Het is hier de Sahara. De Grote Vergeler is aan het
toeslaan.
Vanavond lag mijn immer actieve vriendin haar buik te raspen op het dorre gras.
Wonderlijk, dat het weer haar één tel rustig heeft weten te krijgen. Mij is het
nooit gelukt. Zet haar op een fiets en ze wint zo de Tour de France. Tong
lekkend op het stuur en poten zwetend in de wind. Ik rijd dan wel mee in de
volgauto.
Het is hier inmiddels zo droog aan het worden, dat
de ponys nauwelijks meer vers te vreten hebben en de
grasmaaiers op non-actief zijn gezet.
Het land van buurman boer ziet er ook al zo raar
uit. Als er nu een haas zit, zie je meer dan alleen de oren. Er achteraan gaan
is geen optie. Veel te warm voor mij. Ik jaag nu liever op
Poolhazen.
Ze wijzen mij misschien als dader aan, maar ik heb
dit echt niet op mijn geweten.
Het zou heel erg misselijk zijn om mij hier ook de
schuld van te geven.
Het is gewoon vroeg pruimentijd dit jaar!
We plukken niet alleen pruimen, maar nu ook de
avond. We zetten onszelf overdag in de spaarstand. Als LED-lamp: LuiEnDik. Als
de bazin in de avonduren die onnatuurlijke plantenbakken water gaat geven met
een zichzelf oprollende tuinslang komen wij pas in actie.
Al bij de deur gaan we volop in de King Kong. Dat
wil zeggen: ik ben King en dat rooie ding is Kong.
De kunst is om die Kong met haar eraan op het gras
te krijgen en dan zo te draaien, dat haar kop tussen haar voorpoten doorkijkt.
Ik moet bekennen: het lukt vaak niet.
Ik moet dan wel overgaan tot een judo-greep om haar
te vloeren. Ik moet bekennen: dat lukt ook vaak niet.
Er zit dan niets anders op dan aan elkaar vast op
te trekken.
Totdat ik het zat ben en mijn troefkaart erin gooi:
even aftaaien en doen alsof ik het opgeef met die hitte. Als ze mij zeer
hinderlijk hijgend staat uit te dagen, sla ik flitsend toe.
Lekker Trumpieën noem ik dat. Zij heeft dan het
nakijken en ik de trofee. Gewoon een politiek spelletje.
Met Kaytie heb ik een heel andere relatie.
Vreedzamer zou ik bijna zeggen, al zet ik wel eens een poot op haar, als ze
vervelend is. We jagen samen. Bij de vijver spelen we iedere avond Ratzee. Er
zit namelijk een rat en die kan veel te snel zwemmen. Met een Thaise grot zou
hij geen problemen hebben. Wij sporen met zn 2-en de nauwe doorgangen van hem
op, maar kunnen er helaas zelf niet door zonder zuurstoffles.
Als echte man laat ik Kaytie het meeste werk doen.
Ik treed pas op, als de rat toevallig langs mijn bek komt.
Als het niet anders kan trek ik ook wel een
sprintje. Verleden week heb ik nog een familielid van hem omgelegd. Hij dacht
ongezien uit het water te kruipen en te ontsnappen via de heg.
Ik was lekker sneller.
Achter de klikos, de kussenkisten en de
regentonnen schieten elke avond de muizen heen en weer.
Ze mogen dus van ons wel heen, maar niet
weer.
In hecht samenwerkingsverband werpen we
strategische blokkades op en stellen ons de martelende vraag: wie krijgt
vanavond het sateetje?
In mijn dooie eentje moet ik helaas de grenzen
bewaken. Ongedierte graaf ik zorgvuldig en bedachtzaam uit (vooral met dit weer)
of ik ga heel stil liggen (ook lekker nu).
Dit heet de grond uitkijken. Intussen lig ik wel op
de stoppels.
Ik kan me de volgende week beter als een superluie
en traag vretende panda gaan gedragen. Bij 30 graden of meer wordt het uitvoeren
van een regendans waarschijnlijk te vermoeiend en te pijnlijk voor mijn spieren
en pezen.
Een oxycodonnetje mag ook al niet meer, dus reken
niet op enige actie van mijn kant.
Iedere avond, als de zon verdwijnt en de duisternis
gaat vallen loop ik naar de pomp.
Ik hoop niet, dat hij droog wordt gelegd. Het is
wel mijn benzine.
Er zit steeds minder druk op de straal en dan neemt
mijn straal ook teveel af.
Ze krijgen hier dan last van Dubbele Grote
Vergelers.
Het wordt gewoon slapen met de kop op het kussen
tot Piet Paulusma met beter weer komt aanzetten.
Die Oostvaardersplassen buiten kunnen me nu echt
gestolen worden.