Toen je vriendinnen loops werden en voor jou een
pakje aan moesten, gedroeg je je nobel.
Je wist precies, wanneer ze op hun lekkerst waren
en dan ontstond er hevige passie.
Deurkrukken werden met gemak naar beneden gedrukt,
het verfwerk wat luchtiger gemaakt,
Ontsnappingspogingen ondernomen.
Zelfs inbraakpogingen.
In je eigen bubbel had je veel vreugde. Zoals bij
het bomenrooien.
En bij het hooien.
En in de bladeren.
En op de Lemelerberg kon je je ook af en toe
uitleven.
Er gingen vele seizoenen voorbij en jij nam een
steeds Prominenter plaats in.
Je hield de krant goed bij om je journaals te
kunnen maken.
Over de inhoud was er wel eens
overleg.
Vooral toen je samen met Costa een bunzing had
gedood.
Of Kaytie censuur wilde.
Het werd eind 2020.
Je was nog net geen 5 jaar oud, toen je je eerste
toeval kreeg.
Mijn ontzetting was groot.
Ik had dertig jaar geleden een jonge hond gehad met
epilepsie en wist er vrij veel van.
Het ontzettende drama van toen, met dierenartsen en
pillen kwam aan mij voorbij.
Je was kerngezond, bijzonder krachtig, nooit ook
maar één dag ziek geweest.
Een waardige hond en dat moest je
blijven.
En dan overkomt je dit, als mokerslag bij heldere
hemel. Mijn lieve Falco.
De toevallen kwamen eerst om de twee, drie weken,
daarna om de week, toen na een week drie keer op een dag, na nog een week twee
keer op een dag...
De twee laatste toevallen hebben veel energie
gekost en vooral hoofdbrekens.
Je angst zie ik nog, als jij je, mijn
zelfverzekerde Falco, op me stortte om bescherming te zoeken tegen dat
vreselijke gevoel in je kop.
Je verzette je tegen de krampen, die je
onvermijdelijk gingen vellen en je gaf een oerkreet, die door merg en been ging.
Leegde je anaalklieren.
Je kop stuiterde heftig tegen alles aan, waar je
een uitweg dacht te vinden en je je verwondde, voordat je neerviel met krachtige
trekkingen van kop, lijf en poten.
Je lag daarna even in je kwijl en urine, voordat je
wankelend opstond en vervolgens stuurloos tegen alles aan kwakte. En ik kon je
niet helpen, alleen maar rustig toespreken.
Wie ben je dan als baas, als je toestaat, dat je
zelfverzekerde, trouwe vriend, verandert, angst heeft en pijn en je weet, dat
dit alleen maar erger kan worden en nooit meer over gaat.
Verleng mijn leven, maar verleng mijn lijden niet
is altijd mijn lijfspreuk naar dieren toe geweest.
Falco en ik hebben een heel mooi leven samen gehad.
Veel tekort. Het verdriet is groot en niet alleen bij mij.
Falco is op 11 juli jl. met behulp en na veel
overleg met een bijzonder bekwame dierenarts heel liefdevol, zonder pijn te
hebben gevoeld, ingeslapen.
Hij heeft een heel mooi plekje gekregen, bij ons,
in zijn eigen domein en in ons hart.
We hebben drie nieuwe kippen, een witte, bruine en
een zwarte, allemaal van bastaard Twentsehoenafstamming: Sneeuwwitje,
Bruinjoekeltje en Sylvanaatje.
Die laatste naam kan eventueel problemen op gaan leveren, we
wachten wel af.
De Jumbo is inmiddels ook op zijn schreden
teruggekeerd. Als ik naar de nieuwe kippen kijk gaan ze van links naar rechts.
En als ik ga rennen, dan gaan ze nog sneller heen en weer. Mijn bazin noemt mij
honds Snollebolleke.
Alles beter dan teringhond. Die naam vind je op
rechts en dan moet je ook nog gelovig zijn. Zouden ze bij de CDA niet weten, dat
een geheim van één, God alleen weet?
Ik vertel ook niet alles aan Kaytie. Een geheim van twee wordt
immers licht gemeen.
En als ik het ook nog aan Costa vertel, dan weet iedereen het.
Die geeft namelijk alles prijs voor een bal.
Een politiekgeheim is net als een snotje in je
neus. Zit het erin, dan is het niet vies, haal je het er uit, dan is het
tamelijk smerig.
Gelukkig gaat elke morgenvroeg de zon weer op.
Daar kan ik intens van genieten. Zo vroeg in de ochtend is
alles nog fris en ook veelbelovend.
Het is de kunst om de hele dag de rottigheid buiten de deur te
houden. Kaytie neemt hierin het voortouw en ik vul aan, waar nodig.
De buitenwereld ziet er hier aan de overkant nog redelijk uit.
Geen lammergierdodende windmolens, milieuverontreinigende biomassahoutcentrales,
ontvlambare electrische auto’s of oogverblindende zonnepanelen. Hoe lang nog. Ze
hebben hier ook monsterlijk gekapt.
Ze hebben al collega’s van mij ingezet om Japanse duizendknoop op te
sporen. Straks neemt iedereen een speurhond om nog een boom te
vinden.
Eergisteren vloog hier een oranje ballon over. Ik denk niet
met toestemming van de K(oninklijke)N(urkse)V(erbod)B(ond)..
Ik heb ze niet toegejuicht, want ik heb nog geen
cape.
Ik
zou ook graag een ballonnetje oplaten. Met alle niveau-verlagers van de politiek
erin. Zonder landingsrechten en vrije doorgang in de EU.
En zo’n reis kost maar een prikkie.
Dat compenseert een beetje de overbedeling van de heilige
Sywert en geeft ons de oranjegraal weer terug.
Er kwam een soort gierzwaluw het erf oprijden die
tussen de bomen neerdaalde.
