeks vanuit Charleroi naar Genua.De
havenstad aan het begin van de Ligurische Rivièra heeft charme,
karakter en geschiedenis in overvloed. Italiaanser kan bijna niet.
Verdwaal gerust in de smalle steegjes van "Genova la Superba".
Genua
is een doolhof van "caruggi", smalle kasseisteegjes. Heerlijk om een
namiddag door te slenteren en dan te verpozen op een terrasje.
Het Palazzo Reale in de Via Balbi is een van de vele paleizen waarin musea zijn ondergebracht.
Het rijkelijk versierde Palazzo San Giorgio deed lange tijd dienst als bank.
Deze replica van een 16de-eeuws galjoen werd gebruikt voor de film Pirates.
Genua,
geprangd tussen de zee en bergen, heeft het grootste middeleeuwse
centrum van Europa, gelegen op de steile heuvels achter de haven. Het
is een doolhof van kleine en vaak donkere caruggi of kasseisteegjes.
Auto's kunnen er niet in, zo smal zijn ze. Een stadsplan helpt hier niet
echt. Loop gewoon verloren, want plots sta je voor een mooi plein, een
gotische of barokke kerk, of een indrukwekkend palazzo. De
belangrijkste winkelstraat is de Via XX Settembre.
Haven
Begin jaren 90 wilde sterarchitect en Genuees Renzo Piano zijn stad
weer in contact brengen met het water. Hij pakte de oude haven aan, die
uitgroeide tot de grootste stadsattractie en omzoomd is met palmbomen,
cafés en restaurants. Centraal in de Porto Antico prijkt nu de Bigo,
een ronddraaiende lift die op een octopus lijkt en van waaruit je een
panoramisch zicht hebt over de haven en de stad. Piano is ook
verantwoordelijk voor de Biosfeer, een drijvende bol met binnenin
tropische planten en exotische dieren. Maar dé blikvanger van de oude
haven blijft toch de 117 meter hoge La Lanterna, een vuurtoren die er al
van de 16de eeuw staat. Boven heb je een prachtig panorama over de
stad.
In diezelfde oude haven kunnen kleine en wat grotere kinderen hun hart
ophalen in de Cittá dei Bambini, een technologisch museum waar ze van
alles kunnen uitproberen.
Vlakbij, in een schip dat voor anker ligt, vind je het Aquario, een van
de grootste aquaria van Europa. Pinguïns, dolfijnen, zeehonden of
haaien, maar ook reconstructies van ecosystemen, in een kleurrijke
omgeving. Nog leuk voor kinderen is een bezoek aan een levensgrote
replica van een 16de-eeuws galjoen dat voor de film Pirates van Roman
Polanski werd gebruikt.
Palazzi
Palazzi zijn er bij de vleet in Genua, zoals Palazzo Ducale, Palazzo
San Gorgio, Palazzo Reale en Palazzo Spinola, allemaal ingericht als
museum. Aan de haven prijkt het palazzo van admiraal Andrea Doria - de
machtigste man uit de 16de eeuw - met prachtige muur- en
plafondschilderijen en een grootse tuin.
Wil je de mooiste façades zien, wandel dan langs de "nieuwe" straten,
de Via Garibaldi, Cairoli en Balbi. Hier lieten rijke bankiers,
handelaars en reders tijdens de gouden eeuw van Genua (16de -17de eeuw)
spectaculaire paleizen bouwen, nu Unesco-werelderfgoed. Enkele zijn
open voor het publiek en als museum ingericht, zoals het Palazzo
Bianco, het Palazzo Rosso en het Palazzo Doria Tursi, met een prachtige
binnenplaats. Naast weelderige interieurs tonen ze onder meer werk van
Van Dyck en Rubens. Die laatste was een echte fan van Genua en de
Genuezen van hem. Hij schilderde hier tal van notabelen en publiceerde
zelfs een tekeningenboek over de paleizen van de stad. Je kan hier
verscheidene werken van de Antwerpse meester en zijn leerlingen
bezichtigen.
Columbus
De bekendste zoon van Genua is Christoffel Columbus, die hier in de
15de eeuw werd geboren. Hoewel de ontdekkingsreiziger al op zijn 20ste
de stad verliet, pakt Genua graag met hem uit. Het Museo del Mare
vertelt de geschiedenis van Genua en de zeevaart, maar er is ook een
grote zaal aan de ontdekkingsreizen gewijd. Je kan het bescheiden
huisje bezoeken waar Columbus opgroeide als zoon van een wolwever. Het
illustreert vooral in welke omstandigheden hij zijn jeugd doorbracht.
