De week is weer begonnen en ik wist niet, dat ik zo zorglijk kon worden.
Mijn jeugd lijkt voorbij te zijn door de komst van
dat hap-en-soms-snapniet wezen.
Ik heb hem eens goed bekeken.
En grondig geïnspecteerd. Blijkt het toch een hond te zijn.
Ruikt ook al naar reu.
Doet schijnheilig achterbaks en hapt vervolgens (weer) in mijn
staart.
Het heeft een hart, dat kun je zien. Maar met mijn postuur is
het moeilijk om daar niet op te trappen.
Ben dus heel blij, als Tippel achter tralies zit. Ik ben
namelijk nogal uitgeput door zijn gedoe. Heb vast geen Ruttegenen in
me.
Hij wel. Altijd aan, altijd
nieuwsgierig. Zou een talkshow op NPO 1 kunnen vullen. Een paar keer wef zeggen
binnen een ronde tafel, de poot optillen tegen degenen, die geen wef zeggen,
maar miauw en het programma is zo vol.
Met een mooi koppie kun je ver komen. Het Gooise
matras is naar de kringloop gebracht. Tippel hoeft dus niets te
vrezen.
Gewoon rondkijken en vooral wroeten.
En leven van de denkfouten in het kabinet. Kan-ie op sokken
aan.
Ik zal aan hem moeten wennen. Zielig alleen aan de poort is
ook maar niks.
Heb ik tenminste nog een vriendje, als Costa geen bal meer in
haar bek kan houden. Tenslotte is zij ook al 10.
Ik zal mijn huidige ongemak moeten ondergaan. Ik was
gewaarschuwd.
Een medestander heb ik niet in de pony. Zolang ze gras kan
vreten valt er geen woord mee te wisselen. Die bekommert zich echt niet om het
wereldvoedselprobleem, zolang de brandnetels en de bramen haar menu niet
overwoekeren.
Ik keer me gewoon van alles af. De wereld is toch niet meer
wat het geweest is met een sjamaan in een koninklijk huis, fractieleider op
bezoek bij een komiek, prinses die kauwgom laat ontploffen in eigen gezicht,
wolf die in alvleesklier bijt en een prinses die toeslagen mist.
Laat Tippel zich maar lekker in alles en nog wat vastbijten om
zelf te ontdekken, dat niet alles echt is. Wordt het hem teveel, kan-ie altijd
nog aan de ketamine.