Op zich niet vreemd, er landt hier de laatste
tijd wel meer een gierzwaluw.
Op zijn kop bevond zich een mens. Ik denk, dat het
Wopke was.
Wie anders zou er zo’n troep van kunnen maken.
Ladingen vol kostbaar hout
werden, denk ik, naar Frankrijk afgevoerd. Naar een andere vogel. Ik hoorde iets
van KasLadeMee.
Ik heb die vreemde vogel weten te
stoppen, toen zijn kop omlaag was.
Ik heb gezocht naar Wopke, maar die was hoogstwaarschijnlijk
de mondkapjes, die nog over waren, gaan tellen.
Wopke komt dus niet terug.
Tussen de buien door zag ik ineens een vervanger. Die
had een burn-out gehad en mocht weer voorzichtig aan het werk.
Tegenwoordig schijnt er popcorn uit buien te vallen.
Niks gezien, alleen maar stammen.
En onrustige pony’s. Die dachten door de herrie, dat ze in de
Gaza-strook waren beland.
Daar gooien ze met iets anders dan hout. Het geloof daar
klooft volksstammen.
Hier was een grote eik gekloofd. Hij dreigde op de stal te
vallen en moest dus sterven.
Songfestivals schijnen nooit te sterven.
Joris, onze pauw, zat elke avond bovenop de eik
zijn paringslied te schreeuwen.
Hij was net Jeangu Macrooy. Ook zo kleurrijk. Of-ie
van broccoli hield, dat weet ik niet.
Op alarmerende berichten vanuit België zijn Kaytie en ik, als
Nicky de Jagers, genderneutraal, behoedzaam op de composthoop onder de eik af
gegaan.
Een goed opgeleide militair zou zich daar, al dan
niet door Nicky vakkundig opgemaakt, kunnen bevinden. Militairen schijnen zich
extreem goed te kunnen verstoppen, ook denk ik in een popcornbui. Virologen raad
ik daarom aan af en toe omhoog te kijken.
Kaytie opperde te gaan graven. Geen zin, zei ik, je
hebt het hele terrein al open gelegd. Door het steeds maar weer storten van
nieuwe aarde om de gaten te vullen zitten we, in negen jaar tijd, al minstens
een meter hoger.
Toen wou ze ook nog gaan zoeken naar die twee
gevluchtenen uit Broek op Waterland.
Helaas viste ze achter het net. Waar ze misschien net onder
zaten.
Kaag en Rutte lagen onderwijl constant verscholen in overleg
midden in de Hofvijver. Ze wilden vast niet geïnterviewd worden door de
BBC.
Kan namelijk scheidingen geven.
Al met al waren er deze week dus veel mensen
zoek.
Ik begreep, dat ik blij moet zijn, dat ik een Tamaskan mag
zijn.
Anders was ik misschien helemaal een Duitse herder, als enig
erkend ras, geweest.
Ik heb mijn bot vandaag goed bewaakt.Tenslotte is mijn
vriendin een halve Duitse herder. .
Dan moet je af en toe wel even over je schouder
kijken.
Ik ben mijn vacht al aan het kwijtraken en daar moet het maar
bij blijven.
Ik houd Costa zoveel mogelijk op afstand. Al was ze
sneeuwwitje, dan nog zou ik haar geen likje geven.
Je likt je zo een proces in. Bovendien geloof ik niet in
sprookjes.
Daar ben ik te stoer voor. Als ik een beer in Roemenië was dan
zou een prins mij misschien wel willen afschieten.
Als Costa te water raakt wil ik haar nog wel redden, daar ben
ik heus niet te beroerd voor. Een misstap is gauw gemaakt.
Een bomenexpert heeft hier deze week naar de bomen gekeken.
Deze boom heb ik maar Astrazeneca genoemd. Geen prikkie meer waard.
Die moet gewoon om. We hebben maar geen nieuwe
besteld.
Deze dikke eik is in twee-en geklieft, net als het CDA. Dreigt
ook om te vallen. Pieter Omtzigt is waarschijnlijk door het gat gekropen. De
stabiliteit is er nu uit.
Van al deze bomen gaan de uitstekende
takken eraf. Ze geven teveel tegenmacht. Over een paar weken wordt het hier dus
een grote bende.
Soms wordt het mij allemaal een beetje
teveel.
Wanneer mag ik weer mee naar een evenement, een hondenshow
bijvoorbeeld.
Mooie
prinsesjes en een koningin bekijken. Daar wil ik best even een pensstaafje voor
in mijn neus.
Misschien valt er nog wat te matchfixen. De mooiste van de
show even rottig laten lopen in ruil voor een behoorlijke zak
hondenvoer.
Costa is daar niet geschikt voor. Veel te rechtlijnig. Ze
stond vanmiddag te snuiven naar benzineluchten. Waren er niet. Evacuatie was
niet nodig.
Het ruikt hier alleen maar naar bloemen. Jammer dat wat heden
bloeit,
morgen weer afvalt.
Het prille groen is vol in opkomst.
Naast alles, wat hier is doodgegaan, komt weer wat
nieuws.
Ik
geniet er intens van. Geloof ik misschien toch nog in sprookjes..
Ik heb de afgelopen jaren twaalf buxusbollen
regelmatig water gegeven.
Dat is de kleur niet ten goede gekomen. Vrouwtje
daardoor pisnijdig.
De bollen zijn nu gesloopt. Ik vind het effect zeer
ruimtelijk.
Ben benieuwd hoe het opgevuld gaat
worden.
De formatie is hier in volle gang.
Je zou er overspannen van kunnen
raken.
Ik heb gevraagd om openheid. Je wilt toch weten
waar je aan toe bent.
De bazin is nu in haar eentje. Notulen zijn er dus
niet. .
Dan ga je dus verkeerd herinneren, als je iets
gevraagd wordt.