Kabelbanen
Genua kent zulke grote hoogteverschillen dat er naast trappen en liften
ook tandrad- en kabelbanen met rode wagonnetjes zijn die als openbaar
transportmiddel worden gebruikt en van waaruit je uitkijkt over de stad
met zijn gele, groene, beige en roze blokkendozen. Vanaf Piazza Manin
kan je ook de bergspoorlijn naar het mooie dorp Casella in de
Apennijnen nemen, een heerlijke route van 65 minuten langs drie
valleien. Het treintje tuft langs bergkammen, viaducten, bossen en
tunnels.
Pesto
De groene pastasaus pesto is al eeuwen een belangrijk product in Genua.
Het wordt gemaakt van Genuese basilicum, olijfolie, knoflook en
pijnboompitten. Ga op zoek naar streekproducten in de overdekte Mercato
Oriëntale, en ga ook eens authentiek eten. De Antica Osteria di Vico Palla
(wél reserveren) in de oude havenbuurt Porto Antico serveert onder
meer mandili al pesto, een soort pasta met de beroemde saus op basis
van olie, basilicum en pecorino.
Kust
Genua is ook een ideale uitvalsbasis om de Ligurische Riviera del
Levante verder te ontdekken, met schilderachtige dorpjes als Portofino,
de Cinque Terre of Portovenere. Maar ook in de directe buurt van Genua
kan je die sfeer al opsnuiven in het visserdorpje Bocadassa. Met zijn
kleurrijke huisjes en bootjes aan de haven is dit een favoriet
weekenduitstapje voor de Genuezen.
Heel leuk zijn de straten met hun winkeltjes vol typisch Venetiaanse producten.
Beperk
je in Venetië niet alleen tot het drukke San Marco. Neem eens de
waterbus en vaar naar een eilandje in de buurt. Ze zijn rustiger en je
vindt er nog het échte en pure Venetië terug. Chioggia is de grootste
verrassing van de lagune. Dit is Venetië in het klein, weliswaar zonder
gondels, maar ook met veel minder toeristen.
Op Chioggia vind je geen gondels, alleen visserbootjes. Bijna iedereen leeft hier van de visserij.
Chioggia bestaat uit een netwerk van kanaaltjes, die door het Canale Vena verbonden zijn.
Ponte Vigo, de brug over het hoofdkanaal.
Pellestrina, een langgerekt eiland dat op zijn smalst slecht een tien meter breed is, telt vier dorpjes.
Elk huis op Burano heeft zijn eigen kleurtje. Auto's rijden hier niet.
Het
kleine Venetië wordt het genoemd. 'Het échte Venetië', zeggen anderen
over Chioggia, een schilderachtig eilandje van 30.000 inwoners op een
dik uur varen en rijden van het bekende Venetië. Het aantal toeristen
dat hier jaarlijks neerstrijkt, is maar een fractie van wat ze
dagelijks bij de grote broer te verwerken krijgen. Bovendien lijkt dit
visserseiland met zijn kanalen, bruggen en doorkijkjes op Venetië,
alleen zijn de huizen nog ouder en veel minder gerestaureerd.
"Dit is geen openluchtmuseum, hier wordt wel degelijk nog geleefd",
vertelt Dirk Messiaen uit Waregem, die al sinds zijn jeugd hier kind
aan huis is. Vijftig jaar geleden leerde zijn tante in Brussel een
inwoner van Chioggia kennen, zij ging met hem mee en ze trouwden.
Sindsdien gaat Dirk meermaals per jaar naar Chioggia.
"Chioggia is de grote visleverancier van Italië", vervolgt Dirk. "De
dagelijkse vismarkt onder de zonnewerende rode luifels is een
bezienswaardigheid. Alle restaurants serveren hier spartelverse vis en
zeevruchten uit de Adriatische Zee. Wie vlees wil, wordt scheef bekeken
en moet vooraf bestellen. Je eet nergens betere vis dan in Chioggia en
tienmaal goedkoper dan in Venetië. In het hoogseizoen moet je 's
middags reserveren of je raakt er 's avonds niet binnen. Zowat iedereen
werkt of leeft van de visvangst. Wie dat eens van dichtbij wil
meemaken, kan 's ochtends vroeg meegaan met een vissersboot."
De hoofdstraat van Chioggia wordt geflankeerd door een kleurrijke mix van gothische palazzi, bars en osteria's.
"Loop eens de smalle zijstraatjes in, de calli", raadt Dirk aan. "Je
vindt hier nog 17de-eeuwse toestanden. Wasgoed dat hangt te drogen over
de steegjes heen, bewoners die hun eten buiten koken, winkeltjes die
van een naald tot een Vespa verkopen, pensionnetjes met enkele kamers.
