Rustige dagen ken ik
niet. s Morgens moet ik er vroeg uit. Dan doe ik eerst een hele grote plas.
Moet me daarvoor haasten om niet op de rubberen buitenmat al met de broodnodige
lozing te beginnen. Daar rust een verbod op. Ik heb een strenge bazin, die dan
ook nog wil, dat ik direct daarna een grote boodschap doe op mijn eco-veldje.
Dat wil ik niet. Zou jij dat doen, als je weet, dat je bak met voer achter de
voordeur klaar staat? Ik ga dan demonstratief bij de voordeur
zitten.
Probeer de deur dan open te kijken. Helaas heb nog geen buitengewone gave op dit
gebied kunnen ontwikkelen. En wat doe je dan?
Toch maar even snel gaan poepen. Met die speciale poepgave van me gaat de deur
dan opeens wel open! Hou je toch niet voor mogelijk.
Mijn bak Carnibest
vlees (kom op met die reclamecenten, ik ben inmiddels een Bekende Hond) vreet ik
in een paar seconden leeg. Ik lik hem nog wel vijf minuten uit, want je weet
maar nooit: wat met die poepgave lukt, lukt misschien ook met een
vreetgave.
Vult de bak zich
namelijk vanzelf. Kwestie van volhouden.
Om mn eten te laten
zakken, moet ik in de kamerkennel. Die wordt al een beetje te krap. Diagonaal
kan ik er nog net in liggen, maar dan houdt het ook
op.
Ik heb al voorgesteld om even naar Seats en Sofa te gaan. Ze schijnen daar
hondenbanken te hebben.
(Mijn bazin zegt nu,
dat ik hiervoor géén reclamegeld zal kunnen
verwachten).
Na mijn verplichte
retraite, word ik opgetrommeld om me vijf minuten te vermaken met tante Costa.
Afdeling speuren: tepel zoeken. Afdeling gedrag- en gehoorzaamheid: tepel
loslaten. Afdeling pakwerk: in vel bijten en vooral goed
vasthouden.
Voor mijn scherpe
tandjes zou ik best de wisselbeker al kunnen
krijgen.
Voor mijn rust worden
de tantes Costa en Kaytie vervolgens buiten gebonjourd en kan ik me in de
woonkamer gaan vermaken met levenloze beesten, ballen, kauwbotten en allerhande
andere troep, terwijl het vrouwtje de krant leest.
Poogt te lezen. Ik sta
ook wel eens in de krant. Vindt ze niet leuk. Geeft kreuk en gaten in de
verslagen. Ook hap ik wel in haar kuiten. Vindt ze ook niet leuk. Geeft wondjes
en gaten. Ik probeer haar steeds duidelijk te maken, dat het een hype is om met
scheuren in spijkerbroeken rond te lopen. Vooral beneden de knieën. Kwestie van
met de mode meegaan. Maar ja, ze is oud, hè. Die turn je niet meer
om.
Als ze de krant uit
heeft, mag ik een rondje terreinen. Eerst weer plassen, dan de boomgaard door.
Ik moet dan drie treden omhoog. Ze zeggen, dat het slecht voor me is. Maal ik
niet om. Ik doe het rustig. Jong en rustig geleerd is oud en veilig
gedaan...
Goed, hè. Zeg nou zelf, je moet je omhoog zien te werken.
Onderweg wied ik onkruid. Volgens de bazin ben ik verwoestend bezig. Ze begrijpt
soms niet, dat ik eerst de wortels uit moet graven voordat ik kan gaan
wieden.(Rukken)
Er is veel te zien
hier: twee vijvers, een volière, een paardenstal, een mestvaalt (jummie,
jummie), een geitenhok, een kippenhok.
Soms heb ik even een verwerkingsstop.
Gisteren zag ik een
raar beest vliegen. Hap en er lag een hommel op de grond, in coma. Vrouwtje
heeft euthanasie op hem toegepast met een sneaker. Ze was bezorgd, of ik niet in
mijn bek was gestoken. Kom nou, dat laat ik toch niet toe! Kwestie van je
snelheid aanpassen.
Er staan hier ook
allerlei vreemde, starre wezens. Zoals die twee, die de hele dag met hun kop in
het zand staan.
Ik heb even gekeken, of hun koppen niet twee meter verderop uit de grond weer
boven komen. Nee, dus.
Aan deze knol moet je gewoon voorbij gaan. Komt niet naar je toe, snuift niet,
zit geen draf meer in.
Er zijn hier een
heleboel vogels, die je lekker achterna kunt zitten. Vooral dikke houtduiven.
Zit veel vlees op.
Helaas vloog er één onder de heg door. Het is hier wel
doorwerken.