Ik heb Kaytie verzocht om alles tot in de bodem uit
te zoeken.
Zij is een echte verkenner. Het voordeel van een
terrier is, dat ze zich volledig vastbijt.
Afgelopen week was Kaytie voor het eerst ook eens
uit balans. Ze had een dierenarts aan haar kont laten zitten. Haar
achterste stond namelijk net zo onder druk, als een onderzeeër op 850
meter diepte.
Haar beide geurtorpedo’s zijn van de ballast
ontdaan. Had ze zelf maar harder moeten knijpen. Je moet als verkenner nooit
verslappen.
Ik zit hier in een mooie bubbel.
Heel wat mooier dan de bubbel, waar de hele wereld
nu op zit.
Af en toe landen hier eenden in de vijver. Dat mag
eigenlijk niet, want met twee tegelijk is dat nog niet toegestaan.
Gelukkig kwamen de zwaluwen ook niet met z’n allen
op één dag.
Toen er ook nog een fazant naar binnen wilde lopen
heb ik dat moeten blokkeren.
Vervangen van twaalf buxusbollen en dan ook nog een
boete oplopen voor de opvang is niet te verteren.
Volgende week is het koningsdag. Gaat door, want
een Grieks griepje is voorkomen.
Daarna ga ik in ieder geval weer lekker genieten op
mijn terras.
Vanochtend heb ik gekeken. Ik zag hem niet. Het gat
was toch breed genoeg om er doorheen te kunnen vliegen.
Kennelijk had hij geen mondkapje op of zat Petrus
in een lock-down.
Misschien moet hij nog even wachten op een
test.
Ik probeerde nog vrolijk te zijn. Mijn kluif
smaakte niet erg. Dat komt ook, omdat er met mij af en toe iets raars
gebeurt.
Ik heb al zes keer heel toevallig een toeval gehad.
Dan ben ik vijf minuten ook niet meer van deze wereld. Ik ben zo gezegd
genetisch verkeerd gemanipuleerd.
Het voordeel is, dat ik dan even niets meer echt
zie.
Geen boom, geen narcis.
Of dat erg is, weet ik eigenlijk niet. De hele
wereld lijkt wel verkrampt en dat duurt al langer dan een paar
minuten.
Bovendien kun je met slecht zicht nog altijd de
kamer in. Als Falco Ontzicht kan ik de plek krijgen van Pieter
Omtzigt.
Kan die een andere functie krijgen.
Ik schijn heel zorgvuldig te zijn gefokt. Toch is
er kennelijk iets mis gegaan.
Wat dat betreft doe ik kennelijk niet onder voor
een mopshond.
Eigenlijk alles, waar mensen zich intensief mee
bemoeien, gaat hopeloos mis.
Er wordt wat af geprutst. Nu zouden we weer
allemaal aan het gas kunnen.
Ook zit er een connectie tussen een blokkade in het
afvegen van je achterste en het dwars neer leggen van een
container-schip.
Kerkgangers worden agressief, terwijl ze als makke
lammetjes in een kerk behoren te zitten.
Op de Kaag hoor je te zeilen, maar ondanks de
stevige wind, zeilt Kaag deze week niet mee.
De tijd wordt vooruit gezet om vooral het
immuunsysteem te belasten. Geeft meer handen aan het bed en die hebben we
niet.
Nederland is hartstikke mooi, maar zit vol met
Vakkies.
Die moeten zo nodig met vakantie. en missen dan
weer de hagelslag.
Ik hou gewoon van Holland. De koeien van de buurman
geven zoveel melk, dat we slagroom op de bomen hebben.
Vakkies zien dat niet.
Costa ziet mij af en toe dus ook niet.
Ze moet er de laatste weken aan wennen, dat ik soms
vreemd doe.
Zij wendt zich dan met enige afschuw van mij
af.
Een stevige borrel water houdt haar op de poot.
Zij ziet er de laatste tijd door de tegenslagen
hier op de Berghoeve wat afwezig uit. Ik vraag mij wel eens af of ze er nog wel
een bal aan vindt.
Ze heeft een beetje het gedrag van een speler in
het Nederlands elftal.
Kaytie houdt gelukkig nog wel van me. Dat staat
buiten kijf. Zij is mijn eeuwige verkenner. Ze speurt voortdurend of er nog wat
valt te formeren. Kunnen we het beleid nog iets beter op elkaar
afstemmen.
Ze kan alleen geen notities maken, alles zit in
haar kop. Ook is haar oksel te klein voor een A-4tje.
Behalve een plas regen komt hier dus niets op
straat te liggen.
Wij hebben hier hopen bladeren. Die houden alles eronder. Je
moet diep graven om te zien wat er daar gebeurt, maar je kunt beter niet alles
weten.
Wij gooien de stront alleen over de eigen akkers.
Baasje, het ga je goed. Hier wordt het
ook wel weer zomer.
Dit jaar wissen we gewoon uit ons collectief
geheugen. Je kunt er een boom over gaan opzetten en dat heb ik ook
geprobeerd,
maar die boom is in stukken gevallen.
Je zou er een mooie Dissel van kunnen maken.
Ik bijt me liever in iets anders vast.
Hoe ik Costa op meer dan anderhalvemeterafstand kan
houden, bijvoorbeeld, om geen balbesmetting op te lopen.
Hoe ik Kaytie binnen oogbereik houd, zodat ze geen
boom uitgraaft of onder de omheining doorkruipt.
Als viruswappie luistert ze nergens naar. Ze is een
Engel.
De parelhoenders hebben de kerst overleefd. Ze
zaten gelukkig niet onderaan het torentje, toen Mark het volk
toesprak.
Ze maken namelijk meer herrie dan alle pannen en
potten, die het distributiecentrum van Blokker in een jaar tijd verlaten en dat
komt echt door de fabeltjesfuik.
