Mijn mentale gezondheid wordt ondermijnd. Er is
hier altijd wat. Tippeltje kreeg een houtje van 5
mm in zijn oog. Drie krassen op zijn hoornvlies. Nu
moet hij met veel spektakel tig keer per dag gezalfd worden.
Zijn ooglid begint er nu al van te
zakken.
Je zit dan gelijk in de zorgen. Het zou toch niet
leuk zijn, als hij een halve blik er aan overhoudt. Moeten de ballen en de
frisbees altijd van links langs hem gegooid worden.
Ook word ik dagelijks getroffen door eikels. Buiten
zijn is heel prettig. Niet in de herfst.
Ik moet mijn poten hoog optillen om niet geprikt te
worden door de kastanjes. Die zullen het mentaal ook wel moeilijk hebben met
aftakelen. Wat heden bloeit, valt morgen op de grond.
Als je pech hebt word je bij enige wind ook nog
geraakt door dood hout.
Gelukkig heb ik een aankomende wintervacht. Liggen
in het gras of knielen in een bed winterviolen en dan niet onder bomen voorkomt
letsel. Maar daar ga je weer: zo open en bloot ben je wel zichtbaar voor drones.
Ik ga dan ook zo dicht mogelijk bij een heg liggen. Heb ik van vogels afgekeken.
Komt er een buizerd dan vlucht je de heg in. Voor Tippel is dat niet aan te
raden. Krijgt-ie weer een stuk hout in zijn oog.
Een heg biedt ook steun, als de balans zoek is. Ik
ben alvast aan het oefenen voor als ik oud ben.
Met Tippel doe ik aan valtechniekverbetering met
hindernis. Dat is hij namelijk. Ik kan wel sancties in gaan stellen, maar dat
interesseert hem niet. Als agressor heb je geen belangstelling voor redelijke
verzoeken. De enige mogelijkheid om Tippel te sturen is om ASML te vragen een
volgzame chip bij hem in te bouwen met steun van de hele EU.
Die stoeipartijen met Tippel vreten aan mijn
variabele energie. Een claim neerleggen bij hem heeft ook al geen enkele zin. Ik
kan wel veinzen, dat ik het leuk vind, maar het geeft veel
prestatiedruk.
Om tot rust te komen en geestelijk gezond te blijven sta ik
elke morgen vroeg op. De eerste stralen van de zon koesteren mijn gekwelde
geest.
De natuur wijst mij nooit af.
Of het stormt of regent: nu al opgeven is voor de éénjarige
bloeiers ook geen optie. Gewoon doorgaan.
Dat doet Tippel ook, nadat zijn oog
klimaatschade heeft opgelopen. De aanvallen van hem op mij stoppen
uiteindelijk.
Ik hoef geen wietplantage te overvallen om hem
uiteindelijk rustig te krijgen.
Morgen is er weer een nieuwe dag, nieuw
geluid. Gelukkig alleen van de vogels. Stel je voor, dat ze heel hard Waterloo
gaan zingen. Dan roep ik de Jantjes in. Je moet heel wat doen om geestelijk en
lichamelijk gezond te blijven.
Ik was zo in gedachten over zon, wind, regen en de wereld in
het algemeen, dat ik niet eens in de gaten had, dat Marli mijn staart wilde
pakken. Ik zwaaide nogal, omdat ik wilde oefenen voor Prinsjesdag.
Tippel haalde mij met zijn nogal in- en opdringerige blik
terug in de werkelijkheid en daar wilde ik nou juist aan
ontsnappen.
Ik mis namelijk nog steeds mijn vriendin, toen geluk nog heel
gewoon was, en daarom had ik afgelopen nacht bedacht, dat ik via AI misschien
een nieuw maatje zou kunnen krijgen. Ik moet die dan wel zelf gaan
samenstellen.
Ik heb niet de intelligentie van een poedel of het
creatieve van de Molletjes. Dus moest ik op zoek naar het ongrijpbare
geluk.
Die molletjes vangen we hier
trouwens met een klem onder een emmer.
Ik zag een zeer vriendelijke trol in de
vensterbank. Hij heeft inmiddels zijn haar verloren, maar hij leek mij een
aardige vriend. Die neus zit om te knuffelen helaas een beetje in de weg, dus
ben ik verder gaan zoeken.
Kom ik Rosita tegen. Een migrante uit
de jaren 50. De enige pop, die mijn bazin ooit heeft gehad. Rosita heeft
nu geen zwart haar meer. Ze is op natuurlijke wijze oud geworden. Haar
schoentjes heeft ze ook verloren. Ze zit zo wijdbeens, dat ik buffelrijden
vermoed. Dat heb je in die vreemde landen.