Het beste vermaak ik
me op de wallen. (Ja, ja, ik ben een reu)
Die zijn gemaakt van
allemaal takken, nemen het uitzicht weg op Buurman Boer. In die takken zitten
allerlei beesten. Egels, woelmuizen, veldmuizen,
huismuizen.
Van tante Kaytie heb
ik al les gehad, hoe ik ze te pakken moet krijgen. Goed je neus gebruiken,
daarna je poten en dan je bek. Heb je geen muizenval voor
nodig.
Zelf heb ik er nog
niet één gevangen. Kwestie van geduld. Komt nog wel. Ik ben een
Tamaskan.
Hier sta ik op de wallen.
Ik heb ook nog een heel eigen bospad.
Op het bospad werd ik
gisteren bijna besprongen door een lelijke kat van Buurman Boer. Hij stond
grauwend en met grote nagels voor me te blazen, wilde me een mep verkopen.
Vrouwtje trok me aan mn staart terug. Dat was heel
jammer.
Ik had graag even met
hem gefreewheeld. Vanmorgen kwam ik hem weer tegen. Dat stomme beest gaat wel
voor mijn tantes hard op de loop, maar hij ziet mij nog niet voor vol aan. Nou
hoop ik maar, dat ik gauw groot word.
Laat ik hem het hele
bospad zien. Zo vriendelijk ben ik wel. Ik zei toch al, dat ik een Tamaskan
ben.
Als ik mijn rondje heb
gemaakt, moet ik naar kantoor.
Vandaag was het
gehaktdag.
Mijn bazin heeft een
aparte opvoedkundige gewoonte. Ze heeft haar pups altijd de papierbak laten
legen. Dat doe je misschien, hooguit, drie keer, zei ze en dan ben je genezen.
Het begon rustig met een doos.
Daarna werd het feest.
Ik hoef geen drie
keer. Ik heb het na één keer al gezien...
Wordt het werken en
dan krijg ik ook zon blauwe envelop.
Ze doet alles maar in
de versnipperaar of in dr hakselmachine, laat mij maar met
rust.
Die gele gieter is wél
leuk. Sleep ik het liefst met het water er nog in het hele kantoor door. Geeft
herrie, dat wil je gewoon niet horen. Vrouwtje ook niet. Vooral niet, als ze
telefoon heeft.
Pakt ze hem af. Moet
ik het doen met die paashaas. Heb ik ook al enige keren vermoord. Gaat ook
vervelen. Bijt veel liever in mn tantes. Vooral die ene kleine geeft veel
tegengas. Vind ik erg leuk.
Dat versnipperen, daar
word je ook nog eens heel moe van.
Doe ik een tukkie
onder het bureau. Kan zij lekker aan het werk en geld
verdienen.
s Middags wandelen we
weer terug naar het woonhuis, krijg ik weer eten. We doen nog een rondje. Terug
naar kantoor. Af en toe moet ik recht voor komen zitten, volgen, zitten, liggen,
maar gelukkig niet zo heel veel. Als beloning krijg ik Carnibest keutels.
(Kassa?)
Dat zijn hele kleine
stukjes gedroogd vlees. Erreg lekker. Anders doe ik natuurlijk al die oefeningen
niet. Soms mag ik lekker keten met Kaytie. Rennen we achter elkaar aan, ik mag
soms nu samen met haar graven. Tante Costa wil buiten haar bal steeds in mijn
oren drukken en tegen mijn kop aan. Zit ik helemaal onder de smeer. Ze wil dat
ding met mij delen. Trek ik aan één kant, trekt zij aan de andere kant en dan
rol ik alle kanten op, vooral als ik dan los moet laten. Zij is groot en ik ben
nog klein en dat is niet eerlijk.
s Avonds mag ik ook
nog met haar stoeien.
Dan kijk ik gelijk of ze geen gaatjes heeft.
Regelmatig word ik
buiten gedropt. Ik ken mijn taak. Van voren komt het erin en vanachter gaat het
er weer uit. Het zou makkelijk zijn om een Gardena (kassa??) slang in het midden
aan te sluiten. Hoef ik niet zoveel naar buiten, als ik lang aan het spelen
ben.
s Avonds ga ik
ongeveer om half twaalf naar bed.
Gisteren en vandaag
zijn hier CV-monteurs aan het werk. Hadden die dombos de thermostaat van de
nieuwe ketel te hoog laten staan. Zwom ik mn tent vannacht uit. Vrouwtje hoorde
me snel ademen, ze zwom inmiddels zelf ook al, heeft een bevrijdingsactie op
touw gezet. Ik mocht eerst plassen en daarna hoefde ik de kooi niet meer in. Heb
ik languit op de vloer mogen slapen. Vanmorgen om kwart voor zeven was het tenen
bijten. Met stip op één. Word je snel weer weer wakker van.
Nou, ik kap
ermee, als er weer wat bijzonders is, dan hoor je het
wel!