De afgelopen dagen heb ik een beetje kwijlend naar
hun smakelijke voorkanten gekeken. Moreel verwerpelijk, maar intens tong
strelend.
Het is, dat ik afstand moet houden en mijn tong
niet mag laten knuffelen.
Bovendien houdt de adoptiemoeder mij sterk in de gaten. Ze is een heel aparte
Boa; Bereid Om Aantevallen.
De eerste kerstdag voelde ik mij een
klimaatwanhoper. Al 693 dagen geen sneeuw. Het wordt als maar
warmer.
En natter.
Grosjean kreeg het warmer dan ik bij de formule-1
races.
Als ik nu met Costa het bospad op en neer cross ben
ik aan de voor- en achterkant even nat en dat zonder regenbanden.
Mijn drinkbak staat nu, zo gezegd, op de formule-1 baan.
Net als de voerbak van Bernard Jr.
Onze fake-koe ziet er uit, alsof ze deep in de modder
heeft gestaan.
Haar fake-kalfjes zijn net op tijd in veiligheid
gebracht.
Het is jammer, dat Marcel Boekhoorn jaarlijks geen
miljoen voor ze over heeft.
Zwart-wit, aandoenlijk en ze vreten geen bamboe.
Gek, hè, ik krijg gelijk een aanval van
pandaschaamte.
Costa kennelijk ook. Ze gaat, zo te zien, in een
elegante lock-down.
Om haar weer opgekrikt te krijgen heb ik
voorgesteld Brexitje Actueel te spelen.
Eerst de koppen de andere
kant op laten gaan. Dat heel lang volhouden.
Dan de koppen tergend langzaam en met gewenste buit naar
elkaar toe wenden.
Vervolgens de lijven opstellen in kolonne, net als de vrachtwagens in Dover.
Wat moet je ook anders doen bij 6 graden met
Kerst.
Overal liggen vandaag takken. Dat heeft Bella gedaan. Jammer, dat er nog geen
storm naar mij vernoemd is. Een first-date met Bella zou ik best aantrekkelijk
vinden. Ik hou van onstuimig.
Eén boomstam heeft zich tijdens de storm willen
herplanten, toen hij recht naar beneden viel. Zielig voor hem, dat heide als
aanplant het stikstofprobleem beter oplost volgens de landschapsdeskundigen. Ik
heb liever een boom, waar ik tegen aan kan plassen en dat is geen fabeltje.
Ik heb trouwens tegen het stammetje gezegd, dat hij
beter als vuurwerk op oudejaarsavond de lucht weer in kan gaan. Zonder knal
kijkt geen hond er naar om en ook geen mens.
Ik ben een beetje moedeloos geworden van dit jaar. In
het bos was het veel te druk met nieuwbakken natuurliefhebbers met
stappentellers en op straat met teveel auto’s met supermarktaandrijving. Ik
mocht ook niet bij ouwe Koosje op bezoek. Dan wordt het wel eenzaam, al ben ik
niet alleen.
Volgend jaar hoop ik een boom op te zetten met
Bella. Als ze tenminste de griep heeft laten wegwaaien.
Het was gisternacht Halloween. Het mocht alleen
niet gevierd worden. Dat was nogal vreemd, want iedere dag is het in de wereld
Halloween. Daar hoef je niet voor van de zomer naar de winter.
De Kelten hebben ooit eens bedacht, dat de
scheiding tussen het hiernamaals en de wereld op 31 oktober op zijn dunst is.
Dan zou het kunnen gebeuren, dat de geesten van doden op aarde
terugkeren.
Daarom heb ik mij moeten vermommen als
vleermuis.
Om vermomd rond te dwalen als geest van Falco. Dan
hebben eventueel verkeerde geesten niet door, dat ik nog leef.
Costa moest er ook aan geloven. Die vleugels had zij
echt niet nodig gehad, want soms, als ik naar haar kijk, zie ik al een
geest.
Het was trouwens net alsof zij de klapband van Max
Verstappen op haar rug had gekregen.
Net daarvoor had ze al moeite gehad met haar mondkapje.
Zo’n muil dek je namelijk niet makkelijk af. Dat is bij Trump ook niet
gelukt.
Even leek het met hem de goede kant op te gaan. Hij
was bijna geest. Nu ik er over nadenk zou het ook best mogelijk zijn, dat hij
vóór Halloween al naar de aarde is teruggekeerd, In ieder geval als zeer
verkeerde geest. Hoe kom je daar van af, als de dood al geen oplossing biedt.
Even probeerde ik uit mezelf te treden. Dan schijn je
een kijkje in de hemel te kunnen nemen.
Bij het zien van vage parelhoenders ben ik maar gauw
weer terug gegaan. Dat was even teveel van het goede.
Vier op aarde is echt wel genoeg.
Alles sterft hier momenteel af.
Ook mijn vacht. Maar die komt net als al die bladeren
iedere keer weer terug. Alleen Rutte schijnt blijvend te zijn.
Die krijg ik zelfs met een dodenmasker niet
weg.
Dat is maar goed ook. Wie moet ons anders door
Halloween heen slepen en mijn voerbak vullen. Hoeft echt niet tot de rand. Ik
ben geen piloot.
Ik ben wel bang, dat mijn kop er opeens af wordt gehaald
door een verkeerde geest. Dan wordt het echt Halloween.
Kaytie kan mij dan ook niet redden op anderhalve meter
afstand.
Ik hoop, dat de aarde snel van Halloween verlost zal
zijn. Het is niet die griep alleen. Het zit in ons wezen zelf. We zijn kennelijk
niet gemaakt om ons in te leven in een ander. Om ruzies met veel geblaf te
voorkomen. Om geweld uit de weg te gaan. Om onze voerbakken te delen.
Ik wacht af. Misschien zie ik ooit door het hek
heen de zomer blijvend op ons afkomen. Geen blad meer, geen kou, geen Halloween.