En toen kreeg ik opeens Alexia in
beeld. Als ze zo bewegingsloos kan zwaaien dan past ze heel goed bij mijn
staart.
Ik heb maar één maatje
nodig. Anders nam ik die rechter er ook bij. Een paar staarten extra is nooit
weg.
Met zulke maatjes maak ik echt geen
A(rmoedige)I(insteek) en kan ik leuk Hoedje Wippen.
Ik ga dus virtueel aan Alexia vragen om nog een
sabbatical jaar te nemen. Kunnen we aan elkaar wennen. Onechte liefde kan ook
echt zijn. Bovendien is het niet echt en kan het papier van haar vader op onze
trouwdag niet gaan knisperen, zolang we nog koffiefilters hebben.
Als het niet lukt tussen ons dan is er
nog geen man overboord en ligt er ook geen persoon in het water.
Hooguit een lakei in
wind en regen door dat gewiebel bovenop een koets.
Opeens zag ik hem. Ik denk, dat dit een beter voorbeeld is.
Lekker zwart-wit, dat past in deze tijd, maar bovenal A(a)I(baar).
Maar nu bedenk ik, dat ik zo’n maatje al heb. Dat beetje
bruin zit mij niet in de weg.
Volgens de dagelijks in het beeld heen en weer
wiebelende weermannen en –vrouwen zitten we nu in
de herfst.
Het hele jaar door zie ik op de aardbodem al veel eikels. Dat is denk ik ook de reden, dat we nu
een skeletkabinet hebben.
Gelukkig liggen er nu bij ons iets meer op de grond en je
kunt gemoedelijk met ze praten. Ze zeggen toch niks terug.
Ik vermoed, dat ze briljante breinen
hebben.
We worstelen hier
de hele zomer door plagen heen.
Het merendeel van onze buxusboompjes is op- en aangevreten
door zeer vraatzuchtige rupsjes. Eens waren het lieve vlindertjes. Mensen verpoppen ook wel eens. Wordt een lieve broer een
wraakzuchtige moordenaar.
De laatste week wordt de nacht opgeëist
door Europese hoornaars.
En dat zijn niet alleen vrouwen. Ze zwermen als
herrie makende Chinooks rond de buitenverlichting
en denderen af en toe mee naar binnen.
Je hebt dan echt het idee, dat er een Amerikaanse Buldog XXL
op je in zoemt.
Misschien een idee om er eten van te maken. Er is
al een augurkensnackbar in Zwolle. Wellicht doet een broodje hoornaar met een
augurkje erop het ook goed.
Vindt men het niet lekker: er zit geen statiegeld
op.
Nu weer is de
sleedoornbidwants in aantocht. Ik dacht vanochtend even, dat er een extra groot
exemplaar was aangeland. Een busje smurfenspray is dan zo leeg.
We zijn er moedig, doch behoedzaam op af gegaan. Hij was iets te groot voor bij het plastic afval, als
we hem klein hadden gekregen.
Ze waren aan het strippen. Morgen kunnen we de deur
niet uit. Er komt een laag asfalt op onze aan- en afvoerweg. Femke is door een
boer wel in de stikstof terecht gekomen, maar hier win je ook geen kommavlinders
mee.
‘s Nachts moeten we extra waakzaam zijn al zijn
Tippel en ik mannen. Aan de overkant is een
B&B voor schapen. Met een hek er omheen. Ze hebben tegenwoordig
springwolven.
Helpt geen omheining tegen. Zonder stok kunnen die
fierljeppen.
We vervangen daarom hier alle dieren door kunst met
een zeer minieme k.
Die ook nog eens van de weg af niet te zien zijn. Er zal maar
een wolf op het terrein komen, die een derde bril van Hans Anders heeft gemist.
Moeten de restanten bij het plastic afval en niet
in de blikjesautomaten.
Het is dus herfst voor de weerlui en nog
geen herfst voor ons gewone stervelingen. Wat is
er nou niet ingewikkeld.
We waren vanochtend zielsblij met de
regen van vannacht. Geen zand meer in de ogen bij frisbeelandingen.
Er stond zelfs water in de vogelbak.
Malse regen, daar houden we van. Plenst het, dan valt de TV
uit. Kunnen we geen Bassie en Adriaan meer zien op zoek naar de liefde of
Jean-Paul achter een bord eten.
Helaas loop ik hier ook geen vrouwtje meer tegen het lijf. Of
het nou dag of nacht is. Of het hard of zacht regent.
Of ik nou aardig ben of niet.
De enige vrouw, die ik tegenkom is Marli, maar ik wil niet
met haar samen achter een bord hooi
zitten.
Maar weer afwachten wat
de dag van morgen brengt. Misschien springt er vannacht wel een wolvin over het
hek.