Opeens gaan ze hier allemaal lichtjes ophangen.
Alsof de klimaatpaus is gaan hemelen en het buiten al niet verontreinigd genoeg
is.
Ik schijn zonder te roken toch al de walm van 5
sigaren per dag in te ademen. Het is gek, dat er in de lucht geen spandoeken
hangen met waarschuwingen tegen enge ziektes. Dat je die informatie alleen
krijgt, als je er sigaren bij koopt.
Ik probeer nu tussen de kerstverlichting op alternatieve
wijze het gelukshormoon binnen te krijgen. Dan leef je namelijk langer.
Dat een blok hout dit allemaal bij je kan doen.
Ik heb hem een natte lebber gegeven.
Kaytie wilde graag extra natte lebbers.
Ze begon mij zwaar te verleiden, omdat ik er aanvankelijk niet erg veel zin in
had. Misschien is haar tactiek ook bij de formatie in te lassen. Plasterk op
zijn rug, al heeft hij maar twee poten. Wilders wil vast wel even aan de lebber
om hoofd van Nederland te worden.
Zelfs de grootste haan maakt wel eens een
buiging.
Ondanks het witte klimaat van vandaag probeer ik overzicht te
houden. Het is koud aan de poten. Om meer afstand van de koude grond te houden
had ik aan Sinterklaas een fatbike kunnen vragen, ook al is hij de
verlanglijstjes kwijt. Ik ben namelijk ook nog eens niet macho genoeg. Met zo’n
fiets met allweatherbanden is het leven wat steviger. Ik zou dan bijvoorbeeld in
vliegende vaart een wortel van de pony’s kunnen wegritsen om na jaren voor mijn
verkeerde gedrag gecanceld te kunnen worden. Weg het Riffer Klimaatfonds.
Dat fonds wilde ik vanmorgen gaan oprichten, maar Kaytie was
me te vlug af. Zij passeerde op rechts.
En snelde naar kantoor, gaf mij het
nakijken, om kennelijk iets bij de Kamer van Koophandel vast te
leggen.
Bleek ze op zoek te zijn naar haar familie.
Gezinshereniging na verkoop van broers en zusters
is bij honden namelijk niet goed geregeld.
Ze moet het nu doen met een valse zus, die niet alleen naar
haar maar ook naar sneeuw hapt.
Ik snuffel iedere dag om drugsafval op te sporen. Je weet
niet wat ze ‘s nachts over het hek heen bij je dumpen. Ik wil niet dat ze hier
ziek worden en saneer liever op tijd zelf de grond.
Ik probeer ook iedere dag bij te houden hoeveel elektrische
auto’s voorbij suizen. Weinig zoeven te bespeuren. Dat komt ook door die
loonwerker aan het begin van de weg. Die oliet rustig door. Hoeveel honden zal
men nu nog Diesel gaan noemen? “Elec, kom Accuut voor!” Hopelijk zijn er dan
genoeg laadpalen voor ons om de blaas te ledigen.
Jef is ook al bezorgd dat zijn plek
wordt ingenomen door een oplaadpunt. Hij ziet liever achterom hoe simpel het
klimaat vroeger was met stevige ijsbergen, elfstedentochten, arresleden,
ijsbloemen op de ruiten, kranten op de borst, cokes in de kachel. Nu snuift men
coke en verbrandt hele bossen in de kachel. Men snuift liever coke dan hout.
Krijg je ook dat gelukshormoon. Dan denk je aan een warme kachel zonder dat je
er iets in hoeft te gooien. Hoe klimaatvriendelijk is dat wel niet, maar door al
dat gesnuif zie je de bomen in het bos niet meer en voor je het weet ga je dan
verkennen.
Ik heb geprobeerd met Yeszekust, al is
dat een uitzondering, een bondje te maken, maar ik werd er wilder van. Ze
wilde zicht rondom en probeerde dat mij te beletten, ondanks een plaspaal in de
buurt.
Ik denk, dat ik aan de Kerstman toch maar een
fatbike vraag. Dan kan ik alles beter naar mijn poten zetten.
En groeit er misschien toch iets moois uit de koude,
vervuilde grond. Want als alles goed gaat doe ik mijn bike natuurlijk naar
de kringloop, omdat hij dan niet meer bij mij past en die helm straks ook
niet.
De melkbus staat al klaar. Kan ik een lading carbid gaan
afschieten als de formatie lukt. Gewoon volharden al wordt het volgend jaar pas
na de Kerst.
De eerste honderd jaar zijn toch het moeilijkst. (Zoals mijn
bijna 95-jarige vriendin Koosje het zegt)