Nooit meer een dode vleermuis hoeven zijn.
Het lijkt hier wel de stemming na het laatste
buiten-de-deur-avondmaal. Dat komt niet door dat Lockdown Light gedoe, maar door
een heel andere gebeurtenis.
Saranka kan ik niet meer vinden.
Ik ken haar al, op mijn eerste zeven weken na, mijn hele
leven.
Het was hartstikke gezellig om haar uit te
blaffen. Ze heeft vaak gehoopt, dat ik een mondsnoerkapje voor deed. Dat
voorkomt zinloze discussies. Ik noem het tutte met Rutte. Ik probeerde
haar ook af en toe lieflijk te happen. Ik heb zo
mijn eigen knuffelcontacten.
Ze hebben me net verteld, dat ze is heen gegaan. En
nou ben ik bedroefd.
Tot in haar laatste uurtje hier schijnt ze gegeten te
hebben. Het is maar goed, dat we hier geen last hebben van de
aardappelhelderluis, blauwe bietjesaardvlo of erwtenpeulboorder, want ze lag
volledig plat in de weide het hooi naar binnen te werken.
Marli kwam voorzichtig op haar af. Snuffelde nog even
aan haar snuit
en besloot de laatste maaltijd te delen. Het hooi bleef
waarschijnlijk aan haar natte ogen plakken. En nu is Saranka dus weg.
Ik heb diverse malen omhoog naar de paardenhemel
gekeken. Wachtend op een vallende keutel als teken van joh, ik ben er
nog.
Ik heb uren liggen waken bij de poort. Ze kwam niet
terug met de gouden koets. Had gekund, want die staat ongebruikt gestald met
slavernij-averij.
Ik heb langdurig bij de buurman over het hek gekeken.
Je weet maar nooit. Het gras is altijd groener
bij de buren.
En constant de weg in de gaten gehouden. Ze was nergens meer. Ze komt nooit meer terug. Ze is gewoon
dood.
Ze hebben me helemaal niet gewaarschuwd met die
persconferenties van de laatste tijd en in het nieuws. Net alsof je niet aan
iets anders dood kan gaan dan aan Covid-19 of het westnijlvirus.
Misschien is er een dienst voor haar gehouden in de
Hersteld Hervormde Kerk, Met 600 andere pony’s erbij.
Ik had er toch niet naar toe gemogen zonder
roetveeg hoed.
Misschien had de koning wel kunnen komen nu hij terug is
uit Griekenland. Ik heb hem niet gespot. De vliegroute ligt hier naar
tevredenheid nog niet over heen. Maxima heeft vast wel een passende hoed. Hadden
ze in de kerk allebei kunnen herstellen van het heen en weer vliegen en hervormd er weer uit
kunnen komen, al is Maxima katholiek. Dat
bevordert de eenheid in het land. Zijn ze leuk ceremonieel bezig. En
met een opfriscursus empathie erbij weer helemaal
klaar voor het invullen van hun vergoeding.
Ik kan het gemis van Saranka gelukkig delen met mijn
andere vriendinnen. Daar heb ik geen monarchie
voor nodig.
Het wordt tijd voor een andere tijd. Volgens mij zit de
hemel al bijna helemaal vol. Net als die IC’s. Alleen kunnen we met de hemel
niet uitwijken naar Duitsland. Daar staan teveel ouwe fietsen in.
Het was vandaag weer eens balen. Dat was heel
prettig. Met honderd tegelijk werden ze voor mijn poten geworpen.
Ik moest ze meteen testen. De balen lagen zo, dat
ik mijn eigen teststraat had.
De pony’s moesten uit voorzorg in quarantaine. Stel je
voor, dat er een verkeerde baal tussen zat.
Mijn neus is altijd nat, maar ondanks het afgekondigde
snotneusbesluit, kon ik blijven werken. Positief was, dat alle balen negatief
opsnoven.
Het moest allemaal wel heel diep mijn neus
in.
Ik heb daarna wat stront gezocht en even een
superspreadevent op de balen gezet.
De lucht verspreidde zich nogal, maar ik kon gelukkig
mijn bek houden.
De balen moesten de stal in, maar
Ikdeednietmeermee.
Ook niet met Costa, die wilde TikTokken. Daar word ik
toch zo moe van.
Ik kijk liever of alles wel goed gaat. Ik zou willen
solliciteren naar een baan als verkeersleider in Lelystad.
De vliegbewegingen van de laatste zwaluwen dit jaar wil
ik dan als eerste gaan controleren. Rechtdoor de stal uit en vooral niet poepen
voordat je buiten bent.
Scheelt enorm veel werk. Ik vrees alleen, dat ze
hun eigen koers bepalen. Ze zijn nog erg jong.
Het zou best leuk zijn, als de pony’s ook konden
vliegen. Lagen er vast meer keutels buiten de wei. Dan worden Costa, Kaytie en
ik echte prijsvechters.
We boden de pony’s laatst een bal en een buffelhuidje
aan om te ruilen, maar met die anderhalve meter afstand was er sprake van een
hogere overdrachtsbelasting. Ook toen we er net mee gestart waren.
Enfin, de balen zijn nu binnen. Er komt geen tweede
golf. Dat zou echt balen zijn.
Veel hangt in nevelen, dat noemt men ook wel
politiek
en soms is er opeens een zonnestraal. Dat noemt men
geluk.
Normaal ontstaan er dan spikkels op het wasgoed,
maar die zitten nu op de maatschappij.
Zo verhit als het nu al lange tijd is, kan het
nauwelijks meer worden, hoop ik.
De Orion van oma bereikt grote hoogten.
De herfst zit al in de bomen met krenten. Zo wordt het
moeilijk om ze volgend jaar nog uit de pap te halen.