Ook heel leuk zijn de arcaden, of 'portici', waar je winkeltjes vindt
die typische Venetiaanse producten verkopen, en galerijtjes van
plaatselijke kunstenaars.
Het oude Chioggia laat zich het best te voet verkennen, ook al rijden
er auto's rond. Op de verkeersvrije Corso Popolo liggen niet minder dan
zes kerken, waaronder een kathedraal, binnen een afstand van honderd
meter en ze zijn allemaal het bezoeken waard."
"Ook het museum is een aanrader: het toont niet alleen de geschiedenis
van de visvangst, maar ook het dagelijkse leven van Chioggia. Eigenlijk
is het visserseiland in al die jaren dat ik het ken nauwelijks van
aanblik veranderd."
Badplaats
Een autoweg vanuit Chioggia loopt naar de badplaats Sottomarina, met
een 8 km lang strand, hotels, campings en zelfs een pretpark voor de
kinderen. "'s Morgens komen de Italianen er zonnen en zijn ze er bijna
alleen, 's namiddags de toeristen. Veel Nederlanders, die al langer
Chioggia hebben ontdekt, omdat het er veel goedkoper is en ze van
hieruit ook makkelijk naar Venetië kunnen", zegt Dirk.
Eén keer per jaar kan je in Chioggia op de koppen lopen, tijdens - hoe
kan het anders - het feest van de vis, de Sagra del Pesce, dit jaar van
9 tot 18 juli. Er zijn optochten en bezoekers eten er vis uit een
plastiek bordje, voor amper 8 euro.
Warmer
Voor wie voor het eerst naar Chioggia gaat, heeft Dirk nog deze tips:
"In volle zomer zijn de muggen hier bijzonder actief, dus is een
paardenmiddel nodig om ze van je af te houden. Chioggia is ook warmer
dan Venetië, het kwik stijgt er makkelijk boven de 30 graden. Let dus
op met zonnebaden."
"De meeste toeristen doen Chioggia als een daguitstap vanuit Venetië.
Maar als je eenmaal van de sfeer op het eiland hebt geproefd, wil je
hier wat langer blijven. Chioggia werkt verslavend, men weze
gewaarschuwd."
Praktisch
ERHEEN: vanuit Venetië per vaporetto naar het Lido, dan per bus die op
een veerboot rijdt, tot in Pellestrina. Daar de boot op naar Chioggia
(1 uur 15 minuten). Of per bus vanaf de Piazzale Roma elk halfuur naar
Chioggia en Sottomarina (50 minuten). De Linea Clodia vertrekt elke
ochtend om 9.05 uur vanuit Chioggia rechtstreeks naar Venetië en vaart
terug vanuit Venetië om 17 uur (www.actv.it).
Je kan ook per auto vanuit het vasteland Chioggia bereiken. Padua ligt
op 30 km, Verona op 90 km. Chioggia is met het vasteland verbonden door
de Strada Statale Romea.
ETEN & DRINKEN: visliefhebbers komen aan hun trekken in ristorante Bella Venezia, Calle Corona (www.ristorantebellavenezia.com). De prijzen zijn er heel schappelijk.
Ristorante Alle Baruffe Chiozzotte, aan de Rione San Andrea, is bekend voor inktvis. Het is er wel duurder.
EVENEMENTEN: naast de dagelijkse vismarkt vindt een antiekmarkt iedere
tweede zondag van de maand plaats. Elke donderdag markt in de
binnenstad. Van juni tot augustus nachtelijke stadswandeling met een
gids door het historische centrum, op dinsdag-en donderdagavond.
Pellestrina
Pellestrina is amper 11 km lang en op sommige plaatsen slechts enkele
meters breed. Het eiland wordt tegen het water en de stormen van de
Adriatische Zee beschermd door de murazzi, die al in 1751 werden
gebouwd. Van boord gaan in Pellestrina is net als ver terug in de tijd
stappen. Er zijn vier piepkleine visserdorpjes: San Pietro in Volta,
Porto Secco, San Antonio en Pellestrina. De hevig gekleurde huisjes
liggen aan de rand van de lagune en in het water dobberen
vissersbootjes. Iedereen zit buiten, te kletsen over voetbal en
politiek, terwijl de vissers hun netten klaarmaken voor hun volgende
uitstap in de lagune. Pellestrina heeft geen hotel of bed &
breakfast.
In Bar Siciliano zitten vissers kaart te spelen en Spritz te drinken.