Ik kan slechts hijgend gaan liggen, als ik overdag mijn
blaas heb geleegd. Tot volle tevredenheid komt er nog wat uit mijn kraan.
‘s Avonds mag ik met mijn running-mate alleen nog maar
uit de vijver drinken. Er schijnt namelijk een watergebrek te zijn. Het
waterleidingbedrijf heeft vast geen goeie meid in dienst, die op de toekomst is
voorbereid. Nu moeten wij, met kans op de ziekte van Weil bij tijd en kans op
wijlen drinken uit een bak water, waar de ratten in hebben gepiest.
Ter versterking van mijn immuunsysteem zet ik mijn vier
poten er dan ook nog maar in. Als drillrapper zonder veel te
bewegen.
Ik beweeg me heel voorzichtig, want de ondiepe rand is smal. Ik kan anders zo de diepte
in gaan. Wel gezond, trouwens, om iets beter over alles na te denken. Zwarte
Piet je niet meer zo gauw.
Van mijn bazin mag ik de folie niet kapot trappen.
Lekken doen alleen advocaten. Vijvers liever niet. Ik zou Vitens ook niet
aanraden om 26Koperen waterleidingen naar woonhuizen aan te leggen.
Dan ruim je het water voor eeuwig uit de
weg.
Dat moeten ze wel doen met die verrekte steekbeesten.
Bedreigen af en toe mijn kont.
Sta ik maar weer op om bewegend gevaren te ontwijken.
Een beetje knoeien met een Kong staat gelijk aan een uurtje trekken in een
sportschool.
Ik ben wel bevreesd voor een Groeneweggetje. Mijn medespeelster doet soms een
beetje gemeen.
Aftaaien is dan mijn optie. Costa kan het ook niet helpen,
dat ze zo vurig is geboren. Ik ben anders, ik ben gewoon de slimste hond.
Stop een andere bal in
het spel. Maarten van Rossem zal er in ieder geval niet om lachen. Die houdt alleen van
katten.
Alhoewel ik met zo’n staart wel kans bij hem maak, denk
ik.
Kaytie is de domste hond, al haalt ze tot nog toe steeds
weer de vierde uitlaatronde. Om met dit weer met je zolen op de stenen te
blijven staan, is vragen om geroosterd eelt. We krijgen tegenwoordig van de bazin gebakken eieren vers van de kip op
het pad gegooid.
Over eieren gesproken. Die parelhoenders leggen nog
geen ei. Die weten kennelijk nog niet, dat waar je uit komt ook de maatschappij
weer in moet.
Ze hebben in ieder geval spikkels. Het weer zit er dus goed in.
Er zijn grote veranderingen gaande, ook hier op
mijn grondgebied.
Mijn bazin had negen eieren voor haar geld gekozen
en onder een paar broedse kippen gelegd.
Dat zijn kippen, die een heel erge kinderwens
hebben en dagenlang boven op elkaar bivakkeren als levende theemutsen om de boel
er onder goed warm te houden.
Twee keer per dag worden ze geheel stijf uit hun
leghok gesleurd om niet om te komen van de honger en de dorst en om blijvende
spierverkrampingen tegen te gaan. Ze vergeten zelfs te poepen en dat kun je heel
goed ruiken, als ze het buitengaats dan eindelijk een keer doen.
Je hebt dan echt meer dan drie filters in je
mondkapje nodig om aan die aerosolen te ontkomen.
Vier weken lang hebben die kippen gedacht, dat ze
op hun eigen eieren zaten. Dat was pure misleiding. Ze zaten namelijk op een
roedeltje van allochtone afkomst.
Het was dus even schrikken voor de niet-biologische,
uitverkoren moeder. Er liepen wel heel vreemde streepjes over haar
kuikens.
Ze heeft het echter heel goed opgepakt. De wens om te
zorgen was groter dan haar oog. Al wat klein is, is leuk.
Nu lig ik dagelijks te waken over haar vier tijgertjes..
En ren ik me rot om de zaak van alle kanten in de gaten
te houden. Je weet namelijk maar nooit of justitie een melding over het
ontvoeren van parelhoenders op EncroChat (ik heb het niet zo op katten) en onze
takkenschaar over het hoofd heeft gezien.
Bij onraad zal ik direct mijn Wa-Fi inschakelen. Je moet
er toch niet aan denken, dat er één hoentje in een tandartsstoel belandt.
Ik hoop ook niet, dat de adoptie-moeder een fiscale kip
is. Het zou toch rot zijn, als ze straks onderscheid maakt, omdat de kids er
anders uit gaan zien.
Parelhoenders hebben nu eenmaal de reputatie, dat
ze flink tekeer kunnen gaan.
De wangen van een parelhoender zijn ook nog eens
verblinderder dan de facings van een jonge Roelvink en met zo’n punt op je kop
moet een moederkip toch wel heel erg van je houden.
Toen ik dat tegen Costa zei, keek ze heel beschimmeld.
Ze dacht waarschijnlijk, dat ze haar moeder ook met haar uiterlijk teleurgesteld
had.
Ze wilde al excuses gaan maken. Ik heb haar
geadviseerd, dat niet te doen, ook als is dat modern. Je moet geen excuses maken
voor iets, waar je niets aan kon doen.
Ze moet gewoon een voorbeeld nemen aan Kaytie. Die zit
nergens mee. Ze loenst nogal. Daar moet haar
moeder eigenlijk excuses voor maken. (Foute grap)
Maar Kaytie noem ik dan ook vaak Derksen. Ze kauwt
onverstoorbaar lekker door. De nieuwe wereld om haar heen heeft geen vat op
haar. Ze spuit echt geen Botox, al wordt ze ouder. Dat hoeft ook eigenlijk niet,
want ze vreet zoveel, dat alles goed op spanning blijft.
Al met al maak ik me wel zorgen over de eiwitmaatregel.
Straks moeten alle kippen weg en krijg ik geen eitje meer
geserveerd.