Voor een hap kan je in trattoria al Campiello terecht. Maar eigenaardig
genoeg, is het eiland ook twee toprestaurants rijk: Da Celeste en Da
Nane. Dat laatste was het onderduikadres van de voormalige Franse
president Mitterrand. Het uitzicht op de lagune is fenomenaal, vis en
zeevruchten zijn er subliem, maar peperduur. Pellestrina heeft ook zijn
eigen strand. Ca' Roman wordt afgeboord met duinen en sparren en heeft
een grote vogelpopulatie. Pellestrina is per boot te bereiken vanuit
Venetië via het Lido. Daar rijdt buslijn 11 naar Pellestrina.
Burano
Hoge, felgekleurde huizen en een scheefgezakte kerktoren: aan die twee
opmerkelijke eigenschappen herken je Burano, een eilandje van 4.000
inwoners op 9 km van Venetië of zo'n 40 minuten varen. Elk huis van
Burano heeft zijn eigen pastelkleurtje, een groot contrast met het
monumentale uitzicht van de rest van Venetië. Burano was ooit een
kunstenaarseiland, maar vandaag wereldberoemd om zijn kantwerk. Eeuwen
geleden begonnen vrouwen kant te klossen terwijl hun mannen weg waren om
te vissen. De traditie is gebleven, veel vissers zijn er niet meer,
maar kant van Burano blijft gewild. Er is een museum met kant, het Museo
del Consorzio Merletti di Burano. Voor een hapje kan je onder meer
naar de idyllische Trattoria da Romano.
Ooit kwam koningin Beatrix op bezoek. In de weekends komen de
Venetianen om te wandelen. In de week keert de rust weer. Burano kan je
per boot bereiken vanuit Venetië (Piazza San Marco) met stops in Lido
en Punta Sabbioni (lijnen 11 en 13). Er rijden geen auto's en er is
amper groen. Je kan er ook logeren, in Locanda Al Rapso de Ua (www.alraspodeua.it).
Het Amerikaanse marineschip USS New York, dat
vervaardigd is van staal van de vernielde Twin Towers, is aangekomen in
de stad waarnaar het is vernoemd.
Het schip zal een rol spelen op zondag 11 september 2011, wanneer de terreuraanslagen op het World Trade Center herdacht worden.
Lissabon staat bekend als de stad van de zeven heuvels en
schoonheden. Zeven is ook een symbolisch getal dat op bijzondere wijze
terugkomt in de Portugese cultuur. Voldoende reden lijkt ons om eens
zeven verschillende aspecten van deze trendy Portugese hoofdstad te
belichten. Kortom Lissabon zeven maal verrassend anders.
De toren van Belém
Lekkere roompasteitjes
Een bekend stadsgezicht
De wijk Alfama
De Santa Justa Lift
Een typische tram
Palácio Nacional da Pena in Sintra
Lissabon is de ideale bestemming voor een citytrip. Zonnig, gastvrij,
historisch en modern, alle elementen zijn aanwezig om de vakantie
onvergetelijk te maken. Het is één van de mooiste bestemmingen in Europa
waar elke dag iets anders te beleven valt.
1. Belém Belém
is een van de populairste en historische wijken in Lissabon. Hier
kunnen bezoekers genieten van de verschillende paleizen, traditionele
huizen, monumenten en musea. Bezoek het klooster 'Mosteiro dos
Jerónimos' dat een mooi voorbeeld is van Manuelijnse architectuur en ga
verder naar de toren van Belém. Dit is één van de belangrijkste
toeristische attracties in de Portugese hoofdstad. Wanneer men Belém
bezoekt is het proeven van de beroemde roompasteitjes 'pastel de nata'
bij de 'Casa Pastéis de Belém' een must. Hier worden ze warm gegeten en
bestrooid met kaneel en poedersuiker.
2. Parque das Nações De
wijk Parque dos Nações is een moderne wijk die speciaal voor de
wereldtentoonstelling Expo 98 werd gebouwd. Hier zijn meer dan 55
openbare kunstwerken te bewonderen. Parque dos Nações is uitgegroeid tot
een modern en geliefd stadsdeel van Lissabon met appartementsblokken in
de vorm van scheepszeilen, kleurrijke fonteinen, expositieruimtes,
restaurants, een modern casino en nog veel meer. Dit gedeelte van
Lissabon is dus ook absoluut een bezoekje waard.
3. São Jorge Kasteel Met
zijn smalle straatjes en adembenemende uitkijkpunten is de wijk Alfama
doordrenkt van geschiedenis. In deze middeleeuwse wijk, die gebouwd werd
op een solide rotsheuvel zijn er verschillende restaurants te vinden
die heerlijke typische Portugese gerechten bieden. Muziekliefhebbers
kunnen in deze wijk ook genieten van Fado concerten die hier vaak
plaatsvinden. Daarnaast mag een bezoek aan het bekende São Jorge kasteel
niet ontbreken. Vanaf hier hebben de bezoekers een prachtig panorama
over Lissabon en de rivier de Taag.
4. Baixa Pombalina, Chiado en Bairro Alto De
Baixa Pombalina in Lissabon begint bij de Portugese Arc de Triomphe
'Arco da Rua Augusta' en bevindt zich tussen de pleinen Terreiro do
Paço, Rossio, Praça da Figueira en vlakbij de rivier de Taag. Deze wijk
kenmerkt zich door straten die in rechte lijnen zijn aangelegd en staat
bekend als een chique buurt met leuke winkels. De volgende stop is de
artistieke wijk Chiado waar verschillende designer shops, ateliers,
kunstgallerijen, musea en theaters te vinden zijn. Het café 'A
Brasileira' is hier haast niet te missen, want voor de deur staat het
bekende bronzen beeld van de dichter Fernando Pessoa. Het standbeeld van
de dichter Luis de Camões, het Trindade, São Luiz en São Carlos theater
(het enige operatheater in Portugal), het Carmo klooster en de 'Santa
Justa lift' zijn een aantal hoogtepunten die de wijk Chiado kent.
Deze
prachtige wandeling kan je afsluiten in de wijk Bairro Alto. Dit
stadsdeel staat bekend als woon-, winkel- en uitgaanscentrum voor de
hippe inwoners in Lissabon. Ook op de straten en pleinen is 's nachts
veel uitgaanspubliek waardoor de Bairro Alto één van de leukste gebieden
is om uit te gaan in Lissabon.
5. Tram 28 Het
beeld van de oude tramstelletjes die door de nauwe straten tot op de
heuvels van Lissabon klimmen, is wereldberoemd. Voor een ritje met een
dergelijke tram waarbij bijna de gehele stad wordt doorkruist, is tram
28 een aanrader. Deze tram kan het beste genomen worden vanaf het plein
Martim Moniz. De tram laat elke bezoeker vervolgens de straatjes van
Alfama zien, en daalt af naar de benedenstad om vervolgens te klimmen
naar Bairro Alto en de wijk Prazeres. Bijna alle grote
bezienswaardigheden van Lissabon liggen langs het parcours, zodat
bezoekers binnen een mum van tijd een goed beeld hebben van de
highlights die Lissabon te bieden heeft.
6. Fernando Pessoa en José Saramago Fernando
Pessoa is één van de belangrijkste dichters van de Portugese literatuur
die zich voor zijn werk liet inspireren door de stad Lissabon waar hij
is opgegroeid. Het café 'A Brasileira' was één van zijn
lievelingsplekken. Tegenwoordig is dit café nog steeds favoriet onder
intellectuelen en studenten van de kunstacademie.
Het
stadspaleis 'Casa dos Bicos is één van de meest opmerkelijke gebouwen in
Portugal, dankzij haar opvallende en merkwaardige gevel die gedecoreerd
is met vooruitstekende piramidevormige, spitse stenen. Omdat schrijver
José Saramago de Nobelprijs voor literatuur won in 1998 werd het paleis
gekozen als locatie voor de gelijknamige stichting. De as van de
schrijver bevindt zich onder een eik die voor het 'Casa dos Bicos'
staat.
7. Sintra Vanaf het treinstation
Rossio rijdt de trein in 45 minuten via 15 haltes naar Sintra op de top
van de heuvel. Sintra, een romantische wijk gelegen aan de rand van
Lissabon, biedt een mooie mix aan monumenten, bergen en de zee. Hier
kunnen bezoekers ook de heerlijke 'queijadas de Sintra' (kaaspasteitjes)
proeven die in heel Portugal bekend zijn. Het historische stadscentrum
van Sintra staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO en bestaat uit een
labyrint van steile, nauwe straatjes waar kleine winkeltjes en prachtige
oude vorstelijke huizen staan. Sintra staat vooral bekend om haar
paleizen. Het paleis Paço Real, Palácio Nacional da Pena, Palácio de
Monserrat en het Moorse kasteel 'Castelo dos Mouros', de verschillende
tuinen en het speelgoedmuseum 'Museu do Brinquedo' zijn absolute
must-see's tijdens een bezoek aan deze mooie buitenwijk. (kve)