Alles verandert namelijk. De bazin mag niet meer
zeggen, dat ze vroeger zwart op wit zo lekker vond, jongeren gaan niet meer naar
Costa (vindt ze trouwens helemaal niet erg), veiligheidswetten maken de boel
onveiliger en alles protesteert tegen alles.
Ontkennen heeft geen zin. Ik ben ook een geweldige
dwarsharses, (Ik heb me dan ook niet opgegeven als vierde lijsttrekker)
Er is hier op het erf waarschijnlijk sprake van een
systematisch probleem.
Geregeld sneuvelen hier namelijk
beelden.
Verleden week ontdekte ik, dat Akwasi langs moest zijn geweest.
Het gezicht van de witte herder was opeens
verdwenen.
Je zult er toch zo maar bij moeten liggen, terwijl je alleen maar door je bazin
ooit als slaaf werd behandeld.
Ik heb gelijk die twee soldaten gewaarschuwd voor zwaar weer. Hun kerfstok zal
wel net zo schoon zijn als mijn aangevreten botten.
Lijs Laaf heeft ook al een goed heenkomen gezocht. Zijn positie staat zwaar
onder druk. In de Efteling Langnek onheus bejegend.
Gezegd, dat-ie een lange nek heeft.
Ik heb de hemel vanochtend aangeroepen. (Op de bank sta je dan wat dichterbij)
Het zou toch vreselijk zijn, als er met Jef wat gebeurd. Paarden hebben
natuurlijk ook wel eens een verkeerde kar getrokken.
Racisme is hier volop aanwezig. Als Costa iets doet wordt ze meteen voor
“Mechel” uitgescholden. Ik betuig hierbij mijn krachtige erkenning voor de pijn
van haar en alle Belgen.
Als Kaytie iets doet is zij een “boerenfok”. Toegegeven, ze loopt graag door het
gras, maar daar hoef je alle boeren toch niet voor te beledigen.
Mijn staart wordt altijd aangegrepen om te zeggen, dat ik geen echte wolf
ben.
Hoef ik gelukkig ook geen excuses te maken voor de
familieleden op de slee van Drs. P., die één voor één aan de achtervolgende
wolven werden gevoerd.
Als er een standbeeld voor die man is opgericht,
gelieve hem dan van zijn sokkel te trekken, al helpt dat natuurlijk niet om dat
beeld van die dodenrit kwijt te raken.
Solitair is mijn vriendje. Een oud en beeldig hert. Zijn geschiedenis zit in
hem. Ik mijmer vaak over het tijdperk waarin hij heeft geleefd. Of hij achterna
is gezeten door wolven. Of er op hem is geschoten door jagers. Of hij lekker
heeft kunnen burlen. Of hij een fijne ree heeft ontmoet. Of hij concurrenten
heeft moeten doden. Hoe het zou zijn om zo’n groot gewei op mijn kop te hebben.
Ik respecteer hem om zijn verleden. Er wordt niet zomaar een beeld voor je
opgericht. Dan heb je toch zeker wat goeds gedaan.
Wat heden bloeit valt morgen af. Zo is het ook met die beeldvorming. Het is
allemaal een V(reselijke) O(mverwerping) van
C(ulturen).
Ik hoop, dat er later een standbeeld tussen mijn voorgangers ook voor mij wordt
neergezet. Daarom alvast excuses voor het om zeep helpen van ratten, vogels,
muizen, bosmarters en wat er misschien nog volgt. Ik moet dat wel doen, anders
ben ik hier geen held.
Wij doen onze avondwandeling hier in het
Benedenbos.
Dat gaat als volgt. We sleuren de eerste meters
onze begeleiders, die helaas met een lange riem aan ons vastzitten, de weg
over.
We scheuren tussen de paaltjes door het bos in met
de bedoeling het laatste nieuws tot op de bodem uit te zoeken.
Dat doen wij met
de neus.
Zo komen wij er achter wie er allemaal zijn geweest. Zonder App. Die krijgen ze
toch niet feilloos.
Wij doen eerst onze behoeften. Dat is netter en
voordeliger dan op eigen terrein en wij brouwen zo voor vliegen een heerlijke
maaltijd.
Er wordt helaas aangelijnd geen enkele rekening gehouden met onze
privacy.
Een hond in zo’n positie ziet er niet uit. Daarom doen wij het ‘t liefst uit
zicht en fixen wij het heel snel.
Costa heeft ook nog eens geen geduld. Zij is
beroemd (in kleine kring) om haar dropjessporen.
Wij mogen niet los. Het Benedenbos zit vol met
aantrekkelijke geuren, waar wij het onze van willen weten. Neem de geur van een
ree.
Als ik die ruik val ik direct in de aftrap-modus. Zou ik niet vastzitten, dan
wist ik het wel.
Ik heb de bazin al diverse malen om een enkelband
gevraagd. Daar zou ik nog mee kunnen leven. Dit gedwongen stilstaan past
helemaal niet bij mij. Ik word er bijna spierbevangen van.
Gisteravond kreeg ik me toch een heerlijke geur in mijn neus. Ik raakte erg
opgewonden.
Ik zocht de omgeving af, al zat ik in
beperking.
Een netwerkhek. Had ik daar niet iets over gelezen. Het werd helemaal wazig in
mijn hoofd. Mijn wolvenbloed begon te klotsen.
Overal schapen. En lammetjes. Bizar en dat in mijn voortuin.
Costa toonde geen enkele interesse.
Die stond zelf als een mak schaap op het pad te wachten. Ze heeft nou eenmaal
het voorrecht om elke zondag mee de Archemerberg over te gaan. Dan staat ze
geregeld samen met de schapen uit een trog te drinken. Gewoon verkeerde fok.
Tegenwoordig halen ze al het natuurlijke er uit.
De schapen kwamen steeds dichterbij. Ik voelde mij als wolf uitgedaagd en in
mijn eer aangetast.
Geen spoortje angst voor mij te bespeuren. Zo loop je toch hard de kans om
aangerand te worden. Al die koppen één kant op. Was dat maar zo in de hele
wereld.
Ik ben er maar op mijn gemak bij gaan zitten in het kader van de acceptatie.
Mijn maag zat toch al vol.
Misschien hadden ze vertrouwen in mijn gedegen
uitstraling of een antiwolvenvaccin gehad. Als ze namelijk niet gaan rennen is
er ook niet veel aan om ze na te jagen.
Nadat de bazin beloofd had, dat ik af en toe een avondje schapen mag beloeren,
ben ik met opgeheven kop, quasi nonchalant, weer vertrokken. Vierhonderd
schapen: hoeveel dagen zou ik er mee kunnen doen...
Die verrukkelijke beelden keren hopelijk in mijn dromen terug.
Thuis wachtte Kaytie op me. Uit frustratie ben ik maar achter haar aan gaan
rennen.
Nou ja, het werd al na 1 minuut sjokken.
Zodra ze denkt een lekker (vet) hapje voor mij te worden, onderwerpt ze zich.
Dan voel ik de trek gewoon uit me wegtrekken. Een schapenboutje op zijn tijd.
Da’s pas lekker.
Nu wordt het Pinksteren.
Kan ik mij terug gaan trekken in mijn luie stoel. Op gepaste afstand. Ik hoop,
dat ze vanuit de hemel dan 50 schapen op me laten neerdalen. Ik beloof, dat ik
lief voor ze zal zijn. Ik krijg hier tenslotte al genoeg te eten. Misschien
hebben ze toch bij mij ook iets natuurlijks er uit gefokt.
De laatste weken ben ik wat afstandelijker
geworden. Ik voel me steeds meer wolf. Af en toe knijp ik Costa even goed in
haar poot om te kijken of ik soms droom.
Als ze terug snauwt weet ik dat het echt is. Als ze de bal laat
vallen, dan wordt het Fight or Flight.
Het is hier langzamerhand zo stil geworden, dat ik de mieren op de
grond kan horen lopen. Ik houd ze goed in hun gaten.
De bazin is zo vaak thuis, dat er alsmaar meer bloemen op het
terrein komen. Ze sluipt af en toe met zwarte, luguber uitziende, beschermende
handschoenen het terrein af op weg naar een
tuincentrumafspraak. Daar date ze eerst online mee. Wonderlijk gebeuren. Schijnt
een modern beDisselt uitje te zijn.
Het is zo basic in deze tijd om je geluk in plantjes te
zoeken.
Erg zielig om ons bij het planten zo te vergeten, dat Costa soms
smeekt om naar binnen te mogen.
Omdat ze de bal neerlegt en er dan niet wordt gegooid is ze
helemaal van slag.
Hoe vertel ik haar, dat er de komende jaren nog weinig actie wordt
verwacht.
Dit is dus het Nieuwe Normaal. Tray’tjes legen.
Costa vroeg vandaag al aan Regibald en Roderick om de bal uit de
vijver te halen. Arme Costa. Ze kan beter ook meer wolf worden. Ik hoef niet te
bijten om te weten, dat het nepganzen zijn. Made in de USA. In slachthuizen, net
als het virus, ongewenst.
Een wolf is gewoon veel slimmer. Stelt zich verdekt op om toe te slaan. Krijgt
niet op zijn kop, ook al helpt hij 58 schapen in één week tijd aan een korter
leven. Ook heel wonderlijk.
Hier zit, nogal verwerpelijk, alles achter een beschermend hek.
Kijken, loeren en niet happen. Ik ben namelijk niet koninklijk genoeg voor een
jachtvergunning en ben niet van WA verzekerd.
Geregeld komen hier vierhonderd wandelende
schapenbouten langs. Als ze meer dan anderhalve meter afstand houden van de
grote kudde schieten wat collega’s van mij te hulp om de afstand weer te
verkleinen. De wondere wereld van nu dus op zijn kop. Ze noemen zich Bewust
Onrustige Aanvallers. Helaas mogen zij hun bek niet gebruiken.
Ik sta al twee maanden geregeld op de uitkijk. Of
er geen virus binnen komt waaien.
Of een besmette nerts. Of een uitrol van 5G. Die
nerts kan ik zien, maar die andere zijn onzichtbaar.
Supergevaarlijk, maar ik heb een goede neus. Daarom
wil ik ook geen mondkapje.
De rust, die hier nu is, mag niet meer verstoord
worden.
Dagelijks fluister ik Costa in haar oor, dat ze een doventolkcursus moet gaan
volgen. Erg handig als ik een persconferentie moet gaan houden over mijn
bevindingen en eventuele gedoogconstructies, want je moet wel flexibel blijven
in deze wonderlijke tijd.
Dan word ik net zo beroemd als Rutte en Costa is dan de nieuwe
Irma.
Helaas beschikt zij niet over enig voortschrijdend inzicht. Ze is
volledig stil blijven staan in haar balontwikkeling.
Het helpt ook niet, als ik de bal van haar af pak en me voordoe als
die bolle Kim Yong-Oen.
Hopelijk verdwijnen alle donkere wolken snel.
Ik heb liever plantjes op mijn erf dan dierenartsen, die willen
ruimen.
Ook de wereld wonderlijk op zijn kop. Het
wordt wel eens tijd, dat de virologen van de buis geruimd
worden. De deskundigen weer achter hun desk blijven zitten. De Efteling weer
voor iedereen open gaat. Kan ik daar proberen een grootmoeder op te eten. Dat
schijnen wolven gewoon te mogen doen zonder geruimd te worden. Ook in het Gewone
Normaal.
In de tussentijd geniet ik van de rust. Dat is een
hele